Hans Willem de pleaser

Hans Willem komt voor zijn eerste sessie de Bloeikas binnen. Hij werkt als bedrijfsleider van één van de locaties van een constructiebedrijf en zijn directeur heeft hem naar mij verwezen. Hij is rond de veertig jaar en loopt vast.

Hij vertelt over zijn situatie van een druk gezin met een zoontje van tien en een tweeling van vijf, zijn vrouw is kortgeleden een eigen bloemenzaak begonnen en zijn vader overleed twee jaar geleden. Hij verliest het plezier in zijn werk, drinkt te veel alcohol en is geen leuk gezinslid meer. Enthousiast vertelt hij over de jaren dat hij werkte als manager van een outdoor sportbedrijf, dat was opgericht door zijn vader. Voor het overlijden van zijn vader was hij er al gestopt.

Hans Willem is een man die er veel aan doet om gezien te worden, zijn opvoeding was wispelturig en hij heeft zichzelf aangeleerd om iedereen te vriend te willen houden. Een pleaser dus. Tenslotte zit hij als een zoutzak in de Bloeikas, geen spatje energie.

A: Dus eigenlijk is jouw vrouw het probleem toch? Zij moet zo nodig een nieuwe winkel starten, en daarom moet jij de hele tijd bloemen bezorgen en mee naar de veiling.
HW: [huh]. Nee, dat doe ik zelf toch?
A: Ja tuurlijk, maar als jij weigert schiet ze in de stress en krijgt ze het niet voor elkaar. Wat een nare vrouw!
HW: Nou, ze is wel lief hoor….maar…ze heeft het gewoon druk en ik kan haar toch gewoon helpen?
A: Je hebt helemaal gelijk Hans, eigenlijk zou ze er nog een winkel bij moeten hebben. Kun je nog veel meer helpen. Dan vind ze je nog leuker!!
HW: [lacht] Nou, één nieuwe zaak is wel ff genoeg. Ik moet er niet aan denken!
A: Dat zou ik ook niet doen, want als jij er aan gaat denken en ze krijgt het op haar heupen, dan komt er zo een tweede bij…
HW: Eerlijk gezegd gaat de winkel inderdaad wel heel goed, ze wil het liefst naar een nieuw pand. Ze heeft haar zinnen gezet op een mooie locatie in de binnenstad die…
A: [onderbreekt, verongelijkt] Een nieuw pand?! Wat denkt ze wel, hoe denkt ze dat te gaan doen? [verzacht]. En ik zie het helemaal voor me, jij bent heel handig toch? En houdt van klussen? Die lieve schat heeft het echt goed met jou….Hans Willem de klusser staat altijd voor je klaar liefste! Wat fijn dat je dat weer voor haar wilt doen. Topgozer ben je!
HW: Ik zie er wel tegenop….weer zo’n klus. En ik heb al een aantal keren afgezegd voor outdoor klussen waarvoor ik wordt benaderd, daar had ik zo’n zin in. Maar dat komt er gewoon niet van, met de kinderen, de winkel van Janine en mijn eigen werk.
A: [stemverheffing] En dat vind ik juist zo mooi aan jou Hans, dat jij het ENIGE waar JIJ plezier uit haalt afzegt om de rest te pleasen….je bent écht een tópgozer! Wat zal Janine trots op je zijn!

Hans Willem wordt stil, brengt zijn handen naar zijn gezicht en kijkt me verdoofd aan. ‘Verdomme Arno, dat is het precies, VERDOMME!’ Hij huilt zacht, met zijn hoofd in zijn handen en vertelt.

HW: [geëmotioneerd] Ik ben zo godsgruwelijk doodmoe man, als sinds het overlijden van pa ben ik als een idioot aan het rennen. Mijn moeder, de kinderen, de bloemenzaak, mijn nieuwe job….ik ben op. En weet je wat het stomme is?……Niemand vraagt expliciet mijn hulp ofzo, ik ga als een idioot mijn moeder helpen en Janine bij haar nieuwe zaak….zonder dat ze het me vragen. Ik wil ze gewoon helpen, ontlasten…maar ik doe het echt zelf.

Een week later spreek ik Hans Willem weer. Hij vertelt dat het al lange tijd niet meer ging, dat ook Janine en anderen hem wilden helpen maar hij het zelf wilde oplossen. Hij ging eigenlijk alleen maar versnellen, nog meer werken, laten zien dat hij het wél kon. Met Janine heeft hij een open gesprek gevoerd, ze schrok van zijn emotie toen hij vertelde hoe hij zich écht voelde. Hans is enorm opgelucht. ‘Maar nog steeds wil ik sterk zijn en vind het moeilijk om te veranderen’

A: [guitig] Maar ik zou ook gewoon zo doorgaan! En als Janine dat nieuwe pand betrekt gewoon weer klaarstaan, dan blijft ze je tenminste lief vinden…
HW: [open lach en kijkt me vastbesloten aan] Haha, nou, ik wil echt graag veranderen Arno. Ik weet ook wel dat Janine me ook lief vind als ik….
A: [geschrokken] Hans! Niet doen! Straks heb ik jouw echtscheiding veroorzaakt….dat is heel slecht voor mijn imago!
HW: [lachend] Kom maar op!

Na de zesde sessie ronden we af. Hans Willem heeft ruimte voor zichzelf gecreëerd, is weer begonnen met outdoor activiteiten en voelt zich veel energieker.

Hij sluit af met een groot dankjewel en zegt ‘Op de één of andere vage manier gebeurt er hier altijd iets ongelooflijk goeds’

Ewout is niet zo zuiver

Ewout komt de Bloeikas binnen. Hij werkt als manager in de zuivelindustrie, is midden dertig, heeft een jong gezin en het loopt niet zo lekker. Hij komt voor zijn derde sessie.

Tijdens de vorige sessies spraken we over werk, het stellen van grenzen, incompetente leidinggevenden en managementvisie. Ewout vermijdt constant om het over zijn privésituatie te hebben. Tot vandaag.

Na een kort babbeltje besluit ik Ewout vandaag echt te helpen, eerlijk gezegd ontstaat er ook aan mijn kant irritatie over zijn ontwijkgedrag.

