Dat heb je snel in de smiezen…

Hans is begin veertig, hij komt vandaag voor de eerste keer, na een korte telefonische afspraak. Ik ga direct van start.

A: Hi Hans, ik zie het al. Een man van rond de veertig, drukke baan, relatief jong gezin en dus helemaal geen eigen ruimte. Je bent vast heel moe, kom eens zitten, koffie, thee of dubbele whisky.
H: [glimlach]Koffie, als het kan…
A: Precies…dus je bent ook nog iemand die anderen niet tot last wil zijn…’Koffie als het kan…’ Jij bent een klassiek voorbeeld Hans. In huis is zij de baas, jij past je aan. Heb je kinderen?
H: Ja, twee
A: Precies, én een eigen zaak toch?
H: Ja, twee…
A: Ha! Twee zaken, twee kinderen en ook twee vrouwen?
H: [verrast] Wat?! Nee, ééntje. Een schat, echt waar….
A: Maar zij heeft de broek aan. Dus Hansje moet alles regelen, gaat conflictjes uit de weg, gaat vermijden en klein beetje liegen toch?
H: Huh…
A: Je bent een klassieke lieverd. Die te lief is voor anderen en dat teveel doet ten koste van zichzelf. Conflicten met anderen mijd je. Maar dus wel ruzie met jouzelf. En hierdoor helemaal geen eigen ruimte. En mede daardoor voel jij je niet goed.

H: Nou zeg…dat heb je snel in de smiezen.
A: Dank je. Is mijn vak. Ik ga koffie voor je maken…

In provocatief coaching werken we met ‘eerste ziensdiagnostiek’. Gebruik wat je als eerste ziet of ervaart als de client voor het eerst binnenkomt, heel vaak klopt deze intuitie. Bovendien hebben mensen in bepaalde leeftijdscategorieen vaak dezelfde problemen. Daarmee kun je snel tot de kern komen. Zo ook bij Hans.

Hans vertelt over zijn vrije bestaan tot zijn twintigste. Zijn neiging om anderen te willen helpen en pleasen. De druk van klanten, drukke gezin en zijn verminderde energieniveau sinds een half jaar.

Ik besluit door te zetten en Hans uit te dagen.

A: [energiek met veel gebaren] Nou, lijkt me duidelijk Hans. Je hebt te weinig ruimte. Halveren die handel. Eén zaak weg, één kind weg en één vrouw weg!
H:[lacht hard] Die ene vrouw is al weg, mijn kinderen blijf je van af, maar één zaak weg lijkt me heerlijk!
A: Mooi! Goed besluit. Welke van de twee wordt het? Ik zou de zaak wegdoen met de meeste omzet, hatsekiedee! Weg!
H: [beduusd] Het is heel gek Arno, maar als ik je dit hoor zeggen wordt ik direct blij…

Hans vertelt verder over zijn horecabestaan, hoe het groeide en welke hobbels hij overwon. Hij kan bijna niet meer voorstellen dat het ook anders kan, hij is zo druk dat zijn perspectief heel smal geworden is. Het idee dat hij het zelf kan veranderen voelt voor hem al heel vrij….

A: [enthousiast en gezond wantrouwend] Ja, dat klinkt wel leuk allemaal….maar dit mag jij natuurlijk helemaal niet beslissen. Wat vind jouw vrouw daar van? Die gaat er tenslotte over toch?
H: [harde lach] Nou, daar heb je wel gelijk in. Maar het idee alleen al geeft al ruimte….

Opgelucht verlaat Hans de Bloeikas. Er is een zaadje geplant….

Heerlijk! Ik heb mijn relatie verbroken

Sinds twee maanden komt Jordi bij me in coaching. Hij is achtentwintig, werkt als bedrijfsleider van een groothandel en voelt zich al langere tijd niet goed.

Jordi is een lieve man, heeft drie jaar geleden zijn moeder verloren aan kanker, heeft het wel naar zijn zin op zijn werk en een lieve vriendin. Sara en hij wonen sinds enige tijd samen, zij wil graag verder, denkt na over kinderen en hij over enige tijd ook richting huisje, boompje, beestje zoals hij zegt.

Na de eerste sessie heb ik een beeld van een jongeman die uitgeblust is, een heel kalm leven leidt, conflictmijdend is en keurig doet wat Sara vraagt en zich vooral niet uitspreekt. ‘Dan wordt Sara verdrietig of boos, en dat moet maar niet’ aldus Jordi.

Soms zit iemand vast in zijn denken, overtuigingen en het systeem. Dan is er een gevoel van onmacht, niet meer weten wat slecht is voor zelfvertrouwen. Terwijl diegene vaak wel voelt wat er moet gebeuren, het (begrijpelijk) niet durft.

Tweede sessie.
A: Wanneer denk je eigenlijk dat je vader wordt?
J: [gote ogen] Nou, dat ehh hoeft nog even niet.
A: Maar Sara wil wel….en je wilt haar niet boos maken. Dus…hoe lang nog!
J: We bespreken het wel, maar ik laat het in het midden.
A: [lacht, enthousiast] Ja, daar moet het ook gebeuren toch?! In het midden. Daar zit het genot en de pijn.
J: [in de war] Nou, ik weet het gewoon nog niet….
A: Iets meer naar links of naar rechts. Zeg het maar!
J: Ik probeer het onderwerp dan te verschuiven naar werk ofzo. Of ik ga naar mijn kamer, gamen met mijn koptelefoon op.
A: Jij bent gewoon LAF! Natuurlijk wil je het niet. En zeker niet met haar toch? Ze lijkt me een verschrikkelijke vrouw. Je mag niets meer. Zelfs niet met je vrienden gamen of andere dingen.
J: [gaat aan] Ja, ze wil het liefst samen op de bank. Maar ze is echt een lieve meid. Tja…ze is echt lief.
A: En dan praten over hoe het gezin eruit komt te zien, hoeveel kinderen wil je eigenlijk met Sara, twee of meer…
J: Nou, dat begint dan inderdaad…echt…
A: [hoog tempo] Wel mooi dat je het in het midden laat vind ik….ben je ook in de polder geboren eigenlijk?
J: [afwezig] huh
A: Polderen met Sara! Het in het midden laten. [vriendschappelijk, hand op zijn knie] Ik heb met je te doen Jordi, daar zit je dan. Een vrouw met klepperende eierstokken, ik zie het helemaal voor me….over twee jaar met z’n drieen en een jaartje erna nog een kleintje. GAME OVER.
J: [zwaar] Ik weet het niet man….

