Dit heeft nog nooit iemand tegen me gezegd!

Rianne komt de Bloeikas binnen. Een verzorgde jonge vrouw, eind twintig, keurig pak, zakelijke uitstraling en beetje afstandelijk. Rianne werkt als projectleider bij een innovatief high tech productiebedrijf.

Tijdens het begin van het gesprek heb ik het gevoel dat ze heel erg haar best doet om geïnteresseerd te zijn. Ze zit op het puntje van haar stoel. Benen over elkaar geslagen. Ze zit duidelijk in een rol. Ik heb het gevoel alsof ze uit een fotoshoot is gestapt, waarbij een jonge Amerikaanse zakenvrouw wordt gefotografeerd, met maniertjes. Alsof ik met een barbiepop in gesprek ben.

A: Vertel eens, hoe is het met je?
R: [glimlacht] Wel goed hoor.
A: Hoe vind je jouw werk?
R: [glimlacht]. Ja eigenlijk leuk. Het is soms een beetje een mannenwereld, maar daar kan ik me heel goed in bewegen [veegt haar achter oor, glimlacht].
A: [zoete stem, lief] Oh, fijn. Jij staat je mannetje dus wel.
R: [glimlacht] Oh ja, zeker…[schuift beetje op stoel, maar blijft in actieve houding op het puntje van de zitting]

Deze conversatie gaat zo nog een tijdje door. Als een tenniswedstrijd. Rianne heeft oppervlakkige ademhaling en is alert. Ik ben duidelijk in gesprek met het masker, de reclame uiting, de ambitieuze en succesvolle projectleider. Ik ben er klaar mee. Ik voel geen verbinding, geen contact en geen echtheid.

R: [glimlacht] blablabla    blablabla…..bla bla….oh, nee hoor…bla bla….het gaat prima.

A: [tikje op haar knie, ik kijk haar recht in ogen] Rianne, ik ga je eerlijk vertellen hoe ik het zie. Als een soort spiegel.  [met telkens luidere stem] Ik vraag me af of jij van plastic bent, met je mooie make up, nette pak. Je lijkt op een barbiepop! Uitvoering ‘young high potential businesswoman’ ofzo…..Ik voel je niet! Ik hoor wat je zegt, maar het klinkt blikkerig, ingestudeerd. Waarom laat je jezelf niet gewoon zien! [luidste stem] WIE BEN JIJ EIGENLIJK ECHT?!

Rianne heeft tranen in haar ogen, na mijn eerste woorden reageerde ze verontwaardigd, en voelde zich aangevallen. Dit maakte snel plaats voor een ENORM KWARTJE dat ik hoorde  vallen…..ze is stil. Kijkt me aan, in de war….Ik houd even mijn mond.

 R: [zonder glimlach] Dit heeft nog nooit iemand tegen mij gezegd….[stil]…Ik had niet door dat….ik realiseerde me echt niet dat….[grote ogen] Is het zo duidelijk?

Ze vertelt hoe ze opgroeide, hoe haar werd geleerd voor zichzelf op te komen, hoe haar ouders vanuit Egypte moesten altijd vechten voor hun plek. Hoe ze altijd ‘schattig’ werd gevonden op school en tijdens haar studie. Hoe vreselijk ze dit vond waardoor ze zich wat stoerder wilde opstellen, ze werd afstandelijk en stond haar mannetje.

Ik vraag haar achterover te leunen, te ontspannen en we raken in gesprek over haar drijfveren. Haar stem wordt lager, ademhaling dieper en haar strakke houding ontspant. Ik zie de natuurlijke Rianne. Ik neem haar mee in hoe maskers werken, hoeveel energie het kost en dat maskers niet kunnen verbinden maar mensen wel.

A: Je hoeft niet zo hard te werken, je bent nog jong, je hoeft niet alles te weten….maar als je jezelf meer laat zien zoals nu ben je veel betrouwbaarder en veiliger. En als je het niet weet is het prima, stel je wat meer open, laat zien als je het weet….en ook als je het niet weet. Dat is prima. Je stem is dieper, je oogt veel fijner en nu voel ik je wel!

R: [tranen in haar ogen]….Nogmaals, dit heeft nooit iemand tegen me gezegd….ik vond het moeilijk te horen…..maar dankjewel.

Rianne komt hierna nog twee keer in gesprek, ze worstelt met het veranderen, maar is zachter, toont meer onzekerheid en ik ervaar haar veel menselijker. Ze vertelt dat ze zich heel bewust is van haar uitstraling, werkt bewust aan ontspanning en oogt als een echt mens.

A: Je bent een soort Pinokkio, je wordt een echt mens! Van vlees en bloed, met onzekerheden, twijfels en moeilijke keuzes. Oprecht, kwetsbaar en krachtig!
R: [lacht enthousiast] Ja! Het voelt fijn en ook nog moeilijk, maar ik durf me meer te laten zien zoals ik ben en dat is heerlijk.

Yasser loopt vast, dat is de schuld van de vrouwen

Yasser komt de Bloeikas binnen. Het is een goedverzorgde veertiger met een baardje. Hij komt in coaching omdat hij ‘het gevoel heeft dat hij zijn volgende carrière stap niet maakt en niet weet hoe het komt’.

Hij vertelt over zijn huidige situatie met een jong gezin met twee dochters, een zieke schoonmoeder en carrière wens om een volgende stap te maken. De man is een waterval, onrustig en vertelt een chaotisch verhaal.

