Dit heeft nog nooit iemand tegen me gezegd!

Rianne komt de Bloeikas binnen. Een verzorgde jonge vrouw, eind twintig, keurig pak, zakelijke uitstraling en beetje afstandelijk. Rianne werkt als projectleider bij een innovatief high tech productiebedrijf.

Tijdens het begin van het gesprek heb ik het gevoel dat ze heel erg haar best doet om geïnteresseerd te zijn. Ze zit op het puntje van haar stoel. Benen over elkaar geslagen. Ze zit duidelijk in een rol. Ik heb het gevoel alsof ze uit een fotoshoot is gestapt, waarbij een jonge Amerikaanse zakenvrouw wordt gefotografeerd, met maniertjes. Alsof ik met een barbiepop in gesprek ben.

A: Vertel eens, hoe is het met je?
R: [glimlacht] Eigenlijk wel goed hoor.
A: Hoe vind je jouw werk?
R: [glimlacht]. Ja eigenlijk leuk. Het is soms een beetje een mannenwereld, maar daar kan ik me heel goed in bewegen [veegt haar achter oor, glimlacht].
A: [zoete stem, lief] Oh, fijn. Jij staat je mannetje dus wel.
R: [glimlacht] Oh ja, zeker…[schuift beetje op stoel, maar blijft in actieve houding op het puntje van de zitting]

Deze conversatie gaat zo nog een tijdje door. Als een tenniswedstrijd. Rianne heeft oppervlakkige ademhaling. Ik ben duidelijk in gesprek met het masker, de reclame uiting, de ambitieuze en succesvolle projectleider. Ik ben er klaar mee. Ik voel geen verbinding, geen contact en geen echtheid.

R: [glimlacht] blablabla    blablabla…..bla bla….oh, nee hoor…bla bla….het gaat prima.

A: [tikje op haar knie, ik kijk haar recht in ogen] Rianne, ik ga je eerlijk vertellen hoe ik het zie. Als een soort spiegel.  [met telkens luidere stem] Ik vraag me af of jij van plastic bent, met je mooie make up, nette pak. Je lijkt op een barbiepop! Uitvoering ‘young high potential businesswoman’ ofzo…..Ik voel je niet! Ik hoor wat je zegt, maar het klinkt blikkerig, ingestudeerd. Waarom laat je jezelf niet gewoon zien! [luidste stem] WIE BEN JIJ EIGENLIJK ECHT?!

Rianne heeft tranen in haar ogen, na mijn eerste woorden reageerde ze verontwaardigd, en voelde zich aangevallen. Dit maakte snel plaats voor een ENORM KWARTJE dat ik hoorde  vallen…..ze is stil. Kijkt me aan, in de war….Ik houd even mijn mond.

 R: [zonder glimlach] Dit heeft nog nooit iemand tegen mij gezegd….[stil]…Ik had niet door dat….ik realiseerde me echt niet dat….[grote ogen] Is het zo duidelijk?

Ze vertelt hoe ze opgroeide, hoe haar werd geleerd voor zichzelf op te komen, hoe haar ouders vanuit Egypte moesten altijd vechten voor hun plek. Hoe ze altijd ‘schattig’ werd gevonden op school en tijdens haar studie. Hoe vreselijk ze dit vond waardoor ze zich wat stoerder wilde opstellen, ze werd afstandelijk en stond haar mannetje.

Ik vraag haar achterover te leunen, te ontspannen en we raken in gesprek over haar drijfveren. Haar stem wordt lager, ademhaling dieper en haar strakke houding ontspant. Ik zie de natuurlijke Rianne. Ik neem haar mee in hoe maskers werken, hoeveel energie het kost en dat maskers niet kunnen verbinden maar mensen wel.

A: Je hoeft niet zo hard te werken, je bent nog jong, je hoeft niet alles te weten….maar als je jezelf meer laat zien zoals nu ben je veel betrouwbaarder en veiliger. En als je het niet weet is het prima, stel je wat meer open, laat zien als je het weet….en ook als je het niet weet. Dat is prima. Je stem is dieper, je oogt veel fijner en nu voel ik je wel!

R: [tranen in haar ogen]….Nogmaals, dit heeft nooit iemand tegen me gezegd….ik vond het moeilijk te horen…..maar dankjewel.

Inez wist het eigenlijk al

Inez is een jonge vrouw van eind twintig, ze komt voor haar vierde sessie, de aanleiding is vermoeidheid. De eerste keer dat ze kwam was ze uitgeput en lusteloos, na die eerste sessie is ze via de bedrijfsarts ziekgemeld. De jaren hiervoor waren heel erg roerig, Inez had te maken met verlies en rouw, veranderingen van werkgever, oppakken van studie en een impactvolle verhuizing. De rust deed haar goed, de gesprekken over grenzen, haar patronen en  doorzetten gaven inzicht.

We zijn twee maanden in gesprek, ze is opgeknapt, voelt meer rust en stevigheid en we zijn in gesprek over haar relatie.

A: Hoeveel ruimte ervaar jij thuis?
I: Nou, nu overdag is het heerlijk. is Alfred aan het werk, en ik geniet en het is rustig.
A: Dus eigenlijk moet Alfred maar weg.
I: [geschrokken] Nee….natuurlijk niet!
A: [lacht] Nee, tuurlijk niet. Wat moet je zonder hem.
I: [weifelend] Ja….eh…precies dat
A: En met al die ruimte die je zelf kunt invullen. Hij bepaalt gelukkig hoe jij die indeelt en hoe jij jouw leven inricht. Dus dat is wel fijn, hoef je dat zelf niet te doen. Bovendien, in deze tijd, een vrouw alleen…….wil je nog een kop koffie?
I: [afwezig] eh, ja……

Ik sta op om koffie te maken. Inez blijft zitten.

Ze heeft in een eerder gesprek vertelt dat haar vriend zakelijk plannen heeft die ingrijpend zijn voor haar, wederom een verhuizing, meewerken in zijn bedrijf en daarmee het loslaten van haar eigen koers.

Als ik terugkom zit ze door het raam te staren, ze is in gedachten verzonken. Nadat ik ben gaan zitten kijkt ze me verbaasd aan.

