Cashflow junkie

Ik heb een afspraak met Olivier, hij is via via doorverwezen en stuurde me een enorm epistel ter info. Dat was zijn verhaal en analyse van zijn huidige penairie. Het ging over zijn bedrijven, verkoop, doorstart en weet ik allemaal.

Olivier komt de Bloeikas binnen, ik weet niet wat ik moet verwachten. Een man van begin veertig, verzorgd kapsel, schone bril, getrimde baard, maar sjofel gekleed.

Als hij zijn koffie heeft begint hij een heel verhaal over zijn bedrijf, zijn plannen, de gedwongen verkoop omdat zijn gezinsleven kapot ging, het loslaten van zijn zakelijke kindje, dat hij tijdelijk bij een vriend woont, zijn investeringen in andere ondernemingen, de chaos in zijn hoofd, zijn spijt van het harde werken de afgelopen twaalf jaar, dat hij ‘de oude Olivier’ kwijt is, te weinig cashflow, et cetera. Hij ratelt aan één stuk door.

A: Wat is nu eigenlijk het probleem?
O: [denkt na] Dat ik mijn bedrijf heb verkocht…
A: Dat is geen probleem, maar een feit, wat is het probleem?
O: [met overtuiging, snel] Dat ik niet meer weet hoe ik verder moet…
A: Dat is ook een feit, wat is het probleem?
O: [in de war] Dat ik niet heb nagedacht toen ik het verkocht!
A: Feit! Wat is het probleem?
O: [kijkt over bril, onzeker] Dat mijn leven een puinhoop is?
A: Dat is het in Gaza! Ik vind het wel knap dat je zo snel kan schakelen en telkens een nieuw feit benoemd….waar gaat het nou eigenlijk over?
O: [trillende lip] Ik heb geen cashflow meer….

Hij begint oplossingen te benoemen, in andere onderneming stappen, toch herinvesteren, en hij blijft ook terugkomen op zijn spijt, dat hij de opties niet goed heeft afgewogen. Ik krijg het beeld van een verslaafde, verslaafd aan cashflow…

A: Jij bent gewoon een junk man! Een cashflowjunk!
O: [beduusd, valt stil…een lach] Fuck! Ja echt…
A: [doe alsof ik spuit in arm zet] Een slonzige verslaafde junk, die alles doet om aan zijn cashflow te komen. Je hebt ook alles kapotgemaakt, jouw gezin verwaarloosd, vriendschappen laten schieten….gelukkig woon je niet onder een brug, maar is er nog één vriend…
O: [lacht besmuikt, stil] …..het is wel precies zoals je beschrijft…..
A: Je vertelde dat je als jochie kattekwaad uithaalde, volgens mij moet je een stap maken en de criminaliteit in! Dan los je het cashflow probleem in één keer op!
O: [gegeneerd] Daar heb ik serieus over nagedacht, weet je dat?
A: [vrolijk] Tuurlijk weet ik dat! Verslaafden doen alles voor hun dope! Dus dat lijkt me een heel goede optie…denk je dan aan drugs of wapens? Je ziet het leven nog wel zitten toch?
O: [tranen] ook daar heb ik over nagedacht…..fuck Arno….
A: Dat is altijd een optie, een overdosis, Olivier is gestorven aan een overdosis cashflow! Ha! Lijkt me een mooie overlijdensadvertentie voor in de krant, wel in het FD en NRC dan! Misschien ben je dan wel de rijkste junk van Nederland….alhoewel….al die BNers lusten ook wel een snuifje denk ik….maar jij bent echt de eerste cashflowjunk die ik ken! Vind ik best wel vet!
O: [stil]
A: Nou, dat wordt afkicken! Dus dat betekent minder cashflow, eigenlijk ben je dus heel goed bezig….en je krijgt ook afkickverschijnselen denk ik toch? Zweten, gekke gedachten, rillen, alleen maar aan cashflow kunnen denken….

Olivier is verbaasd, kijkt me aan en moet telkens even huilen. Als hij begint te praten gaat hij direct weer naar mogelijke oplossingen……om cashflow te genereren.

A: Stop man! Luister nou wat je zegt. Je bent weer bezig om dope te regelen, ik ben je dealer niet! [grote lach, schouderklop] Je bent hier hij de afkickkliniek! Ik ga jou als eerste verslaafde opnemen, openen we samen de cashflowkliniek, moet jij ff investeren…
O: [lacht hard] Arno, het is heel erg, maar ik denk oprecht direct of er een businessmodel in zit….
A: En of je jouw cashflowverslaving kunt stillen….

Ik spiegel hem zijn hoge tempo, tunnelvisie, chaotische gedachten….Olivier luisterd aandachtig, hij lijkt het allemaal te willen opslurpen. Ik vertraag het gesprek…laat het tempo zakken….Olivier slaakt een diepe zucht…het is binnengekomen. Er is besef.

O: [tranen in ogen] Het allerliefste Arno, wil ik de oude Olivier terug.
A: Die is er nog, die gaan we de volgende keer eens opzoeken. Nu eerst rustig naar huis. Let op je tempo. We gaan stap voor stap…..

Olivier kijkt me dankbaar aan.
A: [glimlach] En ik zou denk ik de drugs doen….volgens mij heb je jouw cashflow dan zo op orde.
O: [twinkelende ogen] Ja man, lach maar, lul….heel graag tot over twee weken!

Jelmer zijn vrouw heeft een probleem

Ik zit in de Bloeikas, een ronkende bolide parkeert op de oprit, de ouwe Tukker is gearriveerd. Jelmer is een baasje, hij is rond de vijftig, altijd onderweg, in mooie auto’s, zaken doen in en buiten Europa. Mooie leren tasje, vlotte kleding en een regelmatig trillende telefoon bij zich.

Hij praat energiek en overtuigend, hij komt ‘oet Twente’ en is daar heel trots op. Vanuit Enschede komt hij sinds enige maanden bij me in coaching. Reizen in onderdeel van zijn bestaan en zelfs identiteit.

Hij is niet helemaal uitzichzelf naar me toe is gekomen, en de druk vanuit zijn gezin op hem neemt toe….

A: Hi ouwe Tukker!
J: [energiek, twents] Hi jongen, hoe is het? Goed oe te zien! Leuk om hier weer te zijn, lekker weertje man. Krijg ik een kop koffie van je? Pfff, weer gedoe met Duitsland, die gasten….ik had oe vorige keer toch verteld? Nou, ze snappen het nog steeds nie. [blabla]

Dat dus, vol van zichzelf, in hoog tempo, één en al onrust.

