Frank doet zwaar depressief.

Frank komt de Bloeikas binnen, hij komt voor zijn tweede sessie. Hij heeft de diagnose zwaar depressief gekregen, staat op een wachtlijst voor behandeling, zoekt tussentijds hulp en komt daarom bij mij.

Hij is 24 jaar, woont nog thuis, heeft problemen met studeren, benoemd een laag zelfbeeld en onzeker over zichzelf en de toekomst. Hij straalt somberheid uit, zwarte kleding en een sombere blik. Hij vermijd zoveel mogelijk oogcontact en doet continu zijn mouwen over zijn handen. Alsof hij zich zo weinig mogelijk wil laten zien.

Het gesprek gaat over zijn afgelopen week, het vermijden van mensen en situaties en ook over zijn pestverleden. Ook hebben we het over echt authentiek gedrag en net alsof. Daar heeft hij een enorme hekel aan. Ik maak veel lol met hem en er is al veel meer lach en energie dan in de eerste sessie.

A: Wat is nu precies het probleem?
F: [vaag] Weet ik eigenlijk niet. Het is….tja….onzekerheid of laag zelfbeeld?
A: Hoe onzeker ben je dan? Tussen de nul en de tien.
F: [moeizaam] Nou…een twee of zo?
A: Ben je er zeker van?
F: Mwa…ja…zoiets.
A: [vrolijk] Klinkt inderdaad niet heel zeker…..dus die onzekerheid klopt! Mooi. En dan ff jouw zelfbeeld….hoe verschrikkelijk ben jij?
F: [zwaar] Nou….het is wel laag….ja….
A: Hoe voel jij je als je alleen in een ruimte bent?
F: [veert op, licht] Dan ben ik best optimistisch, vrolijk en druk…
A: [verbaasd] Huh? Dus je zit hier als een zoutzak, somber met zwarte kleren en een zwaar gemoed. En als je dan alleen bent…..dan ben je optimistisch? Vrolijk? En….druk? [lacht hard]
F: [opener met glimlach] Ja….eigenlijk wel….
A: [lacht weer] Nu ben ik echt volkomen in de war! Dan is jouw zelfbeeld toch niet heel laag? Je vind jouzelluf dan wel leuk toch?! Of niet….ik weet het echt niet meer….jij?
F: [lacht] Nee…maar als ik dan ineens vrolijk ga doen…..met die mensen om mij heen….dat is toch heel raar? Dat zijn ze niet van me gewend.
A: Dus ff voor mij…..ik ben geen psycholoog en al helemaal geen psychiater…dus waarschijnlijk zit ik er helemaal naast. En ik heb geen ervaring met gevallen zoals jij, die ZWAAR depressief zijn. Maar let op: Dus, ook al VOEL jij je vrolijk….dan DOE je somber….omdat anderen het anders raar vinden? Klopt dat?
F: [verward] Ja….volgens mij wel….het is toch raar dat ik dan vrolijk doe als ik zwaar depressief ben?
A: [doet in de war] Ja maar….huh….als je vrolijk BENT en alleen? Dan doe je wel vrolijk?
F: Ja! Als ik alleen op mijn kamer ben….dan wel!
A: Hoe doe je dat dan? Hoe uit je dat?
F: [lacht ongemakkelijk….alsof hij iets niet durft te zeggen] ff nadenken.
A: [tikje tegen voet] Nee! Niet nadenken, gewoon zeggen! Ik wil het weten.
F: [gespannen verlegen lachje] Nou….dan sta ik de dansen en zingen en ben ik gewoon druk.
A: [staat op] Huh!!!!!! Dus dan kan de zoutzak ineens bewegen? En dansen???? En ZINGEN?????? Hoe zit dat dan met authentiek gedrag en net alsof…..Ik ben helemaal de weg kwijt Frank…

Frank voelt zijn authentieke gedrag en neigingen dus wel, maar heeft door zijn ontwikkeling, pestverleden en continu op- en aanmerkingen afgeleerd om zichzelf te zijn. Alleen als hij alleen is durft hij dat….en is hij best wel positief. Tijdens het gesprek vertelt hij hoe hij is gevormd, ervaringen in jeugd, hoezeer in zijn thuissituatie het moeilijk is om een echt gesprek te voeren, de mantel der liefde, net als of gedrag.

A: Dus ff voor mij….jij….de depressieve zwartgeklede zoutzak…bent dus best optimistisch en vrolijk?
F: [grote lach] Ja!
A: [kijkt met warmte aan, hand op schouder] En waarom lieve jongen……waarom laat je dat dan niet meer zien?
F: [in één klap klein en onzeker] ik…ik weet niet hoe dat moet..

Frank moet enorm huilen.

A: Maar JIJ hebt dus geen laag zelfbeeld, jij DENKT dat anderen dat van jou hebben. En als anderen jou zien ga je somber doen en alleen voel je je vaak prima. [opgewekt] En jij kunt echt geweldig goed toneelspelen, daar zou je iets mee moeten doen. Of misschien moet je gaan werken met blinden. Die zien niet hoe depressief of vrolijk je eruit ziet!
F: [glimlacht] Dat zou echt goed zijn!

We besluiten de sessie, Frank gaat in gesprek met diegene in zijn vriendengroep bij wie hij zich het veiligst voelt, en zichzelf echt tonen.

Als hij naar vertrekt loopt hij best kwiek….

A: Hohohoho Frank….pas op, je gaat weer naar buiten….daar zien mensen je….dus je moet zo lopen [Ik slot met gebogen rug en kijk half uit mijn ogen].

Frank loopt lachend naar buiten….

Ik ben echt verbaasd, Frank dóét zoals de diagnose zwaar depressief vraagt, hij loopt al enkele jaren met klachten en is zo vergroeid geraakt dat hij richting zijn omgeving niet durft te veranderen…

De weken erna zie ik hem vrolijker worden, eerlijker en lichter. Hij durft wat meer, krijgt weer structuur en is aan het veranderen. Dit is niet makkelijk, zijn omgeving was inderdaad gewend aan zijn depressieve rol en reageerd soms ongemakkelijk. Wel maakt hij stappen.

Hij vertelt me dat hij zich juist serieus genomen voelde door de humor en het absurde. De gedachten die hij had, benoemde ik letterlijk, ook al waren ze heel vreemd. Juist dát benoemt hij als verbindend.

Het is dat ik ooit een heel goede provocatief coach heb gehad….en dat ik me veel beter voel dan destijds…..anders zou ik direct weer gaan. Wat een vak!

Waarom geven we apen zwemles?

Rudi komt voor de tweede keer de Bloeikas binnen, hij werkt als manager, is 43 jaar en loopt vast. Hij komt een beetje over als een nerd, slim, bril en vooral op de feiten en inhoud.

