Peter is zijn visitekaartje geworden

Met regelmaat coach ik managers en directeuren. Een veel voorkomend thema waar ze mee komen heeft te maken met de identificatie met het werk dat ze doen en daarbij behorend ‘serieus’ gedrag.

Vroeger was een directeur ook gewoon iemand die voetbalde, wel eens een snoepje stal en met vriendjes ging spelen . Tijdens de studententijd ging dat spel vaak nog wel door in de kroeg, op gekke gala’s, en tijdens sportwedstrijden. Uiteraard werd er voorbereid op het latere ‘serieuze’ leven door vergaderingen van commissies, projectgroepen en studeren voor tentamens. Dit waren er oprecht serieuze uitdagingen voor de aankomend directeur, maar veelal bleef het toch een vrolijke en luchtige manier van leven.

Kortom, tot en met de studententijd is er veel ruimte voor spel, avontuur en vrijheid. Daarna komt de eerste baan, een serieuze relatie, hypotheek, kinderen, betere baan, meer verantwoordelijkheid et cetera. Hierbij hoort verantwoordelijk gedrag, belangrijke keuzes, managementtaal en serieuze blikken. En dit gaat allemaal niet in één keer, maar stap voor stap waardoor de manager of directeur langzaam in een staat van ’terminale serieusheid*’ belandt en zijn visitekaartje wordt.

A: Wat wil je drinken?
P: Koffie, zwart en geen koekje.
A: Ah, ik zie het al. Jij bent een geboren directeur. Neemt direct de leiding en ben heel duidelijk. Koffie, zwart, geen koekje!
P: Uh, ja..
A: De meeste directeuren hebben geen probleem, voldoende geld, mooie auto en succesvolle kinderen, net als hun vader. Dus Peter, wat kom je eigenlijk doen?
P: Nou, zo’n directeur ben ik misschien dan niet
A: Niet?! Ik zie hier een heel serieus en goed voorkomend iemand binnen komen. Met een keurig pak aan. Dus een succesvolle en vooral serieuze man. Dat hoort ook zo! Maar wat is dan precies het probleem?
P: Ja, dat pak draag ik voor mijn werk.
A: Dat vind ik ook zo mooi aan jou, dat jij je helemaal aanpast aan jouw werk. Zelfs jouw kleding pas je aan. Maar ja, een succesvol directeur draagt nu eenmaal een mooi pak. Dus wat was het probleem ook alweer?
P: Ik vind het allemaal best zwaar om eerlijk te zijn
A: Dat vind je niet alleen, dat is ook zo. Dus dat is een feit! Daarom hebben directeuren van die brede schouders Peter, die dragen dat allemaal. Zoals een echte directeur dat ook doet! Dus dat het zwaar is is logisch, dat hoort erbij toch? Je bent geen winkelbediende of buschauffeur, maar directeur. Dus wat is dan precies het probleem?
P: […..ehh]
A: Als jij het niet weet, weet ik het wel. Laat me jouw visitekaartje eens lezen?

Peter haalt het visitekaartje uit zo’n chique doosje en geeft het aan me. Ik lees hardop ‘Peter, Chief Financial Officer……..zo zeg, ik ben onder de indruk CHIEF betekent baas volgens mij, FINANCIAL is iets met veel geld en OFFICER lijkt me ook belangrijk en serieus. Dus jij hebt een heel serieuze baan en je bent dan ook een heel serieuze man met een heel serieus pak. Dus dat klopt toch? Wat is dan het probleem

P: Nou, zo belangrijk en serieus ben ik niet..
A: [ik knipoog en geef Peter een schopje tegen zijn schoen] Wel, CHIEF FINANCIAL OFFICER dat is heeeeel serieus, dat weet jij ook Peter, en dat is niet gespeeld, jij bent écht heel serieus. Ik neem aan dat..
P: [onderbreekt en kijkt me verbaasd aan]….Shit…ik ben mijn visitekaartje geworden..

Een drietal sessies verder is er veel met Peter gebeurd. Meer inzicht in gedrag, patronen en vooral meer spel in zijn leven. De provocatieve sessies hebben Peter geholpen om de staat van terminale serieusheid te herkennen en te relativeren.

Wat ik vaak ervaar is dat volwassenen stoppen met spelen en het leven echt serieus nemen. Het terug brengen van spel ik het leven van ‘serieuze volwassenen’ zie ik als een belangrijke bijdrage in de levens van mensen alsook in hun organisaties.

* De term ’terminale serieusheid’ komt van de Vrije Denkers, zie het filmpje Doen is de beste manier van denken .

Kees is een nobody

Kortgeleden rondde ik een coaching traject af. In vier sessies was Kees klaar. Het patroon van Kees is iets wat vaak voorkomt, hij deelde zijn eigen ruimte met anderen ten koste van zichzelf. Van oudsher om te beschermen en te overleven. Nu neemt hij zijn eigen ruimte weer.

Kees is een man van einde dertig, zakelijk zeer succesvol en eigenlijk wel tevreden. Zijn initiële coachvraag ging over zijn werk, na tien minuten was dat een bijzaak en ging het over zijn eigenheid of authenticiteit.