Jordi vertrekt, hij heeft een beeld in zijn hoofd. Benieuwd wat er gebeurt.

Twee weken later stapt Jordi de Bloeikas binnen.

A: [vrolijk] Hoe is het met je? Ben je er al uit? Ik zag dat de kinderwagens in de uitverkoop zijn.
J: [lachend] Ja ja, het moet nog maar even niet. Ik heb sowieso twijfels over mijn relatie met haar. Als ik op mijn werk ben, voel ik me goed en vrij. Als ik naar huis rijdt dan denk ik over alles na. Ben ik niet te laat? Heb ik wel de juiste dingen gezegd? Zou het niet mijn beurt zijn om boodschappen te doen? Pfffffff
A: [ga met hoofd in handen zitten, zwaarmoedig] Pfffff….ojee Jordi…het klinkt als een hele ingewikkelde relatie. Ik zou het wel weten…Zometeen mag je niet meer met jouw vrienden afspreken, de hele avond samen op de bank, pffffff….[maak het zwaar]
J: Ja man…het voelt ook zwaar.
A: Dat VOELT niet alleen zo, dat IS het ook! Maar ja, het is geven en nemen in een relatie, niet alleen de lusten Jordi. En je kunt Sara natuurlijk niet teleurstellen….stel je voor hoe verdrietig ze zou zijn…

Jordi is even stil, vervolgd dan…
J: Eerlijk? Ik hoop eigenlijk dat we over een tijdje ruzie krijgen en zij het uitmaakt!
A: Zeg dat nog eens?
J: Ik hoop het echt. Dat zij het doet.
A: [vrolijk] Ja, ik hoop ook dat ik de staatsloterij win. Of dat Nederland wereldkampioen voetbal wordt….maar ik weet wel beter.
J: [krijgt tranen in zijn ogen] Ze zal zo verdrietig zijn Arno….dat kan ik haar echt niet aandoen.
A: Dat vind ik zo mooi aan jou, dat je jouzelf opoffert aan die schat. Ik wordt er bijna emotioneel van…wat ben je toch een lieverd! Weet je, je bent ook al achtentwintig, dus het mooiste deel van je leven ligt toch al achter je! Tijd om huisje boompje beestje te gaan creeren met haar. Het is net oud en nieuw. Gewoon uitzitten….

Jordi vertrekt en is twee weken later terug. Er komt een vrolijke man binnen.

A: Zo Jordi, ben je naar de kapper geweest? Of heb je een andere look? Je ziet er heel anders uit!
J: [bijna jubelend]Ik heb het uitgemaakt met Sara! Heerlijk!

Hij vertelt hoe het ging, hoe moeilijk hij het vond maar dat hij zich realiseerde dat het moest. ‘Toen je zei: Het is net oud en nieuw….gewoon uitzitten. Dat bleef in mijn hoofd spoken, zo voelde het precies’

A: Gelukkig nieuwjaar Jordi!

Terug naar de fabrieksinstellingen

Henk komt de Bloeikas binnen. Hij is 48, werkt vanaf zijn zestiende in een fabriek, nu bijna vijfentwintig jaar bij deze werkgever. Die stuurde hem naar mij toe, een agressieprobleem.

Hij loopt onwennig naar binnen, ik bemerk dat hij het spannend vind. Met iemand in gesprek? Een coach? Hoezo eigenlijk? Ergens over praten?

Henk is een pure Fries. Een eenvoudige harde werker, een ruige kop met lieve ogen, die zijn leven prima vind, een echte gezinsman, woont zijn hele leven in hetzelfde dorp. Hij zit het liefst aan de tafel in de Bloeikas, koffie met melk en suiker, en we beginnen. Ik weet hem snel op zijn gemak te stellen en hij begint te vertellen….

Hij vertelt over zijn ouderlijk huis, vader werkte keihard, moeder was thuis, een broer en zus. Na een ruzie over niets wil zijn vader zijn broer niet meer zien. Bij conflicten gaat moeder boos naar boven en vader de tuin in, er wordt niet over gesproken. Na zijn LTS opleiding gaat Henk aan de slag in een fabriek in de buurt, hij woont tot zijn vijfentwintigste thuis, heeft gespaard en gaat met zijn vriendin trouwen en samen wonen. Ze kunnen een klein huisje kopen met wat land, nog steeds wonen ze daar. Ze krijgen twee kinderen, gaan ieder jaar in Nederland op vakantie en hebben het ‘best’.

Hij benoemt over de ruzies vroeger, hoe moeilijk hij het vind dat zijn vader en broer niet meer praten, hoe ze elkaar in het dorp tegenkomen en onmachtig zijn. Zijn moeder is ziek, hij is heel lief voor haar, neemt iedere zaterdag een bloemetje mee en gaat op de koffie. Ik moet soms echt wennen aan zijn eenvoudige bestaan, gebrek aan ambitie en zie hoe zacht hij is. Hij houdt zich goed staande met zijn maten, in het café en bij de voetbal. Het is een doodgoeie jongen.

Op zijn werk doet hij zijn best, houdt een aantal machines draaiende, zorgt dat zijn werkterrein netjes is en irriteert zich aan collega’s. Met een andere mentaliteit, jonger dan hij en met wie hij weinig communiceert. Dan loopt hij vaak weg en soms ontploft Henk als het te gortig wordt….het agressieprobleem.