A: Wat ik zou mooi vind aan jou Ewout, is dat jij het zo goed over jouw werk kunt hebben.
E: Ja, dat is ook waarom ik hier zit, toch?
A: Ben jij op jouw werk ook zo goed in het ontwijken van de kern?
E: [verbaasd]. Wat bedoel je? [en grapt] Soms doe ik het inderdaad wel expres.
A: Daar gaan we nu mee stoppen Ewout. Als jij niet vertelt wat je echt dwarszit, is vandaag de laatste sessie!
E: [in de war] nou….zoals ik al eerder zei, loopt het zakelijk niet goed doordat…
A: [onderbreekt] volgens mij is jouw huwelijk gewoon slecht toch?
E: [vuurrood] nee, dat is het niet. Ik hou juist heel veel van Ingrid en…
A: [onderbreekt] precies….en daarom ben je verliefd geworden op een ander toch?
E: [plukt aan zijn neus, hakkelt en nog steeds rood]..ehh, nee..dat..
A: [ga achterover zitten, kijk Ewout warm aan, geef schopje tegen zijn voet en zeg en met lage stem] Lieve Ewout, ik zie een verliefde man zitten die het niet kan geloven en niet wil toegeven….hoe heet is ze….ik bedoel hoe heet ze?
E: [kijkt me beschaamd aan, zijn rode kleur verdwijnt en hij is zichtbaar opgelucht] …hoe weet je dat eigenlijk? Maakt niet uit trouwens. Je hebt gelijk. Het gaat om een collega. Het speelt al een aantal maanden en ze heet……

Ewout begint te vertellen. Het is een ‘klassiek’ verhaal. Zowel hij als zijn vrouw een mooie baan, twee fijne kinderen en daarmee een heel druk leven. Hun huishouden is een soort militaire logistieke operatie en de aandacht voor elkaar staat onder druk. Ook de intimiteit verdwijnt naar de achtergrond en Ewout voelt zich niet meer gezien en afgewezen. Totdat hij oog krijgt voor zijn collega, ze hebben nu drie maanden een geheime relatie. Ontmoetingen in hotels, spannende appcontacten….en hij wordt weer gezien.

A: [vrolijk] Dus wat is eigenlijk het probleem Ewout? Je hebt een mooi gezin, leuke baan en jouw tekort aan aandacht heb je met jouw collega ingevuld. Dus ook nog avontuur! Ik ben eigenlijk wel een beetje jaloers man! Hoe doe je dat?
E: [ongemakkelijk en ook beetje trots] Nou, zeg dat wel! Maar ik heb echt een probleem Arno!
A: Vertel Ewout, wat.is.het.probleem?
E: [bozig] Dat ik verliefd ben op mijn collega natuurlijk!
A: Dat is geen probleem, dat is juist fantastisch! Wat is er nou fijner dan verliefdheid!
E: Nee. Ik bedoel. Dit kan zo niet.
A: Niet?
E: Nee, tuurlijk niet. Dit gaat ten koste van mijn huwelijk!
A: Volgens mij vind jij jouw huwelijk helemaal niet zo belangrijk op dit moment. Komt dat trouwens doordat je in de zuivel werkt? Net als melk…die wordt op een gegeven moment ook zuur. Dat is met Ingrid ook gebeurd toch?!
E: Nou zeg dat wel! Man
A: Precies…dus het gaat helemaal goed. Ingrid is zuur…die ga je lozen. En jouw collega is nog fris, daar ga jij IN lozen….jouw zaad dus!
E: [hoofd in handen] oh shit…shit…SHIT!!

Ewout lijkt zijn realiteit voor het eerst echt te voelen. Hij is verdrietig, schaamt zich en weet oprecht niet wat te doen..

E: [kijkt me langzaam aan, tranen] oh, shit Arno, ik schaam me zo…
A: Dat is ook volkomen terecht Ewout! Je zet jouw gezin op het spel. Er is nu toch een campagne: De zuivel is niet zo zuiver…..dat is het precies. Wat dat aangaat werken jij en jouw liefje in de goede sector. Gadverdamme!
E: [glimlacht berouwvol]….het is inderdaad niet zuiver….pfff hoe ga ik dit Ingrid vertellen…
A: [staat op, stemverheffing] ben je gek geworden? Dat ga je natuurlijk niet doen! Ingrid heeft nu nog niets in de gaten…dus houdt het lekker voor je. Zo zuiver ben je nou ook weer niet…
E: [ogen flitsen heen en weer]…volgens mij heeft Ingrid echt iets in de gaten. Ik ben natuurlijk ook met mijn telefoon aan het klooien, verzin soms smoesjes….ze weet het…WAT BEN IK TOCH EEN ONGELOOFLIJKE KLOOTZAK!

Ewout schokt van de onregelmatige ademhaling, er volgen heel veel tranen…uiteindelijk wordt zijn ademhaling rustig en kijkt hij op.

E: [met rode ogen, berustend]. Zo, dit lucht wel op zeg! Ben wel helemaal naar de klote. Ik ging echt alleen voor de seks met haar. Ik ga ermee stoppen
A: [paniek] Wat?! Waarmee? Met jouw leven?!
E: [lacht onbedaarlijk hard] Nee lul! Met mijn collega natuurlijk
A: [guitig] Oh gelukkig…..ja, dat zou ik ook zeggen ja…..en wanneer ga je dat dan precies doen?
E: [korte aarzeling] Wat bedoel je?
A: Wanneer ga je het dan uitmaken met haar. Datum en tijd alsjeblieft!
E: [vastberaden]. Morgen. Ik heb morgen een afspraak met haar.
A: Ok. Hoe laat?
E: [beschaamd] lunchafspraak.
A: [knipoog, guitig] in welk hotel kan ik je dan bellen?
E: Nee man, gewoon een wandelafspraak vanuit kantoor.
A: [lief plagend] ah…gewoon een wandelafspraakje…romantisch hoor? Ik zou het niet doen. Ze rekent op een zoen en dan doe je dit! Dat kun je niet maken toch? Is niet heel zuiver!
E: [berustend] Nee echt Arno. Ik maak het dan uit!