A: Ik zie eigenlijk niet zo wat jouw probleem is Jelmer. Ik bedoel je hebt het geweldig voor elkaar…
J: [alert] Ja, nou, weej wat et is? Ik ga zo verdomde snel altied, en dat vind ik wel prima, maar mijn gezin…nou ja. Die vinden dat ik te veel weg ben.
A: Precies! Maar dat is hun probleem, jij vind dat prima. Sterker nog, ik denk dat jij het wel lekker vindt, en bovendien, iemand moet toch het geld verdienen.
J: Ja, dat denk ik dus ook.
A: Nou, lijkt me duidelijk. Zeg gewoon tegen je gezin dat zij een probleem hebben en dat zij naar de Bloeikas moeten komen, ze moeten jou gewoon lekker met rust laten zodat jij jouw business kan laten groeien, toch?! Je zegt letterlijk dat hij het wel prima vind…dus. Ik dacht dat die Tukkers altijd zo duidelijk waren, lekker kort voor de kop. Is jouw vrouw wel een Tukker eigenlijk?
J: [verrast] hoezo?
A: Nou Jelmer…dat hoef ik je toch niet uit te leggen.
J: Ach, misschien het ze ook wel gelijk…
A: Wat!? Natuurlijk niet man. Nog één keer Jelmer, jij hebt geen probleem. Jij bent lekker onderweg, in de auto, bellen met klanten, af en toe naar China om leveranciers te bezoeken, alles in jouw tempo. Jij hebt geen probleem! Dus de volgende keer stuur je jouw vrouw gewoon, doen we jouw kids daarna wel….die zijn 13 en 15 toch? We beginnen met Elsa.
J: [geirriteerd] Elsbeth!
A: Precies! En dat zeg ik gewoon tegen haar dat ze blij moet zijn met zo’n vent, wat hij allemaal voor haar en gezin doet. Daarom kunnen jullie zo mooi wonen, met zijn vieren op wintersport en vakanties. Ik denk dat ze gewoon zo’n verwend prinsesje is….[zeurende stem]…nou Jelmer, ik zou het fijn vinden als je eens wat vaker thus bent….wat een zeikwijf! Ik zou doodmoe worden, ik snap wel waarom je zo hard werkt. Ondankbaar!
J: [timide] Als je het zo zegt…..
A: [rap, dominant] Ja precies! Zo zit het Jelmer! Jij werkt maar en werkt maar, en dan stank voor dank, ik zou…
J: [steekt hand in de lucht, onderbreekt, hij oogt ineens kwetsbaar] Arno….Elsbeth heeft natuurlijk wel een punt…
A: [slaat Jelmer op schouder, knipoog]. Yeah right. Ouwe tukker! Je speelt het spelletje heel handig…
J: [stemverheffing] Nee echt Arno. Elsbeth heeft gelijk. Als ik zo doorga komt het niet goed!

A: Mooi! Dus wat is het probleem Jelmer?
J: [lange stilte en dan traag]. Ik werk echt veel te veel, ik zie mijn gezin hierdoor nauwelijks en ik heb het gevoel dat ik ze aan het kwijtraken ben…

Ik laat een lange stilte vallen, Jelmer erkent dat hij een probleem heeft. Het kwartje is gevallen. Jelmer wordt emotioneel, ik sta op om voor ons beiden water in te schenken. Hij staart voor zich uit. Als ik weer kom zitten kijkt hij me verdrietig aan.

A: Dat is niet zo mooi Jelmer.
J: [verbijt zijn emotie] Nee, nee…..da klopt.
A: Je gezin kwijtraken…..dat is niet zo mooi…..

Jelmer laat tranen. Hij probeert het tegen te houden, hij spant zijn middenrif, knijpt ogen dicht, af en toe een grom, een hmmp en een snik.
A: [lacht] Wat huilen jullie Tukkers raar!…Het gaat beter als je het laat gaan!
J: [lacht en huilt] Jij GVD, jij staat hier niet te janken… en vervolgens huilt hij even.

Jelmer kijkt me vervolgens aan, ogen rood, neus weer gesnoten. Met glimlach, dat was best ff lekker. Hij staat op en slaat me op mijn schouder, jij bent een mooie kloot!

Drie weken later stapt Jelmer uit en komt de Bloeikas weer binnen. Hij oogt wat zachter en rustiger. Het is tijd om het inzicht om te zetten naar verandering.

Ik zou nooit op mijn huidige job solliciteren!

David is een man van vijfenveertig, succesvol ondernemer en toch niet lekker in zijn vel. Zijn technologiebedrijf is snel gegroeid, het is een creatieve vindingrijke man die de laatste jaren energie verliest. We hebben een aantal coachingsessies achter de rug en het beeld wordt wel duidelijk.

D: [zwaarmoedig] Tja, ik weet het niet hoor. De laatste jaren vind ik het toch allemaal minder leuk
A: [vrolijk] Het leven is niet altijd leuk David, en een beetje ondernemer weet daar wel raad mee toch?
D: [zucht] Vroeger was het echt leuker…
A: [zucht luid] Pffff, je hebt gelijk…het was vroeger ook veel leuker.
D: [glimlacht] Jezus man, je lijkt mij wel….
A: [zakt verder in stoel, zucht hard] Pffff, was het nog maar vroeger, toen het leven nog fijn was…..pfffff….nog twintig jaar zwoegen….
D: [lacht hard] Maar het wás ook leuker, vroeger toen ik…….
A: [onderbreekt] Vroeger, vroeger, je klinkt als een oude man. Het was vroeger ook leuker, en het wordt in de toekomst alleen maar erger. Je hebt gewoon de beste tijd gehad. Het verval is begonnen! Dus wat is het probleem?
D: Het probleem…nou, het valt misschien ook wel mee. Ik heb een mooi bedrijf en ik boer hartstikke goed.
A: Precies. Ik hoor geen enkel probleem. Zullen we ruilen?|
D: Wat bedoel je?
A: Nou gewoon, ik neem jouw bedrijf en inkomen over, jij die van mij?!
D: [Kijkt verbaasd….en beetje in de war]…nou misschien
A: [onderbreekt en lacht]. Dat wil ik zeker niet! Wie wil dat nou, een mooi bedrijf met een gerieflijk inkomen. Weet je, we doen het helemaal anders. Ik ben de sollicatiecommissie en jij solliciteert op je huidige baan.
A: [Formele stem] Nou David, dank voor je brief en CV, waarom denk jij dat je geschikt bent als directeur van ……
D:[Spontaan] Ik zou nooit op mijn huidige positie solliciteren, echt nooit!!!