A: Het lijkt me duidelijk Yasser, jij hebt gewoon veel te veel tijd voor jouzelf. En als je veel tijd hebt is er geen druk om te kiezen. Ik zou er nog een nieuwe hobby bij doen ofzo. Of een extra project op je werk? Goed voor je carrière.
Y: [verbaasd] Teveel tijd? Nou, dat valt wel mee hoor…
A: Nou, je hebt twee jonge kinderen, dat is niets. Ik ken een man met vijf kinderen, die heeft een groot bedrijf en alle tijd om te golfen. Jij hebt er maar twee en bent gewoon teamleider. Dus…
Y: [verbolgen] Die doet zeker niets in het huishouden en met de kinderen dan ofzo…
A: [vrolijk] Precies! Hij besteedt dat helemaal uit. Dat is veel fijner. Bovendien is het vaderschap ook wel erg onderhevig aan inflatie. Dus dat kun je wel een beetje laten gaan. En jouw echtgenote, dat is tenslotte toch een vrouw. Dus die kan gewoon wat meer in huis doen, daar is ze ook beter in. Dus geen punt. Jij bent de man, de jager, en zij de verzorger..
Y: [schiet in de lach] Het is eerder andersom…Marlies heeft een heel drukke baan én doet er een opleiding naast.
A: Zie je wel. Jij laat je weer voor het karretje spannen. Dacht ik al. Jouw kinderen, jouw schoonmoeder, Marlies én jouw baas is zeker ook een vrouw.
Y: [vrolijk verbaasd] Ja verrek!
A: Dus jij laat je helemaal piepelen door de vrouwen in jouw leven! [ik geef hem tik op zijn knie] En dat voor een Marrokaan!
Y: [Fel] Ik kom uit Syrië. En daar zorgen we voor elkaar! In Nederland is dat misschien anders maar..
A: [Speels tikje tegen knie] Oh, excuus. Maar dan ben je nog niet helemaal goed ingeburgerd Yasser. Je moet nog leren dat de mannen in Nederland de baas zijn!
Y: [lacht voluit]. Welke cursus is dat? Die wil ik graag doen!
A: [enthousiast met lach] De cursus heet: ‘De man en de vrouw, de keizer en de dienster’ Gaat over de Nederlandse cultuur van het onderdrukken van de vrouw en daar leer je hoe je je verantwoordelijkheid kunt ontlopen, hoe je de taken naar de vrouw delegeert en hoe je af en toe een corrigerende tik uitdeelt, dat is trouwens wel de intensieve opleiding. Dus, wat denk je?
Y: [lacht nog steeds voluit]….waar kan ik me inschrijven!

Yasser en ik zijn uitgelachen, hij lijkt weer te landen en wordt ineens serieus.

Y: Ik realiseer me ineens hoe ongelooflijk druk ik het de laatste tijd heb. Mijn ouders leven niet meer, van mijn vader leerde ik om trots te zijn door voor anderen te kunnen zorgen. En dat is wat ik nu doe. Het maakt me ook trots, maar het is gewoon te veel. Toen jij die opleiding beschreef hoorde ik allemaal dingen die ik doe en zojuist besefte ik me dat ik dat natuurlijk helemaal niet hoef te doen….en nu ik dit zeg hoor ik mijn vader praten….hoe zou hij het vinden dat het me niet lukt?
A: Hij draait zich om in zijn graf. Wat een waardeloze zoon heb ik grootgebracht…ik heb me in Yasser vergist….tssss
Y: [emotie in ogen, teder] Nee Arno, ik ben ervan overtuigd dat hij trots zou zijn als ik wat meer tijd voor mijzelf zou creëren. Vlak voordat hij stierf gaf hij me mee hoe kostbaar tijd is….

Yasser huilt zacht, het lijkt alsof hij zijn vader herinnert. Als hij weer opkijkt heeft hij een vastberaden en zachte uitstraling.

Y: Ik ga in gesprek met mijn leidinggevende, ik heb het te druk en ga zeggen dat ik het moet oplossen. Ik vind het belangrijk mijn kindjes, Marlies en schoonmoeder nu te ondersteunen, als ik een dag minder werk zou me dat heel veel ruimte geven.

Als Yasser is vertrokken ben ik stil. Wat is het toch mooi om met warmte, humor en provocatie te werken en mensen verder te brengen. We deden hierna nog twee sessies, maar dit was echt het keerpunt.

Een zombie wordt wakker

Coen komt voor zijn eerste sessie de Bloeikas binnen, ik krijg het beeld van een zombie. Via zijn werkgever is hij naar me verwezen. Hij is 35, heeft weinig uitdrukking en lijkt niets meer te weten.

Hij gaat zitten, we doen een praatje pot, ik geef hem iets te drinken, het voelt alsof hij verdwaasd en verdwaald is.

A: [opgewekt] Ken je die clip van Thriller van Michael Jackson?
C: [verbaasd] huh, nog eens?
A: Michael Jackson?
C: Ja?
A: Het nummer Thriller?
C: [trekt gezicht] Ja??
A: De clip met de zombies??
C: Euhh…ja???
A: Volgens mij speelde jij daar een rolletje toch? [ik sta op, met lege ogen doe ik een zombie loopje]
C: [scheef glimlachje] Ja…nu………ahh…precies dat.
A: Wat bedoel je? Precies wat??
C: [zwaar] Nou….zo voel ik me inderdaad…..als een zombie…..

Coen begint zijn verhaal te vertellen, hij spreekt eentonig, met een lege blik. Hij vertelt over een aantal indrukwekkende gebeurtenissen en ervaringen de afgelopen vijf jaar. Het overlijden van zijn soulmate, een onveilige relatie, het overlijden van een goede vriendin, zelfmoordpogingen in zijn directe familie en allerlei werk gerelateerde grensoverschrijdende situaties. Zelf ben ik onder de indruk van hetgeen hij me vertelt. In zijn verhaal laat hij ook blijken dat hij het moeilijk vind dat hij vastloopt, hij lijkt het zwak te vinden.

Ik laat hem zijn verhaal vertellen, vraag naar details, naar namen en tijdlijn. Vervolgens ga ik tegenover heb zitten en vertel zijn verhaal zo goed mogelijk tegen hem.

A: Coen, ik wil dat je even je ogen sluit en een aantal keer diep ademhaalt, ik ga je een verhaal vertellen, laat het op je inwerken, ik wil niet dat je reageert, onderbreek me niet en luister goed.

Ik gebruik dezelfde vlakheid, intonatie en namen. Ik vertel vanuit de ‘ik’ vorm, dus ik speel Coen. Ondertussen observeer ik hem, af en toe moet ik hem vertellen zijn ogen gesloten te houden, met name als hij emotioneel wordt, als de tranen vloeien. In totaal ben ik ongeveer tien minuten aan het woord.