A: [enthousiast] Rudi, de eerste keer dat ik je zag dacht ik direct: dat is een slimme man, en ook een echte nerd!
R: [beetje in de war] Een echte nerd?!
A: [met kracht] Ja man, bril, kijkt slim uit zijn ogen, beetje klunzig, beetje techneut, een echte nerd dus!
R: En is dat goed of slecht?
A: Tja….ik heb geen idee…wat vind je eigenlijk zelf?
R: Ik ben wel goed in mijn vak!
A: [flauwtjes] Tja….dat zal wel.
R: [passievol] Weet je? Misschien ben ik wel een nerd, maar ik weet precies waar ik het over heb, ik ben een echte technoloog en kon me helemaal verliezen als ik in het lab werkte. Dat was te gek!
A: Wat is dan eigenlijk het probleem?
R: Sinds ik manager ben…tja…weet ik het niet meer ofzo….raar toch?
A: Volgens mij ben je een aap met zwemdiploma’s!

Veel managers die bij me in coaching komen zijn zonder dat ze het beseffen in een totaal andere context belandt. Ze lopen vast en begrijpen niet precies hoe het komt. Veel organisaties vragen vaardigheden van werknemers die niet natuurlijk voor ze zijn, waar ze te veel moeite voor moeten doen.

Apen horen in de jungle, daar weten ze hoe het werkt, waar ze veilig zijn, waar ze voedsel halen, waar ze kunnen slapen et cetera. Organisaties gooien die apen vaak in de zee, geven ze zwemles, diploma A, B en C én een cursus reddingzwemmen om ze vervolgens aan de slag te laten gaan. Die apen moeten dan ongelooflijk hard werken om zich staande te houden, ze kunnen wel een beetje zwemmen, maar nooit zo goed als de andere dieren in de zee, de vissen.

Dus werknemers krijgen allerlei trainingen, communicatietraining, conflicthantering, positieve feedbacktraining et cetera. Diploma A, B en C dus….terwijl die apen het helemaal niet echt vóelen, echt snappen waar ze terecht zijn gekomen. In de zee wordt een andere taal gesproken, is een ander ritme, en zijn andere vaardigheden van belang. Dus ze werken zich het apelazarus, gebruiken veel meer energie dan de vissen en nóg lukt het niet. Terwijl ze vroeger in de jungle moeiteloos in bomen klommen, via lianen van de ene naar andere plek gingen en vanuit hun oorsprong konden functioneren.

Organisaties moeten beter nadenken over in welke context hun mensen goed functioneren, een goede technoloog hoort in zijn jungle. Uiteraard moeten ook de mensen zelf goed beseffen waar ze moeiteloos hun werk kunnen doen. Dat wil niet zeggen dat er soms hard gewerkt wordt voor resultaat, maar alle energie die een aap verliest in de zee kan hij niet steken in zijn werk in de jungle. Daar waar hij kan excelleren.

Nadat ik Rudi had meegenomen in bovenstaande was hij stil…hij keek me geroerd en verbaasd aan. We praatten nog een beetje na en Rudi vertrok. Twee weken later zag ik hem terug.

A: Hoe is het ondertussen met je?
R: Ik ben een aap met zwemdiploma’s. Ik hoor niet in de zee! ……[lange stilte]………
R: [met overtuiging en grote lach] Ik ga terug! Terug de jungle in!
A: [argwanend] Nou Rudi…rustig aan jongen. Ik zie het jou niet doen!
R: [lacht]…echt!
A: Wil je een banaan om het te vieren?!

Een zombie wordt wakker

Coen komt voor zijn eerste sessie de Bloeikas binnen, ik krijg het beeld van een zombie. Via zijn werkgever is hij naar me verwezen. Hij is 24, heeft weinig uitdrukking en lijkt niets meer te weten.

Hij gaat zitten, we doen een praatje pot, ik geef hem iets te drinken, het voelt alsof hij verdwaasd en verdwaald is.

A: [opgewekt] Ken je die clip van Thriller van Michael Jackson?
C: [verbaasd] huh, nog eens?
A: Michael Jackson?
C: Ja?
A: Het nummer Thriller?
C: [trekt gezicht] Ja??
A: De clip met de zombies??
C: Euhh…ja???
A: Volgens mij speelde jij daar een rolletje toch? [ik sta op, met lege ogen doe ik een zombie loopje]
C: [scheef glimlachje] Ja…nu………ahh…precies dat.
A: Wat bedoel je? Precies wat??
C: [zwaar] Nou….zo voel ik me inderdaad…..als een zombie…..

Coen begint zijn verhaal te vertellen, hij spreekt eentonig, met een lege blik. Hij vertelt over een aantal indrukwekkende gebeurtenissen en ervaringen de afgelopen vijf jaar. Het overlijden van zijn soulmate, een onveilige relatie, het overlijden van een goede vriendin, zelfmoordpogingen in zijn directe familie en allerlei werk gerelateerde grensoverschrijdende situaties. Zelf ben ik onder de indruk van hetgeen hij me vertelt. In zijn verhaal laat hij ook blijken dat hij het moeilijk vind dat hij vastloopt, hij lijkt het zwak te vinden.

Ik laat hem zijn verhaal vertellen, vraag naar details, naar namen en tijdlijn. Vervolgens ga ik tegenover heb zitten en vertel zijn verhaal zo goed mogelijk tegen hem.

A: Coen, ik wil dat je even je ogen sluit en een aantal keer diep ademhaalt, ik ga je een verhaal vertellen, laat het op je inwerken, ik wil niet dat je reageert, onderbreek me niet en luister goed.

Ik gebruik dezelfde vlakheid, intonatie en namen. Ik vertel vanuit de ‘ik’ vorm, dus ik speel Coen. Ondertussen observeer ik hem, af en toe moet ik hem vertellen zijn ogen gesloten te houden, met name als hij emotioneel wordt, als de tranen vloeien. In totaal ben ik ongeveer tien minuten aan het woord.

A: Ok Coen, je mag je ogen openen…..
C: [snuit zijn neus, dept zijn tranen….en kijkt me aan]
A: Ik heb het hele verhaal vertelt….ik zie dat het je enorm raakt….
C: [timide] Jeetje Arno, als je me dit zo allemaal vertelt…..dan is het inderdaad nogal wat….maar het hoort ook bij het leven, bovendien wil ik mijn werk goed blijven doen…dus…
A: Dat vind ik dus ook Coen! Volgens mij stel jij je een beetje aan….een paar kleine dingetjes….en jij wankelt….de jeugd van tegenwoordig is ook niets meer gewend….[met stemverheffing] je bent gewoon een aansteller! Man, man….een paar mensen overleden, wat zelfmoordpogingen en ingewikkelde werksituaties en Coentje zit huilie huilie op de bank…… [knuisten in ogen, huilmondje, piepstem]…..ik vind het allemaal zo zwaar…..[luid] kom op Coen! Gewoon weer door!
C: [breekt, huilt]…..Nee! Ik kan niet meer….er is zoveel gebeurd, ik ben altijd doorgegaan….maar ik voel dat het echt niet meer gaat….
A: [probeert 😉 de lach uit Thriller na te doen, geeft Coen tik tegen schouder]….whahahahaha…..hahaha…..
C: [lacht hard en huilt tegelijkertijd]…….ik voel me een zombie Arno…..ik kan niet meer….wat moet ik doen……

Coen moet bijkomen, ik ook. We drinken wat water, in stilte en laat het even indalen.

