Een kneitersuccesvolle loser

Carol komt vrolijk de Bloeikas binnen, haar rit uit haar woonplaats in het midden van het land zit erop. Het is haar derde coachingsessie. Ze is rond de vijftig, directeur van een internationaal bedrijf met drie vestigingen en meer dan driehonderd werknemers. Ze begeeft zich in goede kringen, gaat af en toe met een internationale delegatie mee naar nieuwe exportlanden, ontmoet ambassadeurs en hoge funtionarissen. En zij vind zichzelf nogal een sukkel.

Als ze binnenkomt straalt ze rust uit, veiligheid en ervaring. Een vrouw die zich niet op de kast laat jagen, vertrouwen heeft in mensen en de tijd haar werk laat doen. Voor haar managementteam is ze een rots in de branding en zelfs voor de werknemers in de fabrieken is ze heel benaderbaar. Ze maakt bewust ruimte voor de mens, heeft begrip en vertrekt altijd vanuit vertrouwen.

Alleen heeft ze geen enkel idee hoe waardevol dit is. Ze kijkt enorm op tegen anderen en heeft continu het gevoel dat ze niet goed genoeg is. Tenslotte heeft ze maar een MBO achtergrond en werkt met allerlei ‘geleerde’ mensen. Ze is onzeker, maakt weinig ruimte voor haarzelf en laat regelmatig haar grenzen overschrijden. Hierdoor verliest ze energie waardoor ze nog onzekerder wordt over zichzelf.

Gedurende de eerste twee coachingsessies begint haar toch te dagen welke enorme kwaliteit ze heeft, hoe veel mensen haar vertrouwen en graag bij haar in de buurt zijn. Tijd voor een volgende stap.

A: Wat is jouw zelfbeeld eigenlijk?
C: Nou, ik vind mezelf nogal een loser!
A: En dat is nog zwak uitgedrukt toch?! Eigenlijk kun je echt helemaal niks en snapt niet dat mensen je niet doorzien
C: Euh, ja, ik ben inderdaad bang om door de mand te vallen.
A: [tikje tegen voet] Ik snap ook eerlijk gezegd niet hoe jij het voor elkaar krijgt, je bent écht een enorme sufferd, kan eigenlijk niets, bent maar een MBOer, met moeite diploma gehaald en niemand heeft in de gaten dat je zo’n loser bent. Het is ongelooflijk!
C: [beduusd, bedrukt] Nou ja, dat is eigenlijk wel hoe het voor mij is ja. Dus….
A: Een loser is letterlijk een verliezer. Iemand die nooit iets wint. Ik vind je ook een nobody. Eerlijk gezegd heb ik nauwelijks in de gaten dat je er bent. Je doet er gewoon helemaal niet toe! Je bent zinloos!
C: [tranen] …..Ik werk zo ongelooflijk hard, ik doe echt goeie deals, het bedrijf groeit, er komt een vestiging in Amerika aan, ik ben niet zinloos….dat zie ik echt wel. En ook geen loser. Zonder mij was dit bedrijf nooit zo succesvol geweest, maar ik geniet er gewoon niet echt van ofzo.
A: Ja ho ho, werken heet niet voor niets werken. Dat betekent gewoon bikkelen, niet lullen maar poetsen…niet klagen maar dragen.
C:[glimlacht] Ik hoor mijn vader praten! Hou op! Ik doe nog steeds wat hij vraagt blijkbaar, op mijn vijftigste, niet normaal toch!
A: Je bent maar een MBOer Carol. Die moeten hard werken. Face it!
C: [lach] Weer mijn vader! Mijn jongste broertje heeft de universiteit Cum Laude afgerond, ondanks dat hij zakelijk geen idee heeft hoe het moet, kijk ik toch enorm tegen hem op.
A: Terecht! Een universitair afgestudeerd persoon is veel waardevoller dan een MBOer. Dus dat klopt!
C: [heftig] Bulshit! Echt bulshit! Hij heeft geen benul hoe de wereld werkt, ik ben kneitersuccesvol! Zonder dat diploma. Daar gaat het helemaal niet om!

A: Zeg dat nog eens?
C: [grote lach] Ik ben echt KNEITERSUCCESVOL! Ik werk vanuit vertrouwen, de mensen in de fabrieken zijn dol op me, klanten lopen met me weg, resultaten zijn goed….
A: [grappende toon, tik tegen knie] Ja, ja, nu ineens succesvol, zal wel….

C:[opgelucht] Ik snap wat je doet Arno, maar ik ben echt hartstikke succesvol. Het voelt heerlijk dat oprecht uit te spreken.

Later is allang begonnen.

Sinds enige tijd heb ik Rudolf in coaching. Een man van 45 jaar, opgegroeid in een ondernemersgezin, zijn ouders hadden vier winkels, op zijn 22e kwam Rudolf ‘in de zaak’. Hij werd op zijn 32e directeur en eigenaar. Zes jaar later verkocht hij de winkels nadat zijn ouders waren gestopt. Momenteel is hij directeur van een bedrijf met 130 werknemers. Hij is getrouwd en heeft twee kinderen. Sinds een jaar voelt hij zich niet meer goed, energie neemt af en is kortgeleden bij de huisarts geweest vanwege lichamelijke klachten.

Hij komt altijd binnen met een hoog energieniveau, goedlachs, altijd in voor gezelligheid en voordat hij binnenkomt is hij altijd aan het bellen. Zo ook deze keer…

A: Hé directeurtje! Klant aan de lijn?
R: Pffff…man man
A: Was het je vrouw?
R: [flauwe glimlach] ….onze productie loopt vast vanwege leveringsproblemen, twee mensen uit mijn management zijn ziek en zojuist hoorde ik dat mijn vader voor de derde keer in het ziekenhuis ligt.
A: Directeurtje, kom eens zitten. [energiek] Man, man wat een leven. Dat jij nog staat! The last man standing. Dat vind ik wel mooi aan jou! Lachen toch?! Lekker hard werken, actie in de tent! Dit is zoals ik je ken!
R: [vermoeide blik, staat nog steeds] Ik weet even niet meer waar ik het moet zoeken…alles komt tegelijk.
A: [pakt bij schouder] Directeurtje….kom eerst eens ff zitten. Of wil je al weer weg? Vind ik ook prima!…….. [R gaat zitten] Ik zou er gewoon mee stoppen als ik jou was. Vrij simpel. Je hebt toch een financiele buffer, je bent klaar met het gezeur en jouw vader heeft je nodig. Wat is eigenlijk het probleem?

