Een zombie wordt wakker

Coen komt voor zijn eerste sessie de Bloeikas binnen, ik krijg het beeld van een zombie. Via zijn werkgever is hij naar me verwezen. Hij is 35, heeft weinig uitdrukking en lijkt niets meer te weten.

Hij gaat zitten, we doen een praatje pot, ik geef hem iets te drinken, het voelt alsof hij verdwaasd en verdwaald is.

A: [opgewekt] Ken je die clip van Thriller van Michael Jackson?
C: [verbaasd] huh, nog eens?
A: Michael Jackson?
C: Ja?
A: Het nummer Thriller?
C: [trekt gezicht] Ja??
A: De clip met de zombies??
C: Euhh…ja???
A: Volgens mij speelde jij daar een rolletje toch? [ik sta op, met lege ogen doe ik een zombie loopje]
C: [scheef glimlachje] Ja…nu………ahh…precies dat.
A: Wat bedoel je? Precies wat??
C: [zwaar] Nou….zo voel ik me inderdaad…..als een zombie…..

Coen begint zijn verhaal te vertellen, hij spreekt eentonig, met een lege blik. Hij vertelt over een aantal indrukwekkende gebeurtenissen en ervaringen de afgelopen vijf jaar. Het overlijden van zijn soulmate, een onveilige relatie, het overlijden van een goede vriendin, zelfmoordpogingen in zijn directe familie en allerlei werk gerelateerde grensoverschrijdende situaties. Zelf ben ik onder de indruk van hetgeen hij me vertelt. In zijn verhaal laat hij ook blijken dat hij het moeilijk vind dat hij vastloopt, hij lijkt het zwak te vinden.

Ik laat hem zijn verhaal vertellen, vraag naar details, naar namen en tijdlijn. Vervolgens ga ik tegenover heb zitten en vertel zijn verhaal zo goed mogelijk tegen hem.

A: Coen, ik wil dat je even je ogen sluit en een aantal keer diep ademhaalt, ik ga je een verhaal vertellen, laat het op je inwerken, ik wil niet dat je reageert, onderbreek me niet en luister goed.

Ik gebruik dezelfde vlakheid, intonatie en namen. Ik vertel vanuit de ‘ik’ vorm, dus ik speel Coen. Ondertussen observeer ik hem, af en toe moet ik hem vertellen zijn ogen gesloten te houden, met name als hij emotioneel wordt, als de tranen vloeien. In totaal ben ik ongeveer tien minuten aan het woord.

A: Ok Coen, je mag je ogen openen…..
C: [snuit zijn neus, dept zijn tranen….en kijkt me aan]
A: Ik heb het hele verhaal vertelt….ik zie dat het je enorm raakt….
C: [timide] Jeetje Arno, als je me dit zo allemaal vertelt…..dan is het inderdaad nogal wat….maar het hoort ook bij het leven, bovendien wil ik mijn werk goed blijven doen…dus…
A: Dat vind ik dus ook Coen! Volgens mij stel jij je een beetje aan….een paar kleine dingetjes….en jij wankelt….de jeugd van tegenwoordig is ook niets meer gewend….[met stemverheffing] je bent gewoon een aansteller! Man, man….een paar mensen overleden, wat zelfmoordpogingen en ingewikkelde werksituaties en Coentje zit huilie huilie op de bank…… [knuisten in ogen, huilmondje, piepstem]…..ik vind het allemaal zo zwaar…..[luid] kom op Coen! Gewoon weer door!
C: [breekt, huilt]…..Nee! Ik kan niet meer….er is zoveel gebeurd, ik ben altijd doorgegaan….maar ik voel dat het echt niet meer gaat….
A: [probeert 😉 de lach uit Thriller na te doen, geeft Coen tik tegen schouder]….whahahahaha…..hahaha…..
C: [lacht hard en huilt tegelijkertijd]…….ik voel me een zombie Arno…..ik kan niet meer….wat moet ik doen……

Coen moet bijkomen, ik ook. We drinken wat water, in stilte en laat het even indalen.

A: Ik ben geen dokter Coen, maar als je nu naar een dokter gaat….denk ik dat hij zegt dat je ziek bent.
C: [kijkt verbaasd op] Oh…
A: En dat hij je adviseert om ruimte te creëren…
C: Oh..
A: En misschien wel te stoppen met werken om beter te worden…
C: [schrikt] Oh…….oh….

Coen blijft nog even zitten en gaat vermoeid weer naar buiten. Een dag later krijg ik een bericht van hem….de dokter sprak over burn-out verschijnselen…Coen is voor nu gestopt met werken en over een week vervolgen we de coaching.

Heerlijk! Ik heb mijn relatie verbroken

Sinds twee maanden komt Jordi bij me in coaching. Hij is achtentwintig, werkt als bedrijfsleider van een groothandel en voelt zich al langere tijd niet goed.

Jordi is een lieve man, heeft drie jaar geleden zijn moeder verloren aan kanker, heeft het wel naar zijn zin op zijn werk en een lieve vriendin. Sara en hij wonen sinds enige tijd samen, zij wil graag verder, denkt na over kinderen en hij over enige tijd ook richting huisje, boompje, beestje zoals hij zegt.

Na de eerste sessie heb ik een beeld van een jongeman die uitgeblust is, een heel kalm leven leidt, conflictmijdend is en keurig doet wat Sara vraagt en zich vooral niet uitspreekt. ‘Dan wordt Sara verdrietig of boos, en dat moet maar niet’ aldus Jordi.

Soms zit iemand vast in zijn denken, overtuigingen en het systeem. Dan is er een gevoel van onmacht, niet meer weten wat slecht is voor zelfvertrouwen. Terwijl diegene vaak wel voelt wat er moet gebeuren, het (begrijpelijk) niet durft.