A: Ik ben geen dokter Coen, maar als je nu naar een dokter gaat….denk ik dat hij zegt dat je ziek bent.
C: [kijkt verbaasd op] Oh…
A: En dat hij je adviseert om ruimte te creëren…
C: Oh..
A: En misschien wel te stoppen met werken om beter te worden…
C: [schrikt] Oh…….oh….

Coen blijft nog even zitten en gaat vermoeid weer naar buiten. Een dag later krijg ik een bericht van hem….de dokter sprak over burn-out verschijnselen…Coen is voor nu gestopt met werken en over een week vervolgen we de coaching.

Inez wist het eigenlijk al

Inez is een jonge vrouw van eind twintig, ze komt voor haar vierde sessie, de aanleiding is vermoeidheid. De eerste keer dat ze kwam was ze uitgeput en lusteloos, na die eerste sessie is ze via de bedrijfsarts ziekgemeld. De jaren hiervoor waren heel erg roerig, Inez had te maken met verlies en rouw, veranderingen van werkgever, oppakken van studie en een impactvolle verhuizing. De rust deed haar goed, de gesprekken over grenzen, haar patronen en  doorzetten gaven inzicht.

We zijn twee maanden in gesprek, ze is opgeknapt, voelt meer rust en stevigheid en we zijn in gesprek over haar relatie.

A: Hoeveel ruimte ervaar jij thuis?
I: Nou, nu overdag is het heerlijk. is Alfred aan het werk, en ik geniet en het is rustig.
A: Dus eigenlijk moet Alfred maar weg.
I: [geschrokken] Nee….natuurlijk niet!
A: [lacht] Nee, tuurlijk niet. Wat moet je zonder hem.
I: [weifelend] Ja….eh…precies dat
A: En met al die ruimte die je zelf kunt invullen. Hij bepaalt gelukkig hoe jij die indeelt en hoe jij jouw leven inricht. Dus dat is wel fijn, hoef je dat zelf niet te doen. Bovendien, in deze tijd, een vrouw alleen…….wil je nog een kop koffie?
I: [afwezig] eh, ja……

Ik sta op om koffie te maken. Inez blijft zitten.

Ze heeft in een eerder gesprek vertelt dat haar vriend zakelijk plannen heeft die ingrijpend zijn voor haar, wederom een verhuizing, meewerken in zijn bedrijf en daarmee het loslaten van haar eigen koers.

Als ik terugkom zit ze door het raam te staren, ze is in gedachten verzonken. Nadat ik ben gaan zitten kijkt ze me verbaasd aan.

I: eh, wat bedoel je eigenlijk?
A: Nee niks, je had toch geen melk in jouw koffie?
I: [verward] huh, nee. Of nou ja.
A: Precies dat. Lijkt me gewoon beter. Geen melk en vooral geen suiker. Dus wanneer gingen jullie ook alweer op wintersport?
I: [geïrriteerd] Wat bedoelde je net!
A: Gewoon, jullie zouden toch gaan skiën?
I: Nee….daarvoor!
A: [quasi verbaasd, lacht] Gaan jullie daarvoor ook skiën? Wat bedoelde jij nu eigenlijk?
I: Nou, over de relatie met Alfred!
A: Ah, dat. Het is fijn dat hij jouw leven indeelt toch? En wat zou jij zonder hem moeten. Hij brengt stabiliteit, toekomst en jij kunt je heel goed schikken. Dus dat bedoel ik….En jij hebt ook niet veel nodig, zeker geen ruimte toch?
I: [voorzichtig] Nou….wat je nu zegt, daar heb ik wel over nagedacht.
A: [tik op knie] Fijn! Dat is altijd goed. En je bent tot de conclusie gekomen dat het goed is toch?
I: Als het gaat over ruimte….en MIJN leven….Alfred doet helemaal zijn eigen ding. Hij gaat helemaal voor zijn nieuwe zaak, of ik het nou leuk vind of niet. Hij zegt dat hij het samen met mij wil doen….maar….


Inez vertelt dat ze zich nu realiseert hoeveel ze aanpast, dat ze na haar roerige jaren een soort veiligheid bij Alfred voelde, maar haar eigen koers helemaal heeft losgelaten. Nu merkt ze hoeveel hij bepaalt en hoe weinig rekening hij met Inez houdt. Tijdens het gesprek merkt ze dat het al heel lang dwarszit, maar dat ze het nooit eerder zo kon zien. Ze is nu bezig haar grenzen beter aan te geven op haar werk, en merkt hoe goed dat voelt en ook wat het aan ruimte en lucht oplevert. Ze realiseert zich nu hoe ze dat thuis ervaart. Ze gaat een beetje beduusd naar huis en ook met een duidelijke opdracht om het thuis te bespreken.

Twee weken later komt ze de Bloeikas binnen. Ze wil me duidelijk iets vertellen.

A: [vrolijk] Vol verwachting klopt mijn hart…vertel Inez!
I: [stralend] Ik heb de relatie verbroken!

Ze vertelt me hoe ze het de avond na onze sessie aan Alfred voorlegde, ze gaf aan dat ze niet nogmaals wilde verhuizen en geen zin had om met hem te gaan meewerken in zijn nieuwe zaak. Hij schrok ervan en het was een pittig gesprek. Toen ze er een paar dagen later nogmaals over spraken bleek dat hij niet voornemens was zijn plannen aan te passen, zijn nieuwe zaak en de verhuizing kregen prioriteit boven de relatie.

Toen maakte Inez het uit. Vertrok, nam haar spullen mee naar een vriendin waar ze tijdelijk kan inwonen. Uiteraard was er verdriet bij haar, maar tegelijkertijd een enorme opluchting. Ze besefte hoeveel ze was aangepast en dat ze haar eigenheid en koers had losgelaten vanuit angst en de geboden veiligheid.

Nu voelt zich weer krachtig, met plezier in werk, weer aan het opbouwen, geeft grenzen duidelijker aan en ervaart heel veel ruimte om haar eigen leven vorm te geven.

Na deze sessie heb ik haar nog twee keer gezien, ze is op koers, voelt zich vrij en ziet ook vooral in hoe haar patroon versterkt werd in onzekere tijden. Terugkijkend liet ze haar eigenheid gaan toen ze vijf jaar geleden in zeer roerige tijden verzeild raakte.

