Heerlijk! Ik heb mijn relatie verbroken

Sinds twee maanden komt Jordi bij me in coaching. Hij is achtentwintig, werkt als bedrijfsleider van een groothandel en voelt zich al langere tijd niet goed.

Jordi is een lieve man, heeft drie jaar geleden zijn moeder verloren aan kanker, heeft het wel naar zijn zin op zijn werk en een lieve vriendin. Sara en hij wonen sinds enige tijd samen, zij wil graag verder, denkt na over kinderen en hij over enige tijd ook richting huisje, boompje, beestje zoals hij zegt.

Na de eerste sessie heb ik een beeld van een jongeman die uitgeblust is, een heel kalm leven leidt, conflictmijdend is en keurig doet wat Sara vraagt en zich vooral niet uitspreekt. ‘Dan wordt Sara verdrietig of boos, en dat moet maar niet’ aldus Jordi.

Soms zit iemand vast in zijn denken, overtuigingen en het systeem. Dan is er een gevoel van onmacht, niet meer weten wat slecht is voor zelfvertrouwen. Terwijl diegene vaak wel voelt wat er moet gebeuren, het (begrijpelijk) niet durft.

Tweede sessie.
A: Wanneer denk je eigenlijk dat je vader wordt?
J: [grote ogen] Nou, dat ehh hoeft nog even niet.
A: Maar Sara wil wel….en je wilt haar niet boos maken. Dus…hoe lang nog!
J: We bespreken het wel, maar ik laat het in het midden.
A: [lacht, enthousiast] Ja, daar moet het ook gebeuren toch?! In het midden. Daar zit het genot en de pijn.
J: [in de war] Nou, ik weet het gewoon nog niet….
A: Iets meer naar links of naar rechts. Zeg het maar!
J: Ik probeer het onderwerp dan te verschuiven naar werk ofzo. Of ik ga naar mijn kamer, gamen met mijn koptelefoon op.
A: Jij bent gewoon LAF! Natuurlijk wil je het niet. En zeker niet met haar toch? Ze lijkt me een verschrikkelijke vrouw. Je mag niets meer. Zelfs niet met je vrienden gamen of andere dingen.
J: [gaat aan] Ja, ze wil het liefst samen op de bank. Maar ze is echt een lieve meid. Tja…ze is echt lief.
A: En dan praten over hoe het gezin eruit komt te zien, hoeveel kinderen wil je eigenlijk met Sara, twee of meer…
J: Nou, dat begint dan inderdaad…echt…
A: [hoog tempo] Wel mooi dat je het in het midden laat vind ik….ben je ook in de polder geboren eigenlijk?
J: [afwezig] huh
A: Polderen met Sara! Het in het midden laten. [vriendschappelijk, hand op zijn knie] Ik heb met je te doen Jordi, daar zit je dan. Een vrouw met klepperende eierstokken, ik zie het helemaal voor me….over twee jaar met z’n drieen en een jaartje erna nog een kleintje. GAME OVER.
J: [zwaar] Ik weet het niet man….

Jordi vertrekt, hij heeft een beeld in zijn hoofd. Benieuwd wat er gebeurt.

Twee weken later stapt Jordi de Bloeikas binnen.

A: [vrolijk] Hoe is het met je? Ben je er al uit? Ik zag dat de kinderwagens in de uitverkoop zijn.
J: [lachend] Ja ja, het moet nog maar even niet. Ik heb sowieso twijfels over mijn relatie met haar. Als ik op mijn werk ben, voel ik me goed en vrij. Als ik naar huis rijdt dan denk ik over alles na. Ben ik niet te laat? Heb ik wel de juiste dingen gezegd? Zou het niet mijn beurt zijn om boodschappen te doen? Pfffffff
A: [ga met hoofd in handen zitten, zwaarmoedig] Pfffff….ojee Jordi…het klinkt als een hele ingewikkelde relatie. Ik zou het wel weten…Zometeen mag je niet meer met jouw vrienden afspreken, de hele avond samen op de bank, pffffff….[maak het zwaar]
J: Ja man…het voelt ook zwaar.
A: Dat VOELT niet alleen zo, dat IS het ook! Maar ja, het is geven en nemen in een relatie, niet alleen de lusten Jordi. En je kunt Sara natuurlijk niet teleurstellen….stel je voor hoe verdrietig ze zou zijn…