Opgelucht verlaat Ewout de Bloeikas. Hij loopt rechtop en vastberaden naar zijn auto.

De sessie erna vertelde hij me hoe het was verlopen, hoe opgelucht hij nu is én dat hij in gesprek is gegaan met Ingrid. Hij vertelde hoe kwetsbaar hij zich voelde, initieel was er veel boosheid en verdriet, Ingrid had het (uiteraard) al door en was voornamelijk heel blij dat Ewout het vertelde.

Het vijfde gesprek kwamen ze samen, ik gaf ze beiden de ruimte om hun verhaal en kwetsbaarheden te delen. Ze gingen oprecht opgelucht, met begrip en ruimte voor elkaar naar buiten.

Uit het moeras getrokken

Bernard komt de Bloeikas binnen. Hij oogt vermoeid en ‘zwaar’. Met een zucht laat hij zich in de stoel zakken.

Bernard is algemeen directeur van een MKB bedrijf. Hij werkt al vijftien jaar samen met zijn broer in een familiebedrijf en werkt met ongeveer twintig collega’s. Hij is bijna veertig en heeft een jong gezin. Na een coachingtraject is hij veel dichter gekomen bij wie hij oorspronkelijk is. Hierdoor heeft hij duidelijke keuzes gemaakt die hem veel ruimte en luchtigheid hebben gegeven. Nu komt hij eens in de zes weken voor een opfrisgesprek.

A: Nou Bernard…..ga maar eens lekker zitten kerel. Volgens mij heb je een zware dag…
Bernard begint te vertellen over de zaak, moeilijke leveringen in deze tijd, ongeduldige klanten, onenigheid met zijn broer en de druk die hij voelt. Hij zucht en steunt.

A: Wat is nou eigenlijk het probleem?
B: Het lijkt wel of het hele bedrijf op mij leunt.
A: Dat lijkt niet alleen zo…..dat is ook zo. Jij bent ALGEMEEN directeur. AL-GE-MEEN. Dat betekent dat alles bij jou terecht hoort te komen. Dus dat klopt. Wat is het probleem?
B: Ik kom gewoon niet meer toe aan de dingen die ik belangrijk vind, ben alleen maar bezig met details…
A: Maar dat is fantastisch! Jij bent daar ook heel goed in. Het is niet voor niets dat al jouw mensen én de klanten jouw daarvoor benaderen….en jij bent dol op details toch?
B: [kijkt me guitig aan] Precies.
A: Precies is ook mooi uitgedrukt vind ik. Als iets precies is, gaat het ook over details. Jij bent heel precies..
B: [lacht hard] Ja dat bedoel ik. Ik ben daar juist niet goed in!
A: huh? Niet? Net zei je nog precies….en dat vind ik juist zo mooi aan jou, dat jij de hele organisatie weer op sleeptouw neemt. Daarom houden ze zoveel van je. Omdat jij die details zo goed oplost de hele tijd. Eigenlijk zit jij in de handel……de DETAIL-handel! [lacht]

B: [weer luide lach]. Ach man, hou maar op. Ik ben toch geen detaillist.
A: [verbaasd] Niet?!
B: Nee! Ik ben juist van de grote lijnen, het bedenken van creatieve oplossingen en nieuwe ideeen. Maar daar kom ik niet aan toe.
A: Jij bent natuurlijk ook onmisbaar en onvervangbaar.
B: Nou…zo voelt het wel ja!

A: [vertraagd]. Heel eerlijk Bernard, hoe voelt dat…
B: Het voelt alsof ik helemaal geen kant op kan, alsof ik helemaal klem zit….alsof….[ogen beginnen te twinkelen en stem wordt vrolijk] Maar ik heb de oplossing al! [Hij is lang stil en denkt na..]

A: Echt?
B: [helemaal opgelucht, vrij] Arno, het voelt alsof je me net uit het moeras hebt getrokken
A: Ik zie het ook…je zit nog helemaal onder de modder, je ziet er niet uit man!
B: [energiek] Enige tijd geleden heb ik een jongen gesproken die bij ons wil komen werken. Die kan veel dingen van me gaan overnemen en …..blablabla……

Bernard lichtte helemaal op, zijn energie begon te stromen en hij zag alleen weer oplossingen en kansen.

B: Dit is één van de beste sessies die we hebben gehad, het is altijd waardevol….maar deze….

Het verschuiven van perspectief, inzoomen en uitzoomen, versnellen en vertragen in deze sessie werkte goed. Uiteraard hebben we veel gelachen over zijn probleem wat het enorm relativeerde.

Na een uur vertrok Bernard vol energie de Bloeikas. En ik bleef vol energie in de Bloeikas.

Een kneitersuccesvolle loser

Carol komt vrolijk de Bloeikas binnen, haar rit uit haar woonplaats in het midden van het land zit erop. Het is haar derde coachingsessie. Ze is rond de vijftig, directeur van een internationaal bedrijf met drie vestigingen en meer dan driehonderd werknemers. Ze begeeft zich in goede kringen, gaat af en toe met een internationale delegatie mee naar nieuwe exportlanden, ontmoet ambassadeurs en hoge funtionarissen. En zij vind zichzelf nogal een sukkel.

Als ze binnenkomt straalt ze rust uit, veiligheid en ervaring. Een vrouw die zich niet op de kast laat jagen, vertrouwen heeft in mensen en de tijd haar werk laat doen. Voor haar managementteam is ze een rots in de branding en zelfs voor de werknemers in de fabrieken is ze heel benaderbaar. Ze maakt bewust ruimte voor de mens, heeft begrip en vertrekt altijd vanuit vertrouwen.

Alleen heeft ze geen enkel idee hoe waardevol dit is. Ze kijkt enorm op tegen anderen en heeft continu het gevoel dat ze niet goed genoeg is. Tenslotte heeft ze maar een MBO achtergrond en werkt met allerlei ‘geleerde’ mensen. Ze is onzeker, maakt weinig ruimte voor haarzelf en laat regelmatig haar grenzen overschrijden. Hierdoor verliest ze energie waardoor ze nog onzekerder wordt over zichzelf.