Ze durft weer te spelen, maakt eigen keuzes, voelt zich luchtiger en heeft weer de energie om zich te richten op datgene wat voor haar belangrijk is.

I: Toen we elkaar vier maanden geleden voor het eerst spraken had ik dit nooit verwacht. Maar als ik heel eerlijk ben wist ik het eigenlijk al heel lang, dat dit een keer ging gebeuren. Het was moeilijk, maar ik ben heel erg blij dat ik de keuze heb gemaakt.

Hey Google!

Bastiaan komt de Bloeikas binnen. Het is een man van tegen de veertig die door zijn werkgever is doorgestuurd. Hij werkt als marketingman voor een grote dienstverlener.

Hij komt voor zijn tweede sessie en kampt met overspanningsklachten. Zijn vader is al heel lang ziek, al tijdens Bastiaan zijn pubertijd werd er rekening met hem gehouden. Pa Henk was bepalend in het systeem, zijn humeur domineerde. Momenteel is zijn vader bedlederig, Bastiaan staat zijn ouders veel bij. Daarnaast heeft Bastiaan net een tweede zoontje gekregen én heeft een drukke baan.

A: Vertel eens ff Bastiaan, hoe gaat het eigenlijk als je bij jouw ouders bent?
B: [vermoeid] Nou, als ik er ben loop ik op eieren.
A: [kijkt naar Bastiaan zijn schoenen] Zien er schoon uit, vandaag niet geweest dus?
B: [glimlacht] Bij wijze van spreken dan….[guitig] lul!
A: En verder?
B: Zoals ik zei, ik doe voorzichtig, wil mijn vader niet nog lastiger maken.
A: Is hij zo lastig? Hij is toch ziek of zo? Die arme man wil gewoon een liefhebbende zoon!
B: Je moest eens weten. Hij commandeert me gewoon!
A: [geschrokken] Zoals Kim Jung Un of Hitler toch niet?
B: [lacht hard] Nou, ik ken ze niet, maar het is echt heel duidelijk!
A: Hij is ziek Bastiaan, heb een beetje respect en mededogen zeg!
B: [geirriteerd] Het is dat het mijn vader is…..maar anders…
A: Anders wat Bastiaan…zou je het dan niet doen? Doe je het dus voor de erfenis? Wat slecht man. Anders zou je een zieke man dus gewoon in de steek laten!
B: [nog bozer] Ik doe het al mijn hele leven! Ik wordt schijtziek van hem. Hij commandeert me al zolang ik me kan heugen. Alles staat in het teken van zijn ziekte. En meneer doet maar net of het allemaal normaal is. Mijn moeder is kapot, ik ben kapot….en hij ligt maar in zijn bedje. En als er dan hulp komt….dan doet hij alsof het allemaal prima gaat….zodra die weer weg zijn….dan zijn wij de pisang.
A: [met nadruk] Je hebt het er zelf naar gemaakt chef! Natuurlijk commandeert hij jou, jij bent een mak lammetje, durft niet op te staan tegen hem, als jij geen tegengas geeft vindt hij het natuurlijk heel normaal dat je ja-en-amen zegt. Dat is jouw eigen keuze Bastiaan! Je komt hier een beetje zielig doen, loopt hier jouw bloedeigen vader af te zeiken, om vervolgens weer als een dienaar zijn eten te brengen, hem naar de mond te praten zodat hij zich goed voelt in zijn koningsbedje. Hij heet Henk toch? Koning Hendrik de eerste of de tweede? Hoeveel slaven heeft hij eigenlijk?
B: [geirriteerd en beduusd] Ja, wat moet ik dan! Het is mijn vader!
A: Je hebt gelijk….je bent een soort prins, jouw vader de koning. De erfenis is natuurlijk aanstaande. Dus…
B: [onderbreekt, boos] Het gaat niet om de erfenis Arno!
A: [vrolijk] Volgens mij moet jij jouw naam veranderen….. naar Google. Hey Google…breng me thee. Hey Google…doe mijn boodschappen. Hey Google…wil je even je mond houden? Hey Google…wat is de weersverwachting? Hey Google…
B: [glimlachend] Nou….dat zou inderdaad geen gek idee zijn. Koning Hendrik en prins Google…..[lacht]

B: Ik baal eigenlijk voornamelijk van mijzelf Arno. Mijn vader is echt ziek, depressief, al tientallen jaren, maar nu heel erg. En nu jij beschrijft hoe het systeem is, schrik ik eigenlijk. Het is echt zo, ik ben heel voorzichtig met hem, behandel hem als een koning en uiteraard rekent hij hierdoor op mijn hulp. Maar ik ben zo ongelooflijk gesloopt, ik kan niet meer.
A: [vrolijk] Misschien wordt hij wel negentig! Koningen kunnen heel oud worden, kijk maar naar Elizabeth!
B: Oh man….daar moet ik niet aan denken!
A: [boos] Jij gunt jouw vader dus geen lang leven!
B: Jawel….maar ik wil niet meer zo dienend zijn, dat moet echt veranderen!
A: Wat zeg je? Hey Google…doe eens…
B: [onderbreekt, duidelijk] Ik heet Bastiaan! Ik ga met hem in gesprek. Dit moet veranderen!

Twee weken wandelt Bastiaan weer de Bloeikas binnen.
A: [opgewekt] Hey Google! Hoe is het?
B: [breeduit lachend] Veel beter man.
A: Hey Google…wat is er gebeurd

Bastiaan vertelt dat het inzicht in het gezinssysteem hem liet realiseren dat hijzelf iets moet veranderen en hij niet zijn vader de schuld moest geven. Dat was verwarrend én verhelderend. Hij ging het gesprek aan met zijn ouders. gaf aan meer eigen ruimte nodig te hebben en dus niet meer iedere dag naar ze toe te gaan. Hij sprak een andere frequentie af en liet zijn ouders meegenieten van Hey Google….Dat is nu een soort kreet in het paleis van Koning Hendrik geworden.

B: Ik vond het oprecht moeilijk het gesprek te voeren, ik bemerkte dat ik mijn moeder niet wilde opzadelen met nog meer. Tegelijkertijd gaf de weerstand tegen mijn vader hem ook een soort van….zelfstandigheid ofzo….Hij moest echt lachen om Hey Google en Koning Hendrik. Het gesprek werd zelfs een beetje gezellig….Ik denk dat mijn vader echt inziet dat ik ruimte nodig heb, dat hij me claimt en dat onbewust doet. Het belangrijkste is dat ik me heb uitgesproken, ik vond het eng, maar uiteindelijk viel het mee….en ervaar ik meer ruimte.