I: eh, wat bedoel je eigenlijk?
A: Nee niks, je had toch geen melk in jouw koffie?
I: [verward] huh, nee. Of nou ja.
A: Precies dat. Lijkt me gewoon beter. Geen melk en vooral geen suiker. Dus wanneer gingen jullie ook alweer op wintersport?
I: [geïrriteerd] Wat bedoelde je net!
A: Gewoon, jullie zouden toch gaan skiën?
I: Nee….daarvoor!
A: [quasi verbaasd, lacht] Gaan jullie daarvoor ook skiën? Wat bedoelde jij nu eigenlijk?
I: Nou, over de relatie met Alfred!
A: Ah, dat. Het is fijn dat hij jouw leven indeelt toch? En wat zou jij zonder hem moeten. Hij brengt stabiliteit, toekomst en jij kunt je heel goed schikken. Dus dat bedoel ik….En jij hebt ook niet veel nodig, zeker geen ruimte toch?
I: [voorzichtig] Nou….wat je nu zegt, daar heb ik wel over nagedacht.
A: [tik op knie] Fijn! Dat is altijd goed. En je bent tot de conclusie gekomen dat het goed is toch?
I: Als het gaat over ruimte….en MIJN leven….Alfred doet helemaal zijn eigen ding. Hij gaat helemaal voor zijn nieuwe zaak, of ik het nou leuk vind of niet. Hij zegt dat hij het samen met mij wil doen….maar….


Inez vertelt dat ze zich nu realiseert hoeveel ze aanpast, dat ze na haar roerige jaren een soort veiligheid bij Alfred voelde, maar haar eigen koers helemaal heeft losgelaten. Nu merkt ze hoeveel hij bepaalt en hoe weinig rekening hij met Inez houdt. Tijdens het gesprek merkt ze dat het al heel lang dwarszit, maar dat ze het nooit eerder zo kon zien. Ze is nu bezig haar grenzen beter aan te geven op haar werk, en merkt hoe goed dat voelt en ook wat het aan ruimte en lucht oplevert. Ze realiseert zich nu hoe ze dat thuis ervaart. Ze gaat een beetje beduusd naar huis en ook met een duidelijke opdracht om het thuis te bespreken.

Twee weken later komt ze de Bloeikas binnen. Ze wil me duidelijk iets vertellen.

A: [vrolijk] Vol verwachting klopt mijn hart…vertel Inez!
I: [stralend] Ik heb de relatie verbroken!

Ze vertelt me hoe ze het de avond na onze sessie aan Alfred voorlegde, ze gaf aan dat ze niet nogmaals wilde verhuizen en geen zin had om met hem te gaan meewerken in zijn nieuwe zaak. Hij schrok ervan en het was een pittig gesprek. Toen ze er een paar dagen later nogmaals over spraken bleek dat hij niet voornemens was zijn plannen aan te passen, zijn nieuwe zaak en de verhuizing kregen prioriteit boven de relatie.

Toen maakte Inez het uit. Vertrok, nam haar spullen mee naar een vriendin waar ze tijdelijk kan inwonen. Uiteraard was er verdriet bij haar, maar tegelijkertijd een enorme opluchting. Ze besefte hoeveel ze was aangepast en dat ze haar eigenheid en koers had losgelaten vanuit angst en de geboden veiligheid.

Nu voelt zich weer krachtig, met plezier in werk, weer aan het opbouwen, geeft grenzen duidelijker aan en ervaart heel veel ruimte om haar eigen leven vorm te geven.

Na deze sessie heb ik haar nog twee keer gezien, ze is op koers, voelt zich vrij en ziet ook vooral in hoe haar patroon versterkt werd in onzekere tijden. Terugkijkend liet ze haar eigenheid gaan toen ze vijf jaar geleden in zeer roerige tijden verzeild raakte.

Ze durft weer te spelen, maakt eigen keuzes, voelt zich luchtiger en heeft weer de energie om zich te richten op datgene wat voor haar belangrijk is.

I: Toen we elkaar vier maanden geleden voor het eerst spraken had ik dit nooit verwacht. Maar als ik heel eerlijk ben wist ik het eigenlijk al heel lang, dat dit een keer ging gebeuren. Het was moeilijk, maar ik ben heel erg blij dat ik de keuze heb gemaakt.

Bedoel je uitgeput?

Ellis is een vrouw van tegen de dertig, ze maakt onderdeel uit van één van de teams van een organisatie die ik begeleid. Ze komt de Bloeikas binnen, gaat zitten, neemt een slok thee en antwoord keurig op mijn vragen.

Ze antwoord beleefd, laat niet het achterste van haar tong zien, en reageert sociaal wenselijk (voor haarzelf) en dus binnen de veilige zone.

E: Ja, dus het gaat eigenlijk best goed met me.
A: Dat is fijn, geen probleem dus. Misschien zeg ik iets geks Ellis, maar ik vind je een beetje vlak of dof.
E: [grote ogen] Bedoel je……..[tranen in ogen] uitgeput?
A: Uitgeput?
E: [begint te huilen] Soms kan ik niet meer. Dan ben ik zo ongelooflijk moe. Na het werk lukt het me nog net om thuis te komen.
A: [vrolijk] Wel mooi dat je dan vind dat het best goed met je gaat!Ik ben benieuwd hoe je dan bent als het niet zo goed gaat
E: [glimlach door tranen] Welnee, ik hou mezelf natuurlijk voor de gek. Al sinds vier maanden lukt het gewoon niet zo goed meer. Ik weet het ook wel maar….[dikke tranen]…..ik…wil…[snik, geknepen stem] mijn…collega’s…gewoon… niet….[snik] in…de….steek….laten. [er volgen heel veel tranen]

Ellis vertelt hoe lang ze al worstelt, vindt dat ze zich niet moet aanstellen, dat het na de vakantie beter zal gaan en cetera. Ik hoor een vrouw die allerlei argumenten gebruikt om zichzelf te overtuigen. Tegelijkertijd zie ik een vrouw die met moeite functioneert, zich ongemakkelijk voelt omdat het niet lukt en niet wil opgeven.

Het is een situatie die ik herken bij vele anderen en binnen organisaties. Mensen die eigenlijk al lange tijd niet meer goed functioneren, die ongelooflijk snel leeglopen en het gevoel hebben dat ze geen keuze hebben. Daardoor doorgaan op een weg die niet goed voor de mens én de organisatie is. Uiteindelijk loopt de mens langzaam vast, levert niet voldoende voor de organisatie en doordat er schaamte of ongemak is wordt het niet op tijd benoemd richting die organisatie waardoor het ongemak en de irritatie doorgaan. Dit heeft vervolgens weer een effect op het team waarbinnen deze persoon werkzaam is.