Nu houd ik mijn mond en kijk vrolijk naar David. Hij kijkt een beetje verbaasd en geschrokken terug.

D: Nee, echt niet Arno, ik zou nooit solliciteren op wat ik nu doe!
A: Dat is duidelijke taal David. Mooi. We zijn eruit. Hoeveel waarde voeg je dan eigenlijk nu nog toe?
D: Eigenlijk niet veel…

D: Jemig, ik realiseer me wat ik net heb gezegd en ik meen het echt. Jezus, dit is best confronterend…..

Door het perspectief te verschuiven en warmte, humor en provocatie in gesprek te gaan deed David deze ferme uitspraak. Hij realiseerde zich vervolgens dat het echt zo voelt en anders moet.

Twee weken later komt hij de Bloeikas binnen. Hij lijkt tien kilo lichter en laat zich opgewekt in de stoel zakken. Nadat we koffie hebben vervolgen we het gesprek van vorige keer. Hij vertelt dat hij echt schrok van zijn eigen overtuiging dat hij nooit op zijn positie zou solliciteren, daar nog over heeft nagedacht en besproken thuis. Het werd hem letterlijk in één klap duidelijk.

Ondertussen is hij serieuze stappen aan het zetten om verandering aan te brengen in deze situatie. Hij is voornemens om te gaan overdragen aan een geschikte kandidaat. Mooi!

High five voor Edith

Edith komt voor de tweede keer de Bloeikas binnen, een slimme, zorgelijke en onzekere dame. Ze doet me denken aan een lief en angstig klein muisje dat heel goed om zich heen kijkt, snel iets te eten pakt als het veilig is en dan direct weer door het gaatje verdwijnt.

Ze is rond de vijftig, is getrouwd en heeft vijf kinderen waaronder een drieling. Haar leven is anders gelopen dat ze had gehoopt. Ze groeide op in een gezin waarin veiligheid en voorspelbaarheid keuzes domineerden. Ze begon een studie culturele antropologie (haar ogen schitteren nog steeds als ze daar over vertelt), echter na twee jaar ging ze toch maar accountancy doen (net als haar vader) vanwege baankansen. Ze studeerde in Amsterdam en voelde zich goed en vrij.

Ze kon (via haar vader) een baan krijgen bij een groot accountantskantoor…..en daar werkt ze nog steeds. Ze ontmoette haar huidige man nog voor ze ging studeren, een stabiele en lieve vent. Sinds bijna tien jaar is hij langdurig ziek en kan daardoor niet langer het uitdagende werk doen wat hij deed, hij is voornamelijk huisman en daarmee niet gelukkig. En dan zijn er vijf kinderen tussen de 17 en 25 waarover ze zich zorgen maakt.

Tijdens het eerste gesprek vertelde ze me het hele verhaal, ze leek zich er voor te schamen, er waren veel tranen en ze leek zich te hebben neergelegd bij haar lot. Dus het eerste gesprek ging deels als hieronder beschreven.

E: Mijn man vind zichzelf helemaal mislukt, een loser.
A: En als ik jou dit hoor zeggen denk ik……dat klopt! Hij voegt natuurlijk helemaal niets toe. Mislukt dus!
E: Nou…hij is wel lief en kan heerlijk koken.
A: Precies! Mislukt toch? Dat is toch geen man, zeg nou zelf….dat vind je toch zelf ook!
E: Nou…hij is echt lief… en kan natuurlijk niets aan zijn ziekte doen….maar hij zou heus wel iets meer initiatief kunnen nemen…hij is zo…..
A: [lacht] Hij is heel lief…..de lieve loser
E: [schuldige blik] Ja….ik vind hem eigenlijk ook wel een loser….[breekt, tranen met tuiten]
A: [vrolijk] Dus daar zijn jullie het over eens! Mooi toch!
E: [lacht en huilt] Nou, mooi….weet ik niet….maar het lucht wel op om dit eens te zeggen.

Gedurende het gesprek blijkt dat Edith helemaal geen eigen ruimte heeft (en neemt). Ze is kostwinner en werkt hard. Thuis deelt al haar eigen ruimte met vooral haar kinderen.

Ze loopt al haar kinderen langs met hun problemen, studieresultaten en ik hoor hoe beschermend ze voor de kinderen is. Ze vertelt bedeesd.

A: ok, Julian, de oudste heeft na een moeilijke start zijn studie bijna afgerond, heeft een leuke vriendin en is klaar voor de volgende stap. Dat klopt toch?
E: Ja.
A: [high five met Edith]. Goed gelukt!

A: Twee van de drieling zijn aan het studeren toch? En Jan heeft zijn MBO afgerond en is lekker aan het werk toch? Zijn ze verslaafd?
E: Eh, nee…?
A: In aanraking met justitie?
E: [glimlacht] Nee…ook niet.
A: Denk je dat ze gelukkig zijn?
E: [lacht] ja…volgens mij wel
A: [high five met Edith] Four down, one to go!

A: De jongste…..tja…..die gaat voor galg en rad.
E: [lacht] Nou…dat valt wel mee denk ik
A: Hij heeft het moeilijk toch? Problemen op school, wil niet luisteren. Maar hij is zeventien, een puber, wil ruimte die hij niet krijgt. Lijkt me vrij normaal pubergedrag toch? Herken je wat hij voelt?
E: Nou….niet altijd….maar ik snap hem wel hoor.
A: Maar hij is verloren…..het zwarte schaap….dus jouw bezorgdheid is terecht….ik denk dat de politie binnenkort aan de deur staat….dat je hem mag bezoeken….twee keer per maand…
E: [schiet in de lach] Nou, zo erg is het echt niet hoor, hij doet zijn best en heeft veel vrienden. Dat het niet lukt op school snap ik wel….hij heeft gewoon een andere interesse op dit moment…maar dat komt…[realiseert zich wat ze zegt en haar blik veranderd]
A: [high five met Edith, met veel energie en enthousiasme]….Gelukt! Edith…..al.jouw.kinderen.zijn. gelukt!!!!!