Gedurende de eerste twee coachingsessies begint haar toch te dagen welke enorme kwaliteit ze heeft, hoe veel mensen haar vertrouwen en graag bij haar in de buurt zijn. Tijd voor een volgende stap.

A: Wat is jouw zelfbeeld eigenlijk?
C: Nou, ik vind mezelf nogal een loser!
A: En dat is nog zwak uitgedrukt toch?! Eigenlijk kun je echt helemaal niks en snapt niet dat mensen je niet doorzien
C: Euh, ja, ik ben inderdaad bang om door de mand te vallen.
A: [tikje tegen voet] Ik snap ook eerlijk gezegd niet hoe jij het voor elkaar krijgt, je bent écht een enorme sufferd, kan eigenlijk niets, bent maar een MBOer, met moeite diploma gehaald en niemand heeft in de gaten dat je zo’n loser bent. Het is ongelooflijk!
C: [beduusd, bedrukt] Nou ja, dat is eigenlijk wel hoe het voor mij is ja. Dus….
A: Een loser is letterlijk een verliezer. Iemand die nooit iets wint. Ik vind je ook een nobody. Eerlijk gezegd heb ik nauwelijks in de gaten dat je er bent. Je doet er gewoon helemaal niet toe! Je bent zinloos!
C: [tranen] …..Ik werk zo ongelooflijk hard, ik doe echt goeie deals, het bedrijf groeit, er komt een vestiging in Amerika aan, ik ben niet zinloos….dat zie ik echt wel. En ook geen loser. Zonder mij was dit bedrijf nooit zo succesvol geweest, maar ik geniet er gewoon niet echt van ofzo.
A: Ja ho ho, werken heet niet voor niets werken. Dat betekent gewoon bikkelen, niet lullen maar poetsen…niet klagen maar dragen.
C:[glimlacht] Ik hoor mijn vader praten! Hou op! Ik doe nog steeds wat hij vraagt blijkbaar, op mijn vijftigste, niet normaal toch!
A: Je bent maar een MBOer Carol. Die moeten hard werken. Face it!
C: [lach] Weer mijn vader! Mijn jongste broertje heeft de universiteit Cum Laude afgerond, ondanks dat hij zakelijk geen idee heeft hoe het moet, kijk ik toch enorm tegen hem op.
A: Terecht! Een universitair afgestudeerd persoon is veel waardevoller dan een MBOer. Dus dat klopt!
C: [heftig] Bulshit! Echt bulshit! Hij heeft geen benul hoe de wereld werkt, ik ben kneitersuccesvol! Zonder dat diploma. Daar gaat het helemaal niet om!

A: Zeg dat nog eens?
C: [grote lach] Ik ben echt KNEITERSUCCESVOL! Ik werk vanuit vertrouwen, de mensen in de fabrieken zijn dol op me, klanten lopen met me weg, resultaten zijn goed….
A: [grappende toon, tik tegen knie] Ja, ja, nu ineens succesvol, zal wel….

C:[opgelucht] Ik snap wat je doet Arno, maar ik ben echt hartstikke succesvol. Het voelt heerlijk dat oprecht uit te spreken.

Yasser loopt vast door alle vrouwen om hem heen

Yasser komt de Bloeikas binnen. Het is een goedverzorgde veertiger met een baardje. Hij komt in coaching omdat hij ‘het gevoel heeft dat hij zijn volgende carrière stap niet maakt en niet weet hoe het komt’.

Hij vertelt over zijn huidige situatie met een jong gezin met twee dochters, een zieke schoonmoeder en carrière wens om een volgende stap te maken. De man is een waterval, onrustig en vertelt een chaotisch verhaal.

A: Het lijkt me duidelijk Yasser, jij hebt gewoon veel te veel tijd voor jouzelf. En als je veel tijd hebt is er geen druk om te kiezen. Ik zou er nog een nieuwe hobby bij doen ofzo. Of een extra project op je werk? Goed voor je carrière.
Y: [verbaasd] Teveel tijd? Nou, dat valt wel mee hoor…
A: Nou, je hebt twee jonge kinderen, dat is niets. Ik ken een man met vijf kinderen, die heeft een groot bedrijf en alle tijd om te golfen. Jij hebt er maar twee en ben gewoon teamleider. Dus…
Y: Die doet zeker niets in het huishouden en met de kinderen dan ofzo…
A: Precies, die besteed dat helemaal uit. Dat is veel fijner. Bovendien is het vaderschap ook wel erg onderhevig aan inflatie. Dus dat kun je wel een beetje laten gaan. En jouw echtgenote, die is tenslotte toch een vrouw. Dus die kan gewoon wat meer in huis doen, daar is ze ook beter in. Dus geen punt. Jij bent de man, de jager, en zij de verzorger..
Y: [schiet in de lach] Het is eerder andersom…Marlies heeft een heel drukke baan én doet er een opleiding naast.
A: Zie je wel. Jij laat je weer voor het karretje spannen. Dacht ik al. Jouw kinderen, jouw schoonmoeder, Marlies én jouw baas is zeker ook een vrouw.
Y: [vrolijk verbaasd] Ja verrek!
A: Dus jij laat je helemaal piepelen door de vrouwen in jouw leven! [ik geef hem tik op zijn knie] En dat voor een Marrokaan!
Y: [Fel] Ik kom uit Syrië. En daar zorgen we voor elkaar! In Nederland is dat misschien anders maar..
A: [Speels tikje tegen knie] Oh, excuus. Maar dan ben je nog niet helemaal goed ingeburgerd Yasser. Je moet nog leren dat de mannen in Nederland de baas zijn!
Y: [lacht voluit]. Welke cursus is dat? Die wil ik graag doen!
A: [enthousiast met lach] De cursus heet: ‘De man en de vrouw, de keizer en de dienster’ Gaat over de Nederlandse cultuur van het onderdrukken van de vrouw en daar leer je hoe je je verantwoordelijkheid kunt ontlopen, hoe je de taken naar de vrouw delegeert en hoe je af en toe een corrigerende tik uitdeelt, dat is trouwens wel de intensieve opleiding. Dus, wat denk je?
Y: [lacht nog steeds voluit]….waar kan ik me inschrijven!