R: [diepe zucht, flauwe glimlach en begint te vertellen] Makkelijk lullen Broere!, wat is eigenlijk het probleem? Al mijn hele leven ben ik aan het werk, bezig met de zaak, ouders die het druk hadden….[bla bla bla]….Ook tijdens de eerste jaren in de zaak altijd drukte, gedoe met personeel, maar ik vond het ook mooi….[bla bla bla] En de verkoop van de winkels was natuurlijk emotioneel pittig, maar zakelijk een topbeslissing, en ik vond het ook gaaf dat het lukte….[bla bla bla] En toen moest ik me zo nodig weer inkopen in deze zaak…mijn pa had altijd commentaar, wist het altijd beter….En nu de laatste jaren gaat het zakelijk ook goed, we groeien, ik krijg de boel aan de praat, maar nu met mijn pa….ik had het altijd over later. Later als ik groot ben, of later als ik met pensioen ga….[bla bla bla] Weet je, ik wordt helemaal gek van mezelf. Ik moet altijd overal een mening over hebben, ben altijd bezig, sta altijd aan, vind alles leuk, zakelijk belangrijk, ik loop de hele dag te rennen….En doe het allemaal voor later ofzo. Maar nu met mijn vader…die deed dat ook….. voor later….[R laat zijn hoofd in zijn handen rusten]

Het voelt alsof hij helemaal leeg is, alsof hij zijn hele leven opnieuw heeft beleefd en zich overgeeft. De energie is he-le-maal weg.

A: [schopje tegen knie, guitig, uitdagend] Weet je directeurtje? Ik vind dat je nogal overdreven reageert, je hebt het een beetje druk, wat kleine tegenslag en je ligt direct op apegapen. Tjongejonge zeg. Vroeger, in de tijd van jouw vader waren er nog echte ondernemers, niet klagen maar dragen. Jouw vader had toch gelijk. Je bent geen echte ondernemer! Maar gelukkig leeft je vader nog, dus die kun je gewoon weer om advies vragen.
R: [ongeloof, bozig en vervolgens staat hij op]. Ik geen ondernemer! Heb je net niet geluisterd? Wat ik allemaal doe, hoe hard ik werk, hoe ik leerde, hoe betrokken ik ben en hoe ik het familiebedrijf verder bracht…..[stopt, kijkt me verbaasd aan]

R: Arno, weet je dat ik mijn vader nooit heb verteld hoeveel ik van hem heb geleerd, hoe ik tegen hem opkeek, ik vond hem altijd een betweter, vervelend omdaf hij altijd weerwoord had, maar ik heb zo ongelooflijk veel van hem opgestoken, overgenomen en écht gezien wat ondernemen betekent. En hij wist heel goed oplossingen te vinden en indien buiten zijn invloedsfeer juist daarin te berusten…

De energie komt terug, de lach en de trotse Arthur komt tot leven….Arthur vertrekt, ik blijf een beetje verbaasd achter.

Twee weken later is Arthur er weer. Als ik hem vraag naar wat er nu gebeurde vorige keer antwoord hij: ‘Het voelde als een achtbaan, jouw geplaag maakte me boos en ook energiek. Mijn blik op mijn vader veranderde. En toen ik me realiseerde dat er problemen zijn die ik kan oplossen en situaties waarin ik geen invloed op heb, zoals mijn vader altijd zei, ontstond er enorme ruimte en voelde ik dat ik de goede dingen doe. En meer dan dat kan ik niet.’

Met een warme glimlach vertelde Arthur dat hij bij zijn vader was geweest en hem verteld hoe veel hij van zijn vader had geleerd en zijn strubbelingen in het leven, hard werken voor later enzo. ‘En toen zei mijn vader: Arthur, later is allang begonnen’

Yasser loopt vast door alle vrouwen om hem heen

Yasser komt de Bloeikas binnen. Het is een goedverzorgde veertiger met een baardje. Hij komt in coaching omdat hij ‘het gevoel heeft dat hij zijn volgende carrière stap niet maakt en niet weet hoe het komt’.

Hij vertelt over zijn huidige situatie met een jong gezin met twee dochters, een zieke schoonmoeder en carrière wens om een volgende stap te maken. De man is een waterval, onrustig en vertelt een chaotisch verhaal.