Tweede sessie.
A: Wanneer denk je eigenlijk dat je vader wordt?
J: [grote ogen] Nou, dat ehh hoeft nog even niet.
A: Maar Sara wil wel….en je wilt haar niet boos maken. Dus…hoe lang nog!
J: We bespreken het wel, maar ik laat het in het midden.
A: [lacht, enthousiast] Ja, daar moet het ook gebeuren toch?! In het midden. Daar zit het genot en de pijn.
J: [in de war] Nou, ik weet het gewoon nog niet….
A: Iets meer naar links of naar rechts. Zeg het maar!
J: Ik probeer het onderwerp dan te verschuiven naar werk ofzo. Of ik ga naar mijn kamer, gamen met mijn koptelefoon op.
A: Jij bent gewoon LAF! Natuurlijk wil je het niet. En zeker niet met haar toch? Ze lijkt me een verschrikkelijke vrouw. Je mag niets meer. Zelfs niet met je vrienden gamen of andere dingen.
J: [gaat aan] Ja, ze wil het liefst samen op de bank. Maar ze is echt een lieve meid. Tja…ze is echt lief.
A: En dan praten over hoe het gezin eruit komt te zien, hoeveel kinderen wil je eigenlijk met Sara, twee of meer…
J: Nou, dat begint dan inderdaad…echt…
A: [hoog tempo] Wel mooi dat je het in het midden laat vind ik….ben je ook in de polder geboren eigenlijk?
J: [afwezig] huh
A: Polderen met Sara! Het in het midden laten. [vriendschappelijk, hand op zijn knie] Ik heb met je te doen Jordi, daar zit je dan. Een vrouw met klepperende eierstokken, ik zie het helemaal voor me….over twee jaar met z’n drieen en een jaartje erna nog een kleintje. GAME OVER.
J: [zwaar] Ik weet het niet man….

Jordi vertrekt, hij heeft een beeld in zijn hoofd. Benieuwd wat er gebeurt.

Twee weken later stapt Jordi de Bloeikas binnen.

A: [vrolijk] Hoe is het met je? Ben je er al uit? Ik zag dat de kinderwagens in de uitverkoop zijn.
J: [lachend] Ja ja, het moet nog maar even niet. Ik heb sowieso twijfels over mijn relatie met haar. Als ik op mijn werk ben, voel ik me goed en vrij. Als ik naar huis rijdt dan denk ik over alles na. Ben ik niet te laat? Heb ik wel de juiste dingen gezegd? Zou het niet mijn beurt zijn om boodschappen te doen? Pfffffff
A: [ga met hoofd in handen zitten, zwaarmoedig] Pfffff….ojee Jordi…het klinkt als een hele ingewikkelde relatie. Ik zou het wel weten…Zometeen mag je niet meer met jouw vrienden afspreken, de hele avond samen op de bank, pffffff….[maak het zwaar]
J: Ja man…het voelt ook zwaar.
A: Dat VOELT niet alleen zo, dat IS het ook! Maar ja, het is geven en nemen in een relatie, niet alleen de lusten Jordi. En je kunt Sara natuurlijk niet teleurstellen….stel je voor hoe verdrietig ze zou zijn…

Jordi is even stil, vervolgd dan…
J: Eerlijk? Ik hoop eigenlijk dat we over een tijdje ruzie krijgen en zij het uitmaakt!
A: Zeg dat nog eens?
J: Ik hoop het echt. Dat zij het doet.
A: [vrolijk] Ja, ik hoop ook dat ik de staatsloterij win. Of dat Nederland wereldkampioen voetbal wordt….maar ik weet wel beter.
J: [krijgt tranen in zijn ogen] Ze zal zo verdrietig zijn Arno….dat kan ik haar echt niet aandoen.
A: Dat vind ik zo mooi aan jou, dat je jouzelf opoffert aan die schat. Ik wordt er bijna emotioneel van…wat ben je toch een lieverd! Weet je, je bent ook al achtentwintig, dus het mooiste deel van je leven ligt toch al achter je! Tijd om huisje boompje beestje te gaan creeren met haar. Het is net oud en nieuw. Gewoon uitzitten….

Jordi vertrekt en is twee weken later terug. Er komt een vrolijke man binnen.

A: Zo Jordi, ben je naar de kapper geweest? Of heb je een andere look? Je ziet er heel anders uit!
J: [bijna jubelend]Ik heb het uitgemaakt met Sara! Heerlijk!

Hij vertelt hoe het ging, hoe moeilijk hij het vond maar dat hij zich realiseerde dat het moest. ‘Toen je zei: Het is net oud en nieuw….gewoon uitzitten. Dat bleef in mijn hoofd spoken, zo voelde het precies’

A: Gelukkig nieuwjaar Jordi!

Grutte Pier of de GVR…

Sybe komt voor het eerst de Bloeikas binnen. Het is een man van begin veertig die in zijn werkkleding binnen komt. Het is een reus! Een reus uit noord Friesland, ongeveer twee meter, honderdvijftig kilo en alles aan hem is groot.

Hij geeft me een enorme hand en stelt zich voor ‘SYBE!’ zegt hij met luide stem, hij kijk me indringend en bozig aan en neemt plaats…..ik ben onder de indruk.

Sybe komt via zijn werkgever, hij werkt in een productie omgeving in de transportsector. Dit is een man die niet gewend is om over zichzelf te praten en ik heb zijn vertrouwen nog niet.