Yasser en ik zijn uitgelachen, hij lijkt weer te landen en wordt ineens serieus.

Y: Ik realiseer me ineens hoe ongelooflijk druk ik het de laatste tijd heb. Mijn ouders leven niet meer, van mijn vader leerde ik om trots te zijn door voor anderen te kunnen zorgen. En dat is wat ik nu doe. Het maakt me ook trots, maar het is gewoon te veel. Toen jij die opleiding beschreef hoorde ik allemaal dingen die ik doe en zojuist besefte ik me dat ik dat natuurlijk helemaal niet hoef te doen….en nu ik dit zeg hoor ik mijn vader praten….hoe zou hij het vinden dat het me niet lukt?
A: Hij draait zich om in zijn graf. Wat een waardeloze zoon heb ik grootgebracht…ik heb me in Yasser vergist….tssss
Y: [emotie in ogen, teder] Nee Arno, ik ben ervan overtuigd dat hij trots zou zijn als ik wat meer tijd voor mijzelf zou creëren. Vlak voordat hij stierf gaf hij me mee hoe kostbaar tijd is….

Yasser huilt zacht, het lijkt alsof hij zijn vader herinnert. Als hij weer opkijkt heeft hij een vastberaden en zachte uitstraling.

Y: Ik ga in gesprek met mijn leidinggevende, ik heb het te druk en ga zeggen dat ik het moet oplossen. Ik vind het belangrijk mijn kindjes, Marlies en schoonmoeder nu te ondersteunen, als ik een dag minder werk zou me dat heel veel ruimte geven.

Als Yasser is vertrokken ben ik stil. Wat is het toch mooi om met warmte, humor en provocatie te werken en mensen verder te brengen.

Ruimte, tijd en provocatief coachen

Veel cliënten die bij mij in de praktijk komen ervaren een gebrek aan ruimte. Hierdoor raken ze in de knel en lopen ze vast. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij directeuren die hun eigen ruimte zijn kwijtgeraakt aan het bedrijf, bij partners die hun eigen ruimte zien verminderen in een relatie (of gezin)én bij medewerkers die hun eigen ruimte zijn verloren in een team of organisatie.

Deze keer wil ik graag het gebrek aan tijd belichten. Tijd is immers een vorm van ruimte. Vaak hebben we er de tijd er niet voor. Hebben we het er veel te druk voor. Staat de agenda het niet toe. Met andere woorden ervaren we een gebrek aan tijd.

Ik benoem vaak de twee vormen van tijd: Kairos en Chronos. Dit zijn twee figuren uit de Griekse mythologie die staan voor de twee gezichten van tijd. Chronos staat voor de lineaire, meetbare tijd. De kloktijd zoals we die in de westerse wereld maar al te goed kennen. De tijd waarin we doel- en resultaatgericht te werk gaan. De tijd waarvan we er altijd te weinig lijken te hebben. Deze tijd is een afspraak die we hebben gemaakt, wij hebben dit fenomeen zelf gecreëerd en we laten ons hier voornamelijk door leiden. Kairos is de tijd die een meer organische bodem heeft. Het is tijd voor een goed gesprek, tijd om eens uit voor je uit te staren of tijd voor een glas wijn. Deze tijd staat voor de innerlijke tijdsbeleving. Ingrediënten voor die beleving van tijd zijn aandacht, rust en concentratie. Het is een innerlijke drijfveer. En veelal is een gebrek aan tijdsruimte dus een dominante Chronos waardoor Kairos te weinig aandacht krijgt.

Chronos hebben we nodig om ons leven in de huidige maatschappij in te richten en ons binnen de systemen te organiseren. Deze gezamenlijke tijdsafspraak is de basis voor de meeste grote systemen, economieën van de westelijke wereld. In het oosten en zuiden wordt er al wat anders omgegaan met (chronos) tijd. Kairos is belangrijk om tot jezelf te komen, creatieve ideeën te ontwikkelen en je eens te vervelen of eens tot diep in de nacht door te praten met een goede vriend. Er zit een andere en misschien wel completere waarde in deze vorm van tijd. Deze tijd lijkt soms te vliegen omdat je in een goede flow zit.

Wat heeft dit nu met provocatief coachen te maken? De positief provocatieve stijl is bij uitstek geschikt om dingen die nu eenmaal zo zijn ter discussie te stellen. En de Chronos tijd is daar een perfect voorbeeld van.

Rinus is manager bij een productiebedrijf, hij maakt onderdeel uit van het managementteam en heeft een probleem met de Chronos tijd.

R: Ik zit met mijn teams vast in ploegendiensten, iedere dag op dezelfde tijd de wissel van productiemensen. Ik heb veel te weinig tijd voor mijzelf en voel me altijd maar slaaf van de productielijn.