A: Dus jij laat continu over je heen lopen
K: Nou, nee, maar, ik vind het lastig om…
A: Precies. Je bent een NOBODY!
K: Nou dat gaat wel ver…
A: [plagerig] Jij gaat nooit ergens voor staan, nobody
K: [weifelend] Niet!
A: Wanneer ging je voor het laatst ergens voor staan?
K: Nou, bijna dagelijks
A: Ok, waar ben je maandag voor gaan staan?
K: Euhh
A: En dinsdag?
K: Nou moet je luisteren….
A: [praat bewust door hem heen]. En woensdag? Zie je wel, je bent echt een nobody, je zegt dat je dagelijks voor iets gaat staan, en dat is niet zo. Dus je bent ook nog onbetrouwbaar….Jij bent helemaal niemand Kees! [met grote lach en aanraking van Kees]. Ik kan ineens ook door je heen kijken, je wordt een beetje doorzichtig. Je bent echt een NO BODY, géén lichaam. Geinig!

Kees kijkt me aan, valt stil. Ik hoor een kwartje vallen..

K: Vroeger werd ik op school gepest, ik droeg een bril en was een beetje bedachtzaam. Mijn klasgenoten zagen me niet staan. Mijn echte naam is Sijs van Akker. Op de basisschool was er een juf die de naam Sijs belachelijk maakte, mijn tweede naam is Kees. Vanaf dat moment ben ik die gaan gebruiken. Toen ik op mijn twaalfde ging verhuizen naar Amsterdam had ik een Brabantse tongval, ik leerde Amsterdams praten omdat ik werd uitgelachen….[Kees kijkt me aan alsof hij het ineens helemaal ziet. Hij lijkt geschokt]

A: Jij hebt letterlijk jouw authentieke zelf losgelaten ter bescherming. Jouw patroon is aanpassen en onzichtbaar worden in de groep. Hiermee ben je jouw eigenheid kwijtgeraakt alsook het begrip dat je eigen ruimte nodig hebt. En niet altijd jouw ruimte en waarden laat overnemen door anderen.

K: Toen je zei dat je door me heen kon kijken voelde ik dat ik dat vroeger het liefste wilde, dat ze me niet zagen. Jezusmina! Ik heb me dit nooit zo gerealiseerd……

In de evaluatie schrijft Kees het volgende: ‘Mijn grootste winst is het herkennen wanneer ik in een situatie kom die niet bij mijn ‘authentieke ik’ hoort en daarmee veel beter reageer, dit geeft me heel veel rust en zekerheid’

En tenslotte: ‘Het schijnbare gemak waarmee Arno de diepte in kan gaan en de gevoelige onderwerpen boven tafel weet te krijgen vond ik indrukwekkend. Hij drong razendsnel door tot de kern van mijn vraagstuk!’

Vader en zoon – zeker weter en twijfelaar

Bram en Antonie komen de Bloeikas binnen. Bram is rond de veertig en Anthonie zeventig jaar.

Ik vertel ze over wie ik ben, hoe mijn leven loopt en hoe mijn relatie met mijn vader was. Op welke manier de gesprekken voor zijn overlijden voor ons beide waardevol waren. Maar pas toen mijn vader kwetsbaar werd door de kanker dit soort gesprekken écht lukte.

Bram wil beginnen en is direct emotioneel, zijn vaders ogen raken ook gelijk betraand. Ze zoeken elkaars hand. De sfeer is veilig en gespannen.

Bram vertelt over hoe hij zich probeert te ontwikkelen, letterlijk loskomen van thuis, over wat hij zijn vader gunt en hoe moeilijk hij het vind altijd een oordeel van hem te ervaren. ‘Hierdoor laat ik me niet echt zien pap’. Op het moment dat hij zijn vader direct toespreekt is er altijd emotie, trillende stem en verhullende lach. Wel lukt het hem om rake woorden te vinden.

Anthonie komt uit een ondernemersfamilie waar zijn vader veel afwezig was,  in een tijd waar vader en moeder nog U waren. Problemen werden goed opgelost, praktisch, met daadkracht en geld. Maar kwetsbaarheid en onzekerheid hadden in die tijd geen plek in het gezin. Hij is zich heel erg bewust van zijn eigen opvoeding, patronen en ziet precies wat hij zijn zoon ‘aandoet’ met zijn oordeel. En hij vertelt dat zijn intentie wel goed is, namelijk vanuit liefde en bezorgdheid.

Het is duidelijk dat ze erg veel van elkaar houden, dat wordt ook letterlijk gezegd. Wel is er voorzichtigheid in woordkeuze, ze willen elkaar wel dingen vertellen, maar zonder de ander te kwetsen.

‘Waarom zeggen jullie niet gewoon hoe het is? Jullie praten zo omzichtig dat ik er he-le-maal niets van snap! zeg ik.

Na mijn opmerkingen nemen directheid en luchtigheid toe. Het elkaar beschermen wordt herkend. Beiden hebben niet geleerd de confrontatie als verbindend te zien, maar gaan het uit de weg. Ze zijn te voorzichtig.

Halverwege het gesprek sta ik op om het liedje Father and son van Cat Stevens te draaien. Bram is zeer geraakt door het nummer. Het gaat over een vader die goede raad geeft en een zoon die zijn eigen pad wil volgen.