A: Het lijkt me duidelijk Yasser, jij hebt gewoon veel te veel tijd voor jouzelf. En als je veel tijd hebt is er geen druk om te kiezen. Ik zou er nog een nieuwe hobby bij doen ofzo. Of een extra project op je werk? Goed voor je carrière.
Y: [verbaasd] Teveel tijd? Nou, dat valt wel mee hoor…
A: Nou, je hebt twee jonge kinderen, dat is niets. Ik ken een man met vijf kinderen, die heeft een groot bedrijf en alle tijd om te golfen. Jij hebt er maar twee en ben gewoon teamleider. Dus…
Y: Die doet zeker niets in het huishouden en met de kinderen dan ofzo…
A: Precies, die besteed dat helemaal uit. Dat is veel fijner. Bovendien is het vaderschap ook wel erg onderhevig aan inflatie. Dus dat kun je wel een beetje laten gaan. En jouw echtgenote, die is tenslotte toch een vrouw. Dus die kan gewoon wat meer in huis doen, daar is ze ook beter in. Dus geen punt. Jij bent de man, de jager, en zij de verzorger..
Y: [schiet in de lach] Het is eerder andersom…Marlies heeft een heel drukke baan én doet er een opleiding naast.
A: Zie je wel. Jij laat je weer voor het karretje spannen. Dacht ik al. Jouw kinderen, jouw schoonmoeder, Marlies én jouw baas is zeker ook een vrouw.
Y: [vrolijk verbaasd] Ja verrek!
A: Dus jij laat je helemaal piepelen door de vrouwen in jouw leven! [ik geef hem tik op zijn knie] En dat voor een Marrokaan!
Y: [Fel] Ik kom uit Syrië. En daar zorgen we voor elkaar! In Nederland is dat misschien anders maar..
A: [Speels tikje tegen knie] Oh, excuus. Maar dan ben je nog niet helemaal goed ingeburgerd Yasser. Je moet nog leren dat de mannen in Nederland de baas zijn!
Y: [lacht voluit]. Welke cursus is dat? Die wil ik graag doen!
A: [enthousiast met lach] De cursus heet: ‘De man en de vrouw, de keizer en de dienster’ Gaat over de Nederlandse cultuur van het onderdrukken van de vrouw en daar leer je hoe je je verantwoordelijkheid kunt ontlopen, hoe je de taken naar de vrouw delegeert en hoe je af en toe een corrigerende tik uitdeelt, dat is trouwens wel de intensieve opleiding. Dus, wat denk je?
Y: [lacht nog steeds voluit]….waar kan ik me inschrijven!

Yasser en ik zijn uitgelachen, hij lijkt weer te landen en wordt ineens serieus.

Y: Ik realiseer me ineens hoe ongelooflijk druk ik het de laatste tijd heb. Mijn ouders leven niet meer, van mijn vader leerde ik om trots te zijn door voor anderen te kunnen zorgen. En dat is wat ik nu doe. Het maakt me ook trots, maar het is gewoon te veel. Toen jij die opleiding beschreef hoorde ik allemaal dingen die ik doe en zojuist besefte ik me dat ik dat natuurlijk helemaal niet hoef te doen….en nu ik dit zeg hoor ik mijn vader praten….hoe zou hij het vinden dat het me niet lukt?
A: Hij draait zich om in zijn graf. Wat een waardeloze zoon heb ik grootgebracht…ik heb me in Yasser vergist….tssss
Y: [emotie in ogen, teder] Nee Arno, ik ben ervan overtuigd dat hij trots zou zijn als ik wat meer tijd voor mijzelf zou creëren. Vlak voordat hij stierf gaf hij me mee hoe kostbaar tijd is….

Yasser huilt zacht, het lijkt alsof hij zijn vader herinnert. Als hij weer opkijkt heeft hij een vastberaden en zachte uitstraling.

Y: Ik ga in gesprek met mijn leidinggevende, ik heb het te druk en ga zeggen dat ik het moet oplossen. Ik vind het belangrijk mijn kindjes, Marlies en schoonmoeder nu te ondersteunen, als ik een dag minder werk zou me dat heel veel ruimte geven.

Als Yasser is vertrokken ben ik stil. Wat is het toch mooi om met warmte, humor en provocatie te werken en mensen verder te brengen.

Ik zou nooit op mijn huidige job solliciteren!

David is een man van vijfenveertig, succesvol ondernemer en toch niet lekker in zijn vel. Zijn technologiebedrijf is snel gegroeid, het is een creatieve vindingrijke man die de laatste jaren energie verliest. We hebben een aantal coachingsessies achter de rug en het beeld wordt wel duidelijk.

D: Tja, ik weet het niet hoor. De laatste jaren vind ik het toch allemaal minder leuk
A: Het leven is niet altijd leuk David, en een beetje ondernemer weet daar wel raad mee toch?
D: Vroeger was het echt leuker…
A: Vroeger, vroeger, je klinkt als een oude man. Het was vroeger ook leuker, en het wordt in de toekomst alleen maar erger. Je hebt gewoon de beste tijd gehad. Dus wat is het probleem?
D: Het probleem…nou, het valt misschien ook wel mee. Ik heb een mooi bedrijf en ik boer hartstikke goed.
A: Precies. Ik hoor geen enkel probleem. Zullen we ruilen?|
D: Wat bedoel je?
A: Nou gewoon, ik neem jouw bedrijf en inkomen over, jij die van mij?!
D: [Kijkt verbaasd….en beetje in de war]…nou misschien
A: [onderbreekt en lacht]. Dat wil ik zeker niet! Wie wil dat nou, een mooi bedrijf met een gerieflijk inkomen. Weet je, we doen het helemaal anders. Ik ben de sollicatiecommissie en jij solliciteert op je huidige baan.
A: [Formele stem] Nou David, dank voor je brief en CV, waarom denk jij dat je geschikt bent als directeur van ……

D:[Spontaan] Ik zou nooit op mijn huidige job solliciteren, ben je mal!!!

Nu houd ik mijn mond en kijk vrolijk naar David. Hij kijkt geschrokken terug. ‘Nee, echt niet Arno, ik zou nooit solliciteren op wat ik nu doe!

A: Dat is duidelijke taal David. Mooi. We zijn eruit. Hoeveel waarde voeg je dan eigenlijk nu nog toe?
D: Eigenlijk niet veel…

D: Jemig, ik realiseer me wat ik net heb gezegd en ik meen het echt. Jezus, dit is best confronterend…..

Door het perspectief te verschuiven en warmte, humor en provocatie in gesprek te gaan deed David deze ferme uitspraak. Hij realiseerde zich vervolgens dat het echt zo voelt en anders moet. Ondertussen is hij serieuze stappen aan het zetten om verandering aan te brengen in deze situatie.