Ze komt nu binnen voor de tweede keer, ik vroeg haar wat het meest is bijgebleven van de vorige sessie.

E: [twinkel] De high fives! Toen ik naar huis reed vorige keer had ik een ander perspectief, de kinderen zijn veel verder dan ik dacht. De afgelopen weken heb ik ook met een andere bril naar ze kunnen kijken. Ik ben eigenlijk heel trots hoe wij het als gezin doen en hebben gedaan de afgelopen tijd!…..en toen je het had over eigen ruimte…..
E: [met een beetje schuldige maar vrolijke blik] Ik heb het wielrennen weer opgepakt, ik heb afgelopen weken iedere zondag weer gefietst! Heerlijk….

Edith onthield dus het spelen, de positieve energie met warmte naar de feitelijke situatie. Het is mooi te merken hoe je mensen kunt raken door niet mee te gaan in hun zorgelijke energie, maar juist te spiegelen en met warmte uit te dagen.

De kern van provocatief werken is om mensen met warmte, humor en uitdaging in beweging te krijgen. Bij Edith is dat gelukt!

Frank doet zwaar depressief.

Frank komt de Bloeikas binnen, hij komt voor zijn tweede sessie. Hij heeft de diagnose zwaar depressief gekregen, staat op een wachtlijst voor behandeling, zoekt tussentijds hulp en komt daarom bij mij.

Hij is 24 jaar, woont nog thuis, heeft problemen met studeren, benoemd een laag zelfbeeld en onzeker over zichzelf en de toekomst. Hij straalt somberheid uit, zwarte kleding en een sombere blik. Hij vermijd zoveel mogelijk oogcontact en doet continu zijn mouwen over zijn handen. Alsof hij zich zo weinig mogelijk wil laten zien.

Het gesprek gaat over zijn afgelopen week, het vermijden van mensen en situaties en ook over zijn pestverleden. Ook hebben we het over echt authentiek gedrag en net alsof. Daar heeft hij een enorme hekel aan. Ik maak veel lol met hem en er is al veel meer lach en energie dan in de eerste sessie.

A: Wat is nu precies het probleem?
F: [vaag] Weet ik eigenlijk niet. Het is….tja….onzekerheid of laag zelfbeeld?
A: Hoe onzeker ben je dan? Tussen de nul en de tien.
F: [moeizaam] Nou…een twee of zo?
A: Ben je er zeker van?
F: Mwa…ja…zoiets.
A: [vrolijk] Klinkt inderdaad niet heel zeker…..dus die onzekerheid klopt! Mooi. En dan ff jouw zelfbeeld….hoe verschrikkelijk ben jij?
F: [zwaar] Nou….het is wel laag….ja….
A: Hoe voel jij je als je alleen in een ruimte bent?
F: [veert op, licht] Dan ben ik best optimistisch, vrolijk en druk…
A: [verbaasd] Huh? Dus je zit hier als een zoutzak, somber met zwarte kleren en een zwaar gemoed. En als je dan alleen bent…..dan ben je optimistisch? Vrolijk? En….druk? [lacht hard]
F: [opener met glimlach] Ja….eigenlijk wel….
A: [lacht weer] Nu ben ik echt volkomen in de war! Dan is jouw zelfbeeld toch niet heel laag? Je vind jouzelluf dan wel leuk toch?! Of niet….ik weet het echt niet meer….jij?
F: [lacht] Nee…maar als ik dan ineens vrolijk ga doen…..met die mensen om mij heen….dat is toch heel raar? Dat zijn ze niet van me gewend.
A: Dus ff voor mij…..ik ben geen psycholoog en al helemaal geen psychiater…dus waarschijnlijk zit ik er helemaal naast. En ik heb geen ervaring met gevallen zoals jij, die ZWAAR depressief zijn. Maar let op: Dus, ook al VOEL jij je vrolijk….dan DOE je somber….omdat anderen het anders raar vinden? Klopt dat?
F: [verward] Ja….volgens mij wel….het is toch raar dat ik dan vrolijk doe als ik zwaar depressief ben?
A: [doet in de war] Ja maar….huh….als je vrolijk BENT en alleen? Dan doe je wel vrolijk?
F: Ja! Als ik alleen op mijn kamer ben….dan wel!
A: Hoe doe je dat dan? Hoe uit je dat?
F: [lacht ongemakkelijk….alsof hij iets niet durft te zeggen] ff nadenken.
A: [tikje tegen voet] Nee! Niet nadenken, gewoon zeggen! Ik wil het weten.
F: [gespannen verlegen lachje] Nou….dan sta ik de dansen en zingen en ben ik gewoon druk.
A: [staat op] Huh!!!!!! Dus dan kan de zoutzak ineens bewegen? En dansen???? En ZINGEN?????? Hoe zit dat dan met authentiek gedrag en net alsof…..Ik ben helemaal de weg kwijt Frank…

Frank voelt zijn authentieke gedrag en neigingen dus wel, maar heeft door zijn ontwikkeling, pestverleden en continu op- en aanmerkingen afgeleerd om zichzelf te zijn. Alleen als hij alleen is durft hij dat….en is hij best wel positief. Tijdens het gesprek vertelt hij hoe hij is gevormd, ervaringen in jeugd, hoezeer in zijn thuissituatie het moeilijk is om een echt gesprek te voeren, de mantel der liefde, net als of gedrag.

A: Dus ff voor mij….jij….de depressieve zwartgeklede zoutzak…bent dus best optimistisch en vrolijk?
F: [grote lach] Ja!
A: [kijkt met warmte aan, hand op schouder] En waarom lieve jongen……waarom laat je dat dan niet meer zien?
F: [in één klap klein en onzeker] ik…ik weet niet hoe dat moet..

Frank moet enorm huilen.

A: Maar JIJ hebt dus geen laag zelfbeeld, jij DENKT dat anderen dat van jou hebben. En als anderen jou zien ga je somber doen en alleen voel je je vaak prima. [opgewekt] En jij kunt echt geweldig goed toneelspelen, daar zou je iets mee moeten doen. Of misschien moet je gaan werken met blinden. Die zien niet hoe depressief of vrolijk je eruit ziet!
F: [glimlacht] Dat zou echt goed zijn!

We besluiten de sessie, Frank gaat in gesprek met diegene in zijn vriendengroep bij wie hij zich het veiligst voelt, en zichzelf echt tonen.

Als hij naar vertrekt loopt hij best kwiek….