Terug naar de fabrieksinstellingen

Henk komt de Bloeikas binnen. Hij is 48, werkt vanaf zijn zestiende in een fabriek, nu bijna vijfentwintig jaar bij deze werkgever. Die stuurde hem naar mij toe, een agressieprobleem.

Hij loopt onwennig naar binnen, ik bemerk dat hij het spannend vind. Met iemand in gesprek? Een coach? Hoezo eigenlijk? Ergens over praten?

Henk is een pure Fries. Een eenvoudige harde werker, een ruige kop met lieve ogen, die zijn leven prima vind, een echte gezinsman, woont zijn hele leven in hetzelfde dorp. Hij zit het liefst aan de tafel in de Bloeikas, koffie met melk en suiker, en we beginnen. Ik weet hem snel op zijn gemak te stellen en hij begint te vertellen….

Hij vertelt over zijn ouderlijk huis, vader werkte keihard, moeder was thuis, een broer en zus. Na een ruzie over niets wil zijn vader zijn broer niet meer zien. Bij conflicten gaat moeder boos naar boven en vader de tuin in, er wordt niet over gesproken. Na zijn LTS opleiding gaat Henk aan de slag in een fabriek in de buurt, hij woont tot zijn vijfentwintigste thuis, heeft gespaard en gaat met zijn vriendin trouwen en samen wonen. Ze kunnen een klein huisje kopen met wat land, nog steeds wonen ze daar. Ze krijgen twee kinderen, gaan ieder jaar in Nederland op vakantie en hebben het ‘best’.

Hij benoemt over de ruzies vroeger, hoe moeilijk hij het vind dat zijn vader en broer niet meer praten, hoe ze elkaar in het dorp tegenkomen en onmachtig zijn. Zijn moeder is ziek, hij is heel lief voor haar, neemt iedere zaterdag een bloemetje mee en gaat op de koffie. Ik moet soms echt wennen aan zijn eenvoudige bestaan, gebrek aan ambitie en zie hoe zacht hij is. Hij houdt zich goed staande met zijn maten, in het café en bij de voetbal. Het is een doodgoeie jongen.

Op zijn werk doet hij zijn best, houdt een aantal machines draaiende, zorgt dat zijn werkterrein netjes is en irriteert zich aan collega’s. Met een andere mentaliteit, jonger dan hij en met wie hij weinig communiceert. Dan loopt hij vaak weg en soms ontploft Henk als het te gortig wordt….het agressieprobleem.

Ik spiegel hem, zijn patroon, hoe zijn ouders conflicten nooit bespraken, boos werden en wegliepen. Ook laat ik hem zien hoe zijn collega’s hem misschien ervaren, als een stille jongen, die alles wel goed vindt en dus hun eigen gang gaan.

A: Dus je laat jouw emmer vollopen, je irriteert je al eerder, net als jouw ouders deden. Je kunt natuurlijk aan jouw collega’s aangeven wat jij graag wilt en wat jij fijn vindt.
H: Ja….dat kan natuurlijk ook. Dat doe ik nooit. Maar dat ga ik doen.

Na twee weken is Henk er nogmaals. Het gaat veel beter. Hij geeft eerder aan bij zijn collega’s en baas. Die baas belde me nog op. Verbaasd.

‘’Het was zo fijn mijn verhaal te vertellen, zonder dat je me onderbrak, en er iets van vond. Het luchtte me enorm op. En ik heb gewoon de knop omgezet, ik zeg nu gewoon wat ik ergens van vind, het gaat veel beter en heb weer veel meer zin. Ik heb zelfs mijn broer gesproken en vertelt wat ik doe…..En [Henk heeft tranen in zijn ogen] hij heeft weer met mijn vader gesproken. Dankjewel.’’

Dit is een voorbeeld, ik heb een aantal mannen uit die fabriek gesproken, allemaal hebben ze simpelweg niet de vaardigheden die wat hoger opgeleiden hebben, maar als ik ze aanreik passen ze deze direct toe. Ze zetten een soort knop om. Terug naar de fabrieksinstellingen dus. Na twee of drie sessies is het klaar!

Ik ben echt positief verbaasd, waar hoger opgeleiden het soms heel lastig vinden om toe te passen (teveel nadenken over allerlei consequenties) doen deze mensen het direct. Met als resultaat dat ze zich veel beter voelen.

Ik weet niet of het zo is, maar het lijkt alsof deze groep nooit de begeleiding krijgt en de ruimte om zich persoonlijk te ontwikkelen. Vanuit Bloei! ga ik een aanpak ontwikkelen en aanbieden voor deze groep mensen.

Ik weet nog niet hoe het eruit gaat zien, maar ik zoek directeuren en managers van deze groep mensen die het experiment met me aandurven.

De naam is natuurlijk helder: Terug naar de fabrieksinstellingen!

Robert de redenaar.

Robert komt de Bloeikas binnen. Hij is begin veertig, werkt als senior manager voor een gerenommeerd adviesbureau in de stedenbouw en heeft een gezin met kinderen einde basisschool.

Hij loopt vast, heeft minder energie en weet niet zo goed wat hem parten speelt. Als typische man gooit hij het op zijn baan….’Over mijn relatie hoeven we het volgens mij niet te hebben….die is echt top!’

Robert is een joviale spreker, met veel gebaren en mooie taal imponeert hij en hiermee dóet hij zijn probleem. Hij is een meester in het ontwijken van de kern.

R: [leunend in stoel, vingertoppen tegen elkaar] Dus als je het in perspectief zet zou je van mening kunnen zijn dat het ligt aan een drietal factoren waardoor het gewenste effect uitblijft. En daarmee is het altijd balans zoeken…
A: [grappend] Wel mooi dat je zo concreet bent Robert! Daar kan ik echt iets mee…
R: [onverstoorbaar verder] Je zou een soort filosofie kunnen plakken op mijn baan, dat maakt het ongewis voor de buitenwereld en daarmee lastig om een keuze te maken…..bovendien is het altijd een directeur die beslist…
A: Nee precies, jijzelf natuurlijk niet….die verantwoordelijkheid leg je liever bij een ander toch?
R: Dat is maar net vanuit welke bril je hiernaar kijkt…..
A: ROBERT, ik begrijp echt helemaal niets van wat je zegt….je moet de politiek in of aan een talkshowtafel gaan zitten om jouw bespiegelingen te delen….maar wil je hier STOPPEN met dat onduidelijke gezwets….
R: [stil, uit balans gebracht]………………nou, ik probeer in beeld te brengen wat de…
A: [slaat hand op stoelleuning, stemverheffing] STOP!

Robert verschuild zich achter allerlei mooie teksten, hij oreert, maar het blijft zo nietszeggend, continue afwegen, in perspectief plaatsen, hij blijft maar zoeken en bewegen en neemt geen positie. Hij blijft de kern ontwijken.