Ruimte, tijd en provocatief coachen

Veel cliënten die bij mij in de praktijk komen ervaren een gebrek aan ruimte. Hierdoor raken ze in de knel en lopen ze vast. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij directeuren die hun eigen ruimte zijn kwijtgeraakt aan het bedrijf, bij partners die hun eigen ruimte zien verminderen in een relatie (of gezin)én bij medewerkers die hun eigen ruimte zijn verloren in een team of organisatie.

Deze keer wil ik graag het gebrek aan tijd belichten. Tijd is immers een vorm van ruimte. Vaak hebben we er de tijd er niet voor. Hebben we het er veel te druk voor. Staat de agenda het niet toe. Met andere woorden ervaren we een gebrek aan tijd.

Ik benoem vaak de twee vormen van tijd: Kairos en Chronos. Dit zijn twee figuren uit de Griekse mythologie die staan voor de twee gezichten van tijd. Chronos staat voor de lineaire, meetbare tijd. De kloktijd zoals we die in de westerse wereld maar al te goed kennen. De tijd waarin we doel- en resultaatgericht te werk gaan. De tijd waarvan we er altijd te weinig lijken te hebben. Deze tijd is een afspraak die we hebben gemaakt, wij hebben dit fenomeen zelf gecreëerd en we laten ons hier voornamelijk door leiden. Kairos is de tijd die een meer organische bodem heeft. Het is tijd voor een goed gesprek, tijd om eens uit voor je uit te staren of tijd voor een glas wijn. Deze tijd staat voor de innerlijke tijdsbeleving. Ingrediënten voor die beleving van tijd zijn aandacht, rust en concentratie. Het is een innerlijke drijfveer. En veelal is een gebrek aan tijdsruimte dus een dominante Chronos waardoor Kairos te weinig aandacht krijgt.

Chronos hebben we nodig om ons leven in de huidige maatschappij in te richten en ons binnen de systemen te organiseren. Deze gezamenlijke tijdsafspraak is de basis voor de meeste grote systemen, economieën van de westelijke wereld. In het oosten en zuiden wordt er al wat anders omgegaan met (chronos) tijd. Kairos is belangrijk om tot jezelf te komen, creatieve ideeën te ontwikkelen en je eens te vervelen of eens tot diep in de nacht door te praten met een goede vriend. Er zit een andere en misschien wel completere waarde in deze vorm van tijd. Deze tijd lijkt soms te vliegen omdat je in een goede flow zit.

Wat heeft dit nu met provocatief coachen te maken? De positief provocatieve stijl is bij uitstek geschikt om dingen die nu eenmaal zo zijn ter discussie te stellen. En de Chronos tijd is daar een perfect voorbeeld van.

Rinus is manager bij een productiebedrijf, hij maakt onderdeel uit van het managementteam en heeft een probleem met de Chronos tijd.

R: Ik zit met mijn teams vast in ploegendiensten, iedere dag op dezelfde tijd de wissel van productiemensen. Ik heb veel te weinig tijd voor mijzelf en voel me altijd maar slaaf van de productielijn.

A: Dat voel je niet alleen, dat bén je ook. Dus dat klopt. Tja, volgens mij is het heel simpel. Als je een slaaf bent, heb je niets in te brengen. Moet je gewoon doen wat de baas zegt en in dit geval het ritme van de productielijn. Dat lijkt me een feit! Dus wat is het probleem?
R: Ik hou het niet vol, het is te druk, ik wordt gek van de klok.
A: Dan moet je er mee ophouden. Dat lijkt me ook vrij simpel. Toch?
R: Maar de productie kan niet zomaar stoppen. Dit is een geoliede machine. Alle processen zijn strak ingericht.
A: Nee, precies, jij wel. Jouw klanten wachten iedere dag op verse koekjes, die hebben afspraken gemaakt met jouw collega’s en jij moet dat gewoon leveren. Dat is jouw werk. Dus jij levert via het schema en afspraak de hoeveelheid koekjes, iedere dag. Dus dat lijkt me een vrij overzichtelijke situatie. Wat is het probleem? Eigenlijk ben je een moderne slaaf….staat jouw baas ook met een zweep klaar?
R: [Lacht] ….nou dat niet, maar zo voelt het wel.
A: En dan als je te laat bent, knal, knal…..tien zweepslagen voor te laat komen. Twintig zweepslagen voor rendementsverlies meer dan twee procent en dertig voor…
R: [Lacht harder] Nou zo erg is het ook niet!
A: Vroeger zongen de slaven ook om het werk vol te houden, misschien moet jij dat ook gaan doen! Samen, met jouw collega’s. Net als vroeger!
R: [Enthousiast] Ja, ik zie het al voor me. Met de hele productie de tijd vol zingen, om de dagen vol te houden…
A: En dan de eindbaas met zo’n trommel. Zodat jullie de maat houden en efficiënt de productie draaien. Zo kom je de tijd wel door. Uur na uur, dag na dag, week na week….Rinus de moderne slaaf….
R: [Lacht wederom] Ach, zo erg is het ook weer niet. Ik heb best ruimte om mijn eigen ding te doen.
A: Wat?! Wel eigen ruimte? Net zat je nog geketend aan jouw medeslaven, te zingen op de maat, als zo’n treurige katoenplukkende slaaf, in de hitte, zwetend….en nu heb je eigen ruimte?
R: Nou ja, zo slecht is het eigenlijk echt niet. Ik heb best mogelijkheden om invloed te hebben op mijn eigen indeling, alleen zie ik het soms te somber in merk ik nu. Er is soms weinig ruimte, maar dat is natuurlijk onderdeel van een dergelijke omgeving. Bovendien heb ik natuurlijk gewoon mogelijkheden om eigen keuzes te maken!

Door met deze manager de Chronos uit te vergroten en te ridiculiseren verandert zijn perspectief hierop en begint hij zelf te benoemen waarom het eigenlijk wel meevalt. Uiteraard is de feitelijke situatie niet veranderd, maar zijn waarneming en gevoel rond zijn situatie wel degelijk!