Tijdens het gesprek wordt zichtbaar dat Bram hier zit voor zijn relatie met Anthonie, maar óók onbewust namens zijn broer en zus. Maar misschien wel het meeste voor zijn vader. Hij gunt vooral hem wel een goede relatie met zijn kinderen, omdat hij het verdient, omdat hij de beste pa is die hij zich kan wensen.

Vader presenteert zich als een zeker weter, op hoog niveau in medische wereld gefunctioneerd, belezen en begaafd. Bram is openlijk een twijfelaar, en hiermee weet Anthonie geen raad. ‘Je moet toch een keer kiezen jongen. Je snapt zelf toch ook wel dat….’

Bovendien nemen ze het heel serieus, ik laat ze zien dat er meer luchtigheid mogelijk is, dat ze allebei met de allerbeste intentie maar wat doen.

Na wat geplaag en directheid van mijn kant komt vader meer bij zijn gevoel, spreekt zijn onzekerheden en verwarring uit. Op het moment dat hij vertelt over hoe hij soms buiten het lijntje kleurt verschijnt er een jongensachtige blik. Dit brengt nieuwsgierigheid en een lach bij Bram. Alsof het voor het eerst is. Vervolgens benoemt Anthonie zijn gevoel, hoe hij twijfelt of hij de juiste dingen doet als vader, dat hij bang is dat hij tekortschiet richting Bram.

Dit emotioneert Bram duidelijk. Hij beschrijft dat zowel hij als zijn pa exact hetzelfde doen. Elkaar beschermen en hiermee uit verbinding gaan. Vanuit liefde.

Ze herkennen elkaar als twijfelaars, het uitspreken van hun onzekerheden, hun momenten waarbij ze uit de bocht vlogen en dat wat ze verbind brengt het gesprek tot een mooi einde.

Uiteindelijk vraag nog wat ze tegen elkaar willen zeggen, niet via mij, maar direct en terwijl ze elkaar aankijken….er volgen prachtige en directe woorden. Een lach en een traan.

De dag erop ontvang ik een appbericht van Bram: Een oprecht bedankje namens vader en zoon. Blij dat ze het hebben gedaan en zeer de moeite waard!

Mijn dag is weer goed.

Vader en zoon: dertig jaar voorbij

Mijn eerste vader en zoon Bloeigesprek. Ik vind het spannend. De mannen komen binnen. Pa Rinus is zeventig en zoon Bram twee en veertig. Bram initieerde het gesprek.

We starten luchtig, met een pizza, biertje en beetje over de Bloeikas en de woning van Rinus. Hij woont op een verbouwde boerderij in Friesland. Bram woont al twintig jaar in de Randstad.

Na een half uur stuur ik het gesprek naar de bedoeling: wat vinden de mannen echt van elkaar, wat zit er dwars, waar zit de trots en hoe is de relatie op dit moment? Ik vraag Bram op af te trappen en Rinus om niet te interrumperen. De mannen zijn zichtbaar gespannen.

Bram kijkt naar de tafel, naar mij en niet naar zijn vader. ”Weet je pa, ik vind dit echt moeilijk. Je bent natuurlijk mijn vader en ik waardeer je echt. Maar ik heb je gemist, toen ik studeerde, mijn eerste baan kreeg en nu ook. Je bent de opa van mijn kinderen. Met hen doe je echt je best, maar hoe zit het met ons? Wat vind je écht van mij? Ik vind het moeilijk.”

Er volgt een stilte. Rinus is direct geëmotioneerd. Als Bram dit opmerkt lijkt hij verrast. Rinus begint. Hij lijkt zijn woorden zorgvuldig te kiezen. Kijkt naar zijn biertje. ”Jongen….toen je moeder en ik gingen scheiden. Doordat ik…je weet wel. Ik had zo’n enorm schuldgevoel naar jou en je zus. Je was toen vijftien, ik schaamde me, was vertrokken en wist niet hoe ik je moest…wat ik moest. Ik vond het heel ingewikkeld, maar met je moeder ging het niet meer. Ik vertelde mezelf dat ik moest boeten, ik had jullie verlaten dus geen recht meer op j…..”[Rinus breekt]

”Maar pap…papa..” ook Bram laat zijn tranen vloeien en loopt naar zijn vader. Er volgt een hele lange omhelzing. Heel veel tranen. Heel veel rammen op de schouder. Heel veel van heel veel…

De mannen gaan weer zitten. Drogen hun tranen. Ik maak koffie voor ze. Ze trekken zich terug in eigen gedachten maar zitten bijna tegen elkaar aan.

Ik zeg vrolijk: ”Zo, dat is eruit! Na dertig jaar is dat wel lekker! Tijd voor een kop koffie. Zeg eens Bram. Hoe is het nu met je?”

Bram geeft aan dat hij verbaasd is, bijna in shock. Zijn vader heeft dus bewust afstand gehouden omdat hij geen recht zou hebben. Toch snapt hij het ook. Hij geeft aan het gevoel te hebben dat ze elkaar dertig jaar ontweken hebben. Later in het gesprek vallen er allemaal kwartjes. Einde avond geeft hij aan veel meer begrip te hebben, te snappen hoe het voor zijn pa is geweest en hij heeft zich echt verplaatst in de situatie. Zijn perspectief is verschoven.