Ik spiegel hem, zijn patroon, hoe zijn ouders conflicten nooit bespraken, boos werden en wegliepen. Ook laat ik hem zien hoe zijn collega’s hem misschien ervaren, als een stille jongen, die alles wel goed vindt en dus hun eigen gang gaan.

A: Dus je laat jouw emmer vollopen, je irriteert je al eerder, net als jouw ouders deden. Je kunt natuurlijk aan jouw collega’s aangeven wat jij graag wilt en wat jij fijn vindt.
H: Ja….dat kan natuurlijk ook. Dat doe ik nooit. Maar dat ga ik doen.

Na twee weken is Henk er nogmaals. Het gaat veel beter. Hij geeft eerder aan bij zijn collega’s en baas. Die baas belde me nog op. Verbaasd.

‘’Het was zo fijn mijn verhaal te vertellen, zonder dat je me onderbrak, en er iets van vond. Het luchtte me enorm op. En ik heb gewoon de knop omgezet, ik zeg nu gewoon wat ik ergens van vind, het gaat veel beter en heb weer veel meer zin. Ik heb zelfs mijn broer gesproken en vertelt wat ik doe…..En [Henk heeft tranen in zijn ogen] hij heeft weer met mijn vader gesproken. Dankjewel.’’

Dit is een voorbeeld, ik heb een aantal mannen uit die fabriek gesproken, allemaal hebben ze simpelweg niet de vaardigheden die wat hoger opgeleiden hebben, maar als ik ze aanreik passen ze deze direct toe. Ze zetten een soort knop om. Terug naar de fabrieksinstellingen dus. Na twee of drie sessies is het klaar!

Ik ben echt positief verbaasd, waar hoger opgeleiden het soms heel lastig vinden om toe te passen (teveel nadenken over allerlei consequenties) doen deze mensen het direct. Met als resultaat dat ze zich veel beter voelen.

Ik weet niet of het zo is, maar het lijkt alsof deze groep nooit de begeleiding krijgt en de ruimte om zich persoonlijk te ontwikkelen. Vanuit Bloei! ga ik een aanpak ontwikkelen en aanbieden voor deze groep mensen.

Ik weet nog niet hoe het eruit gaat zien, maar ik zoek directeuren en managers van deze groep mensen die het experiment met me aandurven.

De naam is natuurlijk helder: Terug naar de fabrieksinstellingen!

Een zombie wordt wakker

Coen komt voor zijn eerste sessie de Bloeikas binnen, ik krijg het beeld van een zombie. Via zijn werkgever is hij naar me verwezen. Hij is 24, heeft weinig uitdrukking en lijkt niets meer te weten.

Hij gaat zitten, we doen een praatje pot, ik geef hem iets te drinken, het voelt alsof hij verdwaasd en verdwaald is.

A: [opgewekt] Ken je die clip van Thriller van Michael Jackson?
C: [verbaasd] huh, nog eens?
A: Michael Jackson?
C: Ja?
A: Het nummer Thriller?
C: [trekt gezicht] Ja??
A: De clip met de zombies??
C: Euhh…ja???
A: Volgens mij speelde jij daar een rolletje toch? [ik sta op, met lege ogen doe ik een zombie loopje]
C: [scheef glimlachje] Ja…nu………ahh…precies dat.
A: Wat bedoel je? Precies wat??
C: [zwaar] Nou….zo voel ik me inderdaad…..als een zombie…..

Coen begint zijn verhaal te vertellen, hij spreekt eentonig, met een lege blik. Hij vertelt over een aantal indrukwekkende gebeurtenissen en ervaringen de afgelopen vijf jaar. Het overlijden van zijn soulmate, een onveilige relatie, het overlijden van een goede vriendin, zelfmoordpogingen in zijn directe familie en allerlei werk gerelateerde grensoverschrijdende situaties. Zelf ben ik onder de indruk van hetgeen hij me vertelt. In zijn verhaal laat hij ook blijken dat hij het moeilijk vind dat hij vastloopt, hij lijkt het zwak te vinden.

Ik laat hem zijn verhaal vertellen, vraag naar details, naar namen en tijdlijn. Vervolgens ga ik tegenover heb zitten en vertel zijn verhaal zo goed mogelijk tegen hem.

A: Coen, ik wil dat je even je ogen sluit en een aantal keer diep ademhaalt, ik ga je een verhaal vertellen, laat het op je inwerken, ik wil niet dat je reageert, onderbreek me niet en luister goed.

Ik gebruik dezelfde vlakheid, intonatie en namen. Ik vertel vanuit de ‘ik’ vorm, dus ik speel Coen. Ondertussen observeer ik hem, af en toe moet ik hem vertellen zijn ogen gesloten te houden, met name als hij emotioneel wordt, als de tranen vloeien. In totaal ben ik ongeveer tien minuten aan het woord.

A: Ok Coen, je mag je ogen openen…..
C: [snuit zijn neus, dept zijn tranen….en kijkt me aan]
A: Ik heb het hele verhaal vertelt….ik zie dat het je enorm raakt….
C: [timide] Jeetje Arno, als je me dit zo allemaal vertelt…..dan is het inderdaad nogal wat….maar het hoort ook bij het leven, bovendien wil ik mijn werk goed blijven doen…dus…
A: Dat vind ik dus ook Coen! Volgens mij stel jij je een beetje aan….een paar kleine dingetjes….en jij wankelt….de jeugd van tegenwoordig is ook niets meer gewend….[met stemverheffing] je bent gewoon een aansteller! Man, man….een paar mensen overleden, wat zelfmoordpogingen en ingewikkelde werksituaties en Coentje zit huilie huilie op de bank…… [knuisten in ogen, huilmondje, piepstem]…..ik vind het allemaal zo zwaar…..[luid] kom op Coen! Gewoon weer door!
C: [breekt, huilt]…..Nee! Ik kan niet meer….er is zoveel gebeurd, ik ben altijd doorgegaan….maar ik voel dat het echt niet meer gaat….
A: [probeert 😉 de lach uit Thriller na te doen, geeft Coen tik tegen schouder]….whahahahaha…..hahaha…..
C: [lacht hard en huilt tegelijkertijd]…….ik voel me een zombie Arno…..ik kan niet meer….wat moet ik doen……

Coen moet bijkomen, ik ook. We drinken wat water, in stilte en laat het even indalen.