A: Hohohoho Frank….pas op, je gaat weer naar buiten….daar zien mensen je….dus je moet zo lopen [Ik slot met gebogen rug en kijk half uit mijn ogen].

Frank loopt lachend naar buiten….

Ik ben echt verbaasd, Frank dóét zoals de diagnose zwaar depressief vraagt, hij loopt al enkele jaren met klachten en is zo vergroeid geraakt dat hij richting zijn omgeving niet durft te veranderen…

De weken erna zie ik hem vrolijker worden, eerlijker en lichter. Hij durft wat meer, krijgt weer structuur en is aan het veranderen. Dit is niet makkelijk, zijn omgeving was inderdaad gewend aan zijn depressieve rol en reageerd soms ongemakkelijk. Wel maakt hij stappen.

Hij vertelt me dat hij zich juist serieus genomen voelde door de humor en het absurde. De gedachten die hij had, benoemde ik letterlijk, ook al waren ze heel vreemd. Juist dát benoemt hij als verbindend.

Het is dat ik ooit een heel goede provocatief coach heb gehad….en dat ik me veel beter voel dan destijds…..anders zou ik direct weer gaan. Wat een vak!

Waarom geven we apen zwemles?

Rudi komt voor de tweede keer de Bloeikas binnen, hij werkt als manager, is 43 jaar en loopt vast. Hij komt een beetje over als een nerd, slim, bril en vooral op de feiten en inhoud.

A: [enthousiast] Rudi, de eerste keer dat ik je zag dacht ik direct: dat is een slimme man, en ook een echte nerd!
R: [beetje in de war] Een echte nerd?!
A: [met kracht] Ja man, bril, kijkt slim uit zijn ogen, beetje klunzig, beetje techneut, een echte nerd dus!
R: En is dat goed of slecht?
A: Tja….ik heb geen idee…wat vind je eigenlijk zelf?
R: Ik ben wel goed in mijn vak!
A: [flauwtjes] Tja….dat zal wel.
R: [passievol] Weet je? Misschien ben ik wel een nerd, maar ik weet precies waar ik het over heb, ik ben een echte technoloog en kon me helemaal verliezen als ik in het lab werkte. Dat was te gek!
A: Wat is dan eigenlijk het probleem?
R: Sinds ik manager ben…tja…weet ik het niet meer ofzo….raar toch?
A: Volgens mij ben je een aap met zwemdiploma’s!

Veel managers die bij me in coaching komen zijn zonder dat ze het beseffen in een totaal andere context belandt. Ze lopen vast en begrijpen niet precies hoe het komt. Veel organisaties vragen vaardigheden van werknemers die niet natuurlijk voor ze zijn, waar ze te veel moeite voor moeten doen.

Apen horen in de jungle, daar weten ze hoe het werkt, waar ze veilig zijn, waar ze voedsel halen, waar ze kunnen slapen et cetera. Organisaties gooien die apen vaak in de zee, geven ze zwemles, diploma A, B en C én een cursus reddingzwemmen om ze vervolgens aan de slag te laten gaan. Die apen moeten dan ongelooflijk hard werken om zich staande te houden, ze kunnen wel een beetje zwemmen, maar nooit zo goed als de andere dieren in de zee, de vissen.

Dus werknemers krijgen allerlei trainingen, communicatietraining, conflicthantering, positieve feedbacktraining et cetera. Diploma A, B en C dus….terwijl die apen het helemaal niet echt vóelen, echt snappen waar ze terecht zijn gekomen. In de zee wordt een andere taal gesproken, is een ander ritme, en zijn andere vaardigheden van belang. Dus ze werken zich het apelazarus, gebruiken veel meer energie dan de vissen en nóg lukt het niet. Terwijl ze vroeger in de jungle moeiteloos in bomen klommen, via lianen van de ene naar andere plek gingen en vanuit hun oorsprong konden functioneren.

Organisaties moeten beter nadenken over in welke context hun mensen goed functioneren, een goede technoloog hoort in zijn jungle. Uiteraard moeten ook de mensen zelf goed beseffen waar ze moeiteloos hun werk kunnen doen. Dat wil niet zeggen dat er soms hard gewerkt wordt voor resultaat, maar alle energie die een aap verliest in de zee kan hij niet steken in zijn werk in de jungle. Daar waar hij kan excelleren.

Nadat ik Rudi had meegenomen in bovenstaande was hij stil…hij keek me geroerd en verbaasd aan. We praatten nog een beetje na en Rudi vertrok. Twee weken later zag ik hem terug.

A: Hoe is het ondertussen met je?
R: Ik ben een aap met zwemdiploma’s. Ik hoor niet in de zee! ……[lange stilte]………
R: [met overtuiging en grote lach] Ik ga terug! Terug de jungle in!
A: [argwanend] Nou Rudi…rustig aan jongen. Ik zie het jou niet doen!
R: [lacht]…echt!
A: Wil je een banaan om het te vieren?!

Dit heeft nog nooit iemand tegen me gezegd!

Rianne komt de Bloeikas binnen. Een verzorgde jonge vrouw, eind twintig, keurig pak, zakelijke uitstraling en beetje afstandelijk. Rianne werkt als projectleider bij een innovatief high tech productiebedrijf.

Tijdens het begin van het gesprek heb ik het gevoel dat ze heel erg haar best doet om geïnteresseerd te zijn. Ze zit op het puntje van haar stoel. Benen over elkaar geslagen. Ze zit duidelijk in een rol. Ik heb het gevoel alsof ze uit een fotoshoot is gestapt, waarbij een jonge Amerikaanse zakenvrouw wordt gefotografeerd, met maniertjes. Alsof ik met een barbiepop in gesprek ben.

A: Vertel eens, hoe is het met je?
R: [glimlacht] Eigenlijk wel goed hoor.
A: Hoe vind je jouw werk?
R: [glimlacht]. Ja eigenlijk leuk. Het is soms een beetje een mannenwereld, maar daar kan ik me heel goed in bewegen [veegt haar achter oor, glimlacht].
A: [zoete stem, lief] Oh, fijn. Jij staat je mannetje dus wel.
R: [glimlacht] Oh ja, zeker…[schuift beetje op stoel, maar blijft in actieve houding op het puntje van de zitting]

Deze conversatie gaat zo nog een tijdje door. Als een tenniswedstrijd. Rianne heeft oppervlakkige ademhaling. Ik ben duidelijk in gesprek met het masker, de reclame uiting, de ambitieuze en succesvolle projectleider. Ik ben er klaar mee. Ik voel geen verbinding, geen contact en geen echtheid.