A: Ok Coen, je mag je ogen openen…..
C: [snuit zijn neus, dept zijn tranen….en kijkt me aan]
A: Ik heb het hele verhaal vertelt….ik zie dat het je enorm raakt….
C: [timide] Jeetje Arno, als je me dit zo allemaal vertelt…..dan is het inderdaad nogal wat….maar het hoort ook bij het leven, bovendien wil ik mijn werk goed blijven doen…dus…
A: Dat vind ik dus ook Coen! Volgens mij stel jij je een beetje aan….een paar kleine dingetjes….en jij wankelt….de jeugd van tegenwoordig is ook niets meer gewend….[met stemverheffing] je bent gewoon een aansteller! Man, man….een paar mensen overleden, wat zelfmoordpogingen en ingewikkelde werksituaties en Coentje zit huilie huilie op de bank…… [knuisten in ogen, huilmondje, piepstem]…..ik vind het allemaal zo zwaar…..[luid] kom op Coen! Gewoon weer door!
C: [breekt, huilt]…..Nee! Ik kan niet meer….er is zoveel gebeurd, ik ben altijd doorgegaan….maar ik voel dat het echt niet meer gaat….
A: [probeert 😉 de lach uit Thriller na te doen, geeft Coen tik tegen schouder]….whahahahaha…..hahaha…..
C: [lacht hard en huilt tegelijkertijd]…….ik voel me een zombie Arno…..ik kan niet meer….wat moet ik doen……

Coen moet bijkomen, ik ook. We drinken wat water, in stilte en laat het even indalen.

A: Ik ben geen dokter Coen, maar als je nu naar een dokter gaat….denk ik dat hij zegt dat je ziek bent.
C: [kijkt verbaasd op] Oh…
A: En dat hij je adviseert om ruimte te creëren…
C: Oh..
A: En misschien wel te stoppen met werken om beter te worden…
C: [schrikt] Oh…….oh….

Coen blijft nog even zitten en gaat vermoeid weer naar buiten. Een dag later krijg ik een bericht van hem….de dokter sprak over burn-out verschijnselen…Coen is voor nu gestopt met werken en over een week vervolgen we de coaching.

Jeroen is de Alabastine

Jeroen is een man van rond de veertig jaar, werkt als manager in de financiële sector en voelt zich niet gelukkig. Hij heeft een opgeruimd voorkomen, beleefd en binnen de lijntjes. Hij ervaart zijn leven als te druk en weinig tijd voor zichzelf.

J: [glimlachend] Ik vind het leven inderdaad wel een beetje vol.
A: Een beetje vol….tja…..lijkt me niet echt een probleem. Bovendien vertel je het me met een glimlach….dus wat is precies het probleem?
J: [glimlachend] Nou, ik heb wel wat aan mijn hoofd.
A: [kijkt naar zijn hoofd]…ff kijken….ja! ik zie het. Je hebt twee oren aan je hoofd en ook een neus….Dan heb je twee ogen….die zitten meer ín jouw hoofd. En dan heb je ook nog haar óp jouw hoofd. Dus zijn het jouw oren of jouw neus waar je dan last van hebt?
J: [glimlachend]. Nou nee….dat was figuurlijk bedoeld natuurlijk.
A: [vrolijk] Ja natuurlijk, dom van me…..hoe bedoel je het dan letterlijk?
J: [glimlachend] Nou, het is soms wel druk thuis.
A: [vrolijk] Ja, met drie kinderen én een vrouw is het wel druk inderdaad. Lijkt me niet echt een probleem toch? [kijkt Jeroen nadrukkelijk aan] Vertel.nog.eens. heel.duidelijk……Wat..is..PRECIES..het probleem? En echt HEEL PRECIES.
J: [glimlacht, wil beginnen]
A: [onderbreekt]…En dus echt heeeeel precies Jeroen.
J: [glimlachend, beetje ongemakkelijk en stamelend] eh…nou…dat is wel moeilijk…eh….wil je het precies weten?
A: Nee, je moet goed luisteren Jeroen….ik wil het niet precies weten….maar HEEL precies. Snap je? Eigenlijk een beetje als een Zwitsers uurwerk. Dus to the point. In de roos. Zodat ik het precies snap. Anders werkt het natuurlijk niet. Dus niet figuurlijk….maar letterlijk…..
J: [glimlachend wil hij beginnen]
A: [onderbreekt weer] Dus zo duidelijk als mogelijk! Zo scherp als een koksmes! Zodat iedereen het helemaal snapt. Een nul of een één. Soort digitaal horloge eigenlijk. Nog exacter dan een Zwitsers uurwerk…een soort atoomklok. Zoiets….heb jij eigenlijk een goed horloge?
J: [geirriteerd…geeft toch antwoord…met een kleine glimlach]. Jazeker. Een mooie Longines….
A: [geinteresseerd naar horloge] Laat eens zien? Wow, mooie plaat. Hoe lang heb je hem eigenlijk al? Kadootje van jouw vrouw zeker? Of zelf aangeschaft? Nice…uh….waar waren we ook alweer? Hoe laat is het eigenlijk?
J: [geirriteerder] Het is kwart over twee! Laat me nu eens uitleggen wat het probleem precies is! Ik heb gewoon veel te weinig tijd voor mijzelf!
A: [duidelijk] Dat is niet heel precies Jeroen! Hoeveel te weinig tijd?
J: Nou, vroeger deed ik veel meer dingen voor mijzelf en….
A: [kijkt beetje verliefd naar buiten] Ja…..vroeger Jeroen…..langs het tuinpad van mijn vader….toen Ajax nog echt op Champions League niveau meedeed….toen koningin Beatrix er nog was…..die goeie oude tijd….het gaat wel veel over tijd vind je niet? Hoe laat is het eigenlijk?
J: [luid] Ik doe gewoon niets meer voor mezelf, Karien en de kinderen vragen zoveel tijd….en ook in mijn team loop ik continu alle gaten dicht….het is gewoon teveel….
A: [heel vrolijk] Jij bent dus gewoon Alabastine!
J: [verbaasd en beetje geirriteerd] Wat?! Waar slaat dat nou weer op
A: Jij ziet er wel heel netjes uit, maar eigenlijk ben jij gewoon vulmiddel….allesvuller. Superhandig, iedereen gebruikt het, als er een gat is, smeert het in het gat en flikkert het weer in de kast. Heel belangrijk, en volkomen onzichtbaar. Net als jij…..jij vult alle gaten en niemand die het ziet.
J: [beduusd] …..shit….ik ben niet blij met het beeld…..maar het klopt wel een beetje.
A: Dat stelt me teleur, is niet goed genoeg….het klopt maar een beetje?!
J: [vermoeid] Nee, meer dan een beetje….het klopt precies!
A: Ah, fijn dat je nu eindelijk duidelijk bent….het klopt precies…als een bus dus. Doe je eigenlijk ook een teamsport?
J: Ja, ik hockey….
A: Op welke positie?
J: [stil…..na een tijdje] Daar doe ik het ook! Ik sta links, eigenlijk mid, maar ook achter en voor…..ook daar….ook daar loop ik alle gaten dicht.[beduusd]

Jeroen laat het even bezinken, ik vul de karaf met water en ga weer zitten. Na een tijdje kijkt Jeroen me aan en begint te lachen.