A: [vrolijk] Ik ben wel trots op jou. Jij bent de ideale werknemer, wil je niet bij mij komen werken? Je gaat door TOT . DAT . JE . ERBIJ . NEERVALT! Super. En zo tof dat je jouw collega’s niet in de steek laat. Ik vind eigenlijk dat je nog wel iets meer kunt doen, we zitten nu al bijna een kwartier in gesprek, laten we afronden zodat je weer keihard aan de slag kunt!
E: [lacht] Dat is precies wat ik denk! Hoe lang duurt dit nog. Ik moet nog zoveel doen!
A: En terecht! Jouw collega’s dan? Die kunnen niet zonder je. Snel. Volgens mij zit je hier jouw tijd te verdoen. Hup. Aan de slag!
E: [beduusd] …Ik denk….nou ja…dit kan zo niet langer…
A: Precies! Aan de slag!
E: Nee! Ik bedoel precies het tegenovergestelde?
A: [verbaasd] Huh, dat begrijp ik niet.
E: [duidelijk] Ik wil zo niet verder! Ik moet echt iets veranderen! Toen je net zei ‘Tot je erbij neervalt’…..dat is echt wat ik doe…en dat wil ik niet meer.
A: Zeg dat nog eens?
E: [opgelucht] Dat wil ik niet meer!

Ellis kreeg een haakje aangereikt om het eerlijke verhaal te vertellen. Toen ik benoemde dat ik haar ‘vlak of dof’ vond, toen was er de opening….bedoel je uitgeput…toen volgde de rest.

Het oprecht benoemen wat je ziet maakt ruimte. Hoe waardevol zou het zijn als we dit wat vaker zouden durven en doen. Het zou mensen een eerste zetje geven om de ruimte te ervaren die nodig is om het echte verhaal te vertellen. Ik ben ervan overtuigd dat zowel de mens als de organisatie hiermee enorm geholpen is.

Enige dagen na de coaching ging Ellis in gesprek met haar manager en ze heeft ruimte gecreerd. Haar manager belde me om te bedanken, hij vertelde dat hij eerder al het zijdelings tegen Ellis had benoemd en dat ze het had weggewuifd. ‘Jouw radicale eerlijkheid deed het hem’ aldus de manager.

Hey Google!

Bastiaan komt de Bloeikas binnen. Het is een man van tegen de veertig die door zijn werkgever is doorgestuurd. Hij werkt als marketingman voor een grote dienstverlener.

Hij komt voor zijn tweede sessie en kampt met overspanningsklachten. Zijn vader is al heel lang ziek, al tijdens Bastiaan zijn pubertijd werd er rekening met hem gehouden. Pa Henk was bepalend in het systeem, zijn humeur domineerde. Momenteel is zijn vader bedlederig, Bastiaan staat zijn ouders veel bij. Daarnaast heeft Bastiaan net een tweede zoontje gekregen én heeft een drukke baan.

A: Vertel eens ff Bastiaan, hoe gaat het eigenlijk als je bij jouw ouders bent?
B: [vermoeid] Nou, als ik er ben loop ik op eieren.
A: [kijkt naar Bastiaan zijn schoenen] Zien er schoon uit, vandaag niet geweest dus?
B: [glimlacht] Bij wijze van spreken dan….[guitig] lul!
A: En verder?
B: Zoals ik zei, ik doe voorzichtig, wil mijn vader niet nog lastiger maken.
A: Is hij zo lastig? Hij is toch ziek of zo? Die arme man wil gewoon een liefhebbende zoon!
B: Je moest eens weten. Hij commandeert me gewoon!
A: [geschrokken] Zoals Kim Jung Un of Hitler toch niet?
B: [lacht hard] Nou, ik ken ze niet, maar het is echt heel duidelijk!
A: Hij is ziek Bastiaan, heb een beetje respect en mededogen zeg!
B: [geirriteerd] Het is dat het mijn vader is…..maar anders…
A: Anders wat Bastiaan…zou je het dan niet doen? Doe je het dus voor de erfenis? Wat slecht man. Anders zou je een zieke man dus gewoon in de steek laten!
B: [nog bozer] Ik doe het al mijn hele leven! Ik wordt schijtziek van hem. Hij commandeert me al zolang ik me kan heugen. Alles staat in het teken van zijn ziekte. En meneer doet maar net of het allemaal normaal is. Mijn moeder is kapot, ik ben kapot….en hij ligt maar in zijn bedje. En als er dan hulp komt….dan doet hij alsof het allemaal prima gaat….zodra die weer weg zijn….dan zijn wij de pisang.
A: [met nadruk] Je hebt het er zelf naar gemaakt chef! Natuurlijk commandeert hij jou, jij bent een mak lammetje, durft niet op te staan tegen hem, als jij geen tegengas geeft vindt hij het natuurlijk heel normaal dat je ja-en-amen zegt. Dat is jouw eigen keuze Bastiaan! Je komt hier een beetje zielig doen, loopt hier jouw bloedeigen vader af te zeiken, om vervolgens weer als een dienaar zijn eten te brengen, hem naar de mond te praten zodat hij zich goed voelt in zijn koningsbedje. Hij heet Henk toch? Koning Hendrik de eerste of de tweede? Hoeveel slaven heeft hij eigenlijk?
B: [geirriteerd en beduusd] Ja, wat moet ik dan! Het is mijn vader!
A: Je hebt gelijk….je bent een soort prins, jouw vader de koning. De erfenis is natuurlijk aanstaande. Dus…
B: [onderbreekt, boos] Het gaat niet om de erfenis Arno!
A: [vrolijk] Volgens mij moet jij jouw naam veranderen….. naar Google. Hey Google…breng me thee. Hey Google…doe mijn boodschappen. Hey Google…wil je even je mond houden? Hey Google…wat is de weersverwachting? Hey Google…
B: [glimlachend] Nou….dat zou inderdaad geen gek idee zijn. Koning Hendrik en prins Google…..[lacht]

B: Ik baal eigenlijk voornamelijk van mijzelf Arno. Mijn vader is echt ziek, depressief, al tientallen jaren, maar nu heel erg. En nu jij beschrijft hoe het systeem is, schrik ik eigenlijk. Het is echt zo, ik ben heel voorzichtig met hem, behandel hem als een koning en uiteraard rekent hij hierdoor op mijn hulp. Maar ik ben zo ongelooflijk gesloopt, ik kan niet meer.
A: [vrolijk] Misschien wordt hij wel negentig! Koningen kunnen heel oud worden, kijk maar naar Elizabeth!
B: Oh man….daar moet ik niet aan denken!
A: [boos] Jij gunt jouw vader dus geen lang leven!
B: Jawel….maar ik wil niet meer zo dienend zijn, dat moet echt veranderen!
A: Wat zeg je? Hey Google…doe eens…
B: [onderbreekt, duidelijk] Ik heet Bastiaan! Ik ga met hem in gesprek. Dit moet veranderen!

