Dat heb je snel in de smiezen…

Hans is begin veertig, hij komt vandaag voor de eerste keer, na een korte telefonische afspraak. Ik ga direct van start.

A: Hi Hans, ik zie het al. Een man van rond de veertig, drukke baan, relatief jong gezin en dus helemaal geen eigen ruimte. Je bent vast heel moe, kom eens zitten, koffie, thee of dubbele whisky.
H: [glimlach]Koffie, als het kan…
A: Precies…dus je bent ook nog iemand die anderen niet tot last wil zijn…’Koffie als het kan…’ Jij bent een klassiek voorbeeld Hans. In huis is zij de baas, jij past je aan. Heb je kinderen?
H: Ja, twee
A: Precies, én een eigen zaak toch?
H: Ja, twee…
A: Ha! Twee zaken, twee kinderen en ook twee vrouwen?
H: [verrast] Wat?! Nee, ééntje. Een schat, echt waar….
A: Maar zij heeft de broek aan. Dus Hansje moet alles regelen, gaat conflictjes uit de weg, gaat vermijden en klein beetje liegen toch?
H: Huh…
A: Je bent een klassieke lieverd. Die te lief is voor anderen en dat teveel doet ten koste van zichzelf. Conflicten met anderen mijd je. Maar dus wel ruzie met jouzelf. En hierdoor helemaal geen eigen ruimte. En mede daardoor voel jij je niet goed.

H: Nou zeg…dat heb je snel in de smiezen.
A: Dank je. Is mijn vak. Ik ga koffie voor je maken…

In provocatief coaching werken we met ‘eerste ziensdiagnostiek’. Gebruik wat je als eerste ziet of ervaart als de client voor het eerst binnenkomt, heel vaak klopt deze intuitie. Bovendien hebben mensen in bepaalde leeftijdscategorieen vaak dezelfde problemen. Daarmee kun je snel tot de kern komen. Zo ook bij Hans.

Hans vertelt over zijn vrije bestaan tot zijn twintigste. Zijn neiging om anderen te willen helpen en pleasen. De druk van klanten, drukke gezin en zijn verminderde energieniveau sinds een half jaar.

Ik besluit door te zetten en Hans uit te dagen.

A: [energiek met veel gebaren] Nou, lijkt me duidelijk Hans. Je hebt te weinig ruimte. Halveren die handel. Eén zaak weg, één kind weg en één vrouw weg!
H:[lacht hard] Die ene vrouw is al weg, mijn kinderen blijf je van af, maar één zaak weg lijkt me heerlijk!
A: Mooi! Goed besluit. Welke van de twee wordt het? Ik zou de zaak wegdoen met de meeste omzet, hatsekiedee! Weg!
H: [beduusd] Het is heel gek Arno, maar als ik je dit hoor zeggen wordt ik direct blij…

Hans vertelt verder over zijn horecabestaan, hoe het groeide en welke hobbels hij overwon. Hij kan bijna niet meer voorstellen dat het ook anders kan, hij is zo druk dat zijn perspectief heel smal geworden is. Het idee dat hij het zelf kan veranderen voelt voor hem al heel vrij….

A: [enthousiast en gezond wantrouwend] Ja, dat klinkt wel leuk allemaal….maar dit mag jij natuurlijk helemaal niet beslissen. Wat vind jouw vrouw daar van? Die gaat er tenslotte over toch?
H: [harde lach] Nou, daar heb je wel gelijk in. Maar het idee alleen al geeft al ruimte….

Opgelucht verlaat Hans de Bloeikas. Er is een zaadje geplant….

Waarom geven we apen zwemles?

Rudi komt voor de tweede keer de Bloeikas binnen, hij werkt als manager, is 43 jaar en loopt vast. Hij komt een beetje over als een nerd, slim, bril en vooral op de feiten en inhoud.

A: [enthousiast] Rudi, de eerste keer dat ik je zag dacht ik direct: dat is een slimme man, en ook een echte nerd!
R: [beetje in de war] Een echte nerd?!
A: [met kracht] Ja man, bril, kijkt slim uit zijn ogen, beetje klunzig, beetje techneut, een echte nerd dus!
R: En is dat goed of slecht?
A: Tja….ik heb geen idee…wat vind je eigenlijk zelf?
R: Ik ben wel goed in mijn vak!
A: [flauwtjes] Tja….dat zal wel.
R: [passievol] Weet je? Misschien ben ik wel een nerd, maar ik weet precies waar ik het over heb, ik ben een echte technoloog en kon me helemaal verliezen als ik in het lab werkte. Dat was te gek!
A: Wat is dan eigenlijk het probleem?
R: Sinds ik manager ben…tja…weet ik het niet meer ofzo….raar toch?
A: Volgens mij ben je een aap met zwemdiploma’s!

Veel managers die bij me in coaching komen zijn zonder dat ze het beseffen in een totaal andere context belandt. Ze lopen vast en begrijpen niet precies hoe het komt. Veel organisaties vragen vaardigheden van werknemers die niet natuurlijk voor ze zijn, waar ze te veel moeite voor moeten doen.

Apen horen in de jungle, daar weten ze hoe het werkt, waar ze veilig zijn, waar ze voedsel halen, waar ze kunnen slapen et cetera. Organisaties gooien die apen vaak in de zee, geven ze zwemles, diploma A, B en C én een cursus reddingzwemmen om ze vervolgens aan de slag te laten gaan. Die apen moeten dan ongelooflijk hard werken om zich staande te houden, ze kunnen wel een beetje zwemmen, maar nooit zo goed als de andere dieren in de zee, de vissen.

Dus werknemers krijgen allerlei trainingen, communicatietraining, conflicthantering, positieve feedbacktraining et cetera. Diploma A, B en C dus….terwijl die apen het helemaal niet echt vóelen, echt snappen waar ze terecht zijn gekomen. In de zee wordt een andere taal gesproken, is een ander ritme, en zijn andere vaardigheden van belang. Dus ze werken zich het apelazarus, gebruiken veel meer energie dan de vissen en nóg lukt het niet. Terwijl ze vroeger in de jungle moeiteloos in bomen klommen, via lianen van de ene naar andere plek gingen en vanuit hun oorsprong konden functioneren.