J: [opgelucht] Shit Arno, dat is het precies. Ik voel me inderdaad soms gewoon vulling, ik ren de benen onder mijn lijf vandaan, zowel zakelijk als privé, en iedereen doet net alsof het heel gewoon is.
A: Dat is het ook, dit is jouw patroon en het systeem is daarop afgestemd. Het is dus heel gewoon.
J: Ja dat snap ik….maar niemand ziet hoe druk ik het heb.
A: Zeg je dat wel eens? Laat je dat blijken dan?
J: Ik ben het ook normaal gaan vinden….
A: Precies!
J: En soms vind ik het oprecht prima om Alabastine te zijn….maar ik mis mijn eigen tijd.
A: Gelukkig heb je een mooi horloge en kun je jouw eigen tijd aflezen.
J: [lacht] Zo is dat. Dank voor het inzicht man. Ik ga eens wat meer gaten laten vallen…..misschien heeft iemand anders nog Alabastine in de kelder….en dan ga ik weer eigen tijd invullen voor mijzelf!
A: Zeg dat nog eens? Wat zeg je precies?
J: [voluit] Dan ga ik eigen tijd invullen voor mijzelf!!

Vader, zoon en twee zakdoeken.

Ronald is de zoon, hij is vijfenveertig jaar en werkt als chirurg. Zijn vader heet Jaap en stopte vijftien jaar geleden als huisarts. Vorige week kwamen ze voor een vader en zoon gesprek en stapten gereserveerd de Bloeikas binnen. De mannen voelen zich duidelijk niet op hun gemak.

‘Toen mijn vader overleed, wist ik precies hoe het tussen ons zat’ zeg ik tijdens mijn verhaal. Op dat moment kijkt Ronald naar zijn vader, die stuurs voor zich uit kijkt. Ronald zoekt contact, schraapt zijn keel en kijkt naar zijn vader. Jaap reageert niet, lijkt iets af te wenden. ‘Er is altijd veel liefde tussen vaders en zonen, maar ze vinden het ingewikkeld dit te tonen en hierover te praten’. Opnieuw zoekt Ronald tevergeefs contact. Jaap negeert Ronald compleet. Ik besluit om het gesprek te verleggen.

A: Jaap, ik zie dat Ronald contact met je probeert te maken, merk je dat niet?
J: Eh, nee, eerlijk gezegd niet echt.
A: Niet echt, maar wel een beetje toch Jaap?
J: Nou….
R: [lijkt te twijfelen] Pap?
J: [geagiteerd] Ja?!
A: Mannen, ik zeg wat ik zie. Het is mijn waarneming. Niet meer en minder. Benieuwd hoe jullie het ervaren. Ik zie dat Ronald een aantal keren nadrukkelijk contact met Jaap zoekt, maar Jaap doet alsof hij het niet merkt. Mijn waarneming is dat Jaap het wel merkt, maar niet weet hoe te reageren, en daarom verder afstand neemt. Dit doet Ronald zichtbaar pijn en verdriet. [dan kijk ik Jaap aan] En vermoedelijk jou ook.

Jaap slaat zijn ogen neer. Ronald is gespannen. Ik laat de stilte. Jaap speelt met zijn trouwring. Ronald kijkt naar mij. Het blijft stil.

A: Nu het zo lekker stil is, zet ik ff een plaatje op. Het heet papa, van Stef Bos. Misschien kennen jullie het wel.

Ronald en Jaap beginnen allebei te schuiven op hun stoel, er volgt een diepe zucht van beide kanten…..het voelt alsof ze zich overgeven.

Tijdens het lied komen de tranen bij Ronald, Jaap kijkt naar de grond, zeker niet naar zijn zoon, het lijkt alsof hij met kracht probeert zijn emoties te bedwingen.

A: Jaap! Kijk eens naar je zoon!
J: [staart naar de grond]
A: [Ik sta op en zeg vrolijk] Ok mannen. We stoppen! Jullie hebben lekker gepraat toch?

Jaap staat automatisch ook op en blijft een beetje onhandig staan. Ronald blijft stilletjes zitten. Voor het eerst draait hij naar Ronald, die met zijn hoofd in zijn handen zit. Jaap twijfelt, zet een stap richting zijn zoon en zakt door zijn knieën. Ronald grijpt zijn vader vast en Jaap omarmt hem. Er volgen veel tranen, een heel lange knuffel en zachtjes worden woorden gewisseld. Ik kan het niet horen, en eerlijk gezegd ben ik zelf écht geraakt dus ga maar zitten en aanschouw het tafereel.

Na enkele minuten laten ze elkaar los, er wordt verlegen en opgelucht gelachen, beide halen een zakdoek uit hun broek en snuiten hun volgelopen neus.

A: Zo! Er is contact zie ik! Vertel eens, hoe zit het eigenlijk tussen jullie?