Chronos is een systeemafspraak waar veel mensen last van hebben en het gevoel hebben daarin geen eigen keuzevrijheid (lees ruimte) te hebben. En dat laatste is uiteraard een belangrijk onderdeel van het probleem. Door hierin mee te gaan en dit uit te vergroten wordt een andere kant zichtbaar waardoor de client anders aankijkt tegen de feitelijke situatie en wél ruimte ervaart. Je zou kunnen zeggen dat op deze manier Kairos weer duidelijker in beeld is.

Chronos, Kairos en provocatief coachen

Vader, zoon en twee zakdoeken.

Ronald is de zoon, hij is vijfenveertig jaar en werkt als chirurg. Zijn vader heet Jaap en stopte vijftien jaar geleden als huisarts. Vorige week kwamen ze voor een vader en zoon gesprek en stapten gereserveerd de Bloeikas binnen. De mannen voelen zich duidelijk niet op hun gemak.

‘Toen mijn vader overleed, wist ik precies hoe het tussen ons zat’ zeg ik tijdens mijn verhaal. Op dat moment kijkt Ronald naar zijn vader, die stuurs voor zich uit kijkt. Ronald zoekt contact, schraapt zijn keel en kijkt naar zijn vader. Jaap reageert niet, lijkt iets af te wenden. ‘Er is altijd veel liefde tussen vaders en zonen, maar ze vinden het ingewikkeld dit te tonen en hierover te praten’. Opnieuw zoekt Ronald tevergeefs contact. Jaap negeert Ronald compleet. Ik besluit om het gesprek te verleggen.

A: Jaap, ik zie dat Ronald contact met je probeert te maken, merk je dat niet?
J: Eh, nee, eerlijk gezegd niet echt.
A: Niet echt, maar wel een beetje toch Jaap?
J: Nou….
R: [lijkt te twijfelen] Pap?
J: [geagiteerd] Ja?!
A: Mannen, ik zeg wat ik zie. Het is mijn waarneming. Niet meer en minder. Benieuwd hoe jullie het ervaren. Ik zie dat Ronald een aantal keren nadrukkelijk contact met Jaap zoekt, maar Jaap doet alsof hij het niet merkt. Mijn waarneming is dat Jaap het wel merkt, maar niet weet hoe te reageren, en daarom verder afstand neemt. Dit doet Ronald zichtbaar pijn en verdriet. [dan kijk ik Jaap aan] En vermoedelijk jou ook.

Jaap slaat zijn ogen neer. Ronald is gespannen. Ik laat de stilte. Jaap speelt met zijn trouwring. Ronald kijkt naar mij. Het blijft stil.

A: Nu het zo lekker stil is, zet ik ff een plaatje op. Het heet papa, van Stef Bos. Misschien kennen jullie het wel.

Ronald en Jaap beginnen allebei te schuiven op hun stoel, er volgt een diepe zucht van beide kanten…..het voelt alsof ze zich overgeven.

Tijdens het lied komen de tranen bij Ronald, Jaap kijkt naar de grond, zeker niet naar zijn zoon, het lijkt alsof hij met kracht probeert zijn emoties te bedwingen.

A: Jaap! Kijk eens naar je zoon!
J: [staart naar de grond]
A: [Ik sta op en zeg vrolijk] Ok mannen. We stoppen! Jullie hebben lekker gepraat toch?

Jaap staat automatisch ook op en blijft een beetje onhandig staan. Ronald blijft stilletjes zitten. Voor het eerst draait hij naar Ronald, die met zijn hoofd in zijn handen zit. Jaap twijfelt, zet een stap richting zijn zoon en zakt door zijn knieën. Ronald grijpt zijn vader vast en Jaap omarmt hem. Er volgen veel tranen, een heel lange knuffel en zachtjes worden woorden gewisseld. Ik kan het niet horen, en eerlijk gezegd ben ik zelf écht geraakt dus ga maar zitten en aanschouw het tafereel.

Na enkele minuten laten ze elkaar los, er wordt verlegen en opgelucht gelachen, beide halen een zakdoek uit hun broek en snuiten hun volgelopen neus.

A: Zo! Er is contact zie ik! Vertel eens, hoe zit het eigenlijk tussen jullie?

Jaap begint te vertellen over zijn leven als huisarts, het te vroege overlijden van zijn eerste vrouw (van wie hij de trouwring nog draagt) en hoe hij het gezin met drie opgroeiende kinderen droeg. Hij werkte hard, was een geliefd huisarts, maar vond het gezin in zijn eentje draaien heel moeilijk. Hij kreeg snel na het overlijden van zijn vrouw een relatie, hij noemt het een vlucht, na twee jaar was het voorbij. Ronald ging als eerste studeren, de andere twee dochters verlieten het huis later. Jaap vertelt dat het als een opluchting voelde toen alle drie het huis hadden verlaten, en dat gevoel vond hij ingewikkeld. Jaap vertelt uitgebreid over hoe zwaar hij deze periode vond en hoe moeilijk hij het vond dat Ronald uit huis ging. Hij benoemt zijn onzekerheden en twijfels, soms geëmotioneerd, hij is helemaal open gegaan. Ronald luistert aandachtig en af en toe met ongeloof. Is dít zijn vader?! Ook benoemd Jaap hoe trots hij was toen Ronald medicijnen ging studeren, uiteindelijk als chirurg afstudeerde en nu al ruim tien jaar werkt. Al die tijd kijkt hij naar het vuur in de kachel, hij kijkt ons nauwelijks aan. Ronald golft mee met de emotie van zijn vader, hij is goed op hem afgestemd en lijkt te voelen hoe het voor zijn vader moet zijn geweest. Na een monoloog van twintig minuten kijkt Jaap op, eerst naar mij, en vervolgens, met moeite, durft hij Ronald aan te kijken.

R: Jezus pap!