A: Jemig Sybe, ik ben onder de indruk! Wat ben jij groot!
S: [fronst] Dat klopt.
A: Nou ik vind je niet gewoon groot, een reus!
S: [glimlach] Nou…
A: [met veel gebaar en enthousiasme] Een soort woeste Fries. Ik weet het, je bent een afstammeling van Grutte Pier!
S: [lacht hard] Ja? Vind je mij een reus?
A: Nou, ik weet het niet, maar ik denk dat jij twee keer zo groot en sterk bent als ik….en ik vind mezelf geen kabouter!
S: [lacht nog harder] Nou ja, ik ben inderdaad niet de kleinste. Maar een reus……[lacht nog wat]….Grutte Pier….mooi!
A: En dan denk ik? Wat kan een reusachtige man zoals jij nou eigenlijk voor een probleem hebben. Misschien stoot je jouw hoofd dagelijks en ben je daarom soms in de war….maar verder….kan ik me niet voorstellen dat jij een probleem hebt. Dus wat kom je eigenlijk doen?
S: [weer de lach] Nou, ik heb een harde kop hoor….dus dat is het niet…
A: Mooi. Wat is het dan wel?

S: [zijn gezicht veranderd en wordt onzeker] Nou….het gaat gewoon niet zo goed met me.
A: Dan hoop ik wel dat het heel erg groot is, jouw probleem bedoel ik, een reuzeprobleem!
S: [valt stil]…..het is allemaal wel wat moeilijk….om te zeggen…..wij praatten vroeger nergens over……het begon na mijn scheiding een aantal jaren geleden…
A: [vrolijk] Nou, dat lijkt me heerlijk, lekker veel ruimte voor jezelf, ik denk dat jouw partner klem zat, jij bent zo groot, dus de reus kan zich weer vrij bewegen. Alleen misschien iets te veel ruimte. Ben je eenzaam?
S: [grote ogen]….Nou…..eh…..misschien wel ja
A: Misschien? Heb je iemand die aandacht voor je heeft of niet? Anders ben je eenzaam toch?
S: [waterige ogen] Ik zorg niet goed voor mezelf, ik heb eigenlijk geen vrienden en voel me vaak te veel….
A: [tik tegen kuit] Ja! Je bent ook teveel! Dus dat klopt. Jij neemt zoveel ruimte in dat…..
S: [zacht] Juist niet….ik probeer me zoveel mogelijk aan te passen aan…
A: Ben je vroeger gepest?
S: [schrikt] Eh…..op de basisschool….toen was ik..
A: [onderbreekt] Dus jij hebt geleerd om je aan te passen, stil te zijn en zoveel mogelijk zorgen dat niemand je iets kan doen…..alleen voor een reus is het lastig om zich te verstoppen toch?

Sybe begint een heel verhaal over zijn jeugd, het plotselinge verlies van zijn moeder, hoe hij en zijn gezin niet wist om te gaan met de emotie, vervolgens het pesten om de basisschool, zijn ongemak in sociale situaties, hoe lief hij is voor zijn grootouders en zijn gevoel van eenzaamheid, niet goed genoeg zijn, hieruit volgende verslavingen et cetera.

Sybe vertelt, ik bevraag hem, maak lol met hem en zorg dat hij tot de kern komt. Hij toont zijn onzekerheid en is heel kwetsbaar. Ik smelt voor deze man.

S: [kijkt me aan met een vermoeide blik] Nou. Dat is het.
A: Voor iemand die niet goed over zijn gevoel praat Sybe, heb je net een mooi verhaal verteld.
S: Ja he?
A: Ja man. Een mooi en ook verdrietig verhaal. Ken jij de GVR?
S: huh
A: De Grote Vriendelijke Reus. Dat ben jij Sybe, jij bent een grote en vriendelijke reus. Maar jij hebt een boze uitstraling, je bent imposant groot en luid. Dat is jouw manier om mensen op afstand te houden, dat is gekomen door het pesten van vroeger. Jij laat mensen maar heel moeilijk toe. En ze vinden je een rare kwibus die ze met rust laten. Maar zolang jij jezelf niet laat zien….

Sybe luistert aandachtig en hij geeft blijk van veel herkenning. De spanning en bozige uitstraling zijn verdwenen en hij lijkt zich helemaal ok te voelen.

Sybe is een typisch voorbeeld van een man die anderen niet dichtbij laat komen en het hierdoor moeilijk vind om te verbinden. Door met hem te spelen in het begin van de sessie, mijzelf kwetsbaar op te stellen en te benoemen wat ik ervoer lukte het snel om zijn vertrouwen te winnen, hij vertelde zijn hele verhaal….

Sybe vertrekt opgelucht, zelf ben ik eigenlijk ook wel opgelucht. Omdat ik de moed had mijn intuïtie te volgen en uit te spreken alsook omdat het weer lukt om met deze totaal andere man dan ikzelf  te verbinden.

Jelmer zijn vrouw heeft een probleem

Ik zit in de Bloeikas, een ronkende bolide parkeert op de oprit, de ouwe Tukker is gearriveerd. Jelmer is een baasje, hij is rond de vijftig, altijd onderweg, in mooie auto’s, zaken doen in en buiten Europa. Mooie leren tasje, vlotte kleding en een regelmatig trillende telefoon bij zich.

Hij praat energiek en overtuigend, hij komt ‘oet Twente’ en is daar heel trots op. Vanuit Enschede komt hij sinds enige maanden bij me in coaching. Reizen in onderdeel van zijn bestaan en zelfs identiteit.

Hij is niet helemaal uitzichzelf naar me toe is gekomen, en de druk vanuit zijn gezin op hem neemt toe….

A: Hi ouwe Tukker!
J: [energiek, twents] Hi jongen, hoe is het? Goed oe te zien! Leuk om hier weer te zijn, lekker weertje man. Krijg ik een kop koffie van je? Pfff, weer gedoe met Duitsland, die gasten….ik had oe vorige keer toch verteld? Nou, ze snappen het nog steeds nie. [blabla]

Dat dus, vol van zichzelf, in hoog tempo, één en al onrust.