Jordi is even stil, vervolgd dan…
J: Eerlijk? Ik hoop eigenlijk dat we over een tijdje ruzie krijgen en zij het uitmaakt!
A: Zeg dat nog eens?
J: Ik hoop het echt. Dat zij het doet.
A: [vrolijk] Ja, ik hoop ook dat ik de staatsloterij win. Of dat Nederland wereldkampioen voetbal wordt….maar ik weet wel beter.
J: [krijgt tranen in zijn ogen] Ze zal zo verdrietig zijn Arno….dat kan ik haar echt niet aandoen.
A: Dat vind ik zo mooi aan jou, dat je jouzelf opoffert aan die schat. Ik wordt er bijna emotioneel van…wat ben je toch een lieverd! Weet je, je bent ook al achtentwintig, dus het mooiste deel van je leven ligt toch al achter je! Tijd om huisje boompje beestje te gaan creeren met haar. Het is net oud en nieuw. Gewoon uitzitten….

Jordi vertrekt en is twee weken later terug. Er komt een vrolijke man binnen.

A: Zo Jordi, ben je naar de kapper geweest? Of heb je een andere look? Je ziet er heel anders uit!
J: [bijna jubelend]Ik heb het uitgemaakt met Sara! Heerlijk!

Hij vertelt hoe het ging, hoe moeilijk hij het vond maar dat hij zich realiseerde dat het moest. ‘Toen je zei: Het is net oud en nieuw….gewoon uitzitten. Dat bleef in mijn hoofd spoken, zo voelde het precies’

A: Gelukkig nieuwjaar Jordi!

Cashflow junkie

Ik heb een afspraak met Olivier, hij is via via doorverwezen en stuurde me een enorm epistel ter info. Dat was zijn verhaal en analyse van zijn huidige penairie. Het ging over zijn bedrijven, verkoop, doorstart en weet ik allemaal.

Olivier komt de Bloeikas binnen, ik weet niet wat ik moet verwachten. Een man van begin veertig, verzorgd kapsel, schone bril, getrimde baard, maar sjofel gekleed.

Als hij zijn koffie heeft begint hij een heel verhaal over zijn bedrijf, zijn plannen, de gedwongen verkoop omdat zijn gezinsleven kapot ging, het loslaten van zijn zakelijke kindje, dat hij tijdelijk bij een vriend woont, zijn investeringen in andere ondernemingen, de chaos in zijn hoofd, zijn spijt van het harde werken de afgelopen twaalf jaar, dat hij ‘de oude Olivier’ kwijt is, te weinig cashflow, et cetera. Hij ratelt aan één stuk door.

A: Wat is nu eigenlijk het probleem?
O: [denkt na] Dat ik mijn bedrijf heb verkocht…
A: Dat is geen probleem, maar een feit, wat is het probleem?
O: [met overtuiging, snel] Dat ik niet meer weet hoe ik verder moet…
A: Dat is ook een feit, wat is het probleem?
O: [in de war] Dat ik niet heb nagedacht toen ik het verkocht!
A: Feit! Wat is het probleem?
O: [kijkt over bril, onzeker] Dat mijn leven een puinhoop is?
A: Dat is het in Gaza! Ik vind het wel knap dat je zo snel kan schakelen en telkens een nieuw feit benoemd….waar gaat het nou eigenlijk over?
O: [trillende lip] Ik heb geen cashflow meer….