A: Ik ben geen dokter Coen, maar als je nu naar een dokter gaat….denk ik dat hij zegt dat je ziek bent.
C: [kijkt verbaasd op] Oh…
A: En dat hij je adviseert om ruimte te creëren…
C: Oh..
A: En misschien wel te stoppen met werken om beter te worden…
C: [schrikt] Oh…….oh….

Coen blijft nog even zitten en gaat vermoeid weer naar buiten. Een dag later krijg ik een bericht van hem….de dokter sprak over burn-out verschijnselen…Coen is voor nu gestopt met werken en over een week vervolgen we de coaching.

Robert de redenaar.

Robert komt de Bloeikas binnen. Hij is begin veertig, werkt als senior manager voor een gerenommeerd adviesbureau in de stedenbouw en heeft een gezin met kinderen einde basisschool.

Hij loopt vast, heeft minder energie en weet niet zo goed wat hem parten speelt. Als typische man gooit hij het op zijn baan….’Over mijn relatie hoeven we het volgens mij niet te hebben….die is echt top!’

Robert is een joviale spreker, met veel gebaren en mooie taal imponeert hij en hiermee dóet hij zijn probleem. Hij is een meester in het ontwijken van de kern.

R: [leunend in stoel, vingertoppen tegen elkaar] Dus als je het in perspectief zet zou je van mening kunnen zijn dat het ligt aan een drietal factoren waardoor het gewenste effect uitblijft. En daarmee is het altijd balans zoeken…
A: [grappend] Wel mooi dat je zo concreet bent Robert! Daar kan ik echt iets mee…
R: [onverstoorbaar verder] Je zou een soort filosofie kunnen plakken op mijn baan, dat maakt het ongewis voor de buitenwereld en daarmee lastig om een keuze te maken…..bovendien is het altijd een directeur die beslist…
A: Nee precies, jijzelf natuurlijk niet….die verantwoordelijkheid leg je liever bij een ander toch?
R: Dat is maar net vanuit welke bril je hiernaar kijkt…..
A: ROBERT, ik begrijp echt helemaal niets van wat je zegt….je moet de politiek in of aan een talkshowtafel gaan zitten om jouw bespiegelingen te delen….maar wil je hier STOPPEN met dat onduidelijke gezwets….
R: [stil, uit balans gebracht]………………nou, ik probeer in beeld te brengen wat de…
A: [slaat hand op stoelleuning, stemverheffing] STOP!

Robert verschuild zich achter allerlei mooie teksten, hij oreert, maar het blijft zo nietszeggend, continue afwegen, in perspectief plaatsen, hij blijft maar zoeken en bewegen en neemt geen positie. Hij blijft de kern ontwijken.

Dit speelt hem in zijn leven parten, het maken van duidelijke keuzes lukt hem niet (al heeft hij zelf het idee dat hij best duidelijk is) en hij houdt dus al zijn opties open. Dit wordt zo duidelijk door zijn taalgebruik. En hierdoor loopt hij vast in tijd én ruimte.

A: [uitdagend] Weet je Robert, je bent een fantastische prater, hebt een snel brein en het overzicht. Hierdoor ben je een indrukwekkende verschijning, maar je maakt volgens mij nooit een keuze en hebt al helemaal geen principes.
R: [geagiteerd] Ik heb zéker wel principes…
A: Ok, ik wil er NU drie horen.
R: [verschuift in stoel, kijkt afwisselen naar mij en naar buiten, wordt onrustig] …..nou om te beginnen ben ik altijd euh, nou zeg maar euh……nee, anders. Toen ik in Parijs was vond ik écht wel dat euh……[hij loopt vast, wordt nog onrustiger]
A: [schopje tegen voet] Ok Robert, drie is ook te veel, één principe wil ik, ÉÉN!

R: [onrustig schuivend op stoel, vingertoppen tegen elkaar en krabt vervolgens aan oor]…NOU, ik ben bijvoorbeeld echt voorstander van …..euh….tja….wat ik wilde zeggen is dat….
A: Robert, jij hebt geen principes en standpunten. Je vind het moeilijk keuzes te maken. En dat is helemaal goed…..maar doe niet alsof!

Robert is in de war, hij kijkt me aan met een blik van ‘dit kan toch niet waar zijn’. Ongeloof straalt van hem af. Na een tijdje stilte lijkt het in te dalen, hij begint te beseffen dat het klopt…. Ik zet ondertussen een kop thee.

R: Als je het zo ziet Arno…..dan hou ik mezelf al heel lang voor de gek…..

A: Het probleem is dat je vastloopt, toch? Te weinig ruimte, klopt? Ja of nee.
R: [ongemakkelijke glimlach] eh, tss tss, eh…ja
A: Ok, ik maak een cirkel, die bestaat uit 100% ruimte. Ik wil korte antwoorden. Hoeveel gaat er naar je werk….
R: [onrustig] Nou, ik denk zo’n 70 tot 80 procent….
A: Zeventig? Tachtig? Kies!
R: Vijfenzeventig….
A: Dacht ik al….en hoeveel naar jouw gezin, vrouw en kinderen.
R: Tien naar mijn vrouw en vijftien naar kinderen…zoiets?
A: Zeg! Hoeveel!
R: Ok….tien en vijftien.
A: En hoeveel dan voor jouzelf? Naar Robert?
R: Oh…nou, dat klopt niet helemaal….want als je..
A: [lacht hard] STOP!
R: [berusting, lach] ……Aaawh….ik hoor het mezelf doen. En de woorden uitspreken…..ik vind het inderdaad moeilijk om duidelijk te zijn.
A: Dit is het duidelijkste wat je tot nu toe hebt gezegd! Champagne!!
R: En het klopt….ik heb gewoon nauwelijks eigen ruimte….en die heb ik wel nodig!
A: Duidelijk! Dus, waar ga je die vandaan halen…..jouw werk, vrouw of kinderen….[schopje tegen voet] Succes met de keuze!