A: Dat voel je niet alleen, dat bén je ook. Dus dat klopt. Tja, volgens mij is het heel simpel. Als je een slaaf bent, heb je niets in te brengen. Moet je gewoon doen wat de baas zegt en in dit geval het ritme van de productielijn. Dat lijkt me een feit! Dus wat is het probleem?
R: Ik hou het niet vol, het is te druk, ik wordt gek van de klok.
A: Dan moet je er mee ophouden. Dat lijkt me ook vrij simpel. Toch?
R: Maar de productie kan niet zomaar stoppen. Dit is een geoliede machine. Alle processen zijn strak ingericht.
A: Nee, precies, jij wel. Jouw klanten wachten iedere dag op verse koekjes, die hebben afspraken gemaakt met jouw collega’s en jij moet dat gewoon leveren. Dat is jouw werk. Dus jij levert via het schema en afspraak de hoeveelheid koekjes, iedere dag. Dus dat lijkt me een vrij overzichtelijke situatie. Wat is het probleem? Eigenlijk ben je een moderne slaaf….staat jouw baas ook met een zweep klaar?
R: [Lacht] ….nou dat niet, maar zo voelt het wel.
A: En dan als je te laat bent, knal, knal…..tien zweepslagen voor te laat komen. Twintig zweepslagen voor rendementsverlies meer dan twee procent en dertig voor…
R: [Lacht harder] Nou zo erg is het ook niet!
A: Vroeger zongen de slaven ook om het werk vol te houden, misschien moet jij dat ook gaan doen! Samen, met jouw collega’s. Net als vroeger!
R: [Enthousiast] Ja, ik zie het al voor me. Met de hele productie de tijd vol zingen, om de dagen vol te houden…
A: En dan de eindbaas met zo’n trommel. Zodat jullie de maat houden en efficiënt de productie draaien. Zo kom je de tijd wel door. Uur na uur, dag na dag, week na week….Rinus de moderne slaaf….
R: [Lacht wederom] Ach, zo erg is het ook weer niet. Ik heb best ruimte om mijn eigen ding te doen.
A: Wat?! Wel eigen ruimte? Net zat je nog geketend aan jouw medeslaven, te zingen op de maat, als zo’n treurige katoenplukkende slaaf, in de hitte, zwetend….en nu heb je eigen ruimte?
R: Nou ja, zo slecht is het eigenlijk echt niet. Ik heb best mogelijkheden om invloed te hebben op mijn eigen indeling, alleen zie ik het soms te somber in merk ik nu. Er is soms weinig ruimte, maar dat is natuurlijk onderdeel van een dergelijke omgeving. Bovendien heb ik natuurlijk gewoon mogelijkheden om eigen keuzes te maken!

Door met deze manager de Chronos uit te vergroten en te ridiculiseren verandert zijn perspectief hierop en begint hij zelf te benoemen waarom het eigenlijk wel meevalt. Uiteraard is de feitelijke situatie niet veranderd, maar zijn waarneming en gevoel rond zijn situatie wel degelijk!

Chronos is een systeemafspraak waar veel mensen last van hebben en het gevoel hebben daarin geen eigen keuzevrijheid (lees ruimte) te hebben. En dat laatste is uiteraard een belangrijk onderdeel van het probleem. Door hierin mee te gaan en dit uit te vergroten wordt een andere kant zichtbaar waardoor de client anders aankijkt tegen de feitelijke situatie en wél ruimte ervaart. Je zou kunnen zeggen dat op deze manier Kairos weer duidelijker in beeld is.

Chronos, Kairos en provocatief coachen

Kees is een nobody

Kortgeleden rondde ik een coaching traject af. In vier sessies was Kees klaar. Het patroon van Kees is iets wat vaak voorkomt, hij deelde zijn eigen ruimte met anderen ten koste van zichzelf. Van oudsher om te beschermen en te overleven. Nu neemt hij zijn eigen ruimte weer.

Kees is een man van einde dertig, zakelijk zeer succesvol en eigenlijk wel tevreden. Zijn initiële coachvraag ging over zijn werk, na tien minuten was dat een bijzaak en ging het over zijn eigenheid of authenticiteit.

A: Dus jij laat continu over je heen lopen
K: Nou, nee, maar, ik vind het lastig om…
A: Precies. Je bent een NOBODY!
K: Nou dat gaat wel ver…
A: [plagerig] Jij gaat nooit ergens voor staan, nobody
K: [weifelend] Niet!
A: Wanneer ging je voor het laatst ergens voor staan?
K: Nou, bijna dagelijks
A: Ok, waar ben je maandag voor gaan staan?
K: Euhh
A: En dinsdag?
K: Nou moet je luisteren….
A: [praat bewust door hem heen]. En woensdag? Zie je wel, je bent echt een nobody, je zegt dat je dagelijks voor iets gaat staan, en dat is niet zo. Dus je bent ook nog onbetrouwbaar….Jij bent helemaal niemand Kees! [met grote lach en aanraking van Kees]. Ik kan ineens ook door je heen kijken, je wordt een beetje doorzichtig. Je bent echt een NO BODY, géén lichaam. Geinig!

Kees kijkt me aan, valt stil. Ik hoor een kwartje vallen..

K: Vroeger werd ik op school gepest, ik droeg een bril en was een beetje bedachtzaam. Mijn klasgenoten zagen me niet staan. Mijn echte naam is Sijs van Akker. Op de basisschool was er een juf die de naam Sijs belachelijk maakte, mijn tweede naam is Kees. Vanaf dat moment ben ik die gaan gebruiken. Toen ik op mijn twaalfde ging verhuizen naar Amsterdam had ik een Brabantse tongval, ik leerde Amsterdams praten omdat ik werd uitgelachen….[Kees kijkt me aan alsof hij het ineens helemaal ziet. Hij lijkt geschokt]

A: Jij hebt letterlijk jouw authentieke zelf losgelaten ter bescherming. Jouw patroon is aanpassen en onzichtbaar worden in de groep. Hiermee ben je jouw eigenheid kwijtgeraakt alsook het begrip dat je eigen ruimte nodig hebt. En niet altijd jouw ruimte en waarden laat overnemen door anderen.

K: Toen je zei dat je door me heen kon kijken voelde ik dat ik dat vroeger het liefste wilde, dat ze me niet zagen. Jezusmina! Ik heb me dit nooit zo gerealiseerd……

In de evaluatie schrijft Kees het volgende: ‘Mijn grootste winst is het herkennen wanneer ik in een situatie kom die niet bij mijn ‘authentieke ik’ hoort en daarmee veel beter reageer, dit geeft me heel veel rust en zekerheid’

En tenslotte: ‘Het schijnbare gemak waarmee Arno de diepte in kan gaan en de gevoelige onderwerpen boven tafel weet te krijgen vond ik indrukwekkend. Hij drong razendsnel door tot de kern van mijn vraagstuk!’

Vader en zoon – zeker weter en twijfelaar

Bram en Antonie komen de Bloeikas binnen. Bram is rond de veertig en Anthonie zeventig jaar.

Ik vertel ze over wie ik ben, hoe mijn leven loopt en hoe mijn relatie met mijn vader was. Op welke manier de gesprekken voor zijn overlijden voor ons beide waardevol waren. Maar pas toen mijn vader kwetsbaar werd door de kanker dit soort gesprekken écht lukte.

Bram wil beginnen en is direct emotioneel, zijn vaders ogen raken ook gelijk betraand. Ze zoeken elkaars hand. De sfeer is veilig en gespannen.