Dit speelt hem in zijn leven parten, het maken van duidelijke keuzes lukt hem niet (al heeft hij zelf het idee dat hij best duidelijk is) en hij houdt dus al zijn opties open. Dit wordt zo duidelijk door zijn taalgebruik. En hierdoor loopt hij vast in tijd én ruimte.

A: [uitdagend] Weet je Robert, je bent een fantastische prater, hebt een snel brein en het overzicht. Hierdoor ben je een indrukwekkende verschijning, maar je maakt volgens mij nooit een keuze en hebt al helemaal geen principes.
R: [geagiteerd] Ik heb zéker wel principes…
A: Ok, ik wil er NU drie horen.
R: [verschuift in stoel, kijkt afwisselen naar mij en naar buiten, wordt onrustig] …..nou om te beginnen ben ik altijd euh, nou zeg maar euh……nee, anders. Toen ik in Parijs was vond ik écht wel dat euh……[hij loopt vast, wordt nog onrustiger]
A: [schopje tegen voet] Ok Robert, drie is ook te veel, één principe wil ik, ÉÉN!

R: [onrustig schuivend op stoel, vingertoppen tegen elkaar en krabt vervolgens aan oor]…NOU, ik ben bijvoorbeeld echt voorstander van …..euh….tja….wat ik wilde zeggen is dat….
A: Robert, jij hebt geen principes en standpunten. Je vind het moeilijk keuzes te maken. En dat is helemaal goed…..maar doe niet alsof!

Robert is in de war, hij kijkt me aan met een blik van ‘dit kan toch niet waar zijn’. Ongeloof straalt van hem af. Na een tijdje stilte lijkt het in te dalen, hij begint te beseffen dat het klopt…. Ik zet ondertussen een kop thee.

R: Als je het zo ziet Arno…..dan hou ik mezelf al heel lang voor de gek…..

A: Het probleem is dat je vastloopt, toch? Te weinig ruimte, klopt? Ja of nee.
R: [ongemakkelijke glimlach] eh, tss tss, eh…ja
A: Ok, ik maak een cirkel, die bestaat uit 100% ruimte. Ik wil korte antwoorden. Hoeveel gaat er naar je werk….
R: [onrustig] Nou, ik denk zo’n 70 tot 80 procent….
A: Zeventig? Tachtig? Kies!
R: Vijfenzeventig….
A: Dacht ik al….en hoeveel naar jouw gezin, vrouw en kinderen.
R: Tien naar mijn vrouw en vijftien naar kinderen…zoiets?
A: Zeg! Hoeveel!
R: Ok….tien en vijftien.
A: En hoeveel dan voor jouzelf? Naar Robert?
R: Oh…nou, dat klopt niet helemaal….want als je..
A: [lacht hard] STOP!
R: [berusting, lach] ……Aaawh….ik hoor het mezelf doen. En de woorden uitspreken…..ik vind het inderdaad moeilijk om duidelijk te zijn.
A: Dit is het duidelijkste wat je tot nu toe hebt gezegd! Champagne!!
R: En het klopt….ik heb gewoon nauwelijks eigen ruimte….en die heb ik wel nodig!
A: Duidelijk! Dus, waar ga je die vandaan halen…..jouw werk, vrouw of kinderen….[schopje tegen voet] Succes met de keuze!

Robert laat zich in stoel zakken, hij kijkt geamuseerd. Vingertoppen tegen elkaar. Met twinkelende ogen, alsof hij zichzelf heeft betrapt. Enigszins verwonderd staat hij op en vertrekt…

Marina de regisseur

Marina komt de Bloeikas binnen. Ze is een vrouw van midden veertig, goed verzorgd, energiek en bijna stralend. Marina komt voor haar eerste sessie.

A: Hi Marina, je ziet er stralend uit! Een vrouw met jouw uitstraling kan volgens mij geen probleem hebben.
M: Ik zou wel graag een relatie willen, maar op de één of ander manier lukt het me niet de juiste te vinden…
A: Maar dat is toch prachtig! Zo kun je lekker blijven daten, van verschillende geurtjes genieten en daarmee toch de vrijheid behouden.
M: [neemt direct het initiatief over, veel handgebaren.] Nou, dat is misschien wel zo maar…..bla, bla, bla…..en toen ging ik voor veertien maanden naar Brazilie…..en toen had ik een relatie met Willem……bla, bla, bla…
A: Dus het kan niet aan jou liggen toch?
M: [hoog tempo, scherp] Daar heb ik dus over nagedacht en kijk het zit zo….bla, bla, bla…dus dat kan in dit geval wel zo zijn…maar aan de andere kant…bla,bla, bla….
A: Dus jij bent niet het probleem?
M: [adrem, snel, vrolijk, wijsneuzerig vingertje] Grappig dat je dat zegt….kijk, het is volgens mij…bla, bla, bla……en daarom kan het niet zijn dat toen ik met Hans was dat hij toen….bla, bla, bla…..dus het is dus toch anders…snap je??

Marina heeft overal een antwoord op, is supersnel van tong, brengt haar argumenten met overtuiging en een soort speelsheid. Ze is dominant op een lichte manier, blijft me naar ieder antwoord aankijken met een blik van ‘zie je wel?’ en wacht op de volgende poging van mij waar ze weer op kan reageren. Het lijkt een soort competitie. Deze vrouw houdt de regie.

M: Ik laat mannen dus ook vrij. Kijk, toen ik een relatie met Marcel had en veertien maanden naar Brazilie ging zei ik tegen hem dat ik het prima vind dat hij met andere vrouwen zou slapen, ik gaf zelfs aan met welke ik het wel en welke niet goed vond…..

A: Marina stop!
M: [verbaasd….en weer door, met vingertje] Dus ik snap écht niet waarom….
A: [luide stem] MARINA STOP!
M: Ja..maar……ik laat ze toch vrij….
A: Hou je mond! Stop! Ik.wil.je.iets.zeggen.en.ik.wil.dat.jij.luistert.
M: [ratelt nog ff door] Nou, dat is goed hoor, en…bla bla bla…
A: [ik kijk haar indringend aan] MARINA!

Ze blijft de regie pakken, overtuigd van haar goede bedoelingen, in staat om kromme dingen recht te praten op een manier waarmee ze domineert. Met haar lieve uitstraling, felle ogen en rappe toch is ze een verwarrend fenomeen.