A: Ik zie eigenlijk niet zo wat jouw probleem is Jelmer. Ik bedoel je hebt het geweldig voor elkaar…
J: [alert] Ja, nou, weej wat et is? Ik ga zo verdomde snel altied, en dat vind ik wel prima, maar mijn gezin…nou ja. Die vinden dat ik te veel weg ben.
A: Precies! Maar dat is hun probleem, jij vind dat prima. Sterker nog, ik denk dat jij het wel lekker vindt, en bovendien, iemand moet toch het geld verdienen.
J: Ja, dat denk ik dus ook.
A: Nou, lijkt me duidelijk. Zeg gewoon tegen je gezin dat zij een probleem hebben en dat zij naar de Bloeikas moeten komen, ze moeten jou gewoon lekker met rust laten zodat jij jouw business kan laten groeien, toch?! Je zegt letterlijk dat hij het wel prima vind…dus. Ik dacht dat die Tukkers altijd zo duidelijk waren, lekker kort voor de kop. Is jouw vrouw wel een Tukker eigenlijk?
J: [verrast] hoezo?
A: Nou Jelmer…dat hoef ik je toch niet uit te leggen.
J: Ach, misschien het ze ook wel gelijk…
A: Wat!? Natuurlijk niet man. Nog één keer Jelmer, jij hebt geen probleem. Jij bent lekker onderweg, in de auto, bellen met klanten, af en toe naar China om leveranciers te bezoeken, alles in jouw tempo. Jij hebt geen probleem! Dus de volgende keer stuur je jouw vrouw gewoon, doen we jouw kids daarna wel….die zijn 13 en 15 toch? We beginnen met Elsa.
J: [geirriteerd] Elsbeth!
A: Precies! En dat zeg ik gewoon tegen haar dat ze blij moet zijn met zo’n vent, wat hij allemaal voor haar en gezin doet. Daarom kunnen jullie zo mooi wonen, met zijn vieren op wintersport en vakanties. Ik denk dat ze gewoon zo’n verwend prinsesje is….[zeurende stem]…nou Jelmer, ik zou het fijn vinden als je eens wat vaker thus bent….wat een zeikwijf! Ik zou doodmoe worden, ik snap wel waarom je zo hard werkt. Ondankbaar!
J: [timide] Als je het zo zegt…..
A: [rap, dominant] Ja precies! Zo zit het Jelmer! Jij werkt maar en werkt maar, en dan stank voor dank, ik zou…
J: [steekt hand in de lucht, onderbreekt, hij oogt ineens kwetsbaar] Arno….Elsbeth heeft natuurlijk wel een punt…
A: [slaat Jelmer op schouder, knipoog]. Yeah right. Ouwe tukker! Je speelt het spelletje heel handig…
J: [stemverheffing] Nee echt Arno. Elsbeth heeft gelijk. Als ik zo doorga komt het niet goed!

A: Mooi! Dus wat is het probleem Jelmer?
J: [lange stilte en dan traag]. Ik werk echt veel te veel, ik zie mijn gezin hierdoor nauwelijks en ik heb het gevoel dat ik ze aan het kwijtraken ben…

Ik laat een lange stilte vallen, Jelmer erkent dat hij een probleem heeft. Het kwartje is gevallen. Jelmer wordt emotioneel, ik sta op om voor ons beiden water in te schenken. Hij staart voor zich uit. Als ik weer kom zitten kijkt hij me verdrietig aan.

A: Dat is niet zo mooi Jelmer.
J: [verbijt zijn emotie] Nee, nee…..da klopt.
A: Je gezin kwijtraken…..dat is niet zo mooi…..

Jelmer laat tranen. Hij probeert het tegen te houden, hij spant zijn middenrif, knijpt ogen dicht, af en toe een grom, een hmmp en een snik.
A: [lacht] Wat huilen jullie Tukkers raar!…Het gaat beter als je het laat gaan!
J: [lacht en huilt] Jij GVD, jij staat hier niet te janken… en vervolgens huilt hij even.

Jelmer kijkt me vervolgens aan, ogen rood, neus weer gesnoten. Met glimlach, dat was best ff lekker. Hij staat op en slaat me op mijn schouder, jij bent een mooie kloot!

Drie weken later stapt Jelmer uit en komt de Bloeikas weer binnen. Hij oogt wat zachter en rustiger. Het is tijd om het inzicht om te zetten naar verandering.

Ik zou nooit op mijn huidige job solliciteren!

David is een man van vijfenveertig, succesvol ondernemer en toch niet lekker in zijn vel. Zijn technologiebedrijf is snel gegroeid, het is een creatieve vindingrijke man die de laatste jaren energie verliest. We hebben een aantal coachingsessies achter de rug en het beeld wordt wel duidelijk.

D: [zwaarmoedig] Tja, ik weet het niet hoor. De laatste jaren vind ik het toch allemaal minder leuk
A: [vrolijk] Het leven is niet altijd leuk David, en een beetje ondernemer weet daar wel raad mee toch?
D: [zucht] Vroeger was het echt leuker…
A: [zucht luid] Pffff, je hebt gelijk…het was vroeger ook veel leuker.
D: [glimlacht] Jezus man, je lijkt mij wel….
A: [zakt verder in stoel, zucht hard] Pffff, was het nog maar vroeger, toen het leven nog fijn was…..pfffff….nog twintig jaar zwoegen….
D: [lacht hard] Maar het wás ook leuker, vroeger toen ik…….
A: [onderbreekt] Vroeger, vroeger, je klinkt als een oude man. Het was vroeger ook leuker, en het wordt in de toekomst alleen maar erger. Je hebt gewoon de beste tijd gehad. Het verval is begonnen! Dus wat is het probleem?
D: Het probleem…nou, het valt misschien ook wel mee. Ik heb een mooi bedrijf en ik boer hartstikke goed.
A: Precies. Ik hoor geen enkel probleem. Zullen we ruilen?|
D: Wat bedoel je?
A: Nou gewoon, ik neem jouw bedrijf en inkomen over, jij die van mij?!
D: [Kijkt verbaasd….en beetje in de war]…nou misschien
A: [onderbreekt en lacht]. Dat wil ik zeker niet! Wie wil dat nou, een mooi bedrijf met een gerieflijk inkomen. Weet je, we doen het helemaal anders. Ik ben de sollicatiecommissie en jij solliciteert op je huidige baan.
A: [Formele stem] Nou David, dank voor je brief en CV, waarom denk jij dat je geschikt bent als directeur van ……
D:[Spontaan] Ik zou nooit op mijn huidige positie solliciteren, echt nooit!!!