Hij begint oplossingen te benoemen, in andere onderneming stappen, toch herinvesteren, en hij blijft ook terugkomen op zijn spijt, dat hij de opties niet goed heeft afgewogen. Ik krijg het beeld van een verslaafde, verslaafd aan cashflow…

A: Jij bent gewoon een junk man! Een cashflowjunk!
O: [beduusd, valt stil…een lach] Fuck! Ja echt…
A: [doe alsof ik spuit in arm zet] Een slonzige verslaafde junk, die alles doet om aan zijn cashflow te komen. Je hebt ook alles kapotgemaakt, jouw gezin verwaarloosd, vriendschappen laten schieten….gelukkig woon je niet onder een brug, maar is er nog één vriend…
O: [lacht besmuikt, stil] …..het is wel precies zoals je beschrijft…..
A: Je vertelde dat je als jochie kattekwaad uithaalde, volgens mij moet je een stap maken en de criminaliteit in! Dan los je het cashflow probleem in één keer op!
O: [gegeneerd] Daar heb ik serieus over nagedacht, weet je dat?
A: [vrolijk] Tuurlijk weet ik dat! Verslaafden doen alles voor hun dope! Dus dat lijkt me een heel goede optie…denk je dan aan drugs of wapens? Je ziet het leven nog wel zitten toch?
O: [tranen] ook daar heb ik over nagedacht…..fuck Arno….
A: Dat is altijd een optie, een overdosis, Olivier is gestorven aan een overdosis cashflow! Ha! Lijkt me een mooie overlijdensadvertentie voor in de krant, wel in het FD en NRC dan! Misschien ben je dan wel de rijkste junk van Nederland….alhoewel….al die BNers lusten ook wel een snuifje denk ik….maar jij bent echt de eerste cashflowjunk die ik ken! Vind ik best wel vet!
O: [stil]
A: Nou, dat wordt afkicken! Dus dat betekent minder cashflow, eigenlijk ben je dus heel goed bezig….en je krijgt ook afkickverschijnselen denk ik toch? Zweten, gekke gedachten, rillen, alleen maar aan cashflow kunnen denken….

Olivier is verbaasd, kijkt me aan en moet telkens even huilen. Als hij begint te praten gaat hij direct weer naar mogelijke oplossingen……om cashflow te genereren.

A: Stop man! Luister nou wat je zegt. Je bent weer bezig om dope te regelen, ik ben je dealer niet! [grote lach, schouderklop] Je bent hier hij de afkickkliniek! Ik ga jou als eerste verslaafde opnemen, openen we samen de cashflowkliniek, moet jij ff investeren…
O: [lacht hard] Arno, het is heel erg, maar ik denk oprecht direct of er een businessmodel in zit….
A: En of je jouw cashflowverslaving kunt stillen….

Ik spiegel hem zijn hoge tempo, tunnelvisie, chaotische gedachten….Olivier luisterd aandachtig, hij lijkt het allemaal te willen opslurpen. Ik vertraag het gesprek…laat het tempo zakken….Olivier slaakt een diepe zucht…het is binnengekomen. Er is besef.

O: [tranen in ogen] Het allerliefste Arno, wil ik de oude Olivier terug.
A: Die is er nog, die gaan we de volgende keer eens opzoeken. Nu eerst rustig naar huis. Let op je tempo. We gaan stap voor stap…..

Olivier kijkt me dankbaar aan.
A: [glimlach] En ik zou denk ik de drugs doen….volgens mij heb je jouw cashflow dan zo op orde.
O: [twinkelende ogen] Ja man, lach maar, lul….heel graag tot over twee weken!

Dit heeft nog nooit iemand tegen me gezegd!

Rianne komt de Bloeikas binnen. Een verzorgde jonge vrouw, eind twintig, keurig pak, zakelijke uitstraling en beetje afstandelijk. Rianne werkt als projectleider bij een innovatief high tech productiebedrijf.