Twee weken wandelt Bastiaan weer de Bloeikas binnen.
A: [opgewekt] Hey Google! Hoe is het?
B: [breeduit lachend] Veel beter man.
A: Hey Google…wat is er gebeurd

Bastiaan vertelt dat het inzicht in het gezinssysteem hem liet realiseren dat hijzelf iets moet veranderen en hij niet zijn vader de schuld moest geven. Dat was verwarrend én verhelderend. Hij ging het gesprek aan met zijn ouders. gaf aan meer eigen ruimte nodig te hebben en dus niet meer iedere dag naar ze toe te gaan. Hij sprak een andere frequentie af en liet zijn ouders meegenieten van Hey Google….Dat is nu een soort kreet in het paleis van Koning Hendrik geworden.

B: Ik vond het oprecht moeilijk het gesprek te voeren, ik bemerkte dat ik mijn moeder niet wilde opzadelen met nog meer. Tegelijkertijd gaf de weerstand tegen mijn vader hem ook een soort van….zelfstandigheid ofzo….Hij moest echt lachen om Hey Google en Koning Hendrik. Het gesprek werd zelfs een beetje gezellig….Ik denk dat mijn vader echt inziet dat ik ruimte nodig heb, dat hij me claimt en dat onbewust doet. Het belangrijkste is dat ik me heb uitgesproken, ik vond het eng, maar uiteindelijk viel het mee….en ervaar ik meer ruimte.

Heerlijk! Ik heb mijn relatie verbroken

Sinds twee maanden komt Jordi bij me in coaching. Hij is achtentwintig, werkt als bedrijfsleider van een groothandel en voelt zich al langere tijd niet goed.

Jordi is een lieve man, heeft drie jaar geleden zijn moeder verloren aan kanker, heeft het wel naar zijn zin op zijn werk en een lieve vriendin. Sara en hij wonen sinds enige tijd samen, zij wil graag verder, denkt na over kinderen en hij over enige tijd ook richting huisje, boompje, beestje zoals hij zegt.

Na de eerste sessie heb ik een beeld van een jongeman die uitgeblust is, een heel kalm leven leidt, conflictmijdend is en keurig doet wat Sara vraagt en zich vooral niet uitspreekt. ‘Dan wordt Sara verdrietig of boos, en dat moet maar niet’ aldus Jordi.

Soms zit iemand vast in zijn denken, overtuigingen en het systeem. Dan is er een gevoel van onmacht, niet meer weten wat slecht is voor zelfvertrouwen. Terwijl diegene vaak wel voelt wat er moet gebeuren, het (begrijpelijk) niet durft.

Tweede sessie.
A: Wanneer denk je eigenlijk dat je vader wordt?
J: [gote ogen] Nou, dat ehh hoeft nog even niet.
A: Maar Sara wil wel….en je wilt haar niet boos maken. Dus…hoe lang nog!
J: We bespreken het wel, maar ik laat het in het midden.
A: [lacht, enthousiast] Ja, daar moet het ook gebeuren toch?! In het midden. Daar zit het genot en de pijn.
J: [in de war] Nou, ik weet het gewoon nog niet….
A: Iets meer naar links of naar rechts. Zeg het maar!
J: Ik probeer het onderwerp dan te verschuiven naar werk ofzo. Of ik ga naar mijn kamer, gamen met mijn koptelefoon op.
A: Jij bent gewoon LAF! Natuurlijk wil je het niet. En zeker niet met haar toch? Ze lijkt me een verschrikkelijke vrouw. Je mag niets meer. Zelfs niet met je vrienden gamen of andere dingen.
J: [gaat aan] Ja, ze wil het liefst samen op de bank. Maar ze is echt een lieve meid. Tja…ze is echt lief.
A: En dan praten over hoe het gezin eruit komt te zien, hoeveel kinderen wil je eigenlijk met Sara, twee of meer…
J: Nou, dat begint dan inderdaad…echt…
A: [hoog tempo] Wel mooi dat je het in het midden laat vind ik….ben je ook in de polder geboren eigenlijk?
J: [afwezig] huh
A: Polderen met Sara! Het in het midden laten. [vriendschappelijk, hand op zijn knie] Ik heb met je te doen Jordi, daar zit je dan. Een vrouw met klepperende eierstokken, ik zie het helemaal voor me….over twee jaar met z’n drieen en een jaartje erna nog een kleintje. GAME OVER.
J: [zwaar] Ik weet het niet man….

Jordi vertrekt, hij heeft een beeld in zijn hoofd. Benieuwd wat er gebeurt.

Twee weken later stapt Jordi de Bloeikas binnen.

A: [vrolijk] Hoe is het met je? Ben je er al uit? Ik zag dat de kinderwagens in de uitverkoop zijn.
J: [lachend] Ja ja, het moet nog maar even niet. Ik heb sowieso twijfels over mijn relatie met haar. Als ik op mijn werk ben, voel ik me goed en vrij. Als ik naar huis rijdt dan denk ik over alles na. Ben ik niet te laat? Heb ik wel de juiste dingen gezegd? Zou het niet mijn beurt zijn om boodschappen te doen? Pfffffff
A: [ga met hoofd in handen zitten, zwaarmoedig] Pfffff….ojee Jordi…het klinkt als een hele ingewikkelde relatie. Ik zou het wel weten…Zometeen mag je niet meer met jouw vrienden afspreken, de hele avond samen op de bank, pffffff….[maak het zwaar]
J: Ja man…het voelt ook zwaar.
A: Dat VOELT niet alleen zo, dat IS het ook! Maar ja, het is geven en nemen in een relatie, niet alleen de lusten Jordi. En je kunt Sara natuurlijk niet teleurstellen….stel je voor hoe verdrietig ze zou zijn…

Jordi is even stil, vervolgd dan…
J: Eerlijk? Ik hoop eigenlijk dat we over een tijdje ruzie krijgen en zij het uitmaakt!
A: Zeg dat nog eens?
J: Ik hoop het echt. Dat zij het doet.
A: [vrolijk] Ja, ik hoop ook dat ik de staatsloterij win. Of dat Nederland wereldkampioen voetbal wordt….maar ik weet wel beter.
J: [krijgt tranen in zijn ogen] Ze zal zo verdrietig zijn Arno….dat kan ik haar echt niet aandoen.
A: Dat vind ik zo mooi aan jou, dat je jouzelf opoffert aan die schat. Ik wordt er bijna emotioneel van…wat ben je toch een lieverd! Weet je, je bent ook al achtentwintig, dus het mooiste deel van je leven ligt toch al achter je! Tijd om huisje boompje beestje te gaan creeren met haar. Het is net oud en nieuw. Gewoon uitzitten….