Nu houd ik mijn mond en kijk vrolijk naar David. Hij kijkt een beetje verbaasd en geschrokken terug.

D: Nee, echt niet Arno, ik zou nooit solliciteren op wat ik nu doe!
A: Dat is duidelijke taal David. Mooi. We zijn eruit. Hoeveel waarde voeg je dan eigenlijk nu nog toe?
D: Eigenlijk niet veel…

D: Jemig, ik realiseer me wat ik net heb gezegd en ik meen het echt. Jezus, dit is best confronterend…..

Door het perspectief te verschuiven en warmte, humor en provocatie in gesprek te gaan deed David deze ferme uitspraak. Hij realiseerde zich vervolgens dat het echt zo voelt en anders moet.

Twee weken later komt hij de Bloeikas binnen. Hij lijkt tien kilo lichter en laat zich opgewekt in de stoel zakken. Nadat we koffie hebben vervolgen we het gesprek van vorige keer. Hij vertelt dat hij echt schrok van zijn eigen overtuiging dat hij nooit op zijn positie zou solliciteren, daar nog over heeft nagedacht en besproken thuis. Het werd hem letterlijk in één klap duidelijk.

Ondertussen is hij serieuze stappen aan het zetten om verandering aan te brengen in deze situatie. Hij is voornemens om te gaan overdragen aan een geschikte kandidaat. Mooi!

High five voor Edith

Edith komt voor de tweede keer de Bloeikas binnen, een slimme, zorgelijke en onzekere dame. Ze doet me denken aan een lief en angstig klein muisje dat heel goed om zich heen kijkt, snel iets te eten pakt als het veilig is en dan direct weer door het gaatje verdwijnt.

Ze is rond de vijftig, is getrouwd en heeft vijf kinderen waaronder een drieling. Haar leven is anders gelopen dat ze had gehoopt. Ze groeide op in een gezin waarin veiligheid en voorspelbaarheid keuzes domineerden. Ze begon een studie culturele antropologie (haar ogen schitteren nog steeds als ze daar over vertelt), echter na twee jaar ging ze toch maar accountancy doen (net als haar vader) vanwege baankansen. Ze studeerde in Amsterdam en voelde zich goed en vrij.

Ze kon (via haar vader) een baan krijgen bij een groot accountantskantoor…..en daar werkt ze nog steeds. Ze ontmoette haar huidige man nog voor ze ging studeren, een stabiele en lieve vent. Sinds bijna tien jaar is hij langdurig ziek en kan daardoor niet langer het uitdagende werk doen wat hij deed, hij is voornamelijk huisman en daarmee niet gelukkig. En dan zijn er vijf kinderen tussen de 17 en 25 waarover ze zich zorgen maakt.

Tijdens het eerste gesprek vertelde ze me het hele verhaal, ze leek zich er voor te schamen, er waren veel tranen en ze leek zich te hebben neergelegd bij haar lot. Dus het eerste gesprek ging deels als hieronder beschreven.

E: Mijn man vind zichzelf helemaal mislukt, een loser.
A: En als ik jou dit hoor zeggen denk ik……dat klopt! Hij voegt natuurlijk helemaal niets toe. Mislukt dus!
E: Nou…hij is wel lief en kan heerlijk koken.
A: Precies! Mislukt toch? Dat is toch geen man, zeg nou zelf….dat vind je toch zelf ook!
E: Nou…hij is echt lief… en kan natuurlijk niets aan zijn ziekte doen….maar hij zou heus wel iets meer initiatief kunnen nemen…hij is zo…..
A: [lacht] Hij is heel lief…..de lieve loser
E: [schuldige blik] Ja….ik vind hem eigenlijk ook wel een loser….[breekt, tranen met tuiten]
A: [vrolijk] Dus daar zijn jullie het over eens! Mooi toch!
E: [lacht en huilt] Nou, mooi….weet ik niet….maar het lucht wel op om dit eens te zeggen.

Gedurende het gesprek blijkt dat Edith helemaal geen eigen ruimte heeft (en neemt). Ze is kostwinner en werkt hard. Thuis deelt al haar eigen ruimte met vooral haar kinderen.

Ze loopt al haar kinderen langs met hun problemen, studieresultaten en ik hoor hoe beschermend ze voor de kinderen is. Ze vertelt bedeesd.

A: ok, Julian, de oudste heeft na een moeilijke start zijn studie bijna afgerond, heeft een leuke vriendin en is klaar voor de volgende stap. Dat klopt toch?
E: Ja.
A: [high five met Edith]. Goed gelukt!

A: Twee van de drieling zijn aan het studeren toch? En Jan heeft zijn MBO afgerond en is lekker aan het werk toch? Zijn ze verslaafd?
E: Eh, nee…?
A: In aanraking met justitie?
E: [glimlacht] Nee…ook niet.
A: Denk je dat ze gelukkig zijn?
E: [lacht] ja…volgens mij wel
A: [high five met Edith] Four down, one to go!