Gedurende de avond worden er verhalen gedeeld, herinneringen opgehaald, gelachen en oprecht kritisch en liefdevol gesproken. De mannen kijken elkaar nu continu aan en raken elkaar af en toe. Het is onwennig en vertrouwd.

Bram “Maar wat ik echt niet begrijp….merkte je niks, al die dertig jaar, dat ik je miste of dat ik met je wilde praten ofzo”. Rinus “Natuurlijk wel. Maar ik schaamde me zo. Ik deed ergens ook echt wel mijn best. Maar ik wist ook niet wat ik moest doen…….dertig jaar…..”

Rinus geeft aan moe te zijn. Hij wil naar huis. Hij pakt Bram bij zijn schouders. ”Jezus Bram, wat ben ik blij dat je me hebt meegenomen naar dit gesprek! En Arno, hoe je het doet weet ik niet, ik had soms het gevoel dat je er niet was, en toch hebben we nooit zo’n open gesprek gevoerd. Dus je zult toch wel íets hebben gedaan! Heel erg bedankt.”

De mannen verlaten de Bloeikas. Ik kijk trots naar de twee lege stoelen, ik ga op één van de twee zitten, ik voel dat ik moe ben, pak een biertje en proost naar mijzelf. Goddomme Arno, wat was dit mooi!

Erik weet het al

Vandaag komt Erik naar de Bloeikas, hij woont in de buurt van Zwolle en belde me op advies van een vriendin. ‘Ze zegt dat ik maar eens met je in gesprek moet’. Ik ben benieuwd of hij ook zo volgzaam op mij reageert.

Erik komt zelfverzekerd binnen, een man van midden in de veertig met een stoer uiterlijk. Kale kop, breedgeschouderd en sportief gekleed. Hij neemt plaats aan tafel en kijkt me vervolgens vertwijfeld aan. Ik leid hem met vragen, hij vertelt en ik stuur. Hij heeft een drietal winkels, vastgoed, een vriendin en dat loopt allemaal. ‘En toch voel ik me gewoon niet goed, rusteloos en ook lusteloos ofzo’.

We gaan van tafel en nemen plaats in de coachstoelen. Erik vertelt zichzelf dat hij het toch goed voor elkaar heeft, en vind dat hij daarom niet mag zeuren maar zich toch niet goed voelt. Ik kies voor de provocatieve aanpak.

A: Wat is nou het probleem Erik? Volgens mij wil je gewoon ff zeuren.
E: Wist ik maar wat het probleem was.
A: Ok. We gaan ff heel snel een oefening doen. Dit is een wetenschappelijk onderzochte methode. Volg mij maar. Je moet niet nadenken maar direct antwoorden. Duidelijk?
E: euhh, ok?
A: [heel hoog tempo] Geef je werk een cijfer..
E: Eh, zeven
A: Sneller, je gezondheid
E: Zeven
A: Financiële situatie
E: Negen!
A: Relatie
E: Viertje?!
A: Dat lijkt me aan de hoge kant, ik zeg maximaal een twee!
E: [kijkt me verbaasd en geschrokken aan]. Eigenlijk wist het natuurlijk wel. Maar dat het zo duidelijk is. Shit. En tja. Wat nu….?
A: Een twee is natuurlijk prima. Het is geen één, maar wel veel ruimte om te verbeteren. De rest van je leven is goed op orde. Dus alle ballen op het verbeteren van de relatie. Simpel.
E: Ik loop al ongeveer anderhalf jaar te sappelen, alleen het is geen goed moment.
A: Nee, daarom moet je het nu niet verbreken. Ik denk dat het juiste moment er binnenkort wel komt, toch?
E: [schiet in de lach]. Ach nee man, ik weet het toch ook wel. Ik zit mezelf gewoon te besodemieteren.
A: En niet alleen jezelf, je besodemietert je vriendin ook. Je laat haar ook in de waan.
E: Welnee, ze voelt het natuurlijk al lang…
A: [Ik sta op en met gespeelde boosheid] En je probeert ook mij te besodemieteren door net te doen of je het niet weet! Je bent gewoon heel goed in het besodemieteren van mensen. Daarom lopen jouw winkels zeker ook zo goed!
E: [geëmotioneerd en boos] Nee! Ik sta er juist voor dat ik eerlijk ben met klanten, ik ben een fatsoenlijk ondernemer en heb het beste met mensen voor. Daarom vind ik het ook zo moeilijk om…[breekt]
A: Om de relatie met je vriendin de beëindigen, je wilt haar geen pijn doen toch?
E: [hoofd in handen, huilt en knikt ja]

Ik sta op om een glaasje water voor Erik in te schenken, de doorbraak is er. Erik laat zich in de stoel zakken, legt zijn hoofd achterover, ogen dicht en wrijft met zijn handen over zijn gezicht. Na twee minuten ga ik weer bij hem zitten en zet glas op tafel.

Erik kijkt me bedroefd en ook berustend aan. ‘Ik vind het niet leuk, maar het is ook bevrijdend. Het is duidelijk wat me te doen staat Arno. Bovendien is het natuurlijk voor haar ook voelbaar. Ik vind het gewoon spannend, that’s it. Maar ik ga het wel doen. Vanavond.’