Jordi vertrekt en is twee weken later terug. Er komt een vrolijke man binnen.

A: Zo Jordi, ben je naar de kapper geweest? Of heb je een andere look? Je ziet er heel anders uit!
J: [bijna jubelend]Ik heb het uitgemaakt met Sara! Heerlijk!

Hij vertelt hoe het ging, hoe moeilijk hij het vond maar dat hij zich realiseerde dat het moest. ‘Toen je zei: Het is net oud en nieuw….gewoon uitzitten. Dat bleef in mijn hoofd spoken, zo voelde het precies’

A: Gelukkig nieuwjaar Jordi!

Terug naar de fabrieksinstellingen

Henk komt de Bloeikas binnen. Hij is 48, werkt vanaf zijn zestiende in een fabriek, nu bijna vijfentwintig jaar bij deze werkgever. Die stuurde hem naar mij toe, een agressieprobleem.

Hij loopt onwennig naar binnen, ik bemerk dat hij het spannend vind. Met iemand in gesprek? Een coach? Hoezo eigenlijk? Ergens over praten?

Henk is een pure Fries. Een eenvoudige harde werker, een ruige kop met lieve ogen, die zijn leven prima vind, een echte gezinsman, woont zijn hele leven in hetzelfde dorp. Hij zit het liefst aan de tafel in de Bloeikas, koffie met melk en suiker, en we beginnen. Ik weet hem snel op zijn gemak te stellen en hij begint te vertellen….

Hij vertelt over zijn ouderlijk huis, vader werkte keihard, moeder was thuis, een broer en zus. Na een ruzie over niets wil zijn vader zijn broer niet meer zien. Bij conflicten gaat moeder boos naar boven en vader de tuin in, er wordt niet over gesproken. Na zijn LTS opleiding gaat Henk aan de slag in een fabriek in de buurt, hij woont tot zijn vijfentwintigste thuis, heeft gespaard en gaat met zijn vriendin trouwen en samen wonen. Ze kunnen een klein huisje kopen met wat land, nog steeds wonen ze daar. Ze krijgen twee kinderen, gaan ieder jaar in Nederland op vakantie en hebben het ‘best’.

Hij benoemt over de ruzies vroeger, hoe moeilijk hij het vind dat zijn vader en broer niet meer praten, hoe ze elkaar in het dorp tegenkomen en onmachtig zijn. Zijn moeder is ziek, hij is heel lief voor haar, neemt iedere zaterdag een bloemetje mee en gaat op de koffie. Ik moet soms echt wennen aan zijn eenvoudige bestaan, gebrek aan ambitie en zie hoe zacht hij is. Hij houdt zich goed staande met zijn maten, in het café en bij de voetbal. Het is een doodgoeie jongen.

Op zijn werk doet hij zijn best, houdt een aantal machines draaiende, zorgt dat zijn werkterrein netjes is en irriteert zich aan collega’s. Met een andere mentaliteit, jonger dan hij en met wie hij weinig communiceert. Dan loopt hij vaak weg en soms ontploft Henk als het te gortig wordt….het agressieprobleem.

Ik spiegel hem, zijn patroon, hoe zijn ouders conflicten nooit bespraken, boos werden en wegliepen. Ook laat ik hem zien hoe zijn collega’s hem misschien ervaren, als een stille jongen, die alles wel goed vindt en dus hun eigen gang gaan.

A: Dus je laat jouw emmer vollopen, je irriteert je al eerder, net als jouw ouders deden. Je kunt natuurlijk aan jouw collega’s aangeven wat jij graag wilt en wat jij fijn vindt.
H: Ja….dat kan natuurlijk ook. Dat doe ik nooit. Maar dat ga ik doen.

Na twee weken is Henk er nogmaals. Het gaat veel beter. Hij geeft eerder aan bij zijn collega’s en baas. Die baas belde me nog op. Verbaasd.

‘’Het was zo fijn mijn verhaal te vertellen, zonder dat je me onderbrak, en er iets van vond. Het luchtte me enorm op. En ik heb gewoon de knop omgezet, ik zeg nu gewoon wat ik ergens van vind, het gaat veel beter en heb weer veel meer zin. Ik heb zelfs mijn broer gesproken en vertelt wat ik doe…..En [Henk heeft tranen in zijn ogen] hij heeft weer met mijn vader gesproken. Dankjewel.’’

Dit is een voorbeeld, ik heb een aantal mannen uit die fabriek gesproken, allemaal hebben ze simpelweg niet de vaardigheden die wat hoger opgeleiden hebben, maar als ik ze aanreik passen ze deze direct toe. Ze zetten een soort knop om. Terug naar de fabrieksinstellingen dus. Na twee of drie sessies is het klaar!

Ik ben echt positief verbaasd, waar hoger opgeleiden het soms heel lastig vinden om toe te passen (teveel nadenken over allerlei consequenties) doen deze mensen het direct. Met als resultaat dat ze zich veel beter voelen.

Ik weet niet of het zo is, maar het lijkt alsof deze groep nooit de begeleiding krijgt en de ruimte om zich persoonlijk te ontwikkelen. Vanuit Bloei! ga ik een aanpak ontwikkelen en aanbieden voor deze groep mensen.

Ik weet nog niet hoe het eruit gaat zien, maar ik zoek directeuren en managers van deze groep mensen die het experiment met me aandurven.

De naam is natuurlijk helder: Terug naar de fabrieksinstellingen!

Robert de redenaar.

Robert komt de Bloeikas binnen. Hij is begin veertig, werkt als senior manager voor een gerenommeerd adviesbureau in de stedenbouw en heeft een gezin met kinderen einde basisschool.

Hij loopt vast, heeft minder energie en weet niet zo goed wat hem parten speelt. Als typische man gooit hij het op zijn baan….’Over mijn relatie hoeven we het volgens mij niet te hebben….die is echt top!’