Tijdens het begin van het gesprek heb ik het gevoel dat ze heel erg haar best doet om geïnteresseerd te zijn. Ze zit op het puntje van haar stoel. Benen over elkaar geslagen. Ze zit duidelijk in een rol. Ik heb het gevoel alsof ze uit een fotoshoot is gestapt, waarbij een jonge Amerikaanse zakenvrouw wordt gefotografeerd, met maniertjes. Alsof ik met een barbiepop in gesprek ben.

A: Vertel eens, hoe is het met je?
R: [glimlacht] Eigenlijk wel goed hoor.
A: Hoe vind je jouw werk?
R: [glimlacht]. Ja eigenlijk leuk. Het is soms een beetje een mannenwereld, maar daar kan ik me heel goed in bewegen [veegt haar achter oor, glimlacht].
A: [zoete stem, lief] Oh, fijn. Jij staat je mannetje dus wel.
R: [glimlacht] Oh ja, zeker…[schuift beetje op stoel, maar blijft in actieve houding op het puntje van de zitting]

Deze conversatie gaat zo nog een tijdje door. Als een tenniswedstrijd. Rianne heeft oppervlakkige ademhaling. Ik ben duidelijk in gesprek met het masker, de reclame uiting, de ambitieuze en succesvolle projectleider. Ik ben er klaar mee. Ik voel geen verbinding, geen contact en geen echtheid.

R: [glimlacht] blablabla    blablabla…..bla bla….oh, nee hoor…bla bla….het gaat prima.

A: [tikje op haar knie, ik kijk haar recht in ogen] Rianne, ik ga je eerlijk vertellen hoe ik het zie. Als een soort spiegel.  [met telkens luidere stem] Ik vraag me af of jij van plastic bent, met je mooie make up, nette pak. Je lijkt op een barbiepop! Uitvoering ‘young high potential businesswoman’ ofzo…..Ik voel je niet! Ik hoor wat je zegt, maar het klinkt blikkerig, ingestudeerd. Waarom laat je jezelf niet gewoon zien! [luidste stem] WIE BEN JIJ EIGENLIJK ECHT?!

Rianne heeft tranen in haar ogen, na mijn eerste woorden reageerde ze verontwaardigd, en voelde zich aangevallen. Dit maakte snel plaats voor een ENORM KWARTJE dat ik hoorde  vallen…..ze is stil. Kijkt me aan, in de war….Ik houd even mijn mond.

 R: [zonder glimlach] Dit heeft nog nooit iemand tegen mij gezegd….[stil]…Ik had niet door dat….ik realiseerde me echt niet dat….[grote ogen] Is het zo duidelijk?

Ze vertelt hoe ze opgroeide, hoe haar werd geleerd voor zichzelf op te komen, hoe haar ouders vanuit Egypte moesten altijd vechten voor hun plek. Hoe ze altijd ‘schattig’ werd gevonden op school en tijdens haar studie. Hoe vreselijk ze dit vond waardoor ze zich wat stoerder wilde opstellen, ze werd afstandelijk en stond haar mannetje.

Ik vraag haar achterover te leunen, te ontspannen en we raken in gesprek over haar drijfveren. Haar stem wordt lager, ademhaling dieper en haar strakke houding ontspant. Ik zie de natuurlijke Rianne. Ik neem haar mee in hoe maskers werken, hoeveel energie het kost en dat maskers niet kunnen verbinden maar mensen wel.

A: Je hoeft niet zo hard te werken, je bent nog jong, je hoeft niet alles te weten….maar als je jezelf meer laat zien zoals nu ben je veel betrouwbaarder en veiliger. En als je het niet weet is het prima, stel je wat meer open, laat zien als je het weet….en ook als je het niet weet. Dat is prima. Je stem is dieper, je oogt veel fijner en nu voel ik je wel!

R: [tranen in haar ogen]….Nogmaals, dit heeft nooit iemand tegen me gezegd….ik vond het moeilijk te horen…..maar dankjewel.