Organisaties moeten beter nadenken over in welke context hun mensen goed functioneren, een goede technoloog hoort in zijn jungle. Uiteraard moeten ook de mensen zelf goed beseffen waar ze moeiteloos hun werk kunnen doen. Dat wil niet zeggen dat er soms hard gewerkt wordt voor resultaat, maar alle energie die een aap verliest in de zee kan hij niet steken in zijn werk in de jungle. Daar waar hij kan excelleren.

Nadat ik Rudi had meegenomen in bovenstaande was hij stil…hij keek me geroerd en verbaasd aan. We praatten nog een beetje na en Rudi vertrok. Twee weken later zag ik hem terug.

A: Hoe is het ondertussen met je?
R: Ik ben een aap met zwemdiploma’s. Ik hoor niet in de zee! ……[lange stilte]………
R: [met overtuiging en grote lach] Ik ga terug! Terug de jungle in!
A: [argwanend] Nou Rudi…rustig aan jongen. Ik zie het jou niet doen!
R: [lacht]…echt!
A: Wil je een banaan om het te vieren?!

Een zombie wordt wakker

Coen komt voor zijn eerste sessie de Bloeikas binnen, ik krijg het beeld van een zombie. Via zijn werkgever is hij naar me verwezen. Hij is 24, heeft weinig uitdrukking en lijkt niets meer te weten.

Hij gaat zitten, we doen een praatje pot, ik geef hem iets te drinken, het voelt alsof hij verdwaasd en verdwaald is.

A: [opgewekt] Ken je die clip van Thriller van Michael Jackson?
C: [verbaasd] huh, nog eens?
A: Michael Jackson?
C: Ja?
A: Het nummer Thriller?
C: [trekt gezicht] Ja??
A: De clip met de zombies??
C: Euhh…ja???
A: Volgens mij speelde jij daar een rolletje toch? [ik sta op, met lege ogen doe ik een zombie loopje]
C: [scheef glimlachje] Ja…nu………ahh…precies dat.
A: Wat bedoel je? Precies wat??
C: [zwaar] Nou….zo voel ik me inderdaad…..als een zombie…..

Coen begint zijn verhaal te vertellen, hij spreekt eentonig, met een lege blik. Hij vertelt over een aantal indrukwekkende gebeurtenissen en ervaringen de afgelopen vijf jaar. Het overlijden van zijn soulmate, een onveilige relatie, het overlijden van een goede vriendin, zelfmoordpogingen in zijn directe familie en allerlei werk gerelateerde grensoverschrijdende situaties. Zelf ben ik onder de indruk van hetgeen hij me vertelt. In zijn verhaal laat hij ook blijken dat hij het moeilijk vind dat hij vastloopt, hij lijkt het zwak te vinden.

Ik laat hem zijn verhaal vertellen, vraag naar details, naar namen en tijdlijn. Vervolgens ga ik tegenover heb zitten en vertel zijn verhaal zo goed mogelijk tegen hem.

A: Coen, ik wil dat je even je ogen sluit en een aantal keer diep ademhaalt, ik ga je een verhaal vertellen, laat het op je inwerken, ik wil niet dat je reageert, onderbreek me niet en luister goed.

Ik gebruik dezelfde vlakheid, intonatie en namen. Ik vertel vanuit de ‘ik’ vorm, dus ik speel Coen. Ondertussen observeer ik hem, af en toe moet ik hem vertellen zijn ogen gesloten te houden, met name als hij emotioneel wordt, als de tranen vloeien. In totaal ben ik ongeveer tien minuten aan het woord.

A: Ok Coen, je mag je ogen openen…..
C: [snuit zijn neus, dept zijn tranen….en kijkt me aan]
A: Ik heb het hele verhaal vertelt….ik zie dat het je enorm raakt….
C: [timide] Jeetje Arno, als je me dit zo allemaal vertelt…..dan is het inderdaad nogal wat….maar het hoort ook bij het leven, bovendien wil ik mijn werk goed blijven doen…dus…
A: Dat vind ik dus ook Coen! Volgens mij stel jij je een beetje aan….een paar kleine dingetjes….en jij wankelt….de jeugd van tegenwoordig is ook niets meer gewend….[met stemverheffing] je bent gewoon een aansteller! Man, man….een paar mensen overleden, wat zelfmoordpogingen en ingewikkelde werksituaties en Coentje zit huilie huilie op de bank…… [knuisten in ogen, huilmondje, piepstem]…..ik vind het allemaal zo zwaar…..[luid] kom op Coen! Gewoon weer door!
C: [breekt, huilt]…..Nee! Ik kan niet meer….er is zoveel gebeurd, ik ben altijd doorgegaan….maar ik voel dat het echt niet meer gaat….
A: [probeert 😉 de lach uit Thriller na te doen, geeft Coen tik tegen schouder]….whahahahaha…..hahaha…..
C: [lacht hard en huilt tegelijkertijd]…….ik voel me een zombie Arno…..ik kan niet meer….wat moet ik doen……

Coen moet bijkomen, ik ook. We drinken wat water, in stilte en laat het even indalen.

A: Ik ben geen dokter Coen, maar als je nu naar een dokter gaat….denk ik dat hij zegt dat je ziek bent.
C: [kijkt verbaasd op] Oh…
A: En dat hij je adviseert om ruimte te creëren…
C: Oh..
A: En misschien wel te stoppen met werken om beter te worden…
C: [schrikt] Oh…….oh….

Coen blijft nog even zitten en gaat vermoeid weer naar buiten. Een dag later krijg ik een bericht van hem….de dokter sprak over burn-out verschijnselen…Coen is voor nu gestopt met werken en over een week vervolgen we de coaching.

Japie zijn Lego is afgepakt

Jaap komt de Bloeikas binnen voor een eerste sessie. Een grote vent, hij ziet er wat slonzig uit, geeft me onzeker een hand en gaat weifelend zitten. In 2022 heeft hij een ernstig bedrijfsongeval gehad waardoor hij zijn ‘droombaan’ nooit meer zal kunnen uitvoeren, sinds die tijd zit hij thuis.

Hij vertelt over zijn huidige leven, opstaan op onregelmatige tijden, een beetje hangen, soms lunchen, beetje gamen en tv kijken. Zijn vrouw is ook veel thuis omdat ze het huishouden runt en 24 uur per week thuiswerkt. Ook vertelt hij over het ongeval (een serieus heftig verhaal) en hoe hij zijn ‘droombaan’ hierdoor kwijtraakte. Zijn wereld stortte in…..en hij heeft geen enkele puf er nog iets van te maken. Hij voelt zich somber.