Robert laat zich in stoel zakken, hij kijkt geamuseerd. Vingertoppen tegen elkaar. Met twinkelende ogen, alsof hij zichzelf heeft betrapt. Enigszins verwonderd staat hij op en vertrekt…

Marina de regisseur

Marina komt de Bloeikas binnen. Ze is een vrouw van midden veertig, goed verzorgd, energiek en bijna stralend. Marina komt voor haar eerste sessie.

A: Hi Marina, je ziet er stralend uit! Een vrouw met jouw uitstraling kan volgens mij geen probleem hebben.
M: Ik zou wel graag een relatie willen, maar op de één of ander manier lukt het me niet de juiste te vinden…
A: Maar dat is toch prachtig! Zo kun je lekker blijven daten, van verschillende geurtjes genieten en daarmee toch de vrijheid behouden.
M: [neemt direct het initiatief over, veel handgebaren.] Nou, dat is misschien wel zo maar…..bla, bla, bla…..en toen ging ik voor veertien maanden naar Brazilie…..en toen had ik een relatie met Willem……bla, bla, bla…
A: Dus het kan niet aan jou liggen toch?
M: [hoog tempo, scherp] Daar heb ik dus over nagedacht en kijk het zit zo….bla, bla, bla…dus dat kan in dit geval wel zo zijn…maar aan de andere kant…bla,bla, bla….
A: Dus jij bent niet het probleem?
M: [adrem, snel, vrolijk, wijsneuzerig vingertje] Grappig dat je dat zegt….kijk, het is volgens mij…bla, bla, bla……en daarom kan het niet zijn dat toen ik met Hans was dat hij toen….bla, bla, bla…..dus het is dus toch anders…snap je??

Marina heeft overal een antwoord op, is supersnel van tong, brengt haar argumenten met overtuiging en een soort speelsheid. Ze is dominant op een lichte manier, blijft me naar ieder antwoord aankijken met een blik van ‘zie je wel?’ en wacht op de volgende poging van mij waar ze weer op kan reageren. Het lijkt een soort competitie. Deze vrouw houdt de regie.

M: Ik laat mannen dus ook vrij. Kijk, toen ik een relatie met Marcel had en veertien maanden naar Brazilie ging zei ik tegen hem dat ik het prima vind dat hij met andere vrouwen zou slapen, ik gaf zelfs aan met welke ik het wel en welke niet goed vond…..

A: Marina stop!
M: [verbaasd….en weer door, met vingertje] Dus ik snap écht niet waarom….
A: [luide stem] MARINA STOP!
M: Ja..maar……ik laat ze toch vrij….
A: Hou je mond! Stop! Ik.wil.je.iets.zeggen.en.ik.wil.dat.jij.luistert.
M: [ratelt nog ff door] Nou, dat is goed hoor, en…bla bla bla…
A: [ik kijk haar indringend aan] MARINA!

Ze blijft de regie pakken, overtuigd van haar goede bedoelingen, in staat om kromme dingen recht te praten op een manier waarmee ze domineert. Met haar lieve uitstraling, felle ogen en rappe toch is ze een verwarrend fenomeen.

A: Dus jij gaat veertien maanden naar Brazilie, en geeft jouw man aan dat hij wél met de ene maar níet met de andere vrouw mag gaan! Je laat hem echt lekker vrij zeg! Hij heeft er vast van genoten! Wat ben jij toch een ruimhartige vrouw….
M: Hoezo? Ik dacht alleen dat…..en…..
A: MARINA! Heb jij de toneelacademie gedaan? De regie opleiding zeker….
M: [verbouwereerd]. Wat?
A: Die arme man, zelfs op weetikveelhoeveelkilometerafstand wil je de regie houden, snap je het niet? Heb je ook zo’n regisseursstoel? Met jouw naam erop? Jij pakt de hele godgansetijd de regie dame! Je bent echt een prachtvrouw, met jouw charme slikken de mannen het initieel, maar geef eens ruimte!
M: [schrikt, stil (voor het eerst)……]
A: [gaat achterover zitten en diepe zucht] Ooh wat heerlijk, ik ben samen met Marina en ik mag doen wat ík wil……nu eerst ff ontspannen…..
M: [besmuikte glimlach]…shit Arno…

Het lijkt in te dalen. Marina is zo adrem, snel en energiek dat ze zich niet bewust lijkt van haar imposante voorkomen ondanks haar tengere postuur. Ze gaat achterover zitten, ze lijkt verwonderd en kijkt bijna dromerig naar buiten.

A: We gaan een spelletje doen, ok? Het gaat als volgt. Ik ga tegen jou praten, ik ga je iets vertellen en jij houdt je mond, jij luister alleen….
M: [onderbreekt].. Ja en kan ik dan… ik kan dat heel goed
A: [lacht hard] MARINA! Iets met je mond houden!
M: [Verongelijkt] Ik wil alleen maar even zeggen dat…
A: [kijk haar theatraal streng aan]…mond…dicht!
M: [doet met vrolijk duidelijke ogen hand over lippen]

We doen het spelletje, ze merkt hoeveel moeite het haar kost om niet te reageren, de regie bij mij te laten en haar impuls te moeten bedwingen. Ik vraag haar de tussenliggende week op te letten op haar neiging om continu de regie over te nemen. We sluiten af.

M: [beetje in de war] Het is echt zo, en het is ook echt mijn automatische piloot. Ik voel dat ik continu wil reageren, het voelt als een tenniswedstrijd waarbij ik ieder punt wil winnen. Dit komt echt even binnen….dankjewel….denk ik?

De glimlach van directeur Derrek….