Jaap begint te vertellen over zijn leven als huisarts, het te vroege overlijden van zijn eerste vrouw (van wie hij de trouwring nog draagt) en hoe hij het gezin met drie opgroeiende kinderen droeg. Hij werkte hard, was een geliefd huisarts, maar vond het gezin in zijn eentje draaien heel moeilijk. Hij kreeg snel na het overlijden van zijn vrouw een relatie, hij noemt het een vlucht, na twee jaar was het voorbij. Ronald ging als eerste studeren, de andere twee dochters verlieten het huis later. Jaap vertelt dat het als een opluchting voelde toen alle drie het huis hadden verlaten, en dat gevoel vond hij ingewikkeld. Jaap vertelt uitgebreid over hoe zwaar hij deze periode vond en hoe moeilijk hij het vond dat Ronald uit huis ging. Hij benoemt zijn onzekerheden en twijfels, soms geëmotioneerd, hij is helemaal open gegaan. Ronald luistert aandachtig en af en toe met ongeloof. Is dít zijn vader?! Ook benoemd Jaap hoe trots hij was toen Ronald medicijnen ging studeren, uiteindelijk als chirurg afstudeerde en nu al ruim tien jaar werkt. Al die tijd kijkt hij naar het vuur in de kachel, hij kijkt ons nauwelijks aan. Ronald golft mee met de emotie van zijn vader, hij is goed op hem afgestemd en lijkt te voelen hoe het voor zijn vader moet zijn geweest. Na een monoloog van twintig minuten kijkt Jaap op, eerst naar mij, en vervolgens, met moeite, durft hij Ronald aan te kijken.

R: Jezus pap!

Ze kijken elkaar aan en Ronald legt zijn hand op de onderarm van zijn vader. De sfeer is totaal veranderd.

A: Goed Jaap, prachtig verhaal! Maar geen antwoord op mijn vraag, hoe zit het eigenlijk tussen jullie? Misschien kan Ronald hier zijn kijk op geven?
R: Jezus pap….nou, ik weet ff niet waar te beginnen.

Vervolgens vertelt Ronald zijn hele verhaal. Ook mooi, verdrietig en herkenbaar. Na ongeveer tien minuten blijft wederom de onderlinge relatie onbesproken.

A: [Met grote lach] Mooi verhaal Ronald. Maar het zit in de familie volgens mij, ik wil nu gewoon antwoord op mijn vraag!

Ronald en Jaap zijn nu een team, tegenover mij, en hebben heel veel lol. ‘Het is inderdaad waar, we kunnen blijkbaar wel een verhaal vertellen, maar niet tegen elkaar hoe het zit ofzo.’ De mannen lachen, er is verbinding, maar ik krijg geen antwoord op mijn vraag.

Ik speel een teleurgestelde man. ‘Als jullie mijn vraag niet willen beantwoorden, dan is dat maar zo….stelletje medische….’

J: [kijkt Ronald aan] Arno, ik wil je best antwoord geven. [kijkt trots, bij het uitspreken is hij zichtbaar geëmotioneerd]. Ik hou heel veel van Ronald, en…..[emoties nemen over].
R: [betraand] …ik zoveel van jou pap…..

Ronald omarmt zijn vader, tranen, opluchting en wederom een grote lach gevolgd door twee zakdoeken.

Jelmer zijn vrouw heeft een probleem

Ik zit in de Bloeikas, een ronkende bolide parkeert op de oprit, de ouwe Tukker is gearriveerd. Jelmer is een baasje, hij is rond de vijftig, altijd onderweg, in mooie auto’s, zaken doen in en buiten Europa. Mooie leren tasje, vlotte kleding en een regelmatig trillende telefoon bij zich.

Hij praat energiek en overtuigend, hij komt ‘oet Twente’ en is daar heel trots op. Vanuit Enschede komt hij sinds enige maanden bij me in coaching. Reizen in onderdeel van zijn bestaan en zelfs identiteit.

Hij is niet helemaal uit zichzelf naar me toe is gekomen, en de druk vanuit zijn gezin op hem neemt toe….

A: Hi ouwe Tukker!
J: [energiek, twents] Hi jongen, hoe is het? Goed oe te zien! Leuk om hier weer te zijn, lekker weertje man. Krijg ik een kop koffie van je? Pfff, weer gedoe met Duitsland, die gasten….ik had oe vorige keer toch verteld? Nou, ze snappen het nog steeds nie. [blabla]

Dat dus, vol van zichzelf, in hoog tempo, één en al onrust.

A: Ik zie eigenlijk niet zo wat jouw probleem is Jelmer. Ik bedoel je hebt het geweldig voor elkaar…
J: [alert] Ja, nou, weej wat et is? Ik ga zo verdomde snel altied, en dat vind ik wel prima, maar mijn gezin…nou ja. Die vinden dat ik te veel weg ben.
A: Precies! Maar dat is hun probleem, jij vind dat prima. Sterker nog, ik denk dat jij het wel lekker vindt, en bovendien, iemand moet toch het geld verdienen.
J: Ja, dat denk ik dus ook.
A: Nou, lijkt me duidelijk. Zeg gewoon tegen je gezin dat zij een probleem hebben en dat zij naar de Bloeikas moeten komen, ze moeten jou gewoon lekker met rust laten zodat jij jouw business kan laten groeien, toch?! Je zegt letterlijk dat jij het wel prima vind…dus. Ik dacht dat die Tukkers altijd zo duidelijk waren, lekker kort voor de kop. Is jouw vrouw wel een Tukker eigenlijk?
J: [verrast] hoezo?
A: Nou Jelmer…dat hoef ik je toch niet uit te leggen.
J: Ach, misschien het ze ook wel gelijk…
A: Wat!? Natuurlijk niet man. Nog één keer Jelmer, jij hebt geen probleem. Jij bent lekker onderweg, in de auto, bellen met klanten, af en toe naar China om leveranciers te bezoeken, alles in jouw tempo. Jij hebt geen probleem! Dus de volgende keer stuur je jouw vrouw gewoon, doen we jouw kids daarna wel….die zijn 13 en 15 toch? We beginnen met Elsa.
J: [geirriteerd] Elsbeth!
A: Precies! En dat zeg ik gewoon tegen haar dat ze blij moet zijn met zo’n vent, wat hij allemaal voor haar en gezin doet. Daarom kunnen jullie zo mooi wonen, met zijn vieren op wintersport en vakanties. Ik denk dat ze gewoon zo’n verwend prinsesje is….[zeurende stem]…nou Jelmer, ik zou het fijn vinden als je eens wat vaker thus bent….wat een zeikwijf! Ik zou doodmoe worden, ik snap wel waarom je zo hard werkt. Ondankbaar!
J: [timide] Als je het zo zegt…..
A: [rap, dominant] Ja precies! Zo zit het Jelmer! Jij werkt maar en werkt maar, en dan stank voor dank, ik zou…
J: [steekt hand in de lucht, onderbreekt, hij oogt ineens kwetsbaar] Arno….Elsbeth heeft natuurlijk wel een punt…
A: [slaat Jelmer op schouder, knipoog]. Yeah right. Ouwe tukker! Je speelt het spelletje heel handig…
J: [stemverheffing] Nee echt Arno. Elsbeth heeft gelijk. Als ik zo doorga komt het niet goed!