Zijn ‘droombaan’ was in de visserij. Hij voer op een groot schip om op allerlei soorten te vissen, deels Noordzee en ook verder. Met een groep mannen, dagen achterelkaar weg, kameraadschap, vrijheid en avontuur.

A: En wat doe je dan op een dag?
J: Nou, niet zo veel….
A: Dat klinkt eigenlijk een beetje niks..
J: Precies dat.
A: [vrolijk] Dus eigenlijk ben je nutteloos toch? Je doet niks, wilt niks en kan ook niet veel meer na je ongeluk. Wel overzichtelijk!
J: Dat wel.
A: Dat vind ik zo mooi aan jou! Dat je dan toch het positieve ervan inziet…
J: [kijkt naar de grond]….
A: [enthousiast] En ’s ochtends uit bed springt om er iets van te maken!
J: [kijkt me met sombere blik aan]
A: En dat je dit al twee jaar volhoudt! Ik vind dat je een medaille verdient, je mag er echt trots op zijn Jaap!

Jaap is niet te vermurwen, hij heeft besloten dat het leven kut is nu hij zijn droombaan niet meer kan uitvoeren. Hij is somber, punt uit.

A: [vrolijk prikken]Dus jouw leven is eigenlijk voorbij! Gelukkig ben je jong begonnen op de visserij, je vijftiende toch? Dus eigenlijk ben je al verder dan de meesten op jouw leeftijd. De meeste mensen gaan vissen als ze met pensioen gaan, jij hebt ook dat al achter de rug.
J: [donker] Iedere keer als ik een schip zie…….dan denk ik…..dat kan ik dus nooit meer doen…..
A: Weet je wat ik nu zie? [tikje tegen knie] Ik zie een kleuter van wie de Lego is afgepakt! [zielige stem] Iedere keer als ik dan langs de Intertoys loop zie ik jongens die Lego kopen, en ik mag er nooit meer mee spelen….en het was mijn favoriete speelgoed….huilie huilie….Ik vond Lego echt het allermooiste, maar nu kan ik er nooit meer mee spelen…..dat vind ik niet eerlijk! [jankerig] Ik wil mijn Legooooooooooooo…..snif snif….

Jaap kijkt me met grote ogen aan, zijn grote handen gaan naar zijn gezicht en een grote lach breekt door.

J: [lacht en luid] Dat is verdomme precies hoe het voelt! En ik irriteer me mateloos aan mezelf, dat ik zo zielig doe, dat ik in een hoekje blijf zitten….ik heb altijd zo’n hekel aan dit gedrag gehad, en ik doe precies dat! [hij is een beetje verbijsterd]…Precies!…..Dat!
A: [zet enthousiast door] Mooi! Nooit meer met Lego dus! Welk speelgoed heb je nog meer, Mecano, Playmobil, autootjes, of wil je buiten spelen. Met welk speelgoed ga je WEL spelen, wat is je plan?

J:[leunt achterover] Ach man…ik heb het al helemaal uitgedacht. Zoals je dus ziet hou ik enorm van de visserij, de kotter ga ik nooit meer op. Maar je hebt veel leveranciers van materiaal, één van onze leveranciers maakt kraansystemen om de netten in te halen [ogen fonkelen, stem krachtiger], die techniek is prachtig. Ik zou heel graag in die wereld verder willen….bla bla…maar dan moet ik een extra opleiding doen en..
A: [onderbreekt] Ja, de schoolbanken weer in….dat wordt natuurlijk niks! Jij bent op je vijftiende begonnen met werken….
J: [schrikt, zachte stem, onzeker] Dat houdt me inderdaad tegen….klopt…goed gezien…
A: Dankje! En terecht! Het lijkt me duidelijk dat het niets wordt met dit verhaal toch?
J: [schrikt] Denk je? Pffff. Precies dit.
A: Tuurlijk wordt het niks. Iemand die vijftien jaar ervaring heeft aan boord, met techniek, visserij, het echte werk….die nemen ze natuurlijk niet aan op de opleiding. Welke opleiding is het eigenlijk?
J: [enthousiast] Het is een opleiding in de maritieme techniek….bla bla….kraan en smeersystemen…..GPS gestuurd…..[hij heeft zich blijkbaar helemaal ingelezen en is enthousiast]
A: [guitig] Klinkt allemaal hartstikke leuk….maar JOU nemen ze natuurlijk niet aan daar en als dat al zou lukken is de opleiding veel te ingewikkeld voor je….jammer Jaap!
J: [duidelijk] Ach welnee Arno! Tuurlijk kan ik dit, ik zie het zelfs voor me, ik zal het je laten zien!
A: [verbaasd] Wat zeg je Jaap? Rustig nou, dit wordt niks…
J: [lacht] Ik zal het je laten zien!

Jaap had zich voorgenomen om boos te zijn, somber te zijn en de slachtofferrol aan te nemen. Zijn ongeluk en daar uit voorkomend zijn handicap zijn ook serieus, maar hij bleef hangen.

Enkele weken later is Jaap voor zijn derde gesprek. Hij heeft zich ondertussen aangemeld voor de opleiding, ziet er verzorgder uit en is echt op de weg terug. ‘Die Lego……dat was het precies! Ik realiseerde me hoe ik me irriteerde aan mijn eigen gedrag en heb er met mijn vrouw hartelijk om gelachen……ze gebruikt het met regelmaat thuis’

Dit heeft nog nooit iemand tegen me gezegd!

Rianne komt de Bloeikas binnen. Een verzorgde jonge vrouw, eind twintig, keurig pak, zakelijke uitstraling en beetje afstandelijk. Rianne werkt als projectleider bij een innovatief high tech productiebedrijf.

Tijdens het begin van het gesprek heb ik het gevoel dat ze heel erg haar best doet om geïnteresseerd te zijn. Ze zit op het puntje van haar stoel. Benen over elkaar geslagen. Ze zit duidelijk in een rol. Ik heb het gevoel alsof ze uit een fotoshoot is gestapt, waarbij een jonge Amerikaanse zakenvrouw wordt gefotografeerd, met maniertjes. Alsof ik met een barbiepop in gesprek ben.