Ze kijken elkaar aan en Ronald legt zijn hand op de onderarm van zijn vader. De sfeer is totaal veranderd.

A: Goed Jaap, prachtig verhaal! Maar geen antwoord op mijn vraag, hoe zit het eigenlijk tussen jullie? Misschien kan Ronald hier zijn kijk op geven?
R: Jezus pap….nou, ik weet ff niet waar te beginnen.

Vervolgens vertelt Ronald zijn hele verhaal. Ook mooi, verdrietig en herkenbaar. Na ongeveer tien minuten blijft wederom de onderlinge relatie onbesproken.

A: [Met grote lach] Mooi verhaal Ronald. Maar het zit in de familie volgens mij, ik wil nu gewoon antwoord op mijn vraag!

Ronald en Jaap zijn nu een team, tegenover mij, en hebben heel veel lol. ‘Het is inderdaad waar, we kunnen blijkbaar wel een verhaal vertellen, maar niet tegen elkaar hoe het zit ofzo.’ De mannen lachen, er is verbinding, maar ik krijg geen antwoord op mijn vraag.

Ik speel een teleurgestelde man. ‘Als jullie mijn vraag niet willen beantwoorden, dan is dat maar zo….stelletje medische….’

J: [kijkt Ronald aan] Arno, ik wil je best antwoord geven. [kijkt trots, bij het uitspreken is hij zichtbaar geëmotioneerd]. Ik hou heel veel van Ronald, en…..[emoties nemen over].
R: [betraand] …ik zoveel van jou pap…..

Ronald omarmt zijn vader, tranen, opluchting en wederom een grote lach gevolgd door twee zakdoeken.

Carlos kan niet huilen.

Carlos loopt vast met een aantal grote projecten, hij is senior manager bij een groot Nederlands bouwbedrijf. Hij heeft contact gezocht en stapt de Bloeikas binnen.

Hij vertelt over zijn baan die hij leuk vindt, zijn drukke gezin en hoe hij is opgegroeid. Tijdens de coaching gebeurt ongeveer het volgende:

C: Ik huil echt nooit! Volgens mij voel ik het gewoon niet.
A: Gelukkig! Ik kan ook echt niet tegen huilers. Het moet voor mij ook een beetje leuk blijven.
C: [lacht een beetje]. Nee, echt niet. Ik kan me niet heugen.
A: Ok Carlos, we spreken het volgende af. Ik ga je verder coachen, maar we laten géén tranen vloeien. Een man een man, een woord een woord! Deal?
C: [timide] euh, ok denk ik? Wel gek, maar ok. [vertwijfeld] Ik zit hier bij een coach toch? Daar horen toch emoties bij?
A: Als jij zegt dat je nooit huilt, geloof ik dat, bovendien is dat een gave! Past helemaal bij het plaatje van senior manager bij een bouwbedrijf. Veel mannen daar lijkt me. Dus geen emoties! Top. Dus geen emoties in de Bloeikas vandaag! [ik gooi theatraal het doosje tissues aan de kant]
C: Prima…

De coaching vervolgt. Hij vertelt over zijn vader.

A: Ik neem aan dat jouw vader net als jij ook nooit huilde. Zit gewoon in de familie. Geen emotionele incontinentie maar gewoon doorpakken!
C: [begint zacht te praten] Hij was een prima vader, maar….
A: Carlos, we hebben een afspraak, GEEN EMOTIE. Dus die weg gaan we niet in!
C: Er is wel iets dat ik wil vertellen….
A: Prima, maar GEEN EMOTIE!………[nog harder] GEEN EMOTIE!
C: [natte ogen] Ik had best vaker met hem willen….
A: Carlos! GEEN EMOTIE. We hadden een deal!
C: [begint te huilen] Het was best ingewikkeld…
A: [ik geef Carlos een tik tegen zijn schouder en sta op] Carlos! Stop! GEEN EMOTIE! We hadden een deal!

Carlos breekt. Hij lacht en huilt. Tranen vloeien minutenlang. Ik pak het doosje tissues. Enigszins verbaasd kijkt hij naar me op, hij oogt vermoeid en tegelijk guitig.

Hij vertelt over de relatie met zijn vader, hoe hij hem vroeger had gemist en nooit had ingezien hoeveel dat met hem had gedaan. Vanaf het moment dat zijn zoons naar middelbare school gaan begon er iets bij hem te knagen. Er vloeien heel veel tranen en we hebben ook heel veel lol.

C: Jeetje Arno…
A: [met lach] Ho, ho Carlos. Geen emotionele betogen en inzichten alsjeblieft. Ik heb wel even genoeg gehad!
C: [lacht] Je hebt gelijk. Het is mooi geweest voor vandaag! Maar wat een mooie…
A: [onderbreekt en geeft een speelse tik] Carlos hou op! Begin nu niet weer, we zien elkaar over twee weken. Ik zal me mentaal voorbereiden en extra tissues kopen….man, man, man…. Fijn weekend voor nu. Ben ik ook aan toe!

Carlos verlaat zichtbaar opgelucht, vermoeid en vrolijk de Bloeikas.

Peter is zijn visitekaartje geworden

Met regelmaat coach ik managers en directeuren. Een veel voorkomend thema waar ze mee komen heeft te maken met de identificatie met het werk dat ze doen en daarbij behorend ‘serieus’ gedrag.

Vroeger was een directeur ook gewoon iemand die voetbalde, wel eens een snoepje stal en met vriendjes ging spelen . Tijdens de studententijd ging dat spel vaak nog wel door in de kroeg, op gekke gala’s, en tijdens sportwedstrijden. Uiteraard werd er voorbereid op het latere ‘serieuze’ leven door vergaderingen van commissies, projectgroepen en studeren voor tentamens. Dit waren er oprecht serieuze uitdagingen voor de aankomend directeur, maar veelal bleef het toch een vrolijke en luchtige manier van leven.