De volgende morgen krijg ik een appbericht van Erik: ‘Ik heb de relatie naar zes jaar verbroken, ik vond het heel moeilijk, maar het viel uiteindelijk heel erg mee. En voor Margriet was het geen verrassing. We zijn samen verdrietig maar het is goed’

Een jonge weduwe stapt in (2)

Het is drie weken na het Bloeigesprek in de Jag met Tanja, ze stapt de Bloeikas binnen. Minder energiek dan vorige keer, het lijkt alsof iets is veranderd. Ik besluit een provocatieve aanpak.

Wat is nú het probleem?’ vraag ik. Tanja reageert met ‘Na ons Bloeigesprek van vorige keer realiseerde ik me dat ik echt heel moe ben en eigenlijk echt even rust nodig heb’.  ‘Nu is Tom al vier jaar dood, en na één Bloeigesprek heb je ineens rust nodig? Dat lijkt me niet het probleem!’. ‘Ondanks zijn ziekte was Tom toch ineens weg, dat was echt zo……….’ [Tanja huilt].

Ik besluit door te drukken (met warmte, gespeelde boosheid en provocatie). ‘Typisch Tom, op zo’n gemene manier ineens doodgaan. Wat een eikel, ik wordt gewoon boos op hem!’. ‘Dat is het precies, waarom moest die eikel nou zo plotseling doodgaan, ik ben gewoon nog zo F*CKING BOOS!!’ [Tanja huilt en schreeuwt het uit]. Ik biedt haar ruimte en ze schokt en huilt minutenlang…

Tijdens het gesprek blijkt dat Tanja boos op Tom is en ze zich daarover heel schuldig voelt. Hij kan er natuurlijk niets aan doen dat hij doodgaat, hij heeft er niet voor gekozen, ik mag blij zijn dat ik nog leef, het is voor hem erger dan voor mij…dit zijn allemaal gedachten die continu door Tanja haar hoofd spelen. En dus duwt ze haar boosheid weg. Hoe kun je nu boos zijn op iemand die dood is?

Ik vraag ‘Stel je voor dat ik Tom ben, wat wil je tegen me zeggen!’ Ze schrikt een beetje en lacht nerveus. Een beetje in de war, maar dan verwoord ze heel zuiver wat ze na zijn dood heeft beleefd, hoe zwaar het voor haar is, hoezeer ze hem mist en ook dat ze teleurgesteld en boos op hem is. Ik blijf Tom spelen.

‘Godverdomme Tom, weet je nog die week na de diagnose, jij bleef maar zeggen dat het goed zou komen en ik vertelde je dat ik bang was voor dit scenario dat jij vervolgens een beetje wegwuifde, ik voelde me niet gekend en ik heb toch gelijk gekregen…..en ik mis je zo….LUL!’

Wederom zijn er veel tranen en maak ik ruimte om vervolgens de provocatieve lijn weer op te pakken. ‘Die Tom, dat was echt een enorme onbetrouwbare en onverantwoordelijke zak, blij dat je vrij bent om een écht leuke man te vinden’ Tanja reageert verbouwereerd en een beetje boos: ‘Tom was een superlieve man met wie ik prachtige herinneringen heb en twee heerlijke kinderen. Ik zie hem helemaal terug in mijn oudste zoon…..en’ ‘Nou, dat is dan geregeld. En al een nieuwe liefde?’ onderbreek ik.

Ze begint te glimlachen en een beetje te blozen…’Ojee, wat vind Tom daarvan?’ ‘Dat houdt me echt bezig Arno, Tom heeft altijd gezegd dat hij me een nieuwe liefde gunt, het voelt goed maar tegelijkertijd ook als verraad ofzo’. ‘Terecht, die arme Tom, nog maar vier jaar dood en dan..’ ‘Ik weet zeker dat hij het heel fijn zou vinden Arno, ik zie in dat ik verder wil en ook altijd van Tom zal houden. Het is goed!’

Tanja vertrekt de Bloeikas zichtbaar opgelucht en met stevige tred. Het lijkt alsof ze iets achterlaat en haar weg vervolgt.

Een jonge weduwe stapt in (1)

De komende weken neem ik jullie mee in een coachtraject van Tanja (niet echte naam). Ik zal iedere week een post doen zodat jullie haar kunnen volgen. Ik deel stukjes van onze gesprekken alsook de rode draad.  Deze coaching startte ongeveer 8 maanden geleden en werd afgelopen week afgerond.

Ik pik Tanja in Groningen op voor een Bloeigesprek. Een mooie en charmante vrouw van midden veertig stapt in. Ze oogt fit en kijkt met een open blik de wereld in. Op advies van een oud client van me heeft ze contact gezocht.

Vier jaar geleden werd ze weduwe, na een hele heftige en snelle ziekteperiode overleed haar man. Ze bleef achter met twee puberkinderen en heeft succesvolle carrière waaraan ze veel waarde hecht. Haar verhaal klinkt krachtig en doortastend.

‘Voor het eerst in mijn leven weet ik het niet meer, het overlijden van Tom was heftig en intens, hierna ging het best goed, kinderen sterk en dapper en ik kon goed verder met mijn baan. Ik ben iets minder gaan werken, maar nu lijkt het ineens…..’ Tanja breekt. ‘Sorry, sorry…..’