A: Vertel eens, hoe is het met je?
R: [glimlacht] Eigenlijk wel goed hoor.
A: Hoe vind je jouw werk?
R: [glimlacht]. Ja eigenlijk leuk. Het is soms een beetje een mannenwereld, maar daar kan ik me heel goed in bewegen [veegt haar achter oor, glimlacht].
A: [zoete stem, lief] Oh, fijn. Jij staat je mannetje dus wel.
R: [glimlacht] Oh ja, zeker…[schuift beetje op stoel, maar blijft in actieve houding op het puntje van de zitting]

Deze conversatie gaat zo nog een tijdje door. Als een tenniswedstrijd. Rianne heeft oppervlakkige ademhaling. Ik ben duidelijk in gesprek met het masker, de reclame uiting, de ambitieuze en succesvolle projectleider. Ik ben er klaar mee. Ik voel geen verbinding, geen contact en geen echtheid.

R: [glimlacht] blablabla    blablabla…..bla bla….oh, nee hoor…bla bla….het gaat prima.

A: [tikje op haar knie, ik kijk haar recht in ogen] Rianne, ik ga je eerlijk vertellen hoe ik het zie. Als een soort spiegel.  [met telkens luidere stem] Ik vraag me af of jij van plastic bent, met je mooie make up, nette pak. Je lijkt op een barbiepop! Uitvoering ‘young high potential businesswoman’ ofzo…..Ik voel je niet! Ik hoor wat je zegt, maar het klinkt blikkerig, ingestudeerd. Waarom laat je jezelf niet gewoon zien! [luidste stem] WIE BEN JIJ EIGENLIJK ECHT?!

Rianne heeft tranen in haar ogen, na mijn eerste woorden reageerde ze verontwaardigd, en voelde zich aangevallen. Dit maakte snel plaats voor een ENORM KWARTJE dat ik hoorde  vallen…..ze is stil. Kijkt me aan, in de war….Ik houd even mijn mond.

 R: [zonder glimlach] Dit heeft nog nooit iemand tegen mij gezegd….[stil]…Ik had niet door dat….ik realiseerde me echt niet dat….[grote ogen] Is het zo duidelijk?

Ze vertelt hoe ze opgroeide, hoe haar werd geleerd voor zichzelf op te komen, hoe haar ouders vanuit Egypte moesten altijd vechten voor hun plek. Hoe ze altijd ‘schattig’ werd gevonden op school en tijdens haar studie. Hoe vreselijk ze dit vond waardoor ze zich wat stoerder wilde opstellen, ze werd afstandelijk en stond haar mannetje.

Ik vraag haar achterover te leunen, te ontspannen en we raken in gesprek over haar drijfveren. Haar stem wordt lager, ademhaling dieper en haar strakke houding ontspant. Ik zie de natuurlijke Rianne. Ik neem haar mee in hoe maskers werken, hoeveel energie het kost en dat maskers niet kunnen verbinden maar mensen wel.

A: Je hoeft niet zo hard te werken, je bent nog jong, je hoeft niet alles te weten….maar als je jezelf meer laat zien zoals nu ben je veel betrouwbaarder en veiliger. En als je het niet weet is het prima, stel je wat meer open, laat zien als je het weet….en ook als je het niet weet. Dat is prima. Je stem is dieper, je oogt veel fijner en nu voel ik je wel!

R: [tranen in haar ogen]….Nogmaals, dit heeft nooit iemand tegen me gezegd….ik vond het moeilijk te horen…..maar dankjewel.

Inez wist het eigenlijk al

Inez is een jonge vrouw van eind twintig, ze komt voor haar vierde sessie, de aanleiding is vermoeidheid. De eerste keer dat ze kwam was ze uitgeput en lusteloos, na die eerste sessie is ze via de bedrijfsarts ziekgemeld. De jaren hiervoor waren heel erg roerig, Inez had te maken met verlies en rouw, veranderingen van werkgever, oppakken van studie en een impactvolle verhuizing. De rust deed haar goed, de gesprekken over grenzen, haar patronen en  doorzetten gaven inzicht.

We zijn twee maanden in gesprek, ze is opgeknapt, voelt meer rust en stevigheid en we zijn in gesprek over haar relatie.

A: Hoeveel ruimte ervaar jij thuis?
I: Nou, nu overdag is het heerlijk. is Alfred aan het werk, en ik geniet en het is rustig.
A: Dus eigenlijk moet Alfred maar weg.
I: [geschrokken] Nee….natuurlijk niet!
A: [lacht] Nee, tuurlijk niet. Wat moet je zonder hem.
I: [weifelend] Ja….eh…precies dat
A: En met al die ruimte die je zelf kunt invullen. Hij bepaalt gelukkig hoe jij die indeelt en hoe jij jouw leven inricht. Dus dat is wel fijn, hoef je dat zelf niet te doen. Bovendien, in deze tijd, een vrouw alleen…….wil je nog een kop koffie?
I: [afwezig] eh, ja……

Ik sta op om koffie te maken. Inez blijft zitten.

Ze heeft in een eerder gesprek vertelt dat haar vriend zakelijk plannen heeft die ingrijpend zijn voor haar, wederom een verhuizing, meewerken in zijn bedrijf en daarmee het loslaten van haar eigen koers.

Als ik terugkom zit ze door het raam te staren, ze is in gedachten verzonken. Nadat ik ben gaan zitten kijkt ze me verbaasd aan.

I: eh, wat bedoel je eigenlijk?
A: Nee niks, je had toch geen melk in jouw koffie?
I: [verward] huh, nee. Of nou ja.
A: Precies dat. Lijkt me gewoon beter. Geen melk en vooral geen suiker. Dus wanneer gingen jullie ook alweer op wintersport?
I: [geïrriteerd] Wat bedoelde je net!
A: Gewoon, jullie zouden toch gaan skiën?
I: Nee….daarvoor!
A: [quasi verbaasd, lacht] Gaan jullie daarvoor ook skiën? Wat bedoelde jij nu eigenlijk?
I: Nou, over de relatie met Alfred!
A: Ah, dat. Het is fijn dat hij jouw leven indeelt toch? En wat zou jij zonder hem moeten. Hij brengt stabiliteit, toekomst en jij kunt je heel goed schikken. Dus dat bedoel ik….En jij hebt ook niet veel nodig, zeker geen ruimte toch?
I: [voorzichtig] Nou….wat je nu zegt, daar heb ik wel over nagedacht.
A: [tik op knie] Fijn! Dat is altijd goed. En je bent tot de conclusie gekomen dat het goed is toch?
I: Als het gaat over ruimte….en MIJN leven….Alfred doet helemaal zijn eigen ding. Hij gaat helemaal voor zijn nieuwe zaak, of ik het nou leuk vind of niet. Hij zegt dat hij het samen met mij wil doen….maar….