Kortom, tot en met de studententijd is er veel ruimte voor spel, avontuur en vrijheid. Daarna komt de eerste baan, een serieuze relatie, hypotheek, kinderen, betere baan, meer verantwoordelijkheid et cetera. Hierbij hoort verantwoordelijk gedrag, belangrijke keuzes, managementtaal en serieuze blikken. En dit gaat allemaal niet in één keer, maar stap voor stap waardoor de manager of directeur langzaam in een staat van ’terminale serieusheid*’ belandt en zijn visitekaartje wordt.

A: Wat wil je drinken?
P: Koffie, zwart en geen koekje.
A: Ah, ik zie het al. Jij bent een geboren directeur. Neemt direct de leiding en ben heel duidelijk. Koffie, zwart, geen koekje!
P: Uh, ja..
A: De meeste directeuren hebben geen probleem, voldoende geld, mooie auto en succesvolle kinderen, net als hun vader. Dus Peter, wat kom je eigenlijk doen?
P: Nou, zo’n directeur ben ik misschien dan niet
A: Niet?! Ik zie hier een heel serieus en goed voorkomend iemand binnen komen. Met een keurig pak aan. Dus een succesvolle en vooral serieuze man. Dat hoort ook zo! Maar wat is dan precies het probleem?
P: Ja, dat pak draag ik voor mijn werk.
A: Dat vind ik ook zo mooi aan jou, dat jij je helemaal aanpast aan jouw werk. Zelfs jouw kleding pas je aan. Maar ja, een succesvol directeur draagt nu eenmaal een mooi pak. Dus wat was het probleem ook alweer?
P: Ik vind het allemaal best zwaar om eerlijk te zijn
A: Dat vind je niet alleen, dat is ook zo. Dus dat is een feit! Daarom hebben directeuren van die brede schouders Peter, die dragen dat allemaal. Zoals een echte directeur dat ook doet! Dus dat het zwaar is is logisch, dat hoort erbij toch? Je bent geen winkelbediende of buschauffeur, maar directeur. Dus wat is dan precies het probleem?
P: […..ehh]
A: Als jij het niet weet, weet ik het wel. Laat me jouw visitekaartje eens lezen?

Peter haalt het visitekaartje uit zo’n chique doosje en geeft het aan me. Ik lees hardop ‘Peter, Chief Financial Officer……..zo zeg, ik ben onder de indruk CHIEF betekent baas volgens mij, FINANCIAL is iets met veel geld en OFFICER lijkt me ook belangrijk en serieus. Dus jij hebt een heel serieuze baan en je bent dan ook een heel serieuze man met een heel serieus pak. Dus dat klopt toch? Wat is dan het probleem

P: Nou, zo belangrijk en serieus ben ik niet..
A: [ik knipoog en geef Peter een schopje tegen zijn schoen] Wel, CHIEF FINANCIAL OFFICER dat is heeeeel serieus, dat weet jij ook Peter, en dat is niet gespeeld, jij bent écht heel serieus. Ik neem aan dat..
P: [onderbreekt en kijkt me verbaasd aan]….Shit…ik ben mijn visitekaartje geworden..

Een drietal sessies verder is er veel met Peter gebeurd. Meer inzicht in gedrag, patronen en vooral meer spel in zijn leven. De provocatieve sessies hebben Peter geholpen om de staat van terminale serieusheid te herkennen en te relativeren.

Wat ik vaak ervaar is dat volwassenen stoppen met spelen en het leven echt serieus nemen. Het terug brengen van spel ik het leven van ‘serieuze volwassenen’ zie ik als een belangrijke bijdrage in de levens van mensen alsook in hun organisaties.

* De term ’terminale serieusheid’ komt van de Vrije Denkers, zie het filmpje Doen is de beste manier van denken .

Kees is een nobody

Kortgeleden rondde ik een coaching traject af. In vier sessies was Kees klaar. Het patroon van Kees is iets wat vaak voorkomt, hij deelde zijn eigen ruimte met anderen ten koste van zichzelf. Van oudsher om te beschermen en te overleven. Nu neemt hij zijn eigen ruimte weer.

Kees is een man van einde dertig, zakelijk zeer succesvol en eigenlijk wel tevreden. Zijn initiële coachvraag ging over zijn werk, na tien minuten was dat een bijzaak en ging het over zijn eigenheid of authenticiteit.

A: Dus jij laat continu over je heen lopen
K: Nou, nee, maar, ik vind het lastig om…
A: Precies. Je bent een NOBODY!
K: Nou dat gaat wel ver…
A: [plagerig] Jij gaat nooit ergens voor staan, nobody
K: [weifelend] Niet!
A: Wanneer ging je voor het laatst ergens voor staan?
K: Nou, bijna dagelijks
A: Ok, waar ben je maandag voor gaan staan?
K: Euhh
A: En dinsdag?
K: Nou moet je luisteren….
A: [praat bewust door hem heen]. En woensdag? Zie je wel, je bent echt een nobody, je zegt dat je dagelijks voor iets gaat staan, en dat is niet zo. Dus je bent ook nog onbetrouwbaar….Jij bent helemaal niemand Kees! [met grote lach en aanraking van Kees]. Ik kan ineens ook door je heen kijken, je wordt een beetje doorzichtig. Je bent echt een NO BODY, géén lichaam. Geinig!

Kees kijkt me aan, valt stil. Ik hoor een kwartje vallen..

K: Vroeger werd ik op school gepest, ik droeg een bril en was een beetje bedachtzaam. Mijn klasgenoten zagen me niet staan. Mijn echte naam is Sijs van Akker. Op de basisschool was er een juf die de naam Sijs belachelijk maakte, mijn tweede naam is Kees. Vanaf dat moment ben ik die gaan gebruiken. Toen ik op mijn twaalfde ging verhuizen naar Amsterdam had ik een Brabantse tongval, ik leerde Amsterdams praten omdat ik werd uitgelachen….[Kees kijkt me aan alsof hij het ineens helemaal ziet. Hij lijkt geschokt]

A: Jij hebt letterlijk jouw authentieke zelf losgelaten ter bescherming. Jouw patroon is aanpassen en onzichtbaar worden in de groep. Hiermee ben je jouw eigenheid kwijtgeraakt alsook het begrip dat je eigen ruimte nodig hebt. En niet altijd jouw ruimte en waarden laat overnemen door anderen.