Na een emotionele ontlading van minuten vervolgd ze haar verhaal. Ze klinkt zachter en oprechter. ‘Ik ben altijd sterk gebleven, kreeg veel hulp van lieve vrienden aangeboden, moest er voor de kinderen zijn en ook Tom zijn ouders hadden het zwaar. Daarnaast liep mijn baan echt supergoed, dat is ook een plek waar even alles normaal is, maar nu ben ik gewoon….’ Opnieuw lukt het Tanja niet meer verder te praten, maar ze huilt.

‘Dit is niet wie ik wil zijn, ik wil gewoon verder, waarom lukt het nu niet meer, ik dacht dat ik er doorheen was….Godverdomme, kut kut kut’

Ondertussen rijden we door een grijs en druilerig landschap, landweggetjes en boerderijen omringen ons. Verder is er stilte en aandacht.

Ik vertel Tanja over veerkracht, waarden en koers. Ook deel ik voor het eerst sinds lange tijd mijn eigen verhaal weer, de pijn, schaamte en uiteindelijk het vervolg van mijn levensloop tot het punt waar ik nu sta. ‘Ik verloor mijn identiteit en voelde me heel eenzaam, uiteindelijk heeft provocatieve coaching, vertragen en beweging me weer op koers gebracht’ vertel ik.

Na bijna drie uur staan we voor haar huis, Tanja is helemaal leeg en toch zie ik duidelijkheid in haar ogen. ‘Dankjewel voor jouw geboden ruimte, ik heb meer hulp nodig en kom graag bij jou in coaching’

Karel stapt in…

Vandaag mag ik Karel oppikken in een nieuwbouwwijk in Sneek, ik stop voor zijn huis. Karel zag mee aankomen en komt de deur uit. Hij oogt als iemand met wie je nooit ruzie krijgt, rustig en vriendelijk. Wel ziet hij er vermoeid uit.

‘Spannend’ zegt hij als hij instapt en hij kijkt me verwachtingsvol aan. We vertrekken en rijden richting Scharnegoutum, weilanden, schapen en een grijze hemel. ‘Je ziet er moe uit’ zeg ik en Karel begint zijn verhaal..

‘Ik heb een prachtig en hecht gezin, twee jongens en een meisje. Er is altijd veel beweging en gezelligheid in huis. Mijn vrouw ken ik al vijfentwintig jaar en we hebben het fijn samen. Ik werk als boekhouder voor een groot bedrijf in de stad, daar ben ik ook al zestien jaar in dienst. Dus huisje, boompje en beestje met onze hond Felix.’ ‘Dat klinkt allemaal heel erg fijn en overzichtelijk’ zeg ik.

Karel is een tijdje stil en dan gaat hij verder. ‘Maar de laatste jaren voel ik me minder goed, een dominante manager op het werk die me niet in mijn waarde laat. Ik werk keihard, maar krijg heel veel commentaar. Ik doe nooit iets goed daar. In de privé sfeer is er gedoe, mijn vrouw sinds tien jaar ziek, deze ziekte heeft veel impact op het gezin en maakt dat we niet lang en ver van huis kunnen. Tenslotte is er in huis veel spanning omdat de oudste psychische klachten heeft, hiervoor gaat hij naar een psycholoog maar hij maakt hierdoor veel ruzie met zijn broertje. Dus tja, het loopt op het moment nogal moeizaam. En ik ben voorzichtig geworden en doe geen gekke dingen meer….’

Karel vertelt zijn verhaal gehaast en in hoog tempo, hij werkt hard, draagt zorg voor zijn gezin en heeft nergens een plek om op adem te komen. Veel mensen die in coaching komen ervaren een tekort aan tijd en ruimte. Ruimte om te zijn wie je bent, ruimte om jouw eigen dingen te doen of ruimte om gewoon even te zijn. Ook ruimte om te vertragen. Hierdoor verdwijnt de mogelijkheid om de batterij op te laden.

We zijn ondertussen in het uiterste noorden van Friesland en rijden de route langs de Waddenzee. De lucht is opgeklaard en er staat een stevige bries. ‘Kom, we lopen een stuk over de dijk’ zeg ik en we stappen uit. Kou, wind en zon. Veel schapen en een prachtig uitzicht over de kwelder met duizenden wadvogels.

Karel vertelt verder. ‘Ik ben dol op oude machines, ik ben vroeger in mijn eentje naar Tsjechië gereden met een oude vrachtauto om een oude machine te kopen. Wat een avontuur was dat! Ik wist niet eens of de machine er echt zou staan, nachten doorgereden, slechte wegen en geen TomTom. Maar wel met een prachtige machine thuisgekomen, met een mooi verhaal en ervaring!’ Hij vertelt aan één stuk door, andere reisverhalen, buitenavonturen et cetera. Zijn blik is veranderd, zijn houding steviger met veel energie en meer ademruimte. Hij eindigt met: ‘Vroeger had ik lef en altijd het voortouw…….’ Vervolgens wordt het stil.