Inez vertelt dat ze zich nu realiseert hoeveel ze aanpast, dat ze na haar roerige jaren een soort veiligheid bij Alfred voelde, maar haar eigen koers helemaal heeft losgelaten. Nu merkt ze hoeveel hij bepaalt en hoe weinig rekening hij met Inez houdt. Tijdens het gesprek merkt ze dat het al heel lang dwarszit, maar dat ze het nooit eerder zo kon zien. Ze is nu bezig haar grenzen beter aan te geven op haar werk, en merkt hoe goed dat voelt en ook wat het aan ruimte en lucht oplevert. Ze realiseert zich nu hoe ze dat thuis ervaart. Ze gaat een beetje beduusd naar huis en ook met een duidelijke opdracht om het thuis te bespreken.

Twee weken later komt ze de Bloeikas binnen. Ze wil me duidelijk iets vertellen.

A: [vrolijk] Vol verwachting klopt mijn hart…vertel Inez!
I: [stralend] Ik heb de relatie verbroken!

Ze vertelt me hoe ze het de avond na onze sessie aan Alfred voorlegde, ze gaf aan dat ze niet nogmaals wilde verhuizen en geen zin had om met hem te gaan meewerken in zijn nieuwe zaak. Hij schrok ervan en het was een pittig gesprek. Toen ze er een paar dagen later nogmaals over spraken bleek dat hij niet voornemens was zijn plannen aan te passen, zijn nieuwe zaak en de verhuizing kregen prioriteit boven de relatie.

Toen maakte Inez het uit. Vertrok, nam haar spullen mee naar een vriendin waar ze tijdelijk kan inwonen. Uiteraard was er verdriet bij haar, maar tegelijkertijd een enorme opluchting. Ze besefte hoeveel ze was aangepast en dat ze haar eigenheid en koers had losgelaten vanuit angst en de geboden veiligheid.

Nu voelt zich weer krachtig, met plezier in werk, weer aan het opbouwen, geeft grenzen duidelijker aan en ervaart heel veel ruimte om haar eigen leven vorm te geven.

Na deze sessie heb ik haar nog twee keer gezien, ze is op koers, voelt zich vrij en ziet ook vooral in hoe haar patroon versterkt werd in onzekere tijden. Terugkijkend liet ze haar eigenheid gaan toen ze vijf jaar geleden in zeer roerige tijden verzeild raakte.

Ze durft weer te spelen, maakt eigen keuzes, voelt zich luchtiger en heeft weer de energie om zich te richten op datgene wat voor haar belangrijk is.

I: Toen we elkaar vier maanden geleden voor het eerst spraken had ik dit nooit verwacht. Maar als ik heel eerlijk ben wist ik het eigenlijk al heel lang, dat dit een keer ging gebeuren. Het was moeilijk, maar ik ben heel erg blij dat ik de keuze heb gemaakt.

Hey Google!

Bastiaan komt de Bloeikas binnen. Het is een man van tegen de veertig die door zijn werkgever is doorgestuurd. Hij werkt als marketingman voor een grote dienstverlener.

Hij komt voor zijn tweede sessie en kampt met overspanningsklachten. Zijn vader is al heel lang ziek, al tijdens Bastiaan zijn pubertijd werd er rekening met hem gehouden. Pa Henk was bepalend in het systeem, zijn humeur domineerde. Momenteel is zijn vader bedlederig, Bastiaan staat zijn ouders veel bij. Daarnaast heeft Bastiaan net een tweede zoontje gekregen én heeft een drukke baan.

A: Vertel eens ff Bastiaan, hoe gaat het eigenlijk als je bij jouw ouders bent?
B: [vermoeid] Nou, als ik er ben loop ik op eieren.
A: [kijkt naar Bastiaan zijn schoenen] Zien er schoon uit, vandaag niet geweest dus?
B: [glimlacht] Bij wijze van spreken dan….[guitig] lul!
A: En verder?
B: Zoals ik zei, ik doe voorzichtig, wil mijn vader niet nog lastiger maken.
A: Is hij zo lastig? Hij is toch ziek of zo? Die arme man wil gewoon een liefhebbende zoon!
B: Je moest eens weten. Hij commandeert me gewoon!
A: [geschrokken] Zoals Kim Jung Un of Hitler toch niet?
B: [lacht hard] Nou, ik ken ze niet, maar het is echt heel duidelijk!
A: Hij is ziek Bastiaan, heb een beetje respect en mededogen zeg!
B: [geirriteerd] Het is dat het mijn vader is…..maar anders…
A: Anders wat Bastiaan…zou je het dan niet doen? Doe je het dus voor de erfenis? Wat slecht man. Anders zou je een zieke man dus gewoon in de steek laten!
B: [nog bozer] Ik doe het al mijn hele leven! Ik wordt schijtziek van hem. Hij commandeert me al zolang ik me kan heugen. Alles staat in het teken van zijn ziekte. En meneer doet maar net of het allemaal normaal is. Mijn moeder is kapot, ik ben kapot….en hij ligt maar in zijn bedje. En als er dan hulp komt….dan doet hij alsof het allemaal prima gaat….zodra die weer weg zijn….dan zijn wij de pisang.
A: [met nadruk] Je hebt het er zelf naar gemaakt chef! Natuurlijk commandeert hij jou, jij bent een mak lammetje, durft niet op te staan tegen hem, als jij geen tegengas geeft vindt hij het natuurlijk heel normaal dat je ja-en-amen zegt. Dat is jouw eigen keuze Bastiaan! Je komt hier een beetje zielig doen, loopt hier jouw bloedeigen vader af te zeiken, om vervolgens weer als een dienaar zijn eten te brengen, hem naar de mond te praten zodat hij zich goed voelt in zijn koningsbedje. Hij heet Henk toch? Koning Hendrik de eerste of de tweede? Hoeveel slaven heeft hij eigenlijk?
B: [geirriteerd en beduusd] Ja, wat moet ik dan! Het is mijn vader!
A: Je hebt gelijk….je bent een soort prins, jouw vader de koning. De erfenis is natuurlijk aanstaande. Dus…
B: [onderbreekt, boos] Het gaat niet om de erfenis Arno!
A: [vrolijk] Volgens mij moet jij jouw naam veranderen….. naar Google. Hey Google…breng me thee. Hey Google…doe mijn boodschappen. Hey Google…wil je even je mond houden? Hey Google…wat is de weersverwachting? Hey Google…
B: [glimlachend] Nou….dat zou inderdaad geen gek idee zijn. Koning Hendrik en prins Google…..[lacht]