Robert is een joviale spreker, met veel gebaren en mooie taal imponeert hij en hiermee dóet hij zijn probleem. Hij is een meester in het ontwijken van de kern.

R: [leunend in stoel, vingertoppen tegen elkaar] Dus als je het in perspectief zet zou je van mening kunnen zijn dat het ligt aan een drietal factoren waardoor het gewenste effect uitblijft. En daarmee is het altijd balans zoeken…
A: [grappend] Wel mooi dat je zo concreet bent Robert! Daar kan ik echt iets mee…
R: [onverstoorbaar verder] Je zou een soort filosofie kunnen plakken op mijn baan, dat maakt het ongewis voor de buitenwereld en daarmee lastig om een keuze te maken…..bovendien is het altijd een directeur die beslist…
A: Nee precies, jijzelf natuurlijk niet….die verantwoordelijkheid leg je liever bij een ander toch?
R: Dat is maar net vanuit welke bril je hiernaar kijkt…..
A: ROBERT, ik begrijp echt helemaal niets van wat je zegt….je moet de politiek in of aan een talkshowtafel gaan zitten om jouw bespiegelingen te delen….maar wil je hier STOPPEN met dat onduidelijke gezwets….
R: [stil, uit balans gebracht]………………nou, ik probeer in beeld te brengen wat de…
A: [slaat hand op stoelleuning, stemverheffing] STOP!

Robert verschuild zich achter allerlei mooie teksten, hij oreert, maar het blijft zo nietszeggend, continue afwegen, in perspectief plaatsen, hij blijft maar zoeken en bewegen en neemt geen positie. Hij blijft de kern ontwijken.

Dit speelt hem in zijn leven parten, het maken van duidelijke keuzes lukt hem niet (al heeft hij zelf het idee dat hij best duidelijk is) en hij houdt dus al zijn opties open. Dit wordt zo duidelijk door zijn taalgebruik. En hierdoor loopt hij vast in tijd én ruimte.

A: [uitdagend] Weet je Robert, je bent een fantastische prater, hebt een snel brein en het overzicht. Hierdoor ben je een indrukwekkende verschijning, maar je maakt volgens mij nooit een keuze en hebt al helemaal geen principes.
R: [geagiteerd] Ik heb zéker wel principes…
A: Ok, ik wil er NU drie horen.
R: [verschuift in stoel, kijkt afwisselen naar mij en naar buiten, wordt onrustig] …..nou om te beginnen ben ik altijd euh, nou zeg maar euh……nee, anders. Toen ik in Parijs was vond ik écht wel dat euh……[hij loopt vast, wordt nog onrustiger]
A: [schopje tegen voet] Ok Robert, drie is ook te veel, één principe wil ik, ÉÉN!

R: [onrustig schuivend op stoel, vingertoppen tegen elkaar en krabt vervolgens aan oor]…NOU, ik ben bijvoorbeeld echt voorstander van …..euh….tja….wat ik wilde zeggen is dat….
A: Robert, jij hebt geen principes en standpunten. Je vind het moeilijk keuzes te maken. En dat is helemaal goed…..maar doe niet alsof!

Robert is in de war, hij kijkt me aan met een blik van ‘dit kan toch niet waar zijn’. Ongeloof straalt van hem af. Na een tijdje stilte lijkt het in te dalen, hij begint te beseffen dat het klopt…. Ik zet ondertussen een kop thee.

R: Als je het zo ziet Arno…..dan hou ik mezelf al heel lang voor de gek…..

A: Het probleem is dat je vastloopt, toch? Te weinig ruimte, klopt? Ja of nee.
R: [ongemakkelijke glimlach] eh, tss tss, eh…ja
A: Ok, ik maak een cirkel, die bestaat uit 100% ruimte. Ik wil korte antwoorden. Hoeveel gaat er naar je werk….
R: [onrustig] Nou, ik denk zo’n 70 tot 80 procent….
A: Zeventig? Tachtig? Kies!
R: Vijfenzeventig….
A: Dacht ik al….en hoeveel naar jouw gezin, vrouw en kinderen.
R: Tien naar mijn vrouw en vijftien naar kinderen…zoiets?
A: Zeg! Hoeveel!
R: Ok….tien en vijftien.
A: En hoeveel dan voor jouzelf? Naar Robert?
R: Oh…nou, dat klopt niet helemaal….want als je..
A: [lacht hard] STOP!
R: [berusting, lach] ……Aaawh….ik hoor het mezelf doen. En de woorden uitspreken…..ik vind het inderdaad moeilijk om duidelijk te zijn.
A: Dit is het duidelijkste wat je tot nu toe hebt gezegd! Champagne!!
R: En het klopt….ik heb gewoon nauwelijks eigen ruimte….en die heb ik wel nodig!
A: Duidelijk! Dus, waar ga je die vandaan halen…..jouw werk, vrouw of kinderen….[schopje tegen voet] Succes met de keuze!

Robert laat zich in stoel zakken, hij kijkt geamuseerd. Vingertoppen tegen elkaar. Met twinkelende ogen, alsof hij zichzelf heeft betrapt. Enigszins verwonderd staat hij op en vertrekt…

Marina de regisseur

Marina komt de Bloeikas binnen. Ze is een vrouw van midden veertig, goed verzorgd, energiek en bijna stralend. Marina komt voor haar eerste sessie.

A: Hi Marina, je ziet er stralend uit! Een vrouw met jouw uitstraling kan volgens mij geen probleem hebben.
M: Ik zou wel graag een relatie willen, maar op de één of ander manier lukt het me niet de juiste te vinden…
A: Maar dat is toch prachtig! Zo kun je lekker blijven daten, van verschillende geurtjes genieten en daarmee toch de vrijheid behouden.
M: [neemt direct het initiatief over, veel handgebaren.] Nou, dat is misschien wel zo maar…..bla, bla, bla…..en toen ging ik voor veertien maanden naar Brazilie…..en toen had ik een relatie met Willem……bla, bla, bla…
A: Dus het kan niet aan jou liggen toch?
M: [hoog tempo, scherp] Daar heb ik dus over nagedacht en kijk het zit zo….bla, bla, bla…dus dat kan in dit geval wel zo zijn…maar aan de andere kant…bla,bla, bla….
A: Dus jij bent niet het probleem?
M: [adrem, snel, vrolijk, wijsneuzerig vingertje] Grappig dat je dat zegt….kijk, het is volgens mij…bla, bla, bla……en daarom kan het niet zijn dat toen ik met Hans was dat hij toen….bla, bla, bla…..dus het is dus toch anders…snap je??