A: Dus jij gaat veertien maanden naar Brazilie, en geeft jouw man aan dat hij wél met de ene maar níet met de andere vrouw mag gaan! Je laat hem echt lekker vrij zeg! Hij heeft er vast van genoten! Wat ben jij toch een ruimhartige vrouw….
M: Hoezo? Ik dacht alleen dat…..en…..
A: MARINA! Heb jij de toneelacademie gedaan? De regie opleiding zeker….
M: [verbouwereerd]. Wat?
A: Die arme man, zelfs op weetikveelhoeveelkilometerafstand wil je de regie houden, snap je het niet? Heb je ook zo’n regisseursstoel? Met jouw naam erop? Jij pakt de hele godgansetijd de regie dame! Je bent echt een prachtvrouw, met jouw charme slikken de mannen het initieel, maar geef eens ruimte!
M: [schrikt, stil (voor het eerst)……]
A: [gaat achterover zitten en diepe zucht] Ooh wat heerlijk, ik ben samen met Marina en ik mag doen wat ík wil……nu eerst ff ontspannen…..
M: [besmuikte glimlach]…shit Arno…

Het lijkt in te dalen. Marina is zo adrem, snel en energiek dat ze zich niet bewust lijkt van haar imposante voorkomen ondanks haar tengere postuur. Ze gaat achterover zitten, ze lijkt verwonderd en kijkt bijna dromerig naar buiten.

A: We gaan een spelletje doen, ok? Het gaat als volgt. Ik ga tegen jou praten, ik ga je iets vertellen en jij houdt je mond, jij luister alleen….
M: [onderbreekt].. Ja en kan ik dan… ik kan dat heel goed
A: [lacht hard] MARINA! Iets met je mond houden!
M: [Verongelijkt] Ik wil alleen maar even zeggen dat…
A: [kijk haar theatraal streng aan]…mond…dicht!
M: [doet met vrolijk duidelijke ogen hand over lippen]

We doen het spelletje, ze merkt hoeveel moeite het haar kost om niet te reageren, de regie bij mij te laten en haar impuls te moeten bedwingen. Ik vraag haar de tussenliggende week op te letten op haar neiging om continu de regie over te nemen. We sluiten af.

M: [beetje in de war] Het is echt zo, en het is ook echt mijn automatische piloot. Ik voel dat ik continu wil reageren, het voelt als een tenniswedstrijd waarbij ik ieder punt wil winnen. Dit komt echt even binnen….dankjewel….denk ik?

De glimlach van directeur Derrek….

De Bloeikas staat in het zonnetje, er is koffie en water. Zometeen komt Derrek voor zijn tweede coachingsessie. Hij is midden dertig, gaat altijd schuil achter een vriendelijke glimlach, ziet er verzorgd uit en is mede-directeur van een sportbedrijf…….en hij is helemaal uitgeput.

Op mijn vragen reageert hij heel vaak met ‘Als ik heel eerlijk ben’. En dan volgen er antwoorden zoals: ‘Heb ik op een goede dag 10% energie [glimlach]’ of ‘Hou ik het geen drie maanden meer vol [glimlach]’ en zelfs ‘Denk ik er wel eens aan hoe opgelucht ik zou zijn als mijn zakenpartner dood zou zijn [grote glimlach!]’

Derrek zit klem, ziet geen uitweg, is al lange tijd zichzelf compleet aan het saboteren en is naar mij heel eerlijk. Hij heeft al enkele malen aan zijn zakenpartner aangegeven dat hij het niet meer lang volhoud op deze manier, maar die laat geen ruimte en reageerde de laatste keer kil met ‘Dan moeten we alles maar verkopen’.

A: Jij bent natuurlijk ook super onbetrouwbaar Derrek. Wees blij met jouw zakenpartner. Man, ik was allang met je gestopt.
D: [verbaasd] huh, hoezo?
A: Je bent een soort wolf in schaapskleren Derrek….jij doet heel vriendelijk en vrolijk. Maar dat ben je helemaal niet. Dus als jij wat zegt, altijd met die verschrikkelijke glimlach van je, dan kan ik dat helemaal niet beoordelen. En je hebt ook nog eens plannen om die partner van je te laten omkomen. Heb je Bulgaren of Joego’s in gedachte…Je lijkt ook wel een beetje op Al Pacino!
D: Maar ik ben toch eerlijk geweest tegen Ron (zakenparter)?
A: Bulgaren of Joego’s? Ik zou Bulgaren doen. Die zijn goedkoop, betrouwbaar en vervolgens onvindbaar…

Derrek is even afwezig…en vertelt vervolgens..

D: Toen ik acht was is mijn jongere zusje overleden, er werd niet over gepraat, mijn ouders veranderden vanaf dat moment, zij hadden een verschrikkelijk verdriet, ik ook, maar……ik glimlachte. Ik denk om ze gerust te stellen ofzo. Onbewust ben ik vanaf dat moment mijzelf gaan wegcijferen, zorgen dat ik niemand tot last was, mijn ouders hadden het natuurlijk heel moeilijk, er was veel verdriet en zwaarte in huis. Ik wilde het weer gezellig maken, dus deed ik alles om ze op te vrolijken.

Derrek zijn glimlach is het masker en op het moment dat hij onder druk komt te staan gebruikt hij deze. Dit hardnekkige patroon heeft hij aangeleerd en zijn omgeving kan hem hierdoor niet inschatten. Als hij verdrietig of boos is laat hij een glimlach zien. Hiermee doorvoelt hij zelf ook niet meer.

Mijn bedoeling is om hem uit balans te brengen, hem duidelijk te maken wat hij doet en het te laten voelen. Ik vervolg:

A: 10% energie, dat is niet nul! Met die energie kun je nog van alles doen toch? De sportzaken kun je draaien, personeel tevreden houden en ook nog de inkoop op orde. Iemand met zo’n prachtige glimlach doet het met ZICHTBAAR gemak!
D: [verbaasd]. Maar 10% is toch veel te weinig?
A: Nee joh, integendeel! Het lijkt me beter dat je er nog wat bij gaat doen! Met jouw glimlach! Mensen willen volgens mij graag met je werken, je geeft met deze glimlach alle energie door!
D: [in de war] Nou, ik vind het wel weinig hoor!
A: Weinig, weinig? 1% is weinig, dit is TIEN KEER zo veel man! TIEN KEER. [Ik sta op] Kijk, 1% energie is dit [ik lig op de grond en sleep me voort] en 10% is dit [ik sta weer op en beweeg superenergiek].
D: [moet ongelooflijk lachen] echt niet!
A: ok, bij jou dan. Doe eens jouw variant….
D: Hij doet alsof hij zich vooruit sleept…
A: Dit is 1%, doe nu eens de 10!
D: Nee, dit is de 10!
A: Ok Derrek. Haal die glimlach van je gezicht, zo weet ik niet hoe het echt met je is. Hoe zit jouw gezicht bij 10%, [ik verhef mijn stem] ik wil GEEN GLIMLACH, maar de ECHTE emotie!
D: [laat een vermoeide blik zien] Als ik heel eerlijk ben……is mijn gezicht nu nog te positief. Ik ben echt kapot.
A: [vrolijk] Je ziet er nog best goed uit, voor iemand die helemaal kapot is. Mooi dat je nog steeds jouw positieve uitstraling hebt Derrek! Ook fijn voor jouw zakenpartner trouwens….als die je zo ziet. Wow! Die wil nog jaren met je verder!!