A: Mooi! Dus wat is het probleem Jelmer?
J: [lange stilte en dan traag]. Ik werk echt veel te veel, ik zie mijn gezin hierdoor nauwelijks en ik heb het gevoel dat ik ze aan het kwijtraken ben…

Ik laat een lange stilte vallen, Jelmer erkent dat hij een probleem heeft. Het kwartje is gevallen. Jelmer wordt emotioneel, ik sta op om voor ons beiden water in te schenken. Hij staart voor zich uit. Als ik weer kom zitten kijkt hij me verdrietig aan.

A: Dat is niet zo mooi Jelmer.
J: [verbijt zijn emotie] Nee, nee…..da klopt.
A: Je gezin kwijtraken…..dat is niet zo mooi…..

Jelmer laat tranen. Hij probeert het tegen te houden, hij spant zijn middenrif, knijpt ogen dicht, af en toe een grom, een hmmp en een snik.


A: [lacht] Wat huilen jullie Tukkers raar!…Het gaat beter als je het laat gaan!
J: [lacht en huilt] Jij GVD, jij staat hier niet te janken… en vervolgens huilt hij even.

Jelmer kijkt me vervolgens aan, ogen rood, neus weer gesnoten. Met glimlach, dat was best ff lekker. Hij staat op en slaat me op mijn schouder, jij bent een mooie kloot!

Drie weken later stapt Jelmer uit en komt de Bloeikas weer binnen. Hij oogt wat zachter en rustiger. Het is tijd om het inzicht om te zetten naar verandering.

Dat heb je snel in de smiezen…

Hans is begin veertig, hij komt vandaag voor de eerste keer, na een korte telefonische afspraak. Ik ga direct van start.

A: [Hoog tempo] Hi Hans, ik zie het al. Een man van rond de veertig, drukke baan, relatief jong gezin en dus helemaal geen eigen ruimte. Je bent vast heel moe, kom eens zitten, koffie, thee of dubbele whisky.
H: [glimlach]Koffie, als het kan…
A: [enthousiast] Precies…dus je bent ook nog iemand die anderen niet tot last wil zijn…’Koffie als het kan…’ Jij bent een klassiek voorbeeld Hans. In huis is zij de baas, jij past je aan. Heb je kinderen?
H: Ja, twee
A: Precies, én een eigen zaak toch?
H: Ja, twee…
A: Ha! Twee zaken, twee kinderen en ook twee vrouwen?
H: [verrast] Wat?! Nee, ééntje. Een schat, echt waar….
A: Maar zij heeft de broek aan. Dus Hansje moet alles regelen, gaat conflictjes uit de weg, gaat vermijden en klein beetje liegen toch?
H: Huh…nou…liegen?!
A: [hand op schouder] Je bent een klassieke lieverd. Die te lief is voor anderen en dat teveel doet ten koste van zichzelf. En hierover niet helemaal eerlijk…liegen dus. Conflicten met anderen mijd je. Maar dus wel ruzie met jouzelf. En hierdoor helemaal geen eigen ruimte. En mede daardoor voel jij je niet goed.

H: Nou zeg…dat heb je snel in de smiezen.
A: Dank je. Is mijn vak. Ik ga koffie voor je maken…

In provocatief coaching werken we met ‘eerste ziensdiagnostiek’. Gebruik wat je als eerste ziet of ervaart als de client voor het eerst binnenkomt, heel vaak klopt deze intuitie. Bovendien hebben mensen in bepaalde leeftijdscategorieen vaak dezelfde problemen. Daarmee kun je snel tot de kern komen. Zo ook bij Hans.

Hans vertelt over zijn vrije bestaan tot zijn twintigste. Zijn neiging om anderen te willen helpen en pleasen. De druk van klanten, drukke gezin en zijn verminderde energieniveau sinds een half jaar.

Ik besluit door te zetten en Hans uit te dagen.

A: [energiek met veel gebaren] Nou, lijkt me duidelijk Hans. Je hebt te weinig ruimte. Halveren die handel. Eén zaak weg, één kind weg en één vrouw weg!
H:[lacht hard] Die ene vrouw is al weg, mijn kinderen blijf je van af, maar één zaak weg lijkt me heerlijk!
A: Mooi! Goed besluit. Welke van de twee wordt het? Ik zou de zaak wegdoen met de meeste omzet, hatsekiedee! Weg!
H: [beduusd] Het is heel gek Arno, maar als ik je dit hoor zeggen wordt ik direct blij…

Hans vertelt verder over zijn horecabestaan, hoe het groeide en welke hobbels hij overwon. Hij kan bijna niet meer voorstellen dat het ook anders kan, hij is zo druk dat zijn perspectief heel smal geworden is. Het idee dat hij het zelf kan veranderen voelt voor hem al heel vrij….

A: [enthousiast en gezond wantrouwend] Ja, dat klinkt wel leuk allemaal….maar dit mag jij natuurlijk helemaal niet beslissen. Wat vind jouw vrouw daar van? Die gaat er tenslotte over toch?
H: [harde lach] Nou, daar heb je wel gelijk in. Maar het idee alleen al geeft al ruimte….

Opgelucht verlaat Hans de Bloeikas. Er is een zaadje geplant….

Ik zou nooit op mijn huidige job solliciteren!

David is een man van vijfenveertig, succesvol ondernemer en toch niet lekker in zijn vel. Zijn technologiebedrijf is snel gegroeid, het is een creatieve vindingrijke man die de laatste jaren energie verliest. We hebben een aantal coachingsessies achter de rug en het beeld wordt wel duidelijk.