De Bloeikas staat in het zonnetje, er is koffie en water. Zometeen komt Derrek voor zijn tweede coachingsessie. Hij is midden dertig, gaat altijd schuil achter een vriendelijke glimlach, ziet er verzorgd uit en is mede-directeur van een sportbedrijf…….en hij is helemaal uitgeput.

Op mijn vragen reageert hij heel vaak met ‘Als ik heel eerlijk ben’. En dan volgen er antwoorden zoals: ‘Heb ik op een goede dag 10% energie [glimlach]’ of ‘Hou ik het geen drie maanden meer vol [glimlach]’ en zelfs ‘Denk ik er wel eens aan hoe opgelucht ik zou zijn als mijn zakenpartner dood zou zijn [grote glimlach!]’

Derrek zit klem, ziet geen uitweg, is al lange tijd zichzelf compleet aan het saboteren en is naar mij heel eerlijk. Hij heeft al enkele malen aan zijn zakenpartner aangegeven dat hij het niet meer lang volhoud op deze manier, maar die laat geen ruimte en reageerde de laatste keer kil met ‘Dan moeten we alles maar verkopen’.

A: Jij bent natuurlijk ook super onbetrouwbaar Derrek. Wees blij met jouw zakenpartner. Man, ik was allang met je gestopt.
D: [verbaasd] huh, hoezo?
A: Je bent een soort wolf in schaapskleren Derrek….jij doet heel vriendelijk en vrolijk. Maar dat ben je helemaal niet. Dus als jij wat zegt, altijd met die verschrikkelijke glimlach van je, dan kan ik dat helemaal niet beoordelen. En je hebt ook nog eens plannen om die partner van je te laten omkomen. Heb je Bulgaren of Joego’s in gedachte…Je lijkt ook wel een beetje op Al Pacino!
D: Maar ik ben toch eerlijk geweest tegen Ron (zakenparter)?
A: Bulgaren of Joego’s? Ik zou Bulgaren doen. Die zijn goedkoop, betrouwbaar en vervolgens onvindbaar…

Derrek is even afwezig…en vertelt vervolgens..

D: Toen ik acht was is mijn jongere zusje overleden, er werd niet over gepraat, mijn ouders veranderden vanaf dat moment, zij hadden een verschrikkelijk verdriet, ik ook, maar……ik glimlachte. Ik denk om ze gerust te stellen ofzo. Onbewust ben ik vanaf dat moment mijzelf gaan wegcijferen, zorgen dat ik niemand tot last was, mijn ouders hadden het natuurlijk heel moeilijk, er was veel verdriet en zwaarte in huis. Ik wilde het weer gezellig maken, dus deed ik alles om ze op te vrolijken.

Derrek zijn glimlach is het masker en op het moment dat hij onder druk komt te staan gebruikt hij deze. Dit hardnekkige patroon heeft hij aangeleerd en zijn omgeving kan hem hierdoor niet inschatten. Als hij verdrietig of boos is laat hij een glimlach zien. Hiermee doorvoelt hij zelf ook niet meer.

Mijn bedoeling is om hem uit balans te brengen, hem duidelijk te maken wat hij doet en het te laten voelen. Ik vervolg:

A: 10% energie, dat is niet nul! Met die energie kun je nog van alles doen toch? De sportzaken kun je draaien, personeel tevreden houden en ook nog de inkoop op orde. Iemand met zo’n prachtige glimlach doet het met ZICHTBAAR gemak!
D: [verbaasd]. Maar 10% is toch veel te weinig?
A: Nee joh, integendeel! Het lijkt me beter dat je er nog wat bij gaat doen! Met jouw glimlach! Mensen willen volgens mij graag met je werken, je geeft met deze glimlach alle energie door!
D: [in de war] Nou, ik vind het wel weinig hoor!
A: Weinig, weinig? 1% is weinig, dit is TIEN KEER zo veel man! TIEN KEER. [Ik sta op] Kijk, 1% energie is dit [ik lig op de grond en sleep me voort] en 10% is dit [ik sta weer op en beweeg superenergiek].
D: [moet ongelooflijk lachen] echt niet!
A: ok, bij jou dan. Doe eens jouw variant….
D: Hij doet alsof hij zich vooruit sleept…
A: Dit is 1%, doe nu eens de 10!
D: Nee, dit is de 10!
A: Ok Derrek. Haal die glimlach van je gezicht, zo weet ik niet hoe het echt met je is. Hoe zit jouw gezicht bij 10%, [ik verhef mijn stem] ik wil GEEN GLIMLACH, maar de ECHTE emotie!
D: [laat een vermoeide blik zien] Als ik heel eerlijk ben……is mijn gezicht nu nog te positief. Ik ben echt kapot.
A: [vrolijk] Je ziet er nog best goed uit, voor iemand die helemaal kapot is. Mooi dat je nog steeds jouw positieve uitstraling hebt Derrek! Ook fijn voor jouw zakenpartner trouwens….als die je zo ziet. Wow! Die wil nog jaren met je verder!!

Derrek verlaat de Bloeikas. Twee weken erna komt hij weer binnen. Hij oogt dertig kilo lichter.

A: Zo chef, jij ziet er opgelucht uit! Maar ja, dat zegt natuurlijk niks. Jouw buitenkant is meestal niet synchroon met de binnenkant.

D: [lacht hard] Het gaat goed, echt! Toen ik naar huis reed na de vorige sessie besefte ik hoe lang ik al niet echt laat zien hoe het met me is….mijn eeuwige glimlach. Ik heb een lang gesprek gevoerd met Ron. Goed gesproken over mijn zusje, de gezinssituatie en mijn eigen reactie destijds. Jouw uitleg over het patroon en mijn huidige gedrag ook besproken. Hij gaf aan dat hij het wel bemerkte, er bij mij niet doorheen kwam en toonde vooral begrip. Ik ga de komende drie maanden verder nadenken over wat ik zakelijk wil, voor nu minder werken, ontspanning pakken en verder denken over de toekomst. Je bent nog niet van me af, maar ben heel blij met deze stap.

Waarom geven we apen zwemles?