Laat het niet het zwartste scenario zijn

Als coach help ik mensen op koers en in balans te blijven. Mensen komen bij me met de meest uiteenlopende situaties en achtergronden. Moeizame relaties, ingewikkelde zakelijke situaties, keuzes maken et cetera. De overeenkomst tussen bijna alle situaties is het omgaan met onzekerheid en je verhouden tot de feiten. En daar zijn uiteraard allerlei technieken en manieren voor, instrumenten om het makkelijker te maken hiermee om te gaan.

Het verschuiven van perspectief, relativeren van het probleem, kiezen vanuit waarden, interactie tussen ademhaling en brein en meer goed werkende instrumenten. En uiteraard HUMOR!

Nu kreeg ik kortgeleden persoonlijk te maken met een situatie waarin ik op de proef werd gesteld. Ik moest naar het ziekenhuis voor een uitslag, de kans op een ‘slechte’ uitslag was heel klein en ik was er heel reëel, gerust en laconiek onder. Op koers en in balans dus.

Tot dat de datum voor de scan en de uitslag waren gekozen. Vanaf dat moment was het één en al onrust en soms zelfs paniek. Op díe dag zou duidelijk worden hoe mijn leven verder zou gaan verlopen. En in mijn hoofd kreeg het allerzwartste scenario de meeste zendtijd. En eerlijk gezegd was ik, samen met al mijn technieken, niet in staat mijzelf tot rust te krijgen. Ook mijn humor en luchtigheid, mijn handelsmerk waarmee ik veel kan relativeren, lieten me in de steek. Dit leidde tot heel veel onrust, een opgejaagd lijf van de stress, snelle ademhaling en een angstbeeld. Mijn spanning was enorm.

In de Bloeikas vertelde ik dit aan Kees. Een man van rond de vijftig die ik enige tijd in coaching heb, die enorme stappen maakt, duidelijke keuzes en met wie het aanzienlijk beter gaat dan enige maanden geleden. Maar hij blijft soms worstelen met zijn irreële gedachtes die hem spanning brengen.

Kees zei: ‘Ik vind het onaardig om te zeggen en ik gun het je niet….., maar ik ben wel blij dat zelfs jij dit nog hebt!’ We keken elkaar aan en lachten opgelucht.

Zelfs jij! Alsof ik een soort guru ben, iemand met wie het altijd goed gaat of die zijn emoties en angsten zo goed weet te managen dat het altijd lekker loopt. Maar ook ik blijf gelukkig gewoon een mens. Die soms bang is of onzeker en het niet allemaal weet. Ik merk oprecht dat ik betere keuzes maak, keuzes die goed bij me passen. Ook durf ik meer dan vroeger omdat ik erop vertrouw dat het goed komt. Ook weet ik me beter te verhouden tot dingen die me overkomen. Ik heb veel geleerd…

Maar ik blijf door het leven struikelen en soms schuil ik bij mijn partner of vrienden als ik het niet meer weet. Gelukkig werd het zwartste scenario geen werkelijkheid….door met het leven!

Uit het moeras getrokken

Bernard komt de Bloeikas binnen. Hij oogt vermoeid en ‘zwaar’. Met een zucht laat hij zich in de stoel zakken.

Bernard is algemeen directeur van een MKB bedrijf. Hij werkt al vijftien jaar samen met zijn broer in een familiebedrijf en werkt met ongeveer twintig collega’s. Hij is bijna veertig en heeft een jong gezin. Na een coachingtraject is hij veel dichter gekomen bij wie hij oorspronkelijk is. Hierdoor heeft hij duidelijke keuzes gemaakt die hem veel ruimte en luchtigheid hebben gegeven. Nu komt hij eens in de zes weken voor een opfrisgesprek.

A: Nou Bernard…..ga maar eens lekker zitten kerel. Volgens mij heb je een zware dag…
Bernard begint te vertellen over de zaak, moeilijke leveringen in deze tijd, ongeduldige klanten, onenigheid met zijn broer en de druk die hij voelt. Hij zucht en steunt.