A: De jongste…..tja…..die gaat voor galg en rad.
E: [lacht] Nou…dat valt wel mee denk ik
A: Hij heeft het moeilijk toch? Problemen op school, wil niet luisteren. Maar hij is zeventien, een puber, wil ruimte die hij niet krijgt. Lijkt me vrij normaal pubergedrag toch? Herken je wat hij voelt?
E: Nou….niet altijd….maar ik snap hem wel hoor.
A: Maar hij is verloren…..het zwarte schaap….dus jouw bezorgdheid is terecht….ik denk dat de politie binnenkort aan de deur staat….dat je hem mag bezoeken….twee keer per maand…
E: [schiet in de lach] Nou, zo erg is het echt niet hoor, hij doet zijn best en heeft veel vrienden. Dat het niet lukt op school snap ik wel….hij heeft gewoon een andere interesse op dit moment…maar dat komt…[realiseert zich wat ze zegt en haar blik veranderd]
A: [high five met Edith, met veel energie en enthousiasme]….Gelukt! Edith…..al.jouw.kinderen.zijn. gelukt!!!!!

Ze komt nu binnen voor de tweede keer, ik vroeg haar wat het meest is bijgebleven van de vorige sessie.

E: [twinkel] De high fives! Toen ik naar huis reed vorige keer had ik een ander perspectief, de kinderen zijn veel verder dan ik dacht. De afgelopen weken heb ik ook met een andere bril naar ze kunnen kijken. Ik ben eigenlijk heel trots hoe wij het als gezin doen en hebben gedaan de afgelopen tijd!…..en toen je het had over eigen ruimte…..
E: [met een beetje schuldige maar vrolijke blik] Ik heb het wielrennen weer opgepakt, ik heb afgelopen weken iedere zondag weer gefietst! Heerlijk….

Edith onthield dus het spelen, de positieve energie met warmte naar de feitelijke situatie. Het is mooi te merken hoe je mensen kunt raken door niet mee te gaan in hun zorgelijke energie, maar juist te spiegelen en met warmte uit te dagen.

De kern van provocatief werken is om mensen met warmte, humor en uitdaging in beweging te krijgen. Bij Edith is dat gelukt!

Carlos kan niet huilen.

Carlos loopt vast met een aantal grote projecten, hij is senior manager bij een groot Nederlands bouwbedrijf. Hij heeft contact gezocht en stapt de Bloeikas binnen.

Hij vertelt over zijn werk dat hij leuk vindt, zijn drukke gezin en hoe hij is opgegroeid. Tijdens de coaching gebeurt ongeveer het volgende:

C: Ik huil echt nooit! Volgens mij voel ik het gewoon niet.
A: Gelukkig! Ik kan ook echt niet tegen huilers. Het moet voor mij ook een beetje leuk blijven.
C: [lacht een beetje]. Nee, echt niet. Ik kan me niet heugen.
A: Ok Carlos, we spreken het volgende af. Ik ga je verder coachen, maar we laten géén tranen vloeien. Een man een man, een woord een woord! Deal?
C: [timide] euh, ok denk ik? Wel gek, maar ok. [vertwijfeld] Ik zit hier bij een coach toch? Daar horen toch emoties bij?
A: Als jij zegt dat je nooit huilt, geloof ik dat, bovendien is dat een gave! Past helemaal bij het plaatje van senior manager bij een bouwbedrijf. Veel mannen daar lijkt me. Dus geen emoties! Top. Dus geen emoties in de Bloeikas vandaag! [ik gooi theatraal het doosje tissues aan de kant]
C: Prima…

De coaching vervolgt. Hij vertelt over zijn vader.

A: Ik neem aan dat jouw vader net als jij ook nooit huilde. Zit gewoon in de familie. Geen emotionele incontinentie maar gewoon doorpakken!
C: [begint zacht te praten] Hij was een prima vader, maar….
A: Carlos, we hebben een afspraak, GEEN EMOTIE. Dus die weg gaan we niet in!
C: Er is wel iets dat ik wil vertellen….
A: Prima, maar GEEN EMOTIE!………[nog harder] GEEN EMOTIE!
C: [natte ogen] Ik had best vaker met hem willen….
A: Carlos! GEEN EMOTIE. We hadden een deal!
C: [begint te huilen] Het was best ingewikkeld…
A: [ik geef Carlos een tik tegen zijn schouder en sta op] Carlos! Stop! GEEN EMOTIE! We hadden een deal!

Carlos breekt. Hij lacht en huilt. Tranen vloeien minutenlang. Ik pak het doosje tissues. Enigszins verbaasd kijkt hij naar me op, hij oogt vermoeid en tegelijk guitig.

Hij vertelt over de relatie met zijn vader, hoe hij hem vroeger had gemist en nooit had ingezien hoeveel dat met hem had gedaan. Vanaf het moment dat zijn zoons naar middelbare school gaan begon er iets bij hem te knagen. Er vloeien heel veel tranen en we hebben ook heel veel lol.

C: Goddomme Arno…
A: [met lach] Ho, ho Carlos. Geen emotionele betogen en inzichten alsjeblieft. Ik heb wel even genoeg gehad!
C: [lacht] Je hebt gelijk. Het is mooi geweest voor vandaag! Maar wat een mooie…
A: [onderbreekt en geeft een speelse tik] Carlos hou op! Begin nu niet weer, we zien elkaar over twee weken. Ik zal me mentaal voorbereiden en extra tissues kopen….man, man, man…. Fijn weekend voor nu. Ben ik ook aan toe!

Carlos verlaat zichtbaar opgelucht, vermoeid en vrolijk de Bloeikas.

Dat is geen probleem, dat is een feit!

Stefan komt de Bloeikas binnen. Een slimme en sympathieke man, rond de vijftig, financieel directeur bij een grote fabriek en behoorlijk in mineur. Hij probeert zijn relatie te redden. Dit is zijn derde sessie. Ik noem hem ‘de labrador’, hij is namelijk zo trouw als een hond. En ook tegen beter weten in…

Vaak wordt door de client een feit als probleem benoemt. Het verschil is duidelijk. Aan een probleem kun je zelf iets doen. Tot een feit dien je jezelf te verhouden. Dus de pijn zit dan vaak in het verhouden tot het probleem, of het accepteren ervan. Dat kan ook.