Rudi komt voor de tweede keer de Bloeikas binnen, hij werkt als manager, is 43 jaar en loopt vast. Hij komt een beetje over als een nerd, slim, bril en vooral op de feiten en inhoud.

A: [enthousiast] Rudi, de eerste keer dat ik je zag dacht ik direct: dat is een slimme man, en ook een echte nerd!
R: [beetje in de war] Een echte nerd?!
A: [met kracht] Ja man, bril, kijkt slim uit zijn ogen, beetje klunzig, beetje techneut, een echte nerd dus!
R: En is dat goed of slecht?
A: Tja….ik heb geen idee…wat vind je eigenlijk zelf?
R: Ik ben wel goed in mijn vak!
A: Tja….dat zal wel.
R: [passievol] Weet je? Misschien ben ik wel een nerd, maar ik weet precies waar ik het over heb, ik ben een echte technoloog en kon me helemaal verliezen als ik in het lab werkte. Dat was te gek!
A: Wat is dan eigenlijk het probleem?
R: Sinds ik manager ben…tja…weet ik het niet meer ofzo….raar toch?
A: Volgens mij ben je een aap met zwemdiploma’s!

Veel managers die bij me in coaching komen zijn zonder dat ze het beseffen in een totaal andere context belandt. Ze lopen vast en begrijpen niet precies hoe het komt. Veel organisaties vragen vaardigheden van werknemers die niet natuurlijk voor ze zijn, waar ze te veel moeite voor moeten doen.

Apen horen in de jungle, daar weten ze hoe het werkt, waar ze veilig zijn, waar ze voedsel halen, waar ze kunnen slapen et cetera. Organisaties gooien die apen vaak in de zee, geven ze zwemles, diploma A, B en C én een cursus reddingzwemmen om ze vervolgens aan de slag te laten gaan. Die apen moeten dan ongelooflijk hard werken om zich staande te houden, ze kunnen wel een beetje zwemmen, maar nooit zo goed als de andere dieren in de zee, de vissen.

Dus werknemers krijgen allerlei trainingen, communicatietraining, conflicthantering, positieve feedbacktraining et cetera. Diploma A, B en C dus….terwijl die apen het helemaal niet echt vóelen, echt snappen waar ze terecht zijn gekomen. In de zee wordt een andere taal gesproken, is een ander ritme, en zijn andere vaardigheden van belang. Dus ze werken zich het apelazarus, gebruiken veel meer energie dan de vissen en nóg lukt het niet. Terwijl ze vroeger in de jungle moeiteloos in bomen klommen, via lianen van de ene naar andere plek gingen en vanuit hun oorsprong konden functioneren.

Organisaties moeten beter nadenken over in welke context hun mensen goed functioneren, een goede technoloog hoort in zijn jungle. Uiteraard moeten ook de mensen zelf goed beseffen waar ze moeiteloos hun werk kunnen doen. Dat wil niet zeggen dat er soms hard gewerkt wordt voor resultaat, maar alle energie die een aap verliest in de zee kan hij niet steken in zijn werk in de jungle. Daar waar hij kan excelleren.

Nadat ik Rudi had meegenomen in bovenstaande was hij stil…hij keek me ontroert en verbaasd aan.

R: [verbaasd] Ik ben een aap met zwemdiploma’s. Ik hoor niet in de zee! ……[lange stilte]………
R: [met overtuiging en grote lach] Ik ga terug! Terug de jungle in!
A: Wil je een banaan om het te vieren?!

Laat het niet het zwartste scenario zijn

Als coach help ik mensen op koers en in balans te blijven. Mensen komen bij me met de meest uiteenlopende situaties en achtergronden. Moeizame relaties, ingewikkelde zakelijke situaties, keuzes maken et cetera. De overeenkomst tussen bijna alle situaties is het omgaan met onzekerheid en je verhouden tot de feiten. En daar zijn uiteraard allerlei technieken en manieren voor, instrumenten om het makkelijker te maken hiermee om te gaan.

Het verschuiven van perspectief, relativeren van het probleem, kiezen vanuit waarden, interactie tussen ademhaling en brein en meer goed werkende instrumenten. En uiteraard HUMOR!

Nu kreeg ik kortgeleden persoonlijk te maken met een situatie waarin ik op de proef werd gesteld. Ik moest naar het ziekenhuis voor een uitslag, de kans op een ‘slechte’ uitslag was heel klein en ik was er heel reëel, gerust en laconiek onder. Op koers en in balans dus.

Tot dat de datum voor de scan en de uitslag waren gekozen. Vanaf dat moment was het één en al onrust en soms zelfs paniek. Op díe dag zou duidelijk worden hoe mijn leven verder zou gaan verlopen. En in mijn hoofd kreeg het allerzwartste scenario de meeste zendtijd. En eerlijk gezegd was ik, samen met al mijn technieken, niet in staat mijzelf tot rust te krijgen. Ook mijn humor en luchtigheid, mijn handelsmerk waarmee ik veel kan relativeren, lieten me in de steek. Dit leidde tot heel veel onrust, een opgejaagd lijf van de stress, snelle ademhaling en een angstbeeld. Mijn spanning was enorm.

In de Bloeikas vertelde ik dit aan Kees. Een man van rond de vijftig die ik enige tijd in coaching heb, die enorme stappen maakt, duidelijke keuzes en met wie het aanzienlijk beter gaat dan enige maanden geleden. Maar hij blijft soms worstelen met zijn irreële gedachtes die hem spanning brengen.

Kees zei: ‘Ik vind het onaardig om te zeggen en ik gun het je niet….., maar ik ben wel blij dat zelfs jij dit nog hebt!’ We keken elkaar aan en lachten opgelucht.