Bram vertelt over hoe hij zich probeert te ontwikkelen, letterlijk loskomen van thuis, over wat hij zijn vader gunt en hoe moeilijk hij het vind altijd een oordeel van hem te ervaren. ‘Hierdoor laat ik me niet echt zien pap’. Op het moment dat hij zijn vader direct toespreekt is er altijd emotie, trillende stem en verhullende lach. Wel lukt het hem om rake woorden te vinden.

Anthonie komt uit een ondernemersfamilie waar zijn vader veel afwezig was,  in een tijd waar vader en moeder nog U waren. Problemen werden goed opgelost, praktisch, met daadkracht en geld. Maar kwetsbaarheid en onzekerheid hadden in die tijd geen plek in het gezin. Hij is zich heel erg bewust van zijn eigen opvoeding, patronen en ziet precies wat hij zijn zoon ‘aandoet’ met zijn oordeel. En hij vertelt dat zijn intentie wel goed is, namelijk vanuit liefde en bezorgdheid.

Het is duidelijk dat ze erg veel van elkaar houden, dat wordt ook letterlijk gezegd. Wel is er voorzichtigheid in woordkeuze, ze willen elkaar wel dingen vertellen, maar zonder de ander te kwetsen.

‘Waarom zeggen jullie niet gewoon hoe het is? Jullie praten zo omzichtig dat ik er he-le-maal niets van snap! zeg ik.

Na mijn opmerkingen nemen directheid en luchtigheid toe. Het elkaar beschermen wordt herkend. Beiden hebben niet geleerd de confrontatie als verbindend te zien, maar gaan het uit de weg. Ze zijn te voorzichtig.

Halverwege het gesprek sta ik op om het liedje Father and son van Cat Stevens te draaien. Bram is zeer geraakt door het nummer. Het gaat over een vader die goede raad geeft en een zoon die zijn eigen pad wil volgen.

Tijdens het gesprek wordt zichtbaar dat Bram hier zit voor zijn relatie met Anthonie, maar óók onbewust namens zijn broer en zus. Maar misschien wel het meeste voor zijn vader. Hij gunt vooral hem wel een goede relatie met zijn kinderen, omdat hij het verdient, omdat hij de beste pa is die hij zich kan wensen.

Vader presenteert zich als een zeker weter, op hoog niveau in medische wereld gefunctioneerd, belezen en begaafd. Bram is openlijk een twijfelaar, en hiermee weet Anthonie geen raad. ‘Je moet toch een keer kiezen jongen. Je snapt zelf toch ook wel dat….’

Bovendien nemen ze het heel serieus, ik laat ze zien dat er meer luchtigheid mogelijk is, dat ze allebei met de allerbeste intentie maar wat doen.

Na wat geplaag en directheid van mijn kant komt vader meer bij zijn gevoel, spreekt zijn onzekerheden en verwarring uit. Op het moment dat hij vertelt over hoe hij soms buiten het lijntje kleurt verschijnt er een jongensachtige blik. Dit brengt nieuwsgierigheid en een lach bij Bram. Alsof het voor het eerst is. Vervolgens benoemt Anthonie zijn gevoel, hoe hij twijfelt of hij de juiste dingen doet als vader, dat hij bang is dat hij tekortschiet richting Bram.

Dit emotioneert Bram duidelijk. Hij beschrijft dat zowel hij als zijn pa exact hetzelfde doen. Elkaar beschermen en hiermee uit verbinding gaan. Vanuit liefde.

Ze herkennen elkaar als twijfelaars, het uitspreken van hun onzekerheden, hun momenten waarbij ze uit de bocht vlogen en dat wat ze verbind brengt het gesprek tot een mooi einde.

Uiteindelijk vraag nog wat ze tegen elkaar willen zeggen, niet via mij, maar direct en terwijl ze elkaar aankijken….er volgen prachtige en directe woorden. Een lach en een traan.

De dag erop ontvang ik een appbericht van Bram: Een oprecht bedankje namens vader en zoon. Blij dat ze het hebben gedaan en zeer de moeite waard!

Mijn dag is weer goed.

Vader en zoon: dertig jaar voorbij

Mijn eerste vader en zoon Bloeigesprek. Ik vind het spannend. De mannen komen binnen. Pa Rinus is zeventig en zoon Bram twee en veertig. Bram initieerde het gesprek.

We starten luchtig, met een pizza, biertje en beetje over de Bloeikas en de woning van Rinus. Hij woont op een verbouwde boerderij in Friesland. Bram woont al twintig jaar in de Randstad.

Na een half uur stuur ik het gesprek naar de bedoeling: wat vinden de mannen echt van elkaar, wat zit er dwars, waar zit de trots en hoe is de relatie op dit moment? Ik vraag Bram op af te trappen en Rinus om niet te interrumperen. De mannen zijn zichtbaar gespannen.

Bram kijkt naar de tafel, naar mij en niet naar zijn vader. ”Weet je pa, ik vind dit echt moeilijk. Je bent natuurlijk mijn vader en ik waardeer je echt. Maar ik heb je gemist, toen ik studeerde, mijn eerste baan kreeg en nu ook. Je bent de opa van mijn kinderen. Met hen doe je echt je best, maar hoe zit het met ons? Wat vind je écht van mij? Ik vind het moeilijk.”

Er volgt een stilte. Rinus is direct geëmotioneerd. Als Bram dit opmerkt lijkt hij verrast. Rinus begint. Hij lijkt zijn woorden zorgvuldig te kiezen. Kijkt naar zijn biertje. ”Jongen….toen je moeder en ik gingen scheiden. Doordat ik…je weet wel. Ik had zo’n enorm schuldgevoel naar jou en je zus. Je was toen vijftien, ik schaamde me, was vertrokken en wist niet hoe ik je moest…wat ik moest. Ik vond het heel ingewikkeld, maar met je moeder ging het niet meer. Ik vertelde mezelf dat ik moest boeten, ik had jullie verlaten dus geen recht meer op j…..”[Rinus breekt]

”Maar pap…papa..” ook Bram laat zijn tranen vloeien en loopt naar zijn vader. Er volgt een hele lange omhelzing. Heel veel tranen. Heel veel rammen op de schouder. Heel veel van heel veel…

De mannen gaan weer zitten. Drogen hun tranen. Ik maak koffie voor ze. Ze trekken zich terug in eigen gedachten maar zitten bijna tegen elkaar aan.