We stappen weer in de auto en ik reageer op zijn verhaal. ‘Vandaag heb ik twee Karels gezien. De ene heeft gebrek aan ruimte, tijd en zelfvertrouwen. En de ander blaakt van zelfvertrouwen, durft te bewegen en ook stil te staan. Dezelfde man, dezelfde context en een totaal andere blik, houding en energie. In het begin klonk je futloos, gehaast en onzeker en toen je vervolgens vertelde over het Tsjechië avontuur en andere verhalen was je sprankelend en durfde je te bewegen. Reflecteer maar eens op dit gesprek, kijk waar je ruimte kunt maken en kunt bewegen. De avontuurlijke en krachtige Karel is er nog volop!’

Bij het uitstappen kijkt hij me met een grote lach aan. ‘Jeetje Arno, op de dijk voelde ik weer hoe ik ook ben, dat was ik écht kwijt! Dankjewel voor deze heerlijke ochtend!’

Twee weken later ontvang ik een bericht van Karel. ‘Beste Arno, onze rit heeft me enorm aan het denken gezet en in beweging gebracht. Ik ben me heel bewust van mijn hoge tempo en vertraag nu met regelmaat, dit geeft ruimte en een andere kijk op wat ik doe. Ik krijg het ook terug van mijn collega’s en in mijn gezin. Ik maak meer tijd voor mijn zoon. Bovendien heb ik wat mensen in mijn netwerk gesproken en heb volgende week een gesprek over een baan bij een andere organisatie. Geen idee of het wat wordt, maar ik voel de vrijheid weer! Heel veel dank.’

Ik denk dat ik nog maar even doorga met mijn Bloeigesprekken. Een mooi en bloeiend 2021 gewenst!

In één minuut ontdooit

”Ik ben benieuwd hoe je het gesprek gaat ervaren, Albert is nogal op zichzelf en absoluut geen prater, hult zich in mist”, aldus Elise. Van haar heeft Albert voor zijn zestigste verjaardag een Bloeigesprek in de Jag gekregen.

Ik pik Albert op in de buurt van Leeuwarden. Het is een mistige grijze dag. Hij staat buiten op me te wachten. Hij heeft een ruig voorkomen. Bij het instappen oogt hij nerveus en ongemakkelijk. Ook heeft hij een tic. Een knipperende beweging met zijn ogen en hierbij een gekke trek met zijn gezicht.

Ik besluit direct en provocatief contact met hem te maken. Ik sla hem op zijn knie en geef hem een met opzet mislukte knipoog. ‘Welkom in de auto Albert, wat doe jij met je gezicht? Maak ik je aan het schrikken of zo?”. Albert kijkt me verbaasd aan en de tic is weer zichtbaar. Ik zeg lachend ”Je doet het weer! Wat is dat? Doe het nog eens? Ga ik een foto van je maken. Kun je het zelf zien!” Albert begint te lachen, ontspant en zegt ”Ook goedemorgen, gaan we nog rijden of hoe zit het?!” We gaan onderweg. En Albert begint te vertellen…

Na een roerige en onveilige start van zijn leven heeft hij op zijn achtste een traumatische ervaring, er is veel strijd en geweld in zijn gezin. Voor zijn ogen ziet hij het op een dramatische manier escaleren. Hierna wordt hij bij familie ondergebracht. Dit moment tekent hem en hierna zal hij nooit meer zonder tic door het leven gaan.

Hij groeit op in een onrustige situatie, hij kent geen veiligheid en wordt gepest. Hierdoor wordt hij een survivor en richt zich op extreme buitensport. Een moeizame schoolcarrière, op zeer jonge leeftijd uit huis, af en toe in aanraking met justitie voor kleine vergrijpen en onzeker over zichzelf. Uiteindelijk maakt hij geen enkele opleiding af, maar is heel erg goed geworden in buitensport.

Hij weet dat hij zichzelf moet redden en wil niet afhankelijk zijn. Zijn onveilige jeugd maakt dat hij weinig vertrouwen heeft in mensen en dus gaat Albert zijn eigen boontjes doppen. Relaties zijn ook niet aan hem besteed. Hij besluit te vertrekken en op reis te gaan. Elders beginnen. Al op zijn twintigste heeft hij zijn eerst bedrijf in Frankrijk. Hij begint in zijn eentje met het begeleiden van individuen en teams op ruige locaties in de natuur. Na twee jaar heeft hij een fors klantenbestand en vijf instructeurs in dienst. Financieel gaat het voor de wind en hij zet een tweede locatie op in Schotland. Ook hier lukt het binnen enige tijd een goed draaiend bedrijf neer te zetten. Na zes jaar heen en weer reizen tussen Schotland en Frankrijk verkoopt hij zijn zaak. Heeft voldoende middelen om een paar jaar vrij te zijn. Hij besluit naar IJsland te gaan. Hij verdiend daar geld als zelfstandig koerier. In Reykjavik leert hij een leuke vrouw kennen en wordt verliefd. Samen met haar krijgt hij een zoon. Een relatie vind hij complex, te dichtbij, benauwend en echt vertrouwen durft hij niet. Na ongeveer acht jaar trekt hij verder en laat zijn zoon Boreas achter bij zijn moeder. Na enige tijd keert hij terug naar Nederland. Hier leeft hij teruggetrokken, blijft uit de drukte, gaat weer aan het werk als manusje van alles en verdiend hiermee voldoende geld. Hij ziet Boreas af en toe, heeft zijn huisje afbetaald en reist nog veel door de natuur, altijd alleen.