R: [glimlacht] blablabla    blablabla…..bla bla….oh, nee hoor…bla bla….het gaat prima.

A: [tikje op haar knie, ik kijk haar recht in ogen] Rianne, ik ga je eerlijk vertellen hoe ik het zie. Als een soort spiegel.  [met telkens luidere stem] Ik vraag me af of jij van plastic bent, met je mooie make up, nette pak. Je lijkt op een barbiepop! Uitvoering ‘young high potential businesswoman’ ofzo…..Ik voel je niet! Ik hoor wat je zegt, maar het klinkt blikkerig, ingestudeerd. Waarom laat je jezelf niet gewoon zien! [luidste stem] WIE BEN JIJ EIGENLIJK ECHT?!

Rianne heeft tranen in haar ogen, na mijn eerste woorden reageerde ze verontwaardigd, en voelde zich aangevallen. Dit maakte snel plaats voor een ENORM KWARTJE dat ik hoorde  vallen…..ze is stil. Kijkt me aan, in de war….Ik houd even mijn mond.

 R: [zonder glimlach] Dit heeft nog nooit iemand tegen mij gezegd….[stil]…Ik had niet door dat….ik realiseerde me echt niet dat….[grote ogen] Is het zo duidelijk?

Ze vertelt hoe ze opgroeide, hoe haar werd geleerd voor zichzelf op te komen, hoe haar ouders vanuit Egypte moesten altijd vechten voor hun plek. Hoe ze altijd ‘schattig’ werd gevonden op school en tijdens haar studie. Hoe vreselijk ze dit vond waardoor ze zich wat stoerder wilde opstellen, ze werd afstandelijk en stond haar mannetje.

Ik vraag haar achterover te leunen, te ontspannen en we raken in gesprek over haar drijfveren. Haar stem wordt lager, ademhaling dieper en haar strakke houding ontspant. Ik zie de natuurlijke Rianne. Ik neem haar mee in hoe maskers werken, hoeveel energie het kost en dat maskers niet kunnen verbinden maar mensen wel.

A: Je hoeft niet zo hard te werken, je bent nog jong, je hoeft niet alles te weten….maar als je jezelf meer laat zien zoals nu ben je veel betrouwbaarder en veiliger. En als je het niet weet is het prima, stel je wat meer open, laat zien als je het weet….en ook als je het niet weet. Dat is prima. Je stem is dieper, je oogt veel fijner en nu voel ik je wel!

R: [tranen in haar ogen]….Nogmaals, dit heeft nooit iemand tegen me gezegd….ik vond het moeilijk te horen…..maar dankjewel.

Hey Google!

Bastiaan komt de Bloeikas binnen. Het is een man van tegen de veertig die door zijn werkgever is doorgestuurd. Hij werkt als marketingman voor een grote dienstverlener.

Hij komt voor zijn tweede sessie en kampt met overspanningsklachten. Zijn vader is al heel lang ziek, al tijdens Bastiaan zijn pubertijd werd er rekening met hem gehouden. Pa Henk was bepalend in het systeem, zijn humeur domineerde. Momenteel is zijn vader bedlederig, Bastiaan staat zijn ouders veel bij. Daarnaast heeft Bastiaan net een tweede zoontje gekregen én heeft een drukke baan.

A: Vertel eens ff Bastiaan, hoe gaat het eigenlijk als je bij jouw ouders bent?
B: [vermoeid] Nou, als ik er ben loop ik op eieren.
A: [kijkt naar Bastiaan zijn schoenen] Zien er schoon uit, vandaag niet geweest dus?
B: [glimlacht] Bij wijze van spreken dan….[guitig] lul!
A: En verder?
B: Zoals ik zei, ik doe voorzichtig, wil mijn vader niet nog lastiger maken.
A: Is hij zo lastig? Hij is toch ziek of zo? Die arme man wil gewoon een liefhebbende zoon!
B: Je moest eens weten. Hij commandeert me gewoon!
A: [geschrokken] Zoals Kim Jung Un of Hitler toch niet?
B: [lacht hard] Nou, ik ken ze niet, maar het is echt heel duidelijk!
A: Hij is ziek Bastiaan, heb een beetje respect en mededogen zeg!
B: [geirriteerd] Het is dat het mijn vader is…..maar anders…
A: Anders wat Bastiaan…zou je het dan niet doen? Doe je het dus voor de erfenis? Wat slecht man. Anders zou je een zieke man dus gewoon in de steek laten!
B: [nog bozer] Ik doe het al mijn hele leven! Ik wordt schijtziek van hem. Hij commandeert me al zolang ik me kan heugen. Alles staat in het teken van zijn ziekte. En meneer doet maar net of het allemaal normaal is. Mijn moeder is kapot, ik ben kapot….en hij ligt maar in zijn bedje. En als er dan hulp komt….dan doet hij alsof het allemaal prima gaat….zodra die weer weg zijn….dan zijn wij de pisang.
A: [met nadruk] Je hebt het er zelf naar gemaakt chef! Natuurlijk commandeert hij jou, jij bent een mak lammetje, durft niet op te staan tegen hem, als jij geen tegengas geeft vindt hij het natuurlijk heel normaal dat je ja-en-amen zegt. Dat is jouw eigen keuze Bastiaan! Je komt hier een beetje zielig doen, loopt hier jouw bloedeigen vader af te zeiken, om vervolgens weer als een dienaar zijn eten te brengen, hem naar de mond te praten zodat hij zich goed voelt in zijn koningsbedje. Hij heet Henk toch? Koning Hendrik de eerste of de tweede? Hoeveel slaven heeft hij eigenlijk?
B: [geirriteerd en beduusd] Ja, wat moet ik dan! Het is mijn vader!
A: Je hebt gelijk….je bent een soort prins, jouw vader de koning. De erfenis is natuurlijk aanstaande. Dus…
B: [onderbreekt, boos] Het gaat niet om de erfenis Arno!
A: [vrolijk] Volgens mij moet jij jouw naam veranderen….. naar Google. Hey Google…breng me thee. Hey Google…doe mijn boodschappen. Hey Google…wil je even je mond houden? Hey Google…wat is de weersverwachting? Hey Google…
B: [glimlachend] Nou….dat zou inderdaad geen gek idee zijn. Koning Hendrik en prins Google…..[lacht]