A: Wat is nou eigenlijk het probleem?
B: Het lijkt wel of het hele bedrijf op mij leunt.
A: Dat lijkt niet alleen zo…..dat is ook zo. Jij bent ALGEMEEN directeur. AL-GE-MEEN. Dat betekent dat alles bij jou terecht hoort te komen. Dus dat klopt. Wat is het probleem?
B: Ik kom gewoon niet meer toe aan de dingen die ik belangrijk vind, ben alleen maar bezig met details…
A: Maar dat is fantastisch! Jij bent daar ook heel goed in. Het is niet voor niets dat al jouw mensen én de klanten jouw daarvoor benaderen….en jij bent dol op details toch?
B: [kijkt me guitig aan] Precies.
A: Precies is ook mooi uitgedrukt vind ik. Als iets precies is, gaat het ook over details. Jij bent heel precies..
B: [lacht hard] Ja dat bedoel ik. Ik ben daar juist niet goed in!
A: huh? Niet? Net zei je nog precies….en dat vind ik juist zo mooi aan jou, dat jij de hele organisatie weer op sleeptouw neemt. Daarom houden ze zoveel van je. Omdat jij die details zo goed oplost de hele tijd. Eigenlijk zit jij in de handel……de DETAIL-handel! [lacht]

B: [weer luide lach]. Ach man, hou maar op. Ik ben toch geen detaillist.
A: [verbaasd] Niet?!
B: Nee! Ik ben juist van de grote lijnen, het bedenken van creatieve oplossingen en nieuwe ideeen. Maar daar kom ik niet aan toe.
A: Jij bent natuurlijk ook onmisbaar en onvervangbaar.
B: Nou…zo voelt het wel ja!

A: [vertraagd]. Heel eerlijk Bernard, hoe voelt dat…
B: Het voelt alsof ik helemaal geen kant op kan, alsof ik helemaal klem zit….alsof….[ogen beginnen te twinkelen en stem wordt vrolijk] Maar ik heb de oplossing al! [Hij is lang stil en denkt na..]

A: Echt?
B: [helemaal opgelucht, vrij] Arno, het voelt alsof je me net uit het moeras hebt getrokken
A: Ik zie het ook…je zit nog helemaal onder de modder, je ziet er niet uit man!
B: [energiek] Enige tijd geleden heb ik een jongen gesproken die bij ons wil komen werken. Die kan veel dingen van me gaan overnemen en …..blablabla……

Bernard lichtte helemaal op, zijn energie begon te stromen en hij zag alleen weer oplossingen en kansen.

B: Dit is één van de beste sessies die we hebben gehad, het is altijd waardevol….maar deze….

Het verschuiven van perspectief, inzoomen en uitzoomen, versnellen en vertragen in deze sessie werkte goed. Uiteraard hebben we veel gelachen over zijn probleem wat het enorm relativeerde.

Na een uur vertrok Bernard vol energie de Bloeikas. En ik bleef vol energie in de Bloeikas.

Een kneitersuccesvolle loser

Carol komt vrolijk de Bloeikas binnen, haar rit uit haar woonplaats in het midden van het land zit erop. Het is haar derde coachingsessie. Ze is rond de vijftig, directeur van een internationaal bedrijf met drie vestigingen en meer dan driehonderd werknemers. Ze begeeft zich in goede kringen, gaat af en toe met een internationale delegatie mee naar nieuwe exportlanden, ontmoet ambassadeurs en hoge funtionarissen. En zij vind zichzelf nogal een sukkel.

Als ze binnenkomt straalt ze rust uit, veiligheid en ervaring. Een vrouw die zich niet op de kast laat jagen, vertrouwen heeft in mensen en de tijd haar werk laat doen. Voor haar managementteam is ze een rots in de branding en zelfs voor de werknemers in de fabrieken is ze heel benaderbaar. Ze maakt bewust ruimte voor de mens, heeft begrip en vertrekt altijd vanuit vertrouwen.