Gedurende de rit van drie uur vertelt hij uitgebreid zijn verhaal, voor mij voelt het alsof hij zijn leven aan zich voorbij ziet trekken. Zijn tic is er continu, maar hij oogt ontspannen en vrij. Voor mijn gevoel is Albert zijn hele leven aan het zwerven geweest, niet gehecht, niet aan mensen en ook niet aan plaatsen. Een onrustig, avontuurlijk bestaan waardoor hij enigszins eenzaam is geworden. Maar hij oogt tevreden.

”Ik hou niet van mensen, vind het moeilijk ze te vertrouwen. Ook al heb ik nu al vijftig jaar geen echte problemen met ze gehad vergeet ik het beeld uit mijn jeugd nooit meer, dat heeft me voorgoed getekend.”

Ik vertel meestal zo weinig mogelijk over mijzelf, dat gaat mensen niks aan en ik had ook echt niet verwacht dat ik je dit hele verhaal zou vertellen. Dankjewel voor jouw veiligheid Arno. Geen idee hoe je het doet. Maar echt bedankt!

Bij het uitstappen geeft hij me een stevige knuist, van mij krijgt hij wederom een ietwat gekke knipoog en hij loopt met een glimlach zijn huis in.

Provocatief coachen gaat over lef hebben. Over durven te benoemen wat iedereen ziet of voelt en niemand durft te zeggen. Als je dat op een warme en humoristische manier doet maak je een ijzersterke verbinding. De opening over zijn tic maakte dat hij me vertrouwde en zich kwetsbaar durfde opstellen. Natuurlijk vond ik het spannend om het gesprek zo te openen maar het was het dubbel en dwars waard!

Ik geloof dat ik nog maar even doorga met mijn Bloeigesprekken!

CEO zoekt zelfvertrouwen.

Deze week voerde ik een coachgesprek met Bob. Eind vijftig, imposante man met indrukwekkend zakelijk verleden. Al vijfendertig jaar in het vak, opgeleid in de havensector en de laatste vijftien jaar directiefuncties in havens van Rotterdam, New York en Dubai. Een man die zich weet te manifesteren in de havensector, leiding weet te geven aan duizenden mensen en moeilijke beslissingen durft te nemen. Kortom, een stevige directeur met dito uitstraling.

Na enkele minuten blijkt waarom hij bij me gekomen is….”Ben ik eigenlijk wel goed in mijn vak? Weet ik eigenlijk wel wat ik leuk vind? Zakelijk heb ik verschillende opportunities, maar ik wil zeker weten dat ik de juist keuze maak. Kun jij me helpen?” Hij vertelt het als een kleine onzekere jongen. Waar is de stevigheid, waar is het zelfvertrouwen, waar is de CEO gebleven?

Bob vertelt over zijn leven en met name de laatste twee jaren. Daarin heeft hij te maken gekregen met tegenslag, ziekte van zijn partner, een aantal mislukte zakelijke transacties en mede hierdoor het afnemen van eigen ruimte. En daardoor zit hij nu als een onzeker jochie naast me op de stoel, bang om te bewegen, bang om verkeerde keuzes te maken en bijna in paniek.

Bij cliënten in gesprekken bemerk ik regelmatig hoe belangrijk eigen ruimte is voor mensen. Fysieke alsook mentale ruimte. Ook beluister ik hoe gemakkelijk we deze ruimte verliezen of weggeven zonder te beseffen hoe essentieel dit is. Als mensen te maken krijgen met tegenslag en problemen vermindert de mentale ruimte, daalt veelal het zelfvertrouwen en gaan zoeken naar houvast. En deze wordt vaak gezocht in structuur of doelen bijvoorbeeld. Een soort (schijn)duidelijkheid voor de toekomst. Dit is vaak niet hun natuur of eigen manier. Deze houvast hebben ze echter niet nodig als ze zich goed voelen, dan maken ze makkelijk keuzes, hebben vertrouwen dat het goed komt en blijven dicht bij hun eigen manier.

Ook Bob was zijn eigen ruimte kwijtgeraakt en zocht naar duidelijkheid in zijn leven. Hij twijfelde daarmee ook aan zijn eigen manier. Iets wat hij nooit had gehad in de zestig jaar daarvoor. Tijdens de coaching bracht ik hem terug bij zijn waarden en vervolgens prikkelde ik hem.

Uiteraard ben je slecht in jouw vak Bob, daar hoef je niet over te twijfelen, dat is gewoon een feit! Dus de keuze die je nu gaat maken zal ook wel weer mislukken. Dat is the story of your life! Eindelijk val je door de mand en wordt duidelijk dat je eigenlijk een mislukkeling bent Bob!

Bob keek me aan en begon voluit te lachen. Ik zag hem helemaal ontspannen, relativeren en er ontstond mentale ruimte. Hij wist wat hem te doen stond en klaarde helemaal op. De rest van het gesprek nam hij het voortouw, vertelde over zijn plannen en te nemen stappen. Hij had zijn zelfvertrouwen hervonden

Bij afscheid keek Bob me aan. Dankjewel Arno, in deze 2 uur ben ik 300 uur opgeschoten. Ik knipoogde en zei: Goed te weten, ik zal mijn factuur navenant aanpassen.

Met een brede grijns vertrok hij, met eenzelfde grijns bleef ik achter in de Bloeikas.