Derrek verlaat de Bloeikas. Twee weken erna komt hij weer binnen. Hij oogt dertig kilo lichter.

A: Zo chef, jij ziet er opgelucht uit! Maar ja, dat zegt natuurlijk niks. Jouw buitenkant is meestal niet synchroon met de binnenkant.

D: [lacht hard] Het gaat goed, echt! Toen ik naar huis reed na de vorige sessie besefte ik hoe lang ik al niet echt laat zien hoe het met me is….mijn eeuwige glimlach. Ik heb een lang gesprek gevoerd met Ron. Goed gesproken over mijn zusje, de gezinssituatie en mijn eigen reactie destijds. Jouw uitleg over het patroon en mijn huidige gedrag ook besproken. Hij gaf aan dat hij het wel bemerkte, er bij mij niet doorheen kwam en toonde vooral begrip. Ik ga de komende drie maanden verder nadenken over wat ik zakelijk wil, voor nu minder werken, ontspanning pakken en verder denken over de toekomst. Je bent nog niet van me af, maar ben heel blij met deze stap.

Hans Willem de pleaser

Hans Willem komt voor zijn eerste sessie de Bloeikas binnen. Hij werkt als bedrijfsleider van één van de locaties van een constructiebedrijf en zijn directeur heeft hem naar mij verwezen. Hij is rond de veertig jaar en loopt vast.

Hij vertelt over zijn situatie van een druk gezin met een zoontje van tien en een tweeling van vijf, zijn vrouw is kortgeleden een eigen bloemenzaak begonnen en zijn vader overleed twee jaar geleden. Hij verliest het plezier in zijn werk, drinkt te veel alcohol en is geen leuk gezinslid meer. Enthousiast vertelt hij over de jaren dat hij werkte als manager van een outdoor sportbedrijf, dat was opgericht door zijn vader. Voor het overlijden van zijn vader was hij er al gestopt.

Hans Willem is een man die er veel aan doet om gezien te worden, zijn opvoeding was wispelturig en hij heeft zichzelf aangeleerd om iedereen te vriend te willen houden. Een pleaser dus. Tenslotte zit hij als een zoutzak in de Bloeikas, geen spatje energie.

A: Dus eigenlijk is jouw vrouw het probleem toch? Zij moet zo nodig een nieuwe winkel starten, en daarom moet jij de hele tijd bloemen bezorgen en mee naar de veiling.
HW: [huh]. Nee, dat doe ik zelf toch?
A: Ja tuurlijk, maar als jij weigert schiet ze in de stress en krijgt ze het niet voor elkaar. Wat een nare vrouw!
HW: Nou, ze is wel lief hoor….maar…ze heeft het gewoon druk en ik kan haar toch gewoon helpen?
A: Je hebt helemaal gelijk Hans, eigenlijk zou ze er nog een winkel bij moeten hebben. Kun je nog veel meer helpen. Dan vind ze je nog leuker!!
HW: [lacht] Nou, één nieuwe zaak is wel ff genoeg. Ik moet er niet aan denken!
A: Dat zou ik ook niet doen, want als jij er aan gaat denken en ze krijgt het op haar heupen, dan komt er zo een tweede bij…
HW: Eerlijk gezegd gaat de winkel inderdaad wel heel goed, ze wil het liefst naar een nieuw pand. Ze heeft haar zinnen gezet op een mooie locatie in de binnenstad die…
A: [onderbreekt, verongelijkt] Een nieuw pand?! Wat denkt ze wel, hoe denkt ze dat te gaan doen? [verzacht]. En ik zie het helemaal voor me, jij bent heel handig toch? En houdt van klussen? Die lieve schat heeft het echt goed met jou….Hans Willem de klusser staat altijd voor je klaar liefste! Wat fijn dat je dat weer voor haar wilt doen. Topgozer ben je!
HW: Ik zie er wel tegenop….weer zo’n klus. En ik heb al een aantal keren afgezegd voor outdoor klussen waarvoor ik wordt benaderd, daar had ik zo’n zin in. Maar dat komt er gewoon niet van, met de kinderen, de winkel van Janine en mijn eigen werk.
A: [stemverheffing] En dat vind ik juist zo mooi aan jou Hans, dat jij het ENIGE waar JIJ plezier uit haalt afzegt om de rest te pleasen….je bent écht een tópgozer! Wat zal Janine trots op je zijn!

Hans Willem wordt stil, brengt zijn handen naar zijn gezicht en kijkt me verdoofd aan. ‘Verdomme Arno, dat is het precies, VERDOMME!’ Hij huilt zacht, met zijn hoofd in zijn handen en vertelt.

HW: [geëmotioneerd] Ik ben zo godsgruwelijk doodmoe man, als sinds het overlijden van pa ben ik als een idioot aan het rennen. Mijn moeder, de kinderen, de bloemenzaak, mijn nieuwe job….ik ben op. En weet je wat het stomme is?……Niemand vraagt expliciet mijn hulp ofzo, ik ga als een idioot mijn moeder helpen en Janine bij haar nieuwe zaak….zonder dat ze het me vragen. Ik wil ze gewoon helpen, ontlasten…maar ik doe het echt zelf.

Een week later spreek ik Hans Willem weer. Hij vertelt dat het al lange tijd niet meer ging, dat ook Janine en anderen hem wilden helpen maar hij het zelf wilde oplossen. Hij ging eigenlijk alleen maar versnellen, nog meer werken, laten zien dat hij het wél kon. Met Janine heeft hij een open gesprek gevoerd, ze schrok van zijn emotie toen hij vertelde hoe hij zich écht voelde. Hans is enorm opgelucht. ‘Maar nog steeds wil ik sterk zijn en vind het moeilijk om te veranderen’

A: [guitig] Maar ik zou ook gewoon zo doorgaan! En als Janine dat nieuwe pand betrekt gewoon weer klaarstaan, dan blijft ze je tenminste lief vinden…
HW: [open lach en kijkt me vastbesloten aan] Haha, nou, ik wil echt graag veranderen Arno. Ik weet ook wel dat Janine me ook lief vind als ik….
A: [geschrokken] Hans! Niet doen! Straks heb ik jouw echtscheiding veroorzaakt….dat is heel slecht voor mijn imago!
HW: [lachend] Kom maar op!

Na de zesde sessie ronden we af. Hans Willem heeft ruimte voor zichzelf gecreëerd, is weer begonnen met outdoor activiteiten en voelt zich veel energieker.

Hij sluit af met een groot dankjewel en zegt ‘Op de één of andere vage manier gebeurt er hier altijd iets ongelooflijk goeds’