Alleen heeft ze geen enkel idee hoe waardevol dit is. Ze kijkt enorm op tegen anderen en heeft continu het gevoel dat ze niet goed genoeg is. Tenslotte heeft ze maar een MBO achtergrond en werkt met allerlei ‘geleerde’ mensen. Ze is onzeker, maakt weinig ruimte voor haarzelf en laat regelmatig haar grenzen overschrijden. Hierdoor verliest ze energie waardoor ze nog onzekerder wordt over zichzelf.

Gedurende de eerste twee coachingsessies begint haar toch te dagen welke enorme kwaliteit ze heeft, hoe veel mensen haar vertrouwen en graag bij haar in de buurt zijn. Tijd voor een volgende stap.

A: Wat is jouw zelfbeeld eigenlijk?
C: Nou, ik vind mezelf nogal een loser!
A: En dat is nog zwak uitgedrukt toch?! Eigenlijk kun je echt helemaal niks en snapt niet dat mensen je niet doorzien
C: Euh, ja, ik ben inderdaad bang om door de mand te vallen.
A: [tikje tegen voet] Ik snap ook eerlijk gezegd niet hoe jij het voor elkaar krijgt, je bent écht een enorme sufferd, kan eigenlijk niets, bent maar een MBOer, met moeite diploma gehaald en niemand heeft in de gaten dat je zo’n loser bent. Het is ongelooflijk!
C: [beduusd, bedrukt] Nou ja, dat is eigenlijk wel hoe het voor mij is ja. Dus….
A: Een loser is letterlijk een verliezer. Iemand die nooit iets wint. Ik vind je ook een nobody. Eerlijk gezegd heb ik nauwelijks in de gaten dat je er bent. Je doet er gewoon helemaal niet toe! Je bent zinloos!
C: [tranen] …..Ik werk zo ongelooflijk hard, ik doe echt goeie deals, het bedrijf groeit, er komt een vestiging in Amerika aan, ik ben niet zinloos….dat zie ik echt wel. En ook geen loser. Zonder mij was dit bedrijf nooit zo succesvol geweest, maar ik geniet er gewoon niet echt van ofzo.
A: Ja ho ho, werken heet niet voor niets werken. Dat betekent gewoon bikkelen, niet lullen maar poetsen…niet klagen maar dragen.
C:[glimlacht] Ik hoor mijn vader praten! Hou op! Ik doe nog steeds wat hij vraagt blijkbaar, op mijn vijftigste, niet normaal toch!
A: Je bent maar een MBOer Carol. Die moeten hard werken. Face it!
C: [lach] Weer mijn vader! Mijn jongste broertje heeft de universiteit Cum Laude afgerond, ondanks dat hij zakelijk geen idee heeft hoe het moet, kijk ik toch enorm tegen hem op.
A: Terecht! Een universitair afgestudeerd persoon is veel waardevoller dan een MBOer. Dus dat klopt!
C: [heftig] Bulshit! Echt bulshit! Hij heeft geen benul hoe de wereld werkt, ik ben kneitersuccesvol! Zonder dat diploma. Daar gaat het helemaal niet om!

A: Zeg dat nog eens?
C: [grote lach] Ik ben echt KNEITERSUCCESVOL! Ik werk vanuit vertrouwen, de mensen in de fabrieken zijn dol op me, klanten lopen met me weg, resultaten zijn goed….
A: [grappende toon, tik tegen knie] Ja, ja, nu ineens succesvol, zal wel….

C:[opgelucht] Ik snap wat je doet Arno, maar ik ben echt hartstikke succesvol. Het voelt heerlijk dat oprecht uit te spreken.

Vader en zoon: dertig jaar voorbij

Mijn eerste vader en zoon Bloeigesprek. Ik vind het spannend. De mannen komen binnen. Pa Rinus is zeventig en zoon Bram twee en veertig. Bram initieerde het gesprek.

We starten luchtig, met een pizza, biertje en beetje over de Bloeikas en de woning van Rinus. Hij woont op een verbouwde boerderij in Friesland. Bram woont al twintig jaar in de Randstad.