A: [knipoog] Daar hebben we mijn favoriete labrador, aaibaar, zacht en hondstrouw.
S: [grote glimlach] waf
A: Als ik de bal gooi, haal jij hem dan op?
S: Ja, ja Arno, ik weet het. Aan de slag maar….

A:Stefan, wat was nu ook nog maar het probleem?
S: Zoals je weet heeft mijn vrouw al een tijdje een andere relatie.
A: Dat is geen probleem, maar dat is een feit. Dus het probleem?
S: Ik weet niet wat te doen….maar ik wordt hier ook knetter van. En mijn kinderen ook.
A: Eigenlijk is het wel mooi, je krijgt jouw eigen leven weer terug. Hoeft niet meer op te zitten, de bal te apporteren en wachten op een knuffel of een dreun toch? Of krijg je ook soms lekkere brokjes of vers vlees?
S: [brede lach] Was het maar zo, ik doe alles en zorg ook nog voor de inkomsten. Er kan zelfs geen knuffel vanaf, dat is al jaren zo.
A: Dus eigenlijk heb jij zelf de regie toch? Dus ik zeg pak die maar….maar als ik je een beetje ken, dan…
S: Ja man, dat zou je wel zeggen. Maar ik blijf maar twijfelen, ze ziet die vent gewoon een paar keer per week, maar ze komt ook weer thuis. En dan wil ik het toch weer proberen…. Een aantal keren heeft ze beterschap belooft, maar ze blijft toch aanrotzooien.
A: Dat vind ik zo mooi aan jou, dat je zo lekker duidelijk naar haar bent. Een échte directeur. Grenzen stellen en richting geven. Doe je dat in de fabriek ook op deze manier?
S: Nee tuurlijk niet man, daar ben ik duidelijk, eerlijk en besluitvaardig!
A: [guitig] Ja tuurlijk, dat zal wel….
S: [aprupt en direct] Nee echt! Ik had laatst een situatie, een leverancier had me besodemietert, daar ben ik direct mee in gesprek gegaan om te zeggen dat we afscheid nemen en….[Stefan stopt met praten, ik hoor een kwartje vallen]……..[hij vervolgt zachter] omdat ik niet met mensen wil zijn die ik niet kan vertrouwen.

Ik blijf stil en kijk hem aan. Stefan laat zijn schouders zakken en huilt. Na een minuutje kijkt hij me bedroefd en ook zelfverzekerd aan.

S: Al meer dan een jaar schuif ik dit voor me uit, natuurlijk begrijp ik dat ik een duidelijke grens moet stellen. Maar het doet pijn. Ik besef dat het tijd is, ik hou dit niet meer vol zo en verlang eerlijk gezegd naar eigen koers. Het is genoeg.

Hij kijkt me met een glimlach aan en hij recht zijn rug.

S: Het is echt mooi geweest Arno. De labrador gaat zijn eigen richting kiezen
A: Ja, ja…..ik moet het nog zien
S: [lacht] Echt Arno, ik laat je weten hoe het verder gaat. Tot over een week…..

Twee weken later krijg ik Stefan weer in de Bloeikas, hij is opgelucht, hij heeft gekozen….het was niet makkelijk, maar hij ervaart weer eigen regie. Hij heeft zijn scheiding in gang gezet en beweegt. Hij ervaart rust, heeft waardevolle gesprekken met zijn aankomend ex vrouw en kinderen gehad. Naast het grote verdriet is er toch bij iedereen voornamelijk een positief gevoel… Hij was vooral bang voor de gesprekken met zijn kinderen, die gingen er begripvol mee om. Zowel naar hem als zijn aankomend ex vrouw

En Stefan is vooral blij dat hij gekozen heeft…..hij wist het al lang. Het heeft hem zijn waardigheid en zelfvertrouwen laten groeien.

Waarom geven we apen zwemles?

Rudi komt voor de tweede keer de Bloeikas binnen, hij werkt als manager, is 43 jaar en loopt vast. Hij komt een beetje over als een nerd, slim, bril en vooral op de feiten en inhoud.

A: [enthousiast] Rudi, de eerste keer dat ik je zag dacht ik direct: dat is een slimme man, en ook een echte nerd!
R: [beetje in de war] Een echte nerd?!
A: [met kracht] Ja man, bril, kijkt slim uit zijn ogen, beetje klunzig, beetje techneut, een echte nerd dus!
R: En is dat goed of slecht?
A: Tja….ik heb geen idee…wat vind je eigenlijk zelf?
R: Ik ben wel goed in mijn vak!
A: [flauwtjes] Tja….dat zal wel.
R: [passievol] Weet je? Misschien ben ik wel een nerd, maar ik weet precies waar ik het over heb, ik ben een echte technoloog en kon me helemaal verliezen als ik in het lab werkte. Dat was te gek!
A: Wat is dan eigenlijk het probleem?
R: Sinds ik manager ben…tja…weet ik het niet meer ofzo….raar toch?
A: Volgens mij ben je een aap met zwemdiploma’s!

Veel managers die bij me in coaching komen zijn zonder dat ze het beseffen in een totaal andere context belandt. Ze lopen vast en begrijpen niet precies hoe het komt. Veel organisaties vragen vaardigheden van werknemers die niet natuurlijk voor ze zijn, waar ze te veel moeite voor moeten doen.

Apen horen in de jungle, daar weten ze hoe het werkt, waar ze veilig zijn, waar ze voedsel halen, waar ze kunnen slapen et cetera. Organisaties gooien die apen vaak in de zee, geven ze zwemles, diploma A, B en C én een cursus reddingzwemmen om ze vervolgens aan de slag te laten gaan. Die apen moeten dan ongelooflijk hard werken om zich staande te houden, ze kunnen wel een beetje zwemmen, maar nooit zo goed als de andere dieren in de zee, de vissen.