Ik zeg vrolijk: ”Zo, dat is eruit! Na dertig jaar is dat wel lekker! Tijd voor een kop koffie. Zeg eens Bram. Hoe is het nu met je?”

Bram geeft aan dat hij verbaasd is, bijna in shock. Zijn vader heeft dus bewust afstand gehouden omdat hij geen recht zou hebben. Toch snapt hij het ook. Hij geeft aan het gevoel te hebben dat ze elkaar dertig jaar ontweken hebben. Later in het gesprek vallen er allemaal kwartjes. Einde avond geeft hij aan veel meer begrip te hebben, te snappen hoe het voor zijn pa is geweest en hij heeft zich echt verplaatst in de situatie. Zijn perspectief is verschoven.

Gedurende de avond worden er verhalen gedeeld, herinneringen opgehaald, gelachen en oprecht kritisch en liefdevol gesproken. De mannen kijken elkaar nu continu aan en raken elkaar af en toe. Het is onwennig en vertrouwd.

Bram “Maar wat ik echt niet begrijp….merkte je niks, al die dertig jaar, dat ik je miste of dat ik met je wilde praten ofzo”. Rinus “Natuurlijk wel. Maar ik schaamde me zo. Ik deed ergens ook echt wel mijn best. Maar ik wist ook niet wat ik moest doen…….dertig jaar…..”

Rinus geeft aan moe te zijn. Hij wil naar huis. Hij pakt Bram bij zijn schouders. ”Jezus Bram, wat ben ik blij dat je me hebt meegenomen naar dit gesprek! En Arno, hoe je het doet weet ik niet, ik had soms het gevoel dat je er niet was, en toch hebben we nooit zo’n open gesprek gevoerd. Dus je zult toch wel íets hebben gedaan! Heel erg bedankt.”

De mannen verlaten de Bloeikas. Ik kijk trots naar de twee lege stoelen, ik ga op één van de twee zitten, ik voel dat ik moe ben, pak een biertje en proost naar mijzelf. Goddomme Arno, wat was dit mooi!

Een jonge weduwe stapt in (2)

Het is drie weken na het Bloeigesprek in de Jag met Tanja, ze stapt de Bloeikas binnen. Minder energiek dan vorige keer, het lijkt alsof iets is veranderd. Ik besluit een provocatieve aanpak.

Wat is nú het probleem?’ vraag ik. Tanja reageert met ‘Na ons Bloeigesprek van vorige keer realiseerde ik me dat ik echt heel moe ben en eigenlijk echt even rust nodig heb’.  ‘Nu is Tom al vier jaar dood, en na één Bloeigesprek heb je ineens rust nodig? Dat lijkt me niet het probleem!’. ‘Ondanks zijn ziekte was Tom toch ineens weg, dat was echt zo……….’ [Tanja huilt].

Ik besluit door te drukken (met warmte, gespeelde boosheid en provocatie). ‘Typisch Tom, op zo’n gemene manier ineens doodgaan. Wat een eikel, ik wordt gewoon boos op hem!’. ‘Dat is het precies, waarom moest die eikel nou zo plotseling doodgaan, ik ben gewoon nog zo F*CKING BOOS!!’ [Tanja huilt en schreeuwt het uit]. Ik biedt haar ruimte en ze schokt en huilt minutenlang…

Tijdens het gesprek blijkt dat Tanja boos op Tom is en ze zich daarover heel schuldig voelt. Hij kan er natuurlijk niets aan doen dat hij doodgaat, hij heeft er niet voor gekozen, ik mag blij zijn dat ik nog leef, het is voor hem erger dan voor mij…dit zijn allemaal gedachten die continu door Tanja haar hoofd spelen. En dus duwt ze haar boosheid weg. Hoe kun je nu boos zijn op iemand die dood is?

Ik vraag ‘Stel je voor dat ik Tom ben, wat wil je tegen me zeggen!’ Ze schrikt een beetje en lacht nerveus. Een beetje in de war, maar dan verwoord ze heel zuiver wat ze na zijn dood heeft beleefd, hoe zwaar het voor haar is, hoezeer ze hem mist en ook dat ze teleurgesteld en boos op hem is. Ik blijf Tom spelen.

‘Godverdomme Tom, weet je nog die week na de diagnose, jij bleef maar zeggen dat het goed zou komen en ik vertelde je dat ik bang was voor dit scenario dat jij vervolgens een beetje wegwuifde, ik voelde me niet gekend en ik heb toch gelijk gekregen…..en ik mis je zo….LUL!’

Wederom zijn er veel tranen en maak ik ruimte om vervolgens de provocatieve lijn weer op te pakken. ‘Die Tom, dat was echt een enorme onbetrouwbare en onverantwoordelijke zak, blij dat je vrij bent om een écht leuke man te vinden’ Tanja reageert verbouwereerd en een beetje boos: ‘Tom was een superlieve man met wie ik prachtige herinneringen heb en twee heerlijke kinderen. Ik zie hem helemaal terug in mijn oudste zoon…..en’ ‘Nou, dat is dan geregeld. En al een nieuwe liefde?’ onderbreek ik.

Ze begint te glimlachen en een beetje te blozen…’Ojee, wat vind Tom daarvan?’ ‘Dat houdt me echt bezig Arno, Tom heeft altijd gezegd dat hij me een nieuwe liefde gunt, het voelt goed maar tegelijkertijd ook als verraad ofzo’. ‘Terecht, die arme Tom, nog maar vier jaar dood en dan..’ ‘Ik weet zeker dat hij het heel fijn zou vinden Arno, ik zie in dat ik verder wil en ook altijd van Tom zal houden. Het is goed!’

Tanja vertrekt de Bloeikas zichtbaar opgelucht en met stevige tred. Het lijkt alsof ze iets achterlaat en haar weg vervolgt.