B: Ik baal eigenlijk voornamelijk van mijzelf Arno. Mijn vader is echt ziek, depressief, al tientallen jaren, maar nu heel erg. En nu jij beschrijft hoe het systeem is, schrik ik eigenlijk. Het is echt zo, ik ben heel voorzichtig met hem, behandel hem als een koning en uiteraard rekent hij hierdoor op mijn hulp. Maar ik ben zo ongelooflijk gesloopt, ik kan niet meer.
A: [vrolijk] Misschien wordt hij wel negentig! Koningen kunnen heel oud worden, kijk maar naar Elizabeth!
B: Oh man….daar moet ik niet aan denken!
A: [boos] Jij gunt jouw vader dus geen lang leven!
B: Jawel….maar ik wil niet meer zo dienend zijn, dat moet echt veranderen!
A: Wat zeg je? Hey Google…doe eens…
B: [onderbreekt, duidelijk] Ik heet Bastiaan! Ik ga met hem in gesprek. Dit moet veranderen!

Twee weken wandelt Bastiaan weer de Bloeikas binnen.
A: [opgewekt] Hey Google! Hoe is het?
B: [breeduit lachend] Veel beter man.
A: Hey Google…wat is er gebeurd

Bastiaan vertelt dat het inzicht in het gezinssysteem hem liet realiseren dat hijzelf iets moet veranderen en hij niet zijn vader de schuld moest geven. Dat was verwarrend én verhelderend. Hij ging het gesprek aan met zijn ouders. gaf aan meer eigen ruimte nodig te hebben en dus niet meer iedere dag naar ze toe te gaan. Hij sprak een andere frequentie af en liet zijn ouders meegenieten van Hey Google….Dat is nu een soort kreet in het paleis van Koning Hendrik geworden.

B: Ik vond het oprecht moeilijk het gesprek te voeren, ik bemerkte dat ik mijn moeder niet wilde opzadelen met nog meer. Tegelijkertijd gaf de weerstand tegen mijn vader hem ook een soort van….zelfstandigheid ofzo….Hij moest echt lachen om Hey Google en Koning Hendrik. Het gesprek werd zelfs een beetje gezellig….Ik denk dat mijn vader echt inziet dat ik ruimte nodig heb, dat hij me claimt en dat onbewust doet. Het belangrijkste is dat ik me heb uitgesproken, ik vond het eng, maar uiteindelijk viel het mee….en ervaar ik meer ruimte.

Heerlijk! Ik heb mijn relatie verbroken

Sinds twee maanden komt Jordi bij me in coaching. Hij is achtentwintig, werkt als bedrijfsleider van een groothandel en voelt zich al langere tijd niet goed.

Jordi is een lieve man, heeft drie jaar geleden zijn moeder verloren aan kanker, heeft het wel naar zijn zin op zijn werk en een lieve vriendin. Sara en hij wonen sinds enige tijd samen, zij wil graag verder, denkt na over kinderen en hij over enige tijd ook richting huisje, boompje, beestje zoals hij zegt.

Na de eerste sessie heb ik een beeld van een jongeman die uitgeblust is, een heel kalm leven leidt, conflictmijdend is en keurig doet wat Sara vraagt en zich vooral niet uitspreekt. ‘Dan wordt Sara verdrietig of boos, en dat moet maar niet’ aldus Jordi.

Soms zit iemand vast in zijn denken, overtuigingen en het systeem. Dan is er een gevoel van onmacht, niet meer weten wat slecht is voor zelfvertrouwen. Terwijl diegene vaak wel voelt wat er moet gebeuren, het (begrijpelijk) niet durft.

Tweede sessie.
A: Wanneer denk je eigenlijk dat je vader wordt?
J: [gote ogen] Nou, dat ehh hoeft nog even niet.
A: Maar Sara wil wel….en je wilt haar niet boos maken. Dus…hoe lang nog!
J: We bespreken het wel, maar ik laat het in het midden.
A: [lacht, enthousiast] Ja, daar moet het ook gebeuren toch?! In het midden. Daar zit het genot en de pijn.
J: [in de war] Nou, ik weet het gewoon nog niet….
A: Iets meer naar links of naar rechts. Zeg het maar!
J: Ik probeer het onderwerp dan te verschuiven naar werk ofzo. Of ik ga naar mijn kamer, gamen met mijn koptelefoon op.
A: Jij bent gewoon LAF! Natuurlijk wil je het niet. En zeker niet met haar toch? Ze lijkt me een verschrikkelijke vrouw. Je mag niets meer. Zelfs niet met je vrienden gamen of andere dingen.
J: [gaat aan] Ja, ze wil het liefst samen op de bank. Maar ze is echt een lieve meid. Tja…ze is echt lief.
A: En dan praten over hoe het gezin eruit komt te zien, hoeveel kinderen wil je eigenlijk met Sara, twee of meer…
J: Nou, dat begint dan inderdaad…echt…
A: [hoog tempo] Wel mooi dat je het in het midden laat vind ik….ben je ook in de polder geboren eigenlijk?
J: [afwezig] huh
A: Polderen met Sara! Het in het midden laten. [vriendschappelijk, hand op zijn knie] Ik heb met je te doen Jordi, daar zit je dan. Een vrouw met klepperende eierstokken, ik zie het helemaal voor me….over twee jaar met z’n drieen en een jaartje erna nog een kleintje. GAME OVER.
J: [zwaar] Ik weet het niet man….

Jordi vertrekt, hij heeft een beeld in zijn hoofd. Benieuwd wat er gebeurt.

Twee weken later stapt Jordi de Bloeikas binnen.