B: Ik baal eigenlijk voornamelijk van mijzelf Arno. Mijn vader is echt ziek, depressief, al tientallen jaren, maar nu heel erg. En nu jij beschrijft hoe het systeem is, schrik ik eigenlijk. Het is echt zo, ik ben heel voorzichtig met hem, behandel hem als een koning en uiteraard rekent hij hierdoor op mijn hulp. Maar ik ben zo ongelooflijk gesloopt, ik kan niet meer.
A: [vrolijk] Misschien wordt hij wel negentig! Koningen kunnen heel oud worden, kijk maar naar Elizabeth!
B: Oh man….daar moet ik niet aan denken!
A: [boos] Jij gunt jouw vader dus geen lang leven!
B: Jawel….maar ik wil niet meer zo dienend zijn, dat moet echt veranderen!
A: Wat zeg je? Hey Google…doe eens…
B: [onderbreekt, duidelijk] Ik heet Bastiaan! Ik ga met hem in gesprek. Dit moet veranderen!

Twee weken wandelt Bastiaan weer de Bloeikas binnen.
A: [opgewekt] Hey Google! Hoe is het?
B: [breeduit lachend] Veel beter man.
A: Hey Google…wat is er gebeurd

Bastiaan vertelt dat het inzicht in het gezinssysteem hem liet realiseren dat hijzelf iets moet veranderen en hij niet zijn vader de schuld moest geven. Dat was verwarrend én verhelderend. Hij ging het gesprek aan met zijn ouders. gaf aan meer eigen ruimte nodig te hebben en dus niet meer iedere dag naar ze toe te gaan. Hij sprak een andere frequentie af en liet zijn ouders meegenieten van Hey Google….Dat is nu een soort kreet in het paleis van Koning Hendrik geworden.

B: Ik vond het oprecht moeilijk het gesprek te voeren, ik bemerkte dat ik mijn moeder niet wilde opzadelen met nog meer. Tegelijkertijd gaf de weerstand tegen mijn vader hem ook een soort van….zelfstandigheid ofzo….Hij moest echt lachen om Hey Google en Koning Hendrik. Het gesprek werd zelfs een beetje gezellig….Ik denk dat mijn vader echt inziet dat ik ruimte nodig heb, dat hij me claimt en dat onbewust doet. Het belangrijkste is dat ik me heb uitgesproken, ik vond het eng, maar uiteindelijk viel het mee….en ervaar ik meer ruimte.

Terug naar de fabrieksinstellingen

Henk komt de Bloeikas binnen. Hij is 48, werkt vanaf zijn zestiende in een fabriek, nu bijna vijfentwintig jaar bij deze werkgever. Die stuurde hem naar mij toe, een agressieprobleem.

Hij loopt onwennig naar binnen, ik bemerk dat hij het spannend vind. Met iemand in gesprek? Een coach? Hoezo eigenlijk? Ergens over praten?

Henk is een pure Fries. Een eenvoudige harde werker, een ruige kop met lieve ogen, die zijn leven prima vind, een echte gezinsman, woont zijn hele leven in hetzelfde dorp. Hij zit het liefst aan de tafel in de Bloeikas, koffie met melk en suiker, en we beginnen. Ik weet hem snel op zijn gemak te stellen en hij begint te vertellen….

Hij vertelt over zijn ouderlijk huis, vader werkte keihard, moeder was thuis, een broer en zus. Na een ruzie over niets wil zijn vader zijn broer niet meer zien. Bij conflicten gaat moeder boos naar boven en vader de tuin in, er wordt niet over gesproken. Na zijn LTS opleiding gaat Henk aan de slag in een fabriek in de buurt, hij woont tot zijn vijfentwintigste thuis, heeft gespaard en gaat met zijn vriendin trouwen en samen wonen. Ze kunnen een klein huisje kopen met wat land, nog steeds wonen ze daar. Ze krijgen twee kinderen, gaan ieder jaar in Nederland op vakantie en hebben het ‘best’.

Hij benoemt over de ruzies vroeger, hoe moeilijk hij het vind dat zijn vader en broer niet meer praten, hoe ze elkaar in het dorp tegenkomen en onmachtig zijn. Zijn moeder is ziek, hij is heel lief voor haar, neemt iedere zaterdag een bloemetje mee en gaat op de koffie. Ik moet soms echt wennen aan zijn eenvoudige bestaan, gebrek aan ambitie en zie hoe zacht hij is. Hij houdt zich goed staande met zijn maten, in het café en bij de voetbal. Het is een doodgoeie jongen.

Op zijn werk doet hij zijn best, houdt een aantal machines draaiende, zorgt dat zijn werkterrein netjes is en irriteert zich aan collega’s. Met een andere mentaliteit, jonger dan hij en met wie hij weinig communiceert. Dan loopt hij vaak weg en soms ontploft Henk als het te gortig wordt….het agressieprobleem.

Ik spiegel hem, zijn patroon, hoe zijn ouders conflicten nooit bespraken, boos werden en wegliepen. Ook laat ik hem zien hoe zijn collega’s hem misschien ervaren, als een stille jongen, die alles wel goed vindt en dus hun eigen gang gaan.

A: Dus je laat jouw emmer vollopen, je irriteert je al eerder, net als jouw ouders deden. Je kunt natuurlijk aan jouw collega’s aangeven wat jij graag wilt en wat jij fijn vindt.
H: Ja….dat kan natuurlijk ook. Dat doe ik nooit. Maar dat ga ik doen.

Na twee weken is Henk er nogmaals. Het gaat veel beter. Hij geeft eerder aan bij zijn collega’s en baas. Die baas belde me nog op. Verbaasd.

‘’Het was zo fijn mijn verhaal te vertellen, zonder dat je me onderbrak, en er iets van vond. Het luchtte me enorm op. En ik heb gewoon de knop omgezet, ik zeg nu gewoon wat ik ergens van vind, het gaat veel beter en heb weer veel meer zin. Ik heb zelfs mijn broer gesproken en vertelt wat ik doe…..En [Henk heeft tranen in zijn ogen] hij heeft weer met mijn vader gesproken. Dankjewel.’’

Dit is een voorbeeld, ik heb een aantal mannen uit die fabriek gesproken, allemaal hebben ze simpelweg niet de vaardigheden die wat hoger opgeleiden hebben, maar als ik ze aanreik passen ze deze direct toe. Ze zetten een soort knop om. Terug naar de fabrieksinstellingen dus. Na twee of drie sessies is het klaar!