Marina heeft overal een antwoord op, is supersnel van tong, brengt haar argumenten met overtuiging en een soort speelsheid. Ze is dominant op een lichte manier, blijft me naar ieder antwoord aankijken met een blik van ‘zie je wel?’ en wacht op de volgende poging van mij waar ze weer op kan reageren. Het lijkt een soort competitie. Deze vrouw houdt de regie.

M: Ik laat mannen dus ook vrij. Kijk, toen ik een relatie met Marcel had en veertien maanden naar Brazilie ging zei ik tegen hem dat ik het prima vind dat hij met andere vrouwen zou slapen, ik gaf zelfs aan met welke ik het wel en welke niet goed vond…..

A: Marina stop!
M: [verbaasd….en weer door, met vingertje] Dus ik snap écht niet waarom….
A: [luide stem] MARINA STOP!
M: Ja..maar……ik laat ze toch vrij….
A: Hou je mond! Stop! Ik.wil.je.iets.zeggen.en.ik.wil.dat.jij.luistert.
M: [ratelt nog ff door] Nou, dat is goed hoor, en…bla bla bla…
A: [ik kijk haar indringend aan] MARINA!

Ze blijft de regie pakken, overtuigd van haar goede bedoelingen, in staat om kromme dingen recht te praten op een manier waarmee ze domineert. Met haar lieve uitstraling, felle ogen en rappe toch is ze een verwarrend fenomeen.

A: Dus jij gaat veertien maanden naar Brazilie, en geeft jouw man aan dat hij wél met de ene maar níet met de andere vrouw mag gaan! Je laat hem echt lekker vrij zeg! Hij heeft er vast van genoten! Wat ben jij toch een ruimhartige vrouw….
M: Hoezo? Ik dacht alleen dat…..en…..
A: MARINA! Heb jij de toneelacademie gedaan? De regie opleiding zeker….
M: [verbouwereerd]. Wat?
A: Die arme man, zelfs op weetikveelhoeveelkilometerafstand wil je de regie houden, snap je het niet? Heb je ook zo’n regisseursstoel? Met jouw naam erop? Jij pakt de hele godgansetijd de regie dame! Je bent echt een prachtvrouw, met jouw charme slikken de mannen het initieel, maar geef eens ruimte!
M: [schrikt, stil (voor het eerst)……]
A: [gaat achterover zitten en diepe zucht] Ooh wat heerlijk, ik ben samen met Marina en ik mag doen wat ík wil……nu eerst ff ontspannen…..
M: [besmuikte glimlach]…shit Arno…

Het lijkt in te dalen. Marina is zo adrem, snel en energiek dat ze zich niet bewust lijkt van haar imposante voorkomen ondanks haar tengere postuur. Ze gaat achterover zitten, ze lijkt verwonderd en kijkt bijna dromerig naar buiten.

A: We gaan een spelletje doen, ok? Het gaat als volgt. Ik ga tegen jou praten, ik ga je iets vertellen en jij houdt je mond, jij luister alleen….
M: [onderbreekt].. Ja en kan ik dan… ik kan dat heel goed
A: [lacht hard] MARINA! Iets met je mond houden!
M: [Verongelijkt] Ik wil alleen maar even zeggen dat…
A: [kijk haar theatraal streng aan]…mond…dicht!
M: [doet met vrolijk duidelijke ogen hand over lippen]

We doen het spelletje, ze merkt hoeveel moeite het haar kost om niet te reageren, de regie bij mij te laten en haar impuls te moeten bedwingen. Ik vraag haar de tussenliggende week op te letten op haar neiging om continu de regie over te nemen. We sluiten af.

M: [beetje in de war] Het is echt zo, en het is ook echt mijn automatische piloot. Ik voel dat ik continu wil reageren, het voelt als een tenniswedstrijd waarbij ik ieder punt wil winnen. Dit komt echt even binnen….dankjewel….denk ik?

De glimlach van directeur Derrek….

De Bloeikas staat in het zonnetje, er is koffie en water. Zometeen komt Derrek voor zijn tweede coachingsessie. Hij is midden dertig, gaat altijd schuil achter een vriendelijke glimlach, ziet er verzorgd uit en is mede-directeur van een sportbedrijf…….en hij is helemaal uitgeput.

Op mijn vragen reageert hij heel vaak met ‘Als ik heel eerlijk ben’. En dan volgen er antwoorden zoals: ‘Heb ik op een goede dag 10% energie [glimlach]’ of ‘Hou ik het geen drie maanden meer vol [glimlach]’ en zelfs ‘Denk ik er wel eens aan hoe opgelucht ik zou zijn als mijn zakenpartner dood zou zijn [grote glimlach!]’

Derrek zit klem, ziet geen uitweg, is al lange tijd zichzelf compleet aan het saboteren en is naar mij heel eerlijk. Hij heeft al enkele malen aan zijn zakenpartner aangegeven dat hij het niet meer lang volhoud op deze manier, maar die laat geen ruimte en reageerde de laatste keer kil met ‘Dan moeten we alles maar verkopen’.

A: Jij bent natuurlijk ook super onbetrouwbaar Derrek. Wees blij met jouw zakenpartner. Man, ik was allang met je gestopt.
D: [verbaasd] huh, hoezo?
A: Je bent een soort wolf in schaapskleren Derrek….jij doet heel vriendelijk en vrolijk. Maar dat ben je helemaal niet. Dus als jij wat zegt, altijd met die verschrikkelijke glimlach van je, dan kan ik dat helemaal niet beoordelen. En je hebt ook nog eens plannen om die partner van je te laten omkomen. Heb je Bulgaren of Joego’s in gedachte…Je lijkt ook wel een beetje op Al Pacino!
D: Maar ik ben toch eerlijk geweest tegen Ron (zakenparter)?
A: Bulgaren of Joego’s? Ik zou Bulgaren doen. Die zijn goedkoop, betrouwbaar en vervolgens onvindbaar…

Derrek is even afwezig…en vertelt vervolgens..

D: Toen ik acht was is mijn jongere zusje overleden, er werd niet over gepraat, mijn ouders veranderden vanaf dat moment, zij hadden een verschrikkelijk verdriet, ik ook, maar……ik glimlachte. Ik denk om ze gerust te stellen ofzo. Onbewust ben ik vanaf dat moment mijzelf gaan wegcijferen, zorgen dat ik niemand tot last was, mijn ouders hadden het natuurlijk heel moeilijk, er was veel verdriet en zwaarte in huis. Ik wilde het weer gezellig maken, dus deed ik alles om ze op te vrolijken.