D: [zwaarmoedig] Tja, ik weet het niet hoor. De laatste jaren vind ik het toch allemaal minder leuk
A: [vrolijk] Het leven is niet altijd leuk David, en een beetje ondernemer weet daar wel raad mee toch?
D: [zucht] Vroeger was het echt leuker…
A: [zucht luid] Pffff, je hebt gelijk…het was vroeger ook veel leuker.
D: [glimlacht] Jezus man, je lijkt mij wel….
A: [zakt verder in stoel, zucht hard] Pffff, was het nog maar vroeger, toen het leven nog fijn was…..pfffff….nog twintig jaar zwoegen….
D: [lacht hard] Maar het wás ook leuker, vroeger toen ik…….
A: [onderbreekt] Vroeger, vroeger, je klinkt als een oude man. Het was vroeger ook leuker, en het wordt in de toekomst alleen maar erger. Je hebt gewoon de beste tijd gehad. Het verval is begonnen! Dus wat is het probleem?
D: Het probleem…nou, het valt misschien ook wel mee. Ik heb een mooi bedrijf en ik boer hartstikke goed.
A: Precies. Ik hoor geen enkel probleem. Zullen we ruilen?|
D: Wat bedoel je?
A: Nou gewoon, ik neem jouw bedrijf en inkomen over, jij die van mij?!
D: [Kijkt verbaasd….en beetje in de war]…nou misschien
A: [onderbreekt en lacht]. Dat wil ik zeker niet! Wie wil dat nou, een mooi bedrijf met een gerieflijk inkomen. Weet je, we doen het helemaal anders. Ik ben de sollicatiecommissie en jij solliciteert op je huidige baan.
A: [Formele stem] Nou David, dank voor je brief en CV, waarom denk jij dat je geschikt bent als directeur van ……
D:[Spontaan] Ik zou nooit op mijn huidige positie solliciteren, echt nooit!!!

Nu houd ik mijn mond en kijk vrolijk naar David. Hij kijkt een beetje verbaasd en geschrokken terug.

D: Nee, echt niet Arno, ik zou nooit solliciteren op wat ik nu doe!
A: Dat is duidelijke taal David. Mooi. We zijn eruit. Hoeveel waarde voeg je dan eigenlijk nu nog toe?
D: Eigenlijk niet veel…

D: Jemig, ik realiseer me wat ik net heb gezegd en ik meen het echt. Jezus, dit is best confronterend…..

Door het perspectief te verschuiven en warmte, humor en provocatie in gesprek te gaan deed David deze ferme uitspraak. Hij realiseerde zich vervolgens dat het echt zo voelt en anders moet.

Twee weken later komt hij de Bloeikas binnen. Hij lijkt tien kilo lichter en laat zich opgewekt in de stoel zakken. Nadat we koffie hebben vervolgen we het gesprek van vorige keer. Hij vertelt dat hij echt schrok van zijn eigen overtuiging dat hij nooit op zijn positie zou solliciteren, daar nog over heeft nagedacht en besproken thuis. Het werd hem letterlijk in één klap duidelijk.

Ondertussen is hij serieuze stappen aan het zetten om verandering aan te brengen in deze situatie. Hij is voornemens om te gaan overdragen aan een geschikte kandidaat. Mooi!

Later is allang begonnen.

Sinds enige tijd heb ik Rudolf in coaching. Een man van 45 jaar, opgegroeid in een ondernemersgezin, zijn ouders hadden vier winkels, op zijn 22e kwam Rudolf ‘in de zaak’. Hij werd op zijn 32e directeur en eigenaar. Zes jaar later verkocht hij de winkels nadat zijn ouders waren gestopt. Momenteel is hij directeur van een bedrijf met 130 werknemers. Hij is getrouwd en heeft twee kinderen. Sinds een jaar voelt hij zich niet meer goed, energie neemt af en is kortgeleden bij de huisarts geweest vanwege lichamelijke klachten.

Hij komt altijd binnen met een hoog energieniveau, goedlachs, altijd in voor gezelligheid en voordat hij binnenkomt is hij altijd aan het bellen. Zo ook deze keer…

A: Hé directeurtje! Klant aan de lijn?
R: Pffff…man man
A: Was het je vrouw?
R: [flauwe glimlach] ….onze productie loopt vast vanwege leveringsproblemen, twee mensen uit mijn management zijn ziek en zojuist hoorde ik dat mijn vader voor de derde keer in het ziekenhuis ligt.
A: Directeurtje, kom eens zitten. [energiek] Man, man wat een leven. Dat jij nog staat! The last man standing. Dat vind ik wel mooi aan jou! Lachen toch?! Lekker hard werken, actie in de tent! Dit is zoals ik je ken!
R: [vermoeide blik, staat nog steeds] Ik weet even niet meer waar ik het moet zoeken…alles komt tegelijk.
A: [pakt bij schouder] Directeurtje….kom eerst eens ff zitten. Of wil je al weer weg? Vind ik ook prima!…….. [R gaat zitten] Ik zou er gewoon mee stoppen als ik jou was. Vrij simpel. Je hebt toch een financiele buffer, je bent klaar met het gezeur en jouw vader heeft je nodig. Wat is eigenlijk het probleem?

R: [diepe zucht, flauwe glimlach en begint te vertellen] Makkelijk lullen Broere!, wat is eigenlijk het probleem? Al mijn hele leven ben ik aan het werk, bezig met de zaak, ouders die het druk hadden….[bla bla bla]….Ook tijdens de eerste jaren in de zaak altijd drukte, gedoe met personeel, maar ik vond het ook mooi….[bla bla bla] En de verkoop van de winkels was natuurlijk emotioneel pittig, maar zakelijk een topbeslissing, en ik vond het ook gaaf dat het lukte….[bla bla bla] En toen moest ik me zo nodig weer inkopen in deze zaak…mijn pa had altijd commentaar, wist het altijd beter….En nu de laatste jaren gaat het zakelijk ook goed, we groeien, ik krijg de boel aan de praat, maar nu met mijn pa….ik had het altijd over later. Later als ik groot ben, of later als ik met pensioen ga….[bla bla bla] Weet je, ik wordt helemaal gek van mezelf. Ik moet altijd overal een mening over hebben, ben altijd bezig, sta altijd aan, vind alles leuk, zakelijk belangrijk, ik loop de hele dag te rennen….En doe het allemaal voor later ofzo. Maar nu met mijn vader…die deed dat ook….. voor later….[R laat zijn hoofd in zijn handen rusten]

Het voelt alsof hij helemaal leeg is, alsof hij zijn hele leven opnieuw heeft beleefd en zich overgeeft. De energie is he-le-maal weg.