A: [vrolijk] Hoe is het met je? Ben je er al uit? Ik zag dat de kinderwagens in de uitverkoop zijn.
J: [lachend] Ja ja, het moet nog maar even niet. Ik heb sowieso twijfels over mijn relatie met haar. Als ik op mijn werk ben, voel ik me goed en vrij. Als ik naar huis rijdt dan denk ik over alles na. Ben ik niet te laat? Heb ik wel de juiste dingen gezegd? Zou het niet mijn beurt zijn om boodschappen te doen? Pfffffff
A: [ga met hoofd in handen zitten, zwaarmoedig] Pfffff….ojee Jordi…het klinkt als een hele ingewikkelde relatie. Ik zou het wel weten…Zometeen mag je niet meer met jouw vrienden afspreken, de hele avond samen op de bank, pffffff….[maak het zwaar]
J: Ja man…het voelt ook zwaar.
A: Dat VOELT niet alleen zo, dat IS het ook! Maar ja, het is geven en nemen in een relatie, niet alleen de lusten Jordi. En je kunt Sara natuurlijk niet teleurstellen….stel je voor hoe verdrietig ze zou zijn…

Jordi is even stil, vervolgd dan…
J: Eerlijk? Ik hoop eigenlijk dat we over een tijdje ruzie krijgen en zij het uitmaakt!
A: Zeg dat nog eens?
J: Ik hoop het echt. Dat zij het doet.
A: [vrolijk] Ja, ik hoop ook dat ik de staatsloterij win. Of dat Nederland wereldkampioen voetbal wordt….maar ik weet wel beter.
J: [krijgt tranen in zijn ogen] Ze zal zo verdrietig zijn Arno….dat kan ik haar echt niet aandoen.
A: Dat vind ik zo mooi aan jou, dat je jouzelf opoffert aan die schat. Ik wordt er bijna emotioneel van…wat ben je toch een lieverd! Weet je, je bent ook al achtentwintig, dus het mooiste deel van je leven ligt toch al achter je! Tijd om huisje boompje beestje te gaan creeren met haar. Het is net oud en nieuw. Gewoon uitzitten….

Jordi vertrekt en is twee weken later terug. Er komt een vrolijke man binnen.

A: Zo Jordi, ben je naar de kapper geweest? Of heb je een andere look? Je ziet er heel anders uit!
J: [bijna jubelend]Ik heb het uitgemaakt met Sara! Heerlijk!

Hij vertelt hoe het ging, hoe moeilijk hij het vond maar dat hij zich realiseerde dat het moest. ‘Toen je zei: Het is net oud en nieuw….gewoon uitzitten. Dat bleef in mijn hoofd spoken, zo voelde het precies’

A: Gelukkig nieuwjaar Jordi!

Terug naar de fabrieksinstellingen

Henk komt de Bloeikas binnen. Hij is 48, werkt vanaf zijn zestiende in een fabriek, nu bijna vijfentwintig jaar bij deze werkgever. Die stuurde hem naar mij toe, een agressieprobleem.

Hij loopt onwennig naar binnen, ik bemerk dat hij het spannend vind. Met iemand in gesprek? Een coach? Hoezo eigenlijk? Ergens over praten?

Henk is een pure Fries. Een eenvoudige harde werker, een ruige kop met lieve ogen, die zijn leven prima vind, een echte gezinsman, woont zijn hele leven in hetzelfde dorp. Hij zit het liefst aan de tafel in de Bloeikas, koffie met melk en suiker, en we beginnen. Ik weet hem snel op zijn gemak te stellen en hij begint te vertellen….

Hij vertelt over zijn ouderlijk huis, vader werkte keihard, moeder was thuis, een broer en zus. Na een ruzie over niets wil zijn vader zijn broer niet meer zien. Bij conflicten gaat moeder boos naar boven en vader de tuin in, er wordt niet over gesproken. Na zijn LTS opleiding gaat Henk aan de slag in een fabriek in de buurt, hij woont tot zijn vijfentwintigste thuis, heeft gespaard en gaat met zijn vriendin trouwen en samen wonen. Ze kunnen een klein huisje kopen met wat land, nog steeds wonen ze daar. Ze krijgen twee kinderen, gaan ieder jaar in Nederland op vakantie en hebben het ‘best’.

Hij benoemt over de ruzies vroeger, hoe moeilijk hij het vind dat zijn vader en broer niet meer praten, hoe ze elkaar in het dorp tegenkomen en onmachtig zijn. Zijn moeder is ziek, hij is heel lief voor haar, neemt iedere zaterdag een bloemetje mee en gaat op de koffie. Ik moet soms echt wennen aan zijn eenvoudige bestaan, gebrek aan ambitie en zie hoe zacht hij is. Hij houdt zich goed staande met zijn maten, in het café en bij de voetbal. Het is een doodgoeie jongen.

Op zijn werk doet hij zijn best, houdt een aantal machines draaiende, zorgt dat zijn werkterrein netjes is en irriteert zich aan collega’s. Met een andere mentaliteit, jonger dan hij en met wie hij weinig communiceert. Dan loopt hij vaak weg en soms ontploft Henk als het te gortig wordt….het agressieprobleem.

Ik spiegel hem, zijn patroon, hoe zijn ouders conflicten nooit bespraken, boos werden en wegliepen. Ook laat ik hem zien hoe zijn collega’s hem misschien ervaren, als een stille jongen, die alles wel goed vindt en dus hun eigen gang gaan.

A: Dus je laat jouw emmer vollopen, je irriteert je al eerder, net als jouw ouders deden. Je kunt natuurlijk aan jouw collega’s aangeven wat jij graag wilt en wat jij fijn vindt.
H: Ja….dat kan natuurlijk ook. Dat doe ik nooit. Maar dat ga ik doen.

Na twee weken is Henk er nogmaals. Het gaat veel beter. Hij geeft eerder aan bij zijn collega’s en baas. Die baas belde me nog op. Verbaasd.

‘’Het was zo fijn mijn verhaal te vertellen, zonder dat je me onderbrak, en er iets van vond. Het luchtte me enorm op. En ik heb gewoon de knop omgezet, ik zeg nu gewoon wat ik ergens van vind, het gaat veel beter en heb weer veel meer zin. Ik heb zelfs mijn broer gesproken en vertelt wat ik doe…..En [Henk heeft tranen in zijn ogen] hij heeft weer met mijn vader gesproken. Dankjewel.’’

Dit is een voorbeeld, ik heb een aantal mannen uit die fabriek gesproken, allemaal hebben ze simpelweg niet de vaardigheden die wat hoger opgeleiden hebben, maar als ik ze aanreik passen ze deze direct toe. Ze zetten een soort knop om. Terug naar de fabrieksinstellingen dus. Na twee of drie sessies is het klaar!