Derrek zijn glimlach is het masker en op het moment dat hij onder druk komt te staan gebruikt hij deze. Dit hardnekkige patroon heeft hij aangeleerd en zijn omgeving kan hem hierdoor niet inschatten. Als hij verdrietig of boos is laat hij een glimlach zien. Hiermee doorvoelt hij zelf ook niet meer.

Mijn bedoeling is om hem uit balans te brengen, hem duidelijk te maken wat hij doet en het te laten voelen. Ik vervolg:

A: 10% energie, dat is niet nul! Met die energie kun je nog van alles doen toch? De sportzaken kun je draaien, personeel tevreden houden en ook nog de inkoop op orde. Iemand met zo’n prachtige glimlach doet het met ZICHTBAAR gemak!
D: [verbaasd]. Maar 10% is toch veel te weinig?
A: Nee joh, integendeel! Het lijkt me beter dat je er nog wat bij gaat doen! Met jouw glimlach! Mensen willen volgens mij graag met je werken, je geeft met deze glimlach alle energie door!
D: [in de war] Nou, ik vind het wel weinig hoor!
A: Weinig, weinig? 1% is weinig, dit is TIEN KEER zo veel man! TIEN KEER. [Ik sta op] Kijk, 1% energie is dit [ik lig op de grond en sleep me voort] en 10% is dit [ik sta weer op en beweeg superenergiek].
D: [moet ongelooflijk lachen] echt niet!
A: ok, bij jou dan. Doe eens jouw variant….
D: Hij doet alsof hij zich vooruit sleept…
A: Dit is 1%, doe nu eens de 10!
D: Nee, dit is de 10!
A: Ok Derrek. Haal die glimlach van je gezicht, zo weet ik niet hoe het echt met je is. Hoe zit jouw gezicht bij 10%, [ik verhef mijn stem] ik wil GEEN GLIMLACH, maar de ECHTE emotie!
D: [laat een vermoeide blik zien] Als ik heel eerlijk ben……is mijn gezicht nu nog te positief. Ik ben echt kapot.
A: [vrolijk] Je ziet er nog best goed uit, voor iemand die helemaal kapot is. Mooi dat je nog steeds jouw positieve uitstraling hebt Derrek! Ook fijn voor jouw zakenpartner trouwens….als die je zo ziet. Wow! Die wil nog jaren met je verder!!

Derrek verlaat de Bloeikas. Twee weken erna komt hij weer binnen. Hij oogt dertig kilo lichter.

A: Zo chef, jij ziet er opgelucht uit! Maar ja, dat zegt natuurlijk niks. Jouw buitenkant is meestal niet synchroon met de binnenkant.

D: [lacht hard] Het gaat goed, echt! Toen ik naar huis reed na de vorige sessie besefte ik hoe lang ik al niet echt laat zien hoe het met me is….mijn eeuwige glimlach. Ik heb een lang gesprek gevoerd met Ron. Goed gesproken over mijn zusje, de gezinssituatie en mijn eigen reactie destijds. Jouw uitleg over het patroon en mijn huidige gedrag ook besproken. Hij gaf aan dat hij het wel bemerkte, er bij mij niet doorheen kwam en toonde vooral begrip. Ik ga de komende drie maanden verder nadenken over wat ik zakelijk wil, voor nu minder werken, ontspanning pakken en verder denken over de toekomst. Je bent nog niet van me af, maar ben heel blij met deze stap.

Laat het niet het zwartste scenario zijn

Als coach help ik mensen op koers en in balans te blijven. Mensen komen bij me met de meest uiteenlopende situaties en achtergronden. Moeizame relaties, ingewikkelde zakelijke situaties, keuzes maken et cetera. De overeenkomst tussen bijna alle situaties is het omgaan met onzekerheid en je verhouden tot de feiten. En daar zijn uiteraard allerlei technieken en manieren voor, instrumenten om het makkelijker te maken hiermee om te gaan.

Het verschuiven van perspectief, relativeren van het probleem, kiezen vanuit waarden, interactie tussen ademhaling en brein en meer goed werkende instrumenten. En uiteraard HUMOR!

Nu kreeg ik kortgeleden persoonlijk te maken met een situatie waarin ik op de proef werd gesteld. Ik moest naar het ziekenhuis voor een uitslag, de kans op een ‘slechte’ uitslag was heel klein en ik was er heel reëel, gerust en laconiek onder. Op koers en in balans dus.

Tot dat de datum voor de scan en de uitslag waren gekozen. Vanaf dat moment was het één en al onrust en soms zelfs paniek. Op díe dag zou duidelijk worden hoe mijn leven verder zou gaan verlopen. En in mijn hoofd kreeg het allerzwartste scenario de meeste zendtijd. En eerlijk gezegd was ik, samen met al mijn technieken, niet in staat mijzelf tot rust te krijgen. Ook mijn humor en luchtigheid, mijn handelsmerk waarmee ik veel kan relativeren, lieten me in de steek. Dit leidde tot heel veel onrust, een opgejaagd lijf van de stress, snelle ademhaling en een angstbeeld. Mijn spanning was enorm.

In de Bloeikas vertelde ik dit aan Kees. Een man van rond de vijftig die ik enige tijd in coaching heb, die enorme stappen maakt, duidelijke keuzes en met wie het aanzienlijk beter gaat dan enige maanden geleden. Maar hij blijft soms worstelen met zijn irreële gedachtes die hem spanning brengen.

Kees zei: ‘Ik vind het onaardig om te zeggen en ik gun het je niet….., maar ik ben wel blij dat zelfs jij dit nog hebt!’ We keken elkaar aan en lachten opgelucht.

Zelfs jij! Alsof ik een soort guru ben, iemand met wie het altijd goed gaat of die zijn emoties en angsten zo goed weet te managen dat het altijd lekker loopt. Maar ook ik blijf gelukkig gewoon een mens. Die soms bang is of onzeker en het niet allemaal weet. Ik merk oprecht dat ik betere keuzes maak, keuzes die goed bij me passen. Ook durf ik meer dan vroeger omdat ik erop vertrouw dat het goed komt. Ook weet ik me beter te verhouden tot dingen die me overkomen. Ik heb veel geleerd…

Maar ik blijf door het leven struikelen en soms schuil ik bij mijn partner of vrienden als ik het niet meer weet. Gelukkig werd het zwartste scenario geen werkelijkheid….door met het leven!