Dus werknemers krijgen allerlei trainingen, communicatietraining, conflicthantering, positieve feedbacktraining et cetera. Diploma A, B en C dus….terwijl die apen het helemaal niet echt vóelen, echt snappen waar ze terecht zijn gekomen. In de zee wordt een andere taal gesproken, is een ander ritme, en zijn andere vaardigheden van belang. Dus ze werken zich het apelazarus, gebruiken veel meer energie dan de vissen en nóg lukt het niet. Terwijl ze vroeger in de jungle moeiteloos in bomen klommen, via lianen van de ene naar andere plek gingen en vanuit hun oorsprong konden functioneren.

Organisaties moeten beter nadenken over in welke context hun mensen goed functioneren, een goede technoloog hoort in zijn jungle. Uiteraard moeten ook de mensen zelf goed beseffen waar ze moeiteloos hun werk kunnen doen. Dat wil niet zeggen dat er soms hard gewerkt wordt voor resultaat, maar alle energie die een aap verliest in de zee kan hij niet steken in zijn werk in de jungle. Daar waar hij kan excelleren.

Nadat ik Rudi had meegenomen in bovenstaande was hij stil…hij keek me geroerd en verbaasd aan. We praatten nog een beetje na en Rudi vertrok. Twee weken later zag ik hem terug.

A: Hoe is het ondertussen met je?
R: Ik ben een aap met zwemdiploma’s. Ik hoor niet in de zee! ……[lange stilte]………
R: [met overtuiging en grote lach] Ik ga terug! Terug de jungle in!
A: [argwanend] Nou Rudi…rustig aan jongen. Ik zie het jou niet doen!
R: [lacht]…echt!
A: Wil je een banaan om het te vieren?!

Dit heeft nog nooit iemand tegen me gezegd!

Rianne komt de Bloeikas binnen. Een verzorgde jonge vrouw, eind twintig, keurig pak, zakelijke uitstraling en beetje afstandelijk. Rianne werkt als projectleider bij een innovatief high tech productiebedrijf.

Tijdens het begin van het gesprek heb ik het gevoel dat ze heel erg haar best doet om geïnteresseerd te zijn. Ze zit op het puntje van haar stoel. Benen over elkaar geslagen. Ze zit duidelijk in een rol. Ik heb het gevoel alsof ze uit een fotoshoot is gestapt, waarbij een jonge Amerikaanse zakenvrouw wordt gefotografeerd, met maniertjes. Alsof ik met een barbiepop in gesprek ben.

A: Vertel eens, hoe is het met je?
R: [glimlacht] Eigenlijk wel goed hoor.
A: Hoe vind je jouw werk?
R: [glimlacht]. Ja eigenlijk leuk. Het is soms een beetje een mannenwereld, maar daar kan ik me heel goed in bewegen [veegt haar achter oor, glimlacht].
A: [zoete stem, lief] Oh, fijn. Jij staat je mannetje dus wel.
R: [glimlacht] Oh ja, zeker…[schuift beetje op stoel, maar blijft in actieve houding op het puntje van de zitting]

Deze conversatie gaat zo nog een tijdje door. Als een tenniswedstrijd. Rianne heeft oppervlakkige ademhaling. Ik ben duidelijk in gesprek met het masker, de reclame uiting, de ambitieuze en succesvolle projectleider. Ik ben er klaar mee. Ik voel geen verbinding, geen contact en geen echtheid.

R: [glimlacht] blablabla    blablabla…..bla bla….oh, nee hoor…bla bla….het gaat prima.

A: [tikje op haar knie, ik kijk haar recht in ogen] Rianne, ik ga je eerlijk vertellen hoe ik het zie. Als een soort spiegel.  [met telkens luidere stem] Ik vraag me af of jij van plastic bent, met je mooie make up, nette pak. Je lijkt op een barbiepop! Uitvoering ‘young high potential businesswoman’ ofzo…..Ik voel je niet! Ik hoor wat je zegt, maar het klinkt blikkerig, ingestudeerd. Waarom laat je jezelf niet gewoon zien! [luidste stem] WIE BEN JIJ EIGENLIJK ECHT?!

Rianne heeft tranen in haar ogen, na mijn eerste woorden reageerde ze verontwaardigd, en voelde zich aangevallen. Dit maakte snel plaats voor een ENORM KWARTJE dat ik hoorde  vallen…..ze is stil. Kijkt me aan, in de war….Ik houd even mijn mond.

 R: [zonder glimlach] Dit heeft nog nooit iemand tegen mij gezegd….[stil]…Ik had niet door dat….ik realiseerde me echt niet dat….[grote ogen] Is het zo duidelijk?

Ze vertelt hoe ze opgroeide, hoe haar werd geleerd voor zichzelf op te komen, hoe haar ouders vanuit Egypte moesten altijd vechten voor hun plek. Hoe ze altijd ‘schattig’ werd gevonden op school en tijdens haar studie. Hoe vreselijk ze dit vond waardoor ze zich wat stoerder wilde opstellen, ze werd afstandelijk en stond haar mannetje.

Ik vraag haar achterover te leunen, te ontspannen en we raken in gesprek over haar drijfveren. Haar stem wordt lager, ademhaling dieper en haar strakke houding ontspant. Ik zie de natuurlijke Rianne. Ik neem haar mee in hoe maskers werken, hoeveel energie het kost en dat maskers niet kunnen verbinden maar mensen wel.

A: Je hoeft niet zo hard te werken, je bent nog jong, je hoeft niet alles te weten….maar als je jezelf meer laat zien zoals nu ben je veel betrouwbaarder en veiliger. En als je het niet weet is het prima, stel je wat meer open, laat zien als je het weet….en ook als je het niet weet. Dat is prima. Je stem is dieper, je oogt veel fijner en nu voel ik je wel!

R: [tranen in haar ogen]….Nogmaals, dit heeft nooit iemand tegen me gezegd….ik vond het moeilijk te horen…..maar dankjewel.