K: Toen je zei dat je door me heen kon kijken voelde ik dat ik dat vroeger het liefste wilde, dat ze me niet zagen. Jezusmina! Ik heb me dit nooit zo gerealiseerd……

In de evaluatie schrijft Kees het volgende: ‘Mijn grootste winst is het herkennen wanneer ik in een situatie kom die niet bij mijn ‘authentieke ik’ hoort en daarmee veel beter reageer, dit geeft me heel veel rust en zekerheid’

En tenslotte: ‘Het schijnbare gemak waarmee Arno de diepte in kan gaan en de gevoelige onderwerpen boven tafel weet te krijgen vond ik indrukwekkend. Hij drong razendsnel door tot de kern van mijn vraagstuk!’

Vader en zoon – zeker weter en twijfelaar

Bram en Antonie komen de Bloeikas binnen. Bram is rond de veertig en Anthonie zeventig jaar.

Ik vertel ze over wie ik ben, hoe mijn leven loopt en hoe mijn relatie met mijn vader was. Op welke manier de gesprekken voor zijn overlijden voor ons beide waardevol waren. Maar pas toen mijn vader kwetsbaar werd door de kanker dit soort gesprekken écht lukte.

Bram wil beginnen en is direct emotioneel, zijn vaders ogen raken ook gelijk betraand. Ze zoeken elkaars hand. De sfeer is veilig en gespannen.

Bram vertelt over hoe hij zich probeert te ontwikkelen, letterlijk loskomen van thuis, over wat hij zijn vader gunt en hoe moeilijk hij het vind altijd een oordeel van hem te ervaren. ‘Hierdoor laat ik me niet echt zien pap’. Op het moment dat hij zijn vader direct toespreekt is er altijd emotie, trillende stem en verhullende lach. Wel lukt het hem om rake woorden te vinden.

Anthonie komt uit een ondernemersfamilie waar zijn vader veel afwezig was,  in een tijd waar vader en moeder nog U waren. Problemen werden goed opgelost, praktisch, met daadkracht en geld. Maar kwetsbaarheid en onzekerheid hadden in die tijd geen plek in het gezin. Hij is zich heel erg bewust van zijn eigen opvoeding, patronen en ziet precies wat hij zijn zoon ‘aandoet’ met zijn oordeel. En hij vertelt dat zijn intentie wel goed is, namelijk vanuit liefde en bezorgdheid.

Het is duidelijk dat ze erg veel van elkaar houden, dat wordt ook letterlijk gezegd. Wel is er voorzichtigheid in woordkeuze, ze willen elkaar wel dingen vertellen, maar zonder de ander te kwetsen.

‘Waarom zeggen jullie niet gewoon hoe het is? Jullie praten zo omzichtig dat ik er he-le-maal niets van snap! zeg ik.

Na mijn opmerkingen nemen directheid en luchtigheid toe. Het elkaar beschermen wordt herkend. Beiden hebben niet geleerd de confrontatie als verbindend te zien, maar gaan het uit de weg. Ze zijn te voorzichtig.

Halverwege het gesprek sta ik op om het liedje Father and son van Cat Stevens te draaien. Bram is zeer geraakt door het nummer. Het gaat over een vader die goede raad geeft en een zoon die zijn eigen pad wil volgen.

Tijdens het gesprek wordt zichtbaar dat Bram hier zit voor zijn relatie met Anthonie, maar óók onbewust namens zijn broer en zus. Maar misschien wel het meeste voor zijn vader. Hij gunt vooral hem wel een goede relatie met zijn kinderen, omdat hij het verdient, omdat hij de beste pa is die hij zich kan wensen.

Vader presenteert zich als een zeker weter, op hoog niveau in medische wereld gefunctioneerd, belezen en begaafd. Bram is openlijk een twijfelaar, en hiermee weet Anthonie geen raad. ‘Je moet toch een keer kiezen jongen. Je snapt zelf toch ook wel dat….’

Bovendien nemen ze het heel serieus, ik laat ze zien dat er meer luchtigheid mogelijk is, dat ze allebei met de allerbeste intentie maar wat doen.

Na wat geplaag en directheid van mijn kant komt vader meer bij zijn gevoel, spreekt zijn onzekerheden en verwarring uit. Op het moment dat hij vertelt over hoe hij soms buiten het lijntje kleurt verschijnt er een jongensachtige blik. Dit brengt nieuwsgierigheid en een lach bij Bram. Alsof het voor het eerst is. Vervolgens benoemt Anthonie zijn gevoel, hoe hij twijfelt of hij de juiste dingen doet als vader, dat hij bang is dat hij tekortschiet richting Bram.

Dit emotioneert Bram duidelijk. Hij beschrijft dat zowel hij als zijn pa exact hetzelfde doen. Elkaar beschermen en hiermee uit verbinding gaan. Vanuit liefde.

Ze herkennen elkaar als twijfelaars, het uitspreken van hun onzekerheden, hun momenten waarbij ze uit de bocht vlogen en dat wat ze verbind brengt het gesprek tot een mooi einde.

Uiteindelijk vraag nog wat ze tegen elkaar willen zeggen, niet via mij, maar direct en terwijl ze elkaar aankijken….er volgen prachtige en directe woorden. Een lach en een traan.

De dag erop ontvang ik een appbericht van Bram: Een oprecht bedankje namens vader en zoon. Blij dat ze het hebben gedaan en zeer de moeite waard!

Mijn dag is weer goed.