Ik ben echt positief verbaasd, waar hoger opgeleiden het soms heel lastig vinden om toe te passen (teveel nadenken over allerlei consequenties) doen deze mensen het direct. Met als resultaat dat ze zich veel beter voelen.

Ik weet niet of het zo is, maar het lijkt alsof deze groep nooit de begeleiding krijgt en de ruimte om zich persoonlijk te ontwikkelen. Vanuit Bloei! ga ik een aanpak ontwikkelen en aanbieden voor deze groep mensen.

Ik weet nog niet hoe het eruit gaat zien, maar ik zoek directeuren en managers van deze groep mensen die het experiment met me aandurven.

De naam is natuurlijk helder: Terug naar de fabrieksinstellingen!

Robert de redenaar.

Robert komt de Bloeikas binnen. Hij is begin veertig, werkt als senior manager voor een gerenommeerd adviesbureau in de stedenbouw en heeft een gezin met kinderen einde basisschool.

Hij loopt vast, heeft minder energie en weet niet zo goed wat hem parten speelt. Als typische man gooit hij het op zijn baan….’Over mijn relatie hoeven we het volgens mij niet te hebben….die is echt top!’

Robert is een joviale spreker, met veel gebaren en mooie taal imponeert hij en hiermee dóet hij zijn probleem. Hij is een meester in het ontwijken van de kern.

R: [leunend in stoel, vingertoppen tegen elkaar] Dus als je het in perspectief zet zou je van mening kunnen zijn dat het ligt aan een drietal factoren waardoor het gewenste effect uitblijft. En daarmee is het altijd balans zoeken…
A: [grappend] Wel mooi dat je zo concreet bent Robert! Daar kan ik echt iets mee…
R: [onverstoorbaar verder] Je zou een soort filosofie kunnen plakken op mijn baan, dat maakt het ongewis voor de buitenwereld en daarmee lastig om een keuze te maken…..bovendien is het altijd een directeur die beslist…
A: Nee precies, jijzelf natuurlijk niet….die verantwoordelijkheid leg je liever bij een ander toch?
R: Dat is maar net vanuit welke bril je hiernaar kijkt…..
A: ROBERT, ik begrijp echt helemaal niets van wat je zegt….je moet de politiek in of aan een talkshowtafel gaan zitten om jouw bespiegelingen te delen….maar wil je hier STOPPEN met dat onduidelijke gezwets….
R: [stil, uit balans gebracht]………………nou, ik probeer in beeld te brengen wat de…
A: [slaat hand op stoelleuning, stemverheffing] STOP!

Robert verschuild zich achter allerlei mooie teksten, hij oreert, maar het blijft zo nietszeggend, continue afwegen, in perspectief plaatsen, hij blijft maar zoeken en bewegen en neemt geen positie. Hij blijft de kern ontwijken.

Dit speelt hem in zijn leven parten, het maken van duidelijke keuzes lukt hem niet (al heeft hij zelf het idee dat hij best duidelijk is) en hij houdt dus al zijn opties open. Dit wordt zo duidelijk door zijn taalgebruik. En hierdoor loopt hij vast in tijd én ruimte.

A: [uitdagend] Weet je Robert, je bent een fantastische prater, hebt een snel brein en het overzicht. Hierdoor ben je een indrukwekkende verschijning, maar je maakt volgens mij nooit een keuze en hebt al helemaal geen principes.
R: [geagiteerd] Ik heb zéker wel principes…
A: Ok, ik wil er NU drie horen.
R: [verschuift in stoel, kijkt afwisselen naar mij en naar buiten, wordt onrustig] …..nou om te beginnen ben ik altijd euh, nou zeg maar euh……nee, anders. Toen ik in Parijs was vond ik écht wel dat euh……[hij loopt vast, wordt nog onrustiger]
A: [schopje tegen voet] Ok Robert, drie is ook te veel, één principe wil ik, ÉÉN!

R: [onrustig schuivend op stoel, vingertoppen tegen elkaar en krabt vervolgens aan oor]…NOU, ik ben bijvoorbeeld echt voorstander van …..euh….tja….wat ik wilde zeggen is dat….
A: Robert, jij hebt geen principes en standpunten. Je vind het moeilijk keuzes te maken. En dat is helemaal goed…..maar doe niet alsof!

Robert is in de war, hij kijkt me aan met een blik van ‘dit kan toch niet waar zijn’. Ongeloof straalt van hem af. Na een tijdje stilte lijkt het in te dalen, hij begint te beseffen dat het klopt…. Ik zet ondertussen een kop thee.

R: Als je het zo ziet Arno…..dan hou ik mezelf al heel lang voor de gek…..

A: Het probleem is dat je vastloopt, toch? Te weinig ruimte, klopt? Ja of nee.
R: [ongemakkelijke glimlach] eh, tss tss, eh…ja
A: Ok, ik maak een cirkel, die bestaat uit 100% ruimte. Ik wil korte antwoorden. Hoeveel gaat er naar je werk….
R: [onrustig] Nou, ik denk zo’n 70 tot 80 procent….
A: Zeventig? Tachtig? Kies!
R: Vijfenzeventig….
A: Dacht ik al….en hoeveel naar jouw gezin, vrouw en kinderen.
R: Tien naar mijn vrouw en vijftien naar kinderen…zoiets?
A: Zeg! Hoeveel!
R: Ok….tien en vijftien.
A: En hoeveel dan voor jouzelf? Naar Robert?
R: Oh…nou, dat klopt niet helemaal….want als je..
A: [lacht hard] STOP!
R: [berusting, lach] ……Aaawh….ik hoor het mezelf doen. En de woorden uitspreken…..ik vind het inderdaad moeilijk om duidelijk te zijn.
A: Dit is het duidelijkste wat je tot nu toe hebt gezegd! Champagne!!
R: En het klopt….ik heb gewoon nauwelijks eigen ruimte….en die heb ik wel nodig!
A: Duidelijk! Dus, waar ga je die vandaan halen…..jouw werk, vrouw of kinderen….[schopje tegen voet] Succes met de keuze!

Robert laat zich in stoel zakken, hij kijkt geamuseerd. Vingertoppen tegen elkaar. Met twinkelende ogen, alsof hij zichzelf heeft betrapt. Enigszins verwonderd staat hij op en vertrekt…