Zelfs jij! Alsof ik een soort guru ben, iemand met wie het altijd goed gaat of die zijn emoties en angsten zo goed weet te managen dat het altijd lekker loopt. Maar ook ik blijf gelukkig gewoon een mens. Die soms bang is of onzeker en het niet allemaal weet. Ik merk oprecht dat ik betere keuzes maak, keuzes die goed bij me passen. Ook durf ik meer dan vroeger omdat ik erop vertrouw dat het goed komt. Ook weet ik me beter te verhouden tot dingen die me overkomen. Ik heb veel geleerd…

Maar ik blijf door het leven struikelen en soms schuil ik bij mijn partner of vrienden als ik het niet meer weet. Gelukkig werd het zwartste scenario geen werkelijkheid….door met het leven!

Hans Willem de pleaser

Hans Willem komt voor zijn eerste sessie de Bloeikas binnen. Hij werkt als bedrijfsleider van één van de locaties van een constructiebedrijf en zijn directeur heeft hem naar mij verwezen. Hij is rond de veertig jaar en loopt vast.

Hij vertelt over zijn situatie van een druk gezin met een zoontje van tien en een tweeling van vijf, zijn vrouw is kortgeleden een eigen bloemenzaak begonnen en zijn vader overleed twee jaar geleden. Hij verliest het plezier in zijn werk, drinkt te veel alcohol en is geen leuk gezinslid meer. Enthousiast vertelt hij over de jaren dat hij werkte als manager van een outdoor sportbedrijf, dat was opgericht door zijn vader. Voor het overlijden van zijn vader was hij er al gestopt.

Hans Willem is een man die er veel aan doet om gezien te worden, zijn opvoeding was wispelturig en hij heeft zichzelf aangeleerd om iedereen te vriend te willen houden. Een pleaser dus. Tenslotte zit hij als een zoutzak in de Bloeikas, geen spatje energie.

A: Dus eigenlijk is jouw vrouw het probleem toch? Zij moet zo nodig een nieuwe winkel starten, en daarom moet jij de hele tijd bloemen bezorgen en mee naar de veiling.
HW: [huh]. Nee, dat doe ik zelf toch?
A: Ja tuurlijk, maar als jij weigert schiet ze in de stress en krijgt ze het niet voor elkaar. Wat een nare vrouw!
HW: Nou, ze is wel lief hoor….maar…ze heeft het gewoon druk en ik kan haar toch gewoon helpen?
A: Je hebt helemaal gelijk Hans, eigenlijk zou ze er nog een winkel bij moeten hebben. Kun je nog veel meer helpen. Dan vind ze je nog leuker!!
HW: [lacht] Nou, één nieuwe zaak is wel ff genoeg. Ik moet er niet aan denken!
A: Dat zou ik ook niet doen, want als jij er aan gaat denken en ze krijgt het op haar heupen, dan komt er zo een tweede bij…
HW: Eerlijk gezegd gaat de winkel inderdaad wel heel goed, ze wil het liefst naar een nieuw pand. Ze heeft haar zinnen gezet op een mooie locatie in de binnenstad die…
A: [onderbreekt, verongelijkt] Een nieuw pand?! Wat denkt ze wel, hoe denkt ze dat te gaan doen? [verzacht]. En ik zie het helemaal voor me, jij bent heel handig toch? En houdt van klussen? Die lieve schat heeft het echt goed met jou….Hans Willem de klusser staat altijd voor je klaar liefste! Wat fijn dat je dat weer voor haar wilt doen. Topgozer ben je!
HW: Ik zie er wel tegenop….weer zo’n klus. En ik heb al een aantal keren afgezegd voor outdoor klussen waarvoor ik wordt benaderd, daar had ik zo’n zin in. Maar dat komt er gewoon niet van, met de kinderen, de winkel van Janine en mijn eigen werk.
A: [stemverheffing] En dat vind ik juist zo mooi aan jou Hans, dat jij het ENIGE waar JIJ plezier uit haalt afzegt om de rest te pleasen….je bent écht een tópgozer! Wat zal Janine trots op je zijn!

Hans Willem wordt stil, brengt zijn handen naar zijn gezicht en kijkt me verdoofd aan. ‘Verdomme Arno, dat is het precies, VERDOMME!’ Hij huilt zacht, met zijn hoofd in zijn handen en vertelt.

HW: [geëmotioneerd] Ik ben zo godsgruwelijk doodmoe man, als sinds het overlijden van pa ben ik als een idioot aan het rennen. Mijn moeder, de kinderen, de bloemenzaak, mijn nieuwe job….ik ben op. En weet je wat het stomme is?……Niemand vraagt expliciet mijn hulp ofzo, ik ga als een idioot mijn moeder helpen en Janine bij haar nieuwe zaak….zonder dat ze het me vragen. Ik wil ze gewoon helpen, ontlasten…maar ik doe het echt zelf.

Een week later spreek ik Hans Willem weer. Hij vertelt dat het al lange tijd niet meer ging, dat ook Janine en anderen hem wilden helpen maar hij het zelf wilde oplossen. Hij ging eigenlijk alleen maar versnellen, nog meer werken, laten zien dat hij het wél kon. Met Janine heeft hij een open gesprek gevoerd, ze schrok van zijn emotie toen hij vertelde hoe hij zich écht voelde. Hans is enorm opgelucht. ‘Maar nog steeds wil ik sterk zijn en vind het moeilijk om te veranderen’

A: [guitig] Maar ik zou ook gewoon zo doorgaan! En als Janine dat nieuwe pand betrekt gewoon weer klaarstaan, dan blijft ze je tenminste lief vinden…
HW: [open lach en kijkt me vastbesloten aan] Haha, nou, ik wil echt graag veranderen Arno. Ik weet ook wel dat Janine me ook lief vind als ik….
A: [geschrokken] Hans! Niet doen! Straks heb ik jouw echtscheiding veroorzaakt….dat is heel slecht voor mijn imago!
HW: [lachend] Kom maar op!

Na de zesde sessie ronden we af. Hans Willem heeft ruimte voor zichzelf gecreëerd, is weer begonnen met outdoor activiteiten en voelt zich veel energieker.

Hij sluit af met een groot dankjewel en zegt ‘Op de één of andere vage manier gebeurt er hier altijd iets ongelooflijk goeds’