Ik ben echt positief verbaasd, waar hoger opgeleiden het soms heel lastig vinden om toe te passen (teveel nadenken over allerlei consequenties) doen deze mensen het direct. Met als resultaat dat ze zich veel beter voelen.

Ik weet niet of het zo is, maar het lijkt alsof deze groep nooit de begeleiding krijgt en de ruimte om zich persoonlijk te ontwikkelen. Vanuit Bloei! ga ik een aanpak ontwikkelen en aanbieden voor deze groep mensen.

Ik weet nog niet hoe het eruit gaat zien, maar ik zoek directeuren en managers van deze groep mensen die het experiment met me aandurven.

De naam is natuurlijk helder: Terug naar de fabrieksinstellingen!

Robert de redenaar.

Robert komt de Bloeikas binnen. Hij is begin veertig, werkt als senior manager voor een gerenommeerd adviesbureau in de stedenbouw en heeft een gezin met kinderen einde basisschool.

Hij loopt vast, heeft minder energie en weet niet zo goed wat hem parten speelt. Als typische man gooit hij het op zijn baan….’Over mijn relatie hoeven we het volgens mij niet te hebben….die is echt top!’

Robert is een joviale spreker, met veel gebaren en mooie taal imponeert hij en hiermee dóet hij zijn probleem. Hij is een meester in het ontwijken van de kern.

R: [leunend in stoel, vingertoppen tegen elkaar] Dus als je het in perspectief zet zou je van mening kunnen zijn dat het ligt aan een drietal factoren waardoor het gewenste effect uitblijft. En daarmee is het altijd balans zoeken…
A: [grappend] Wel mooi dat je zo concreet bent Robert! Daar kan ik echt iets mee…
R: [onverstoorbaar verder] Je zou een soort filosofie kunnen plakken op mijn baan, dat maakt het ongewis voor de buitenwereld en daarmee lastig om een keuze te maken…..bovendien is het altijd een directeur die beslist…
A: Nee precies, jijzelf natuurlijk niet….die verantwoordelijkheid leg je liever bij een ander toch?
R: Dat is maar net vanuit welke bril je hiernaar kijkt…..
A: ROBERT, ik begrijp echt helemaal niets van wat je zegt….je moet de politiek in of aan een talkshowtafel gaan zitten om jouw bespiegelingen te delen….maar wil je hier STOPPEN met dat onduidelijke gezwets….
R: [stil, uit balans gebracht]………………nou, ik probeer in beeld te brengen wat de…
A: [slaat hand op stoelleuning, stemverheffing] STOP!

Robert verschuild zich achter allerlei mooie teksten, hij oreert, maar het blijft zo nietszeggend, continue afwegen, in perspectief plaatsen, hij blijft maar zoeken en bewegen en neemt geen positie. Hij blijft de kern ontwijken.

Dit speelt hem in zijn leven parten, het maken van duidelijke keuzes lukt hem niet (al heeft hij zelf het idee dat hij best duidelijk is) en hij houdt dus al zijn opties open. Dit wordt zo duidelijk door zijn taalgebruik. En hierdoor loopt hij vast in tijd én ruimte.

A: [uitdagend] Weet je Robert, je bent een fantastische prater, hebt een snel brein en het overzicht. Hierdoor ben je een indrukwekkende verschijning, maar je maakt volgens mij nooit een keuze en hebt al helemaal geen principes.
R: [geagiteerd] Ik heb zéker wel principes…
A: Ok, ik wil er NU drie horen.
R: [verschuift in stoel, kijkt afwisselen naar mij en naar buiten, wordt onrustig] …..nou om te beginnen ben ik altijd euh, nou zeg maar euh……nee, anders. Toen ik in Parijs was vond ik écht wel dat euh……[hij loopt vast, wordt nog onrustiger]
A: [schopje tegen voet] Ok Robert, drie is ook te veel, één principe wil ik, ÉÉN!

R: [onrustig schuivend op stoel, vingertoppen tegen elkaar en krabt vervolgens aan oor]…NOU, ik ben bijvoorbeeld echt voorstander van …..euh….tja….wat ik wilde zeggen is dat….
A: Robert, jij hebt geen principes en standpunten. Je vind het moeilijk keuzes te maken. En dat is helemaal goed…..maar doe niet alsof!

Robert is in de war, hij kijkt me aan met een blik van ‘dit kan toch niet waar zijn’. Ongeloof straalt van hem af. Na een tijdje stilte lijkt het in te dalen, hij begint te beseffen dat het klopt…. Ik zet ondertussen een kop thee.

R: Als je het zo ziet Arno…..dan hou ik mezelf al heel lang voor de gek…..

A: Het probleem is dat je vastloopt, toch? Te weinig ruimte, klopt? Ja of nee.
R: [ongemakkelijke glimlach] eh, tss tss, eh…ja
A: Ok, ik maak een cirkel, die bestaat uit 100% ruimte. Ik wil korte antwoorden. Hoeveel gaat er naar je werk….
R: [onrustig] Nou, ik denk zo’n 70 tot 80 procent….
A: Zeventig? Tachtig? Kies!
R: Vijfenzeventig….
A: Dacht ik al….en hoeveel naar jouw gezin, vrouw en kinderen.
R: Tien naar mijn vrouw en vijftien naar kinderen…zoiets?
A: Zeg! Hoeveel!
R: Ok….tien en vijftien.
A: En hoeveel dan voor jouzelf? Naar Robert?
R: Oh…nou, dat klopt niet helemaal….want als je..
A: [lacht hard] STOP!
R: [berusting, lach] ……Aaawh….ik hoor het mezelf doen. En de woorden uitspreken…..ik vind het inderdaad moeilijk om duidelijk te zijn.
A: Dit is het duidelijkste wat je tot nu toe hebt gezegd! Champagne!!
R: En het klopt….ik heb gewoon nauwelijks eigen ruimte….en die heb ik wel nodig!
A: Duidelijk! Dus, waar ga je die vandaan halen…..jouw werk, vrouw of kinderen….[schopje tegen voet] Succes met de keuze!

Robert laat zich in stoel zakken, hij kijkt geamuseerd. Vingertoppen tegen elkaar. Met twinkelende ogen, alsof hij zichzelf heeft betrapt. Enigszins verwonderd staat hij op en vertrekt…