A: [schopje tegen knie, guitig, uitdagend] Weet je directeurtje? Ik vind dat je nogal overdreven reageert, je hebt het een beetje druk, wat kleine tegenslag en je ligt direct op apegapen. Tjongejonge zeg. Vroeger…….in de tijd van jouw vader waren er nog échte ondernemers……niet klagen maar dragen! Jouw vader had toch gelijk. Je bent geen echte ondernemer! Maar gelukkig leeft je vader nog, dus die kun je gewoon weer om advies vragen.
R: [ongeloof, bozig en vervolgens staat hij op, hoog tempo]. Ik geen ondernemer! Heb je net niet geluisterd? Wat ik allemaal doe, hoe hard ik werk, hoe ik leerde, hoe betrokken ik ben en hoe ik het familiebedrijf verder bracht…..[stopt, kijkt me verbaasd aan]

R: Arno, weet je dat ik mijn vader nooit heb verteld hoeveel ik van hem heb geleerd, hoe ik tegen hem opkeek, ik vond hem altijd een betweter, vervelend omdaf hij altijd weerwoord had, maar ik heb zo ongelooflijk veel van hem opgestoken, overgenomen en écht gezien wat ondernemen betekent. En hij wist heel goed oplossingen te vinden en indien buiten zijn invloedsfeer juist daarin te berusten…

De energie komt terug, de lach en de trotse Arthur komt tot leven….Arthur vertrekt, ik blijf een beetje verbaasd achter.

Twee weken later is Arthur er weer. Als ik hem vraag naar wat er nu gebeurde vorige keer antwoord hij: ‘Het voelde als een achtbaan, jouw geplaag maakte me boos en ook energiek. Mijn blik op mijn vader veranderde. En toen ik me realiseerde dat er problemen zijn die ik kan oplossen en situaties waarin ik geen invloed op heb, zoals mijn vader altijd zei, ontstond er enorme ruimte en voelde ik dat ik de goede dingen doe. En meer dan dat kan ik niet.’

Met een warme glimlach vertelde Arthur dat hij bij zijn vader was geweest en hem verteld hoe veel hij van zijn vader had geleerd en zijn strubbelingen in het leven, hard werken voor later enzo. ‘En toen zei mijn vader: Arthur, later is allang begonnen’

Er volgde een mooi vader en zoon gesprek, Arthur realiseerde zich dat hij nog steeds de goedkeuring van zijn vader zocht, het gesprek deed hem enorm goed. Arthur zijn vader is overigens weer thuis….

Waarom geven we apen zwemles?

Rudi komt voor de tweede keer de Bloeikas binnen, hij werkt als manager op de Zuidas, is 43 jaar en loopt vast. Hij komt een beetje over als een nerd, slim, bril en vooral op de feiten en inhoud.

A: [enthousiast] Rudi, de eerste keer dat ik je zag dacht ik direct: dat is een slimme man, en ook een echte nerd!
R: [beetje in de war] Een echte nerd?!
A: [met kracht] Ja man, bril, kijkt slim uit zijn ogen, beetje klunzig, beetje techneut, een echte nerd dus!
R: En is dat goed of slecht?
A: Tja….ik heb geen idee…wat vind je eigenlijk zelf?
R: Ik ben wel goed in mijn vak!
A: [flauwtjes] Tja….dat zal wel.
R: [passievol] Weet je? Misschien ben ik wel een nerd, maar ik weet precies waar ik het over heb, ik ben een echte technoloog en kon me helemaal verliezen als ik in het lab werkte. Dat was te gek!
A: Wat is dan eigenlijk het probleem?
R: Sinds ik manager ben…tja…weet ik het niet meer ofzo….raar toch?
A: Volgens mij ben je een aap met zwemdiploma’s!

Veel managers die bij me in coaching komen zijn zonder dat ze het beseffen in een totaal andere context belandt. Ze lopen vast en begrijpen niet precies hoe het komt. Veel organisaties vragen vaardigheden van werknemers die niet natuurlijk voor ze zijn, waar ze te veel moeite voor moeten doen.

Apen horen in de jungle, daar weten ze hoe het werkt, waar ze veilig zijn, waar ze voedsel halen, waar ze kunnen slapen et cetera. Organisaties gooien die apen vaak in de zee, geven ze zwemles, diploma A, B en C én een cursus reddingzwemmen om ze vervolgens aan de slag te laten gaan. Die apen moeten dan ongelooflijk hard werken om zich staande te houden, ze kunnen wel een beetje zwemmen, maar nooit zo goed als de andere dieren in de zee, de vissen.

Dus werknemers krijgen allerlei trainingen, communicatietraining, conflicthantering, positieve feedbacktraining et cetera. Diploma A, B en C dus….terwijl die apen het helemaal niet echt vóelen, echt snappen waar ze terecht zijn gekomen. In de zee wordt een andere taal gesproken, is een ander ritme, en zijn andere vaardigheden van belang. Dus ze werken zich het apelazarus, gebruiken veel meer energie dan de vissen en nóg lukt het niet. Terwijl ze vroeger in de jungle moeiteloos in bomen klommen, via lianen van de ene naar andere plek gingen en vanuit hun oorsprong konden functioneren.

Organisaties moeten beter nadenken over in welke context hun mensen goed functioneren, een goede technoloog hoort in zijn jungle. Uiteraard moeten ook de mensen zelf goed beseffen waar ze moeiteloos hun werk kunnen doen. Dat wil niet zeggen dat er soms hard gewerkt wordt voor resultaat, maar alle energie die een aap verliest in de zee kan hij niet steken in zijn werk in de jungle. Daar waar hij kan excelleren.

Nadat ik Rudi had meegenomen in bovenstaande was hij stil…hij keek me geroerd en verbaasd aan. We praatten nog een beetje na en Rudi vertrok. Twee weken later zag ik hem terug.

A: Hoe is het ondertussen met je?
R: Ik ben een aap met zwemdiploma’s. Ik hoor niet in de zee! ……[lange stilte]………
R: [met overtuiging en grote lach] Ik ga terug! Terug de jungle in!
A: [argwanend] Nou Rudi…rustig aan jongen. Ik zie het jou niet doen!
R: [lacht]…echt!
A: Wil je een banaan om het te vieren?!