Na een half uur stuur ik het gesprek naar de bedoeling: wat vinden de mannen echt van elkaar, wat zit er dwars, waar zit de trots en hoe is de relatie op dit moment? Ik vraag Bram op af te trappen en Rinus om niet te interrumperen. De mannen zijn zichtbaar gespannen.

Bram kijkt naar de tafel, naar mij en niet naar zijn vader. ”Weet je pa, ik vind dit echt moeilijk. Je bent natuurlijk mijn vader en ik waardeer je echt. Maar ik heb je gemist, toen ik studeerde, mijn eerste baan kreeg en nu ook. Je bent de opa van mijn kinderen. Met hen doe je echt je best, maar hoe zit het met ons? Wat vind je écht van mij? Ik vind het moeilijk.”

Er volgt een stilte. Rinus is direct geëmotioneerd. Als Bram dit opmerkt lijkt hij verrast. Rinus begint. Hij lijkt zijn woorden zorgvuldig te kiezen. Kijkt naar zijn biertje. ”Jongen….toen je moeder en ik gingen scheiden. Doordat ik…je weet wel. Ik had zo’n enorm schuldgevoel naar jou en je zus. Je was toen vijftien, ik schaamde me, was vertrokken en wist niet hoe ik je moest…wat ik moest. Ik vond het heel ingewikkeld, maar met je moeder ging het niet meer. Ik vertelde mezelf dat ik moest boeten, ik had jullie verlaten dus geen recht meer op j…..”[Rinus breekt]

”Maar pap…papa..” ook Bram laat zijn tranen vloeien en loopt naar zijn vader. Er volgt een hele lange omhelzing. Heel veel tranen. Heel veel rammen op de schouder. Heel veel van heel veel…

De mannen gaan weer zitten. Drogen hun tranen. Ik maak koffie voor ze. Ze trekken zich terug in eigen gedachten maar zitten bijna tegen elkaar aan.

Ik zeg vrolijk: ”Zo, dat is eruit! Na dertig jaar is dat wel lekker! Tijd voor een kop koffie. Zeg eens Bram. Hoe is het nu met je?”

Bram geeft aan dat hij verbaasd is, bijna in shock. Zijn vader heeft dus bewust afstand gehouden omdat hij geen recht zou hebben. Toch snapt hij het ook. Hij geeft aan het gevoel te hebben dat ze elkaar dertig jaar ontweken hebben. Later in het gesprek vallen er allemaal kwartjes. Einde avond geeft hij aan veel meer begrip te hebben, te snappen hoe het voor zijn pa is geweest en hij heeft zich echt verplaatst in de situatie. Zijn perspectief is verschoven.

Gedurende de avond worden er verhalen gedeeld, herinneringen opgehaald, gelachen en oprecht kritisch en liefdevol gesproken. De mannen kijken elkaar nu continu aan en raken elkaar af en toe. Het is onwennig en vertrouwd.

Bram “Maar wat ik echt niet begrijp….merkte je niks, al die dertig jaar, dat ik je miste of dat ik met je wilde praten ofzo”. Rinus “Natuurlijk wel. Maar ik schaamde me zo. Ik deed ergens ook echt wel mijn best. Maar ik wist ook niet wat ik moest doen…….dertig jaar…..”

Rinus geeft aan moe te zijn. Hij wil naar huis. Hij pakt Bram bij zijn schouders. ”Jezus Bram, wat ben ik blij dat je me hebt meegenomen naar dit gesprek! En Arno, hoe je het doet weet ik niet, ik had soms het gevoel dat je er niet was, en toch hebben we nooit zo’n open gesprek gevoerd. Dus je zult toch wel íets hebben gedaan! Heel erg bedankt.”

De mannen verlaten de Bloeikas. Ik kijk trots naar de twee lege stoelen, ik ga op één van de twee zitten, ik voel dat ik moe ben, pak een biertje en proost naar mijzelf. Goddomme Arno